< terug
ondergang
de storm raast door zijn hoofd
hij is verdoofd, verward, hij
zoekt wanhopig naar het woord
dat hem eerder werd beloofd
en vindt slechts flarden
die hij weer verliest in
het getol van de wereld
die spint en draait en hem
doet wankelen, hij heeft geen
zeebenen, hij is een landrot
terwijl de bodem hem razendsnel
en duizelingwekkend tegemoet snelt
proeft hij de nederlaag nu al
ze schroeit zijn fierheid en
verwoest wat hij heeft opgebouwd
het is een doffe klap
aan het einde van de rit
is er geen sprake van zoiets
als zachte stootkussens er zijn
alleen rauwe flarden herinnering
feedback van andere lezers- mobar
Van de laatste strofe de twee middelste zinnen weglaten.
Je weet dat ik niet zo van conclusies hou,
Dat is dan jammer voor mij.
Je hoeft mij als lezer niet op te vangen.
het is een doffe klap
aan het einde va de rit
alleen rauwe flarden herinnering
laat mij meer in het gedicht zijn.
groetjes Mobar vlinderman: Ik ben volledig met je mee, Mobar. Daarom dat ik ook die laatste vers ongemoeid laat. Er staat daar niets dat de lezer zou opvangen, of anderzijds. Misschien dat later mijn ogen verder open gaan, maar nu heb ik niet het gevoel dat er effectief een appel gedaan wordt. Ergo, geen wijziging. Maar wel dankbaarheid voor de moeite die je jou getroost hebt in jouw inlezen.
groet, Frans V.
|