writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

sirene

door Vansion

De stem van de stervende giert
tussen de kieren van half vergane lippen
met twee, drie maten as
die noodwendig stil komen te liggen
in het stof.
We zijn zo weinig.

En als zijn portret aan de schouw
boven de schouders van het te magere meisje
met urenlange tanden
dat men herfst zou kunnen noemen
niets meer doet dan hangen
weet ik:
We zijn zo weinig.

Er zijn ogen als deuren met hoge stijlen.
Er is een kind wenkend met brauwen als bogen.
Er is een zogende vrouw van aarde en goud.
Er is de lokroep die nimmer ophoudt.

Kom gauw, mijn lief,
zo weinig zijn we

zo genoeg.


 

feedback van andere lezers

  • SabineLuypaert
    oi sirenen, en zag ik net gisteren een griezelfoto van een sireenbeest dat feetje gevonden had( vind hem nu niet, toemme toch) (smile) maar dat los gelaten deze heel graag gelezen (enkel de brauwen doen raar aan)
    Vansion: dankje onvermoeibaar lezeresje
  • libo
    heb ik wel een paar keer graag gelezen!
    liefs
    Vansion: liefs terug en dankje
  • mistral
    tja an, zo weinig zijn we maar zo waardevol ook en nu heb ik het over jou en je gedichten, zeer diep dit! ok, die brauwen komen wat raar over maar ach.. wat zal het! zeer graag gelezen en herlezen!
    groetjes en fijn weekend! (de zon is er!!!) ... euh ... oeps, z'is weer weg ;)
    Vansion: dag waardevol meisie ...
  • Joop_Eters
    Heel sterk, alleen die brauwen komen wat gekunsteld over!
    Joe Streep
    Vansion: het zijn ge?pileerde brauwen ...
  • Ghislaine
    We zijn inderdaad kwetsbaar en levensbreekbaar. Super neergezet.
    Vansion: ja. dankjewel.
  • backie
    Heel knap An. Vind ik nu net die wenkende brauwen leuk, dan gaan er weer een paar anderen over .........?
    Groetjes van lonely me.
    Vansion: dankje zoetje
  • aquaangel
    het is heel sterk

    we zijn zo weinig, en samen toch zo veel

    xx
    Vansion: jaaaaaaaaaaaa!
  • bragt
    uw 'kom gauw, mijn lief', maakt het zo hunkerend zonder melig te zijn.
    Vansion: het is hunkerend! zeker weten! (kom je dan? nu?)
  • Lucky
    och ... ik frons de mijne maar even ...
    Vansion: wauw wat een borstelige kastaars!
  • dichtduvel
    Je lokroep is een weergaloos baken x, Jef
    Vansion: de berg zou eens tot bij Mozes moeten gaan ... eigenlijk... en dat virtuel kusje dankbaar "innen"
  • wim_veen
    Sirene

    De sirene dringt scherp door de schelp, kerft in het trommelvlies. Het is de kreet van de demon, de visvogelvrouw, die de matrozen naar de klippen lokt. De sirene kan waarschuwen en verraden.

    De stem van de stervende giert
    tussen de kieren van half vergane lippen
    met twee, drie maten as
    die noodwendig stil komen te liggen
    in het stof.
    We zijn zo weinig.

    Nog niet zo heel lang geleden zag en hoorde ik mijn grootmoeder sterven. Slokdarmkanker. Ze lag daar te happen naar adem. Haar lippen waren naar binnen geplooid, over de vellen van haar tandvlees. Haar vals gebit moet ergens in een glas bruisend water hebben gedreven, op het aanrecht. Het zou niet meer moeten dienen. Ze was op. Het vocht steeg naar haar longtakken. Uit haar uitgemergelde romp kwam de reutel. Haar wangen waren kraters. Ik omklemde de stangen van het bed en boog over haar broze, uitgeteerde schedel.

    Waarom vertel ik dit?

    Misschien omdat jouw eerste regel die rauwe herinnering terug bovenhaalt. Sindsdien heb ik elke stervende aan haar beeld gekoppeld.
    Nu zit er iets tegenstrijdigs in die regel dat me wel boeit. De stem van de stervende giert.

    De eerste twee betekenissen van gieren zijn: uitbundig lachen en een hoge fluittoon voortbrengen door een snelle beweging. Omdat ik dit niet onmiddellijk van een stervende zou verwachten krijgt het iets griezeligs.

