< terug
oude ridder
WIJNRANK
de burcht ligt aan de voet van de heuvel
een zwanenpaar drijft stil en wit door de gracht
in de knobbel van hun gebogen kop schuilt een vraag
ze rollen de slang van hun hals naar de bodem
niemand vermoedt hoe lomp zij trappelvliegen
opgeschrikt door het geblaf van de jachthond
een vleermuis zwenkt langs de hoektoren
vertaalt de opgemeten echo in een prooikans
duikt door een warrelwolk van muggen
over de pleisterwanden van de ridderzaal ligt een fresco
een wijnrank krult langs een nis omhoog en draagt de tros
er hangt een ramsvacht aan een ring aan een keten
gouden schakels met een vuurslagmotief
een nar met een geruite pofbroek en een bellenkap
jaagt met zijn zelfspot op de verlossing van een lach
zijn oogwallen zijn met oker ingesmeerd
de lippen gestift met vermalen saffloer
STIJGBEUGEL
de minstreel speelt op het halve ei van een luit
met een stemschroef spant hij de darmsnaar
zijn tenor draalt langs een deinend lint van noten
zijn vingertoppen glijden langs de frets
tot grondtoon, terts en kwint versmelten
de koning smaalt op een troon van zwart fluweel
op de leuning is een bijl van gouddraad genaaid
zijn beugelkroon is met robijn en smaragd bezet
het geheugen van de ridder was van veldslagen verzadigd
hij wrong zijn laars van blik in de stijgbeugel
graaide met zijn ontstoken klauw naar de zadelknop
zure kiemen lossen het glazuur van zijn tanden op
zijn harnas is een soepel weefsel van ringen
STERROETDAUW
hoeven klateren op de kasseien van het binnenhof
hij klampt zich met een vuist aan de manen vast
de schildknaap reikt hem een kelk met bruidstranen aan
het smaakt naar walnoot, bladgoud en kaneel
een slok troost en pit voor de laatste kruisvaart
aan zijn plastic heup bungelt het stompe zwaard
een roos met vlekken sterroetdauw tussen de tanden
de verweerde burcht drijft in nevelslierten
in de kerker breekt de hese vloek van de ketter
in het klamme duister graait hij naar droog brood
morgen knopen ze zijn polsen samen achter een paal
terwijl de schroeitongen aan zijn zolen likken
stikt hij in een dik, rijzend laken van rook
WAMBUIS
het doel van de ridder is de heilige graal
de lauwe wijn van het laatste avondmaal
de parel in de schoot van de boetvaardige hoer
een boomkikker woelt zich uit zijn modderslaap los
zoekt met zwemvliesslagen de spiegel van de gracht
waar de dolksnavel van de reiger hem opprikt
de schildknaap gniffelt in zijn vuist
de ribben van de ridder kreunen in een wambuis
het merg kruimelt in de gewelfde zuil van wervels
hij licht het vizier van zijn schroothelm
de zon lost sluiers op
blaast vlammen uit haar krans
ooit ontsproot zij aan een koude oernevel die samentrok
later zal zij zwellen, een rode reus die haar kinderen opslokt
wat dan nog rest is de witte dwerg, de nagloed van een sintel
TARWEHALM
in het troebele netvlies drijft een kogel van git
een dovende vonk die getuigt van weemoed
de ketting van de valbrug rinkelt
de ridder draaft door het zure veenmos
een sponstapijt waarin het lijk verzonk
een maagd met een venusheuvel van dons
haar tepels waren gekrompen druiven
een veeboer had haar aan de draak geschonken
die met zijn arendsklauw de tarwehalmen maaide
de brosse aren strooiden hun korrels rond
tot de volkse maag verschrompelde
de ridder lacht zijn brokkeltandenbogen bloot
uit de klieren in de bodem van zijn mond welt het kwijl
onder zijn helm draagt hij een roodvonkmasker
HUMUS
hij draaft langs verspreide, oppervlakkige wortels
een rij populieren met rode bloemkatten
die hun stuifmeelpluizen laten verstuiven
eekhoorn en vlaamse gaai vergaren eikels aan de bosrand
een hommel kruipt in de kroon van het vingerhoedskruid
de ridder telgaat over het strooisel van rottend lover
het bezinkt in de humus waar tijgerwormen kruipen
hij strijkt langs de slingertakken van een maagdenpalm
legt zijn hand op het korstmos van een bast
een es die zijn gevleugelde vruchten uitzendt
een rat knaagt aan het kraakbeen van zijn gewrichten
pijnprikkels stralen door het merg naar een kwab
zijn bestemming is een uitverkoren, beloofde stad
WAAKVLAM
de ridder is getuige van de veldslag
op een heuvelrug staat een vijandig leger
de boogschutter trekt de pees naar zijn wang
kijkt door een bazig oog naar een borstdoelwit
de arm evenwijdig aan de schacht gestrekt
de onderdanen in het dal wijken geen duimbreed
ze stormlopen onder malende hoeven
de ridder is te oud voor razernij
zijn jaren eisen hun tol
hij breekt het zegel van zijn schrompellippen
zijn geeuw opent de poort naar zijn middenoor
in het slijmvlies van zijn verhemelte
verdrinkt een verdwaalde vlieg
zijn tong is een gezwollen aardbei
in de kamers van zijn kalken hart leidt de pit de waakvlam
door de bijenwaskolom naar de voetstomp van de kaars
in zijn val ziet hij nog net haar reikende hand
uit de schrammen van haar dij stroomt gomhars
feedback van andere lezers- aquaangel
heel knap
misschien niet helemaal mijn genre, ik zou zoiets nooit kunnen schrijven maar daarom niet minder mooi om te lezen
zoen aqua wim_veen: dank - Lucky
ik moet op de een of andere manier denken aan de Holy Grail van Monty Python ... wim_veen: dat is een vleiende vergelijking - ivo
dit is mooi, maar zou het beter niet in drie keer gepost zijn, op het laatst verliest het zijn kracht, omdat moeiheid optrad.
wim_veen: Ik vraag helaas een inspanning van de lezer.
Lengte mag nooit de norm zijn, volgens mij.
Bedankt om vol te houden. - SabineLuypaert
de tarwehalm is mijn favoriet en dan volgt het zwaantje (smile) wim_veen: merci - Ghislaine
Sprakeloos. wim_veen: merci Ghislaine - DeKo
Wat is mij opgevallen dat dit iets is wat ik nog niet vaak gezien heb, dat het zeker mijn interesse heeft en dat ik nog nooit een werk van u heb gelezen! Schande, ik weet het maar ik zal zeker nog wat rondneuzen!
Grts, DeKo wim_veen: merci - RolandBergeys
een soort van evocatie van een mideleeuwer, graag gelezen, prachtige beelden, origineel gegeven eigenlijk wim_veen: merci - erinneke
het is niet dat ik het niet goed vind, want ik heb het met plezier gelezen en kan me helemaal verliezen in de sfeer en woordkeuze. Het is gewoon dat ik het niet echt een gedicht vind. wim_veen: Het is ook geen gedicht maar een bundel prozaverzen, al leunt het wel aan bij poëzie. Het is iets tussen beide.
merci
|