    Het binnenrijm tussen giert en kieren past hier wel, al vroeg ik me wel af waarom je voor het meervoud kiest. Kieren? Alsof ??n stem door duizend kelen gaat. De as waait uit de urn en daalt over het gras. Je telt twee, drie maten as. De dood heeft een dwingend ritme. Geen noot ontsnapt aan de boog, de spankracht van het lied, de fado die zich uitstrekt van wieg tot graf.

    Bij ?noodwendig? dook ik even in het woordenboek. Het woord bestaat niet. Je vindt het dus uit. Dat mag maar ik vind dit gevaarlijk en niet helemaal geslaagd hier. Vooral omdat ik moet gissen naar de juiste betekenis en dat kan niet de bedoeling zijn. Je zou kunnen bedoelen ?noodzakelijk? wat een vertaling zou zijn uit het Duits, als ik me niet vergis. Wat ook zou kunnen, wat ik eerder vermoed, is dat je verwijst naar de grillen van het lot dat altijd keert en kantelt. Bij elk kruispunt neemt het een wending. Die betekenis zou ik kunnen aanvaarden, maar dan had ik liever zien staan ?noodlottig?.

    Nu komen de maten?, de lippen? stil te liggen in het stof. Met beide kan ik vrede nemen. Alleen is het voor mij niet helemaal duidelijk wat je bedoelt. Jij kunt dit vast ophelderen.

    We zijn weinig. Helaas. De verhoudingen moeten ons bescheiden maken. In de kolkende oersoep zijn we kruimels. In een vlindertuin de stuifmeelkorrels. We zijn sneeuwvlokken die vallen op een rotsblok, een smeltend kristal. We zijn druppels in de deinende spiegel van de oceaan. Misschien is dat wel een opluchting, een zoete ontgoocheling.

    En als zijn portret aan de schouw
    boven de schouders van het te magere meisje
    met urenlange tanden
    dat men herfst zou kunnen noemen
    niets meer doet dan hangen
    weet ik:
    We zijn zo weinig.

    De schouw is de koker die vernauwt en het vuur omlijst, de rook binnen haar geblakerde muren dwingt. Dit koppel ik onbewust opnieuw aan de oven waarin de kist glijdt. Het lijk laait. Vuur verteert de vezels, laat bloed en slijm en etter verdampen. Misschien heb je het niet zo bedoelt maar ik vul het zo in. De dichter laat gaten vallen om de lezer uit te dagen. Zo hoort het en je doet het ook. Aan de schouw hangt een portret. In het portret stolt het gelaat, bevriest het moment. In de trekken, de gekrulde mondhoek, de lage lip, het lome ooglid, de doffe pupil, de frons boven de neuswortel willen we een stemming herkennen. Jij koos voor haar schouders en tanden. Je schetst het broze gewricht. Je laat haar tanden duren. Dit laatste vind ik heel sterk. Niet toevallig is de tijd een sluimerende knaagtand die uiteindelijk wint. Ergens zie ik in de dood een kortsluiting of een knappende stroomdraad. Het licht valt uit. De herfst treedt in, het seizoen van rouw en dauw. Hangen is een vorm van overgave aan de zwaartekracht. Wie treurt, laat de schouders, het hoofd, de armen hangen. Zelfs als ik een kerstbal zie hangen aan een bronsgroene tak, dan nog gaat er een gedempte snik door mijn romp. Alles wat hangt herinnert ons aan het gewicht van elk moment. Mooi hoe je dat oproept.

    We zijn weinig. De planeet wemelt maar wacht een paar miljard jaar en de zon schrokt ons op. Niets blijft er over. Meren, gletsjers, fjorden, moeras, savanne, steppe, woestijn en woud. De aarde zal schroeien, smelten in een oogwenk.


    Er zijn ogen als deuren met hoge stijlen.
    Er is een kind wenkend met brauwen als bogen.
    Er is een zogende vrouw van aarde en goud.
    Er is de lokroep die nimmer ophoudt.

    Je vergelijkt een oog met een hoge deur, een deur met hoge stijlen, de balken die overeind staan en het gat in de muur stutten. Even heb ik toch moeit om in een oog, dat orgaan dat zich door het licht laat prikkelen, in die lens, dat bolle, doorzichtige lichaam dat de straal breekt, in die iris, dat bonte vlies, een deur te herkennen. Waarschijnlijk ontgaat me iets.

    Een kind wenkt met brauwen als bogen. Hier volg ik je bijna helemaal. Met een knipoog, een geheven wenkbrauw, een knik kan het kind wenken, de aandacht trekken, uitnodigen, uitdagen. Alleen bestaat een brauw op zich niet. Je zou deze taalfout kunnen vergeven door het op te offeren aan de vrijheid van de dichter, maar ik struikel er meestal over. Misschien ligt ook dat aan mij. Ik gun jou graag het voordeel van de twijfel.

    De vrouw legt het kind aan de borst, een klier die welft over de ribben. De melk stroomt door de trossen. De tepel brandt. Ze verenigt twee stoffen. Goud - een zacht metaal dat nooit roest, dat zijn blonde glans altijd bewaart en schuilt in de ondergrondse aders - en aarde ? de bodem waarin de wortels grijpen.

    Dan klinkt de lokroep van de sirene, de prikkel die de ander uitnodigt. Ook in dit sprookje blijft het duren.

    Kom gauw, mijn lief,
    zo weinig zijn we

    zo genoeg.

    Je roept de geliefde. Toch dringt het. Uitstel is geen keuze. In de wachtzaal van de liefde kruip je de muren op. Want we zijn zo weinig maar hebben aan elkaar genoeg. Die laatste regel vat het juist en goed samen.

    Vansion: beetje nukkig
    laat ik me overhalen
    tot beetje uitleg

    Ik zou nooit schrijven als ik het helderder kon denken/uitdrukken. Ik wil niet ?dichten?. Nooit. Maar de behoefte dringt zich op. Een pen als een dweil die je uitwringt. Verlangen naar uiteindelijke stilte. Bewustzijn van wat is gelijk het gewoon is. Woordmiskramen. Gespuwd gereutel. In woorden vatten we het nooit. Een hele roman (mijn biotoop) was zelfs ontoereikend. Maar elke prozazin rijpt in het follikelvocht van wat men po?zie noemt. Omdat klank en ritme nu eenmaal bestaan en je de gang van formuleringen moet wikken en wegen.

    ach wat volgt is geen uitleg
    eerder antwoord
    wederwoord
    zoals vogels dat doen
    ik hou mijn kopje schuin
    en fluit

    Je weet het. Je weet het wel. Wat we soms niet zouden willen weten. Ik lees zinnen die ik niet meer vergeten zal omdat ik ze mij herinner. Zoals bijvoorbeeld je woord ?spankracht?. Ik w??t dat muziek ook jou bezig houdt.

    Wie ooit heeft gewaakt naast het bed van een stervende w??t het. Het gerucht van zo?n adem tergt luid, schril en bijna spottend. Het confronteert je met je onmacht.
    Het meervoud voor kieren. Er is maar ??n stervende. Er zijn maar twee lippen. Maar dit gaat over alle kieren. En alle lippen. En alle stervelingen. Ook over de kieren die zich elders bevinden dan tussen ??n paar lippen. Eerst stond er ?kier?. Het klonk me te plastisch, te visueel, te concreet.

    In mijn Van Dale staat ?noodwendig? nog w?l. Maar je hebt gelijk. Ik heb de term uit duitstalige filosofie. Neen, neen niet noodlottig. Het woord lot heb ik uit mijn woordenboek geschrapt. Noodwendig is wat gaat gelijk het gaat. Maar dan zonder doel.

    Het antecedent van ?die? is ?maten?. Verder zoeken dan naar het dichtstbijzijnde naamwoord verraadt dat je interpreteert. Dat mag natuurlijk. Maar ik tracht zo te schrijven dat het zonder hersenwerk vatbaar blijft. Ik probeer niet meer dan medium te zijn als ik iets maak dat ik niet voor mezelf houd. Het moet niet van hoofd tot hoofd maar van mond tot oor gaan. Dat lukt me niet zo goed.

    Maten verwijst naar ritme (tijdsfragmenten) maar betekent ook porties. Tijd en ruimte blijven bestaan. Maar het hartgeklop houdt op en staat stil. Wat rest is schamele materie, as in het stof. Het is een eufemisme. ?Gaan liggen? zou nog vriendelijker klinken (zoals men zegt dat de wind gaat liggen). Maar dat heb ik niet weerhouden. Liggen is minder nihilistisch dan ophouden te bestaan. En je kunt het doen op de grond? op de aarde? Het woord aarde wordt later in het gedicht aangeboden als alternatief voor dat stof.

    Dat we weinig zijn is een opluchting voor de mens die zich verantwoordelijk weet; een ontgoocheling voor de hoogmoedige. Deze laatsten zijn blind en dwaas. Dat is niet wat ik wil beweren. Ik weet het zelf allemaal ook niet zo goed. Maar dat is wel de teneur die de schrijver hier voert. Anders zou de ?kering? (lees: het zich keren naar de andere, voor de gelegenheid de geliefde) geen zo?n spontane wending (?) zijn. Wat volgt is een ?wenk?, voorbereid door het besef dat er gewenkt wordt in de wereld. Door kinderen en vrouwen en zo.

    Schouw is het centrale punt van het ?binnen?. Symbool van het zo menselijke schuilgedoe. Portretten van doden aan de schouw hangen ? Ik zwijg. Dat beeld zegt meer dan genoeg. De dichter is wreed om er een meisje (jeugd) bij te plaatsen. Meisjes horen buiten in de zon te dansen.

    Ja hoor: het vuur. Wat jij ziet, klopt. Een portret is erger dan een urn. Een portret is een poging tot ontkenning van de dood. Het meisje met urenlange tanden heb ik opgediept uit ??n van mijn zeer oude schriftjes. Ze is een personage aan het worden. Ik ben zeer met haar bezig. Het is een eng ding. Misschien moet iedereen haar ?voorbij?.

    Niet te ver zoeken. Een oog is een uitnodiging tot contact: een deur tussen mensen. De wenkbrauw is de omlijsting ervan, zoals stijlen rond deuren bestaan. Het fenomeen van deurstijlen boeit mij al heel lang. Bouwtechnisch zijn ze niet echt overbodig, naar het schijnt. Ze beschermen de muur. Maar mensen hebben vaak heel veel aandacht aan die omlijsting besteed. Waarom toch? Om te wenken?

    In mijn woordenboek staat brauw(e) als een archa?sme voor wenkbrauw. Tja, gezien ik par force majeur het ?wenken? als actief werkwoord wou gebruiken leek de keuze voor ?brauw? in mijn ogen evident.

    Mij ga je nooit horen schermen met de ?dichterlijke vrijheid?. Babel afbouwen kan ik niet. Maar het is wel mijn dichterlijke plicht de stenen zorgvuldig te kiezen en de mortel zo perfect te bereiden als ik kan. Schrijven is voor mij mijn herseninhoud losweken van mijn persoontje. En dat zie ik als de enige ?vrijheid? van het schrijfbedrijf. Te vrijheid om de taal die al zo gammel is te molesteren komt mij niet toe.

    Wat de laatste lokroep betreft? Het is een beetje opportunistisch h? ? Het besef van vergankelijkheid gebruiken om binnen te rijven wat je zo graag wil. En liefst meteen. Maar daarom niet minder ??cht?. (Maakt de schrijver de mens maar gauw weer wijs. Want zo blijven ze samenwerken, al lusten ze elkaar rauw.)
  • poivrevert
    Geraakt door zowel het gedicht als de uitleg.
    De schrijver en de mens zijn meer ??n dan ze willen toegeven.
    Respect!

    Ik geraak met mezelf nog niet verder dan je eerste zin: ''Ik zou nooit schrijven als ik het helderder kon denken/uitdrukken'', maar als ik uiteindelijk op iets als dit uitkom, zal het niet weinig en waardevol zijn.

    Bedankt.
    Vansion: proza gaat me beter af. bij anderen is het anders... maar bij mij is wat op poëzie gelijkt altijd een experiment ...
    meer moet je niet achter mijn woorden zoeken. ik ben simpel.

    ik heb in de vakantiemaanden zeer weinig tijd wegens 5 kinderen. maar in september lees ik je bij!!!
  • lina_karin
    magere meisjes, twee, drie maten as, zogende gouden aarden vrouwen, kieren en portretten, o, zelfs de herfst, met wenkende kinderbrauwen het was me een genoegen mij even in jullie genoegzaamheid te wentelen!
    hier zet ik graag mijn urenlange tanden in!
    chique!
    lina
    Vansion: het genoegen is wederzijds
  • emmerik
    Wat is die Veen een ongelooflijke ouwehoer!
    Vansion: Vind je?
  • vladimier
    Knappe beeldspraak ; mooie eindzin.
    Vansion: all? dan ...
    dankjewel!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .