writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dolle gekruisigden (34)

door Mephistopheles

Na een goed half uur van verveeld tooghangen werd er op mijn schouders getikt. Het was een zachte aanraking, doch voelbaar genoeg om op te merken. Toen ik me omdraaide herkende ik de gestalte onmiddellijk.
'Wat doe jij hier?' vroeg ze met een geschrokken ondertoon in haar stem, alsof het een wonder was dat ze me daar trof. In zekere zin had ze gelijk. Ik zat er in zijn geheel niet op mijn plaats.
'Blij om me te zien, hé?' reageerde ik met een glimlach. Het was Clara, de roodharige schoonheid met wie ik enkele weken geleden op een feestje van John's zuster in gesprek was geweest.
'Dat heb ik niet gezegd,' zei ze, 'ik had je hier niet verwacht, dat is alles.'
Ze nam plaats op de beschikbare kruk en stak een sigaret op.
'Je was de vorige keer zo plots verdwenen,' zei ze, doelend op dat ellendige tuinfeestje van John's chagrijnige zuster waar we mekaar voor het eerst ontmoet hadden.
'John en ik bleken niet echt welkom te zijn,' zei ik, 'dus repten we ons maar.'
'Natuurlijk waren jullie niet welkom,' reageerde Clara, 'Lea heeft de pest aan haar broer. Ik moet hem eerlijk gezegd ook niet zo.'
'Mij wel?' probeerde ik.
'Dat weet ik nog niet,' antwoordde ze, 'eens ik beslist heb wat ik van jou denk ben je de eerste aan wie ik het vertel. Hoewel je jezelf bij vlagen als een arrogante etter gedragen hebt.'
'Blijkbaar heb je dan toch al een mening over me gevormd, hé?'
'Misschien wel,' zei ze, 'ga je me nog een drankje trakteren of hoe zit het?'
'Als ik je linkerborst mag zien.'

Ze slaakte een zucht en bestelde zichzelf wat te drinken. Mij was het best, dan hoefde ik het zelf niet te betalen. Die linkerborst kwam later wel.
'Wat brengt jou hier?' vroeg ze eens ze haar bestelling ontvangen had. Het was een whiskycola. Weer een vrouw die het niet puur dronk. Misschien had Ned toch gelijk.
'John had me uitgenodigd,' antwoordde ik, 'en bij gebrek aan een beter idee heb ik het er maar op gewaagd.'
'Je ziet eruit alsof je het reuze naar je zin hebt,' grapte ze sarcastisch.
'Jij lijkt je anders ook niet erg te vermaken.'
'Het gezelschap bevalt me niet zo,' zei ze, 'het merendeel van de lui die hier aanwezig zijn liggen me eerlijk gezegd niet.'

Dat probleem kende ik maar al te goed. Alleen was die stelling in mijn geval niet zo kleinschalig aangezien het geldig was voor een groot deel van het aardoppervlak. Van Londen tot Bangkok en een heleboel streken die daartussen lagen was ik geweest, en ik was met hier en daar een uitzondering maar zelden iemand tegen gekomen die me na verloop van tijd niet begon te vervelen. Het merendeel van de mensheid waren ellendelingen en je kampte al snel met de neiging om apathisch te worden wanneer je maar al te goed besefte dat je geen haar beter was dan de rest en allicht evenveel anderen tot apathie had gedreven als die anderen bij jou hadden gedaan. Dat was het bestaan in zekere zin. Het doel was liefde en verdraagzaamheid maar de werkelijkheid was vaak het tegenovergestelde, resulterend in krantenkoppen en werkzekere journalisten. Ik twijfelde er geen seconde over dat er in de twintigste eeuw meer kogels waren afgevuurd dan er liefdesverklaringen tot stand waren gekomen. Sterker nog, een deel van die liefdesverklaringen waren er waarschijnlijk zelfs oorzaak van dat een deel van die kogels afgevuurd waren.

Terwijl onze naaste omgeving opging in de dreunende muziek kletsten Clara en ik erop los. Net zoals onze eerste ontmoeting was het een vlot, ongeforceerd gesprek dat zichzelf in gang hield alsof elk gesproken woord een automatisme was. Hoewel we een natuurlijke neiging hadden tot afstandelijkheid en het geven van cynische, spottende antwoorden was het maar al te duidelijk dat we mekaar bijzonder goed lagen, ook al koesterden we overduidelijk geen van beiden de drang om dit openlijk toe te geven. Praten met haar was een schermutseling omdat niets haar ontging. Elk woord, elke zin, alles nam ze aandachtig in zich op, om er vervolgens een goed gesponnen antwoord op te verzinnen dat vervolgens weer eentje bij mezelf uitdaagde. Het leek wel een verbaal tennisspel waarbij we mekaar de loef probeerden af te steken door elke opmerking als een tennisbal naar een veraf gelegen deel van het speelterrein te kaatsen waarover de tegenpartij het minste vermoeden koesterde. Hoe meer we mekaar te slim af probeerden te zijn, hoe meer we mekaar leken te begrijpen, hoewel dit uiteraard in alle talen ontkend werd aangezien geen van ons getweeën met de bereidheid kampte om de kaarten open en bloot op tafel te leggen. In zekere zin hadden we onze beste pokergezichten over het gelaat getrokken, geduldig wachtend tot de tegenpartij een onzorgvuldige steek liet vallen waarop ingespeeld kon worden. En terwijl de nabije omgeving opging in de muzikale waanzin van elektronische geluiden verdwenen de dimensies om ons heen, geleidelijk aan versplinterend tot nauwelijks voelbare nietigheden die net als Jules Verne's Nautilus doorheen de modderige vlaktes van de tijd waadden. Hoe meer ik naar haar keek, hoe ondoordringbaarder ze werd, en hoe ondoordringbaarder ze werd, hoe duidelijker de nevelachtige begrenzingen van haar terughoudendheid zich op het porselein van haar gelaat aftekenden. Ze had een blik die donkerder was dan de wolk van Orion, en haar mond, lippen en woorden verkeerden in een prachtige kruisbestuiving van bewegingen en klanken, doordrongen met een zelfzekere hooghartigheid waar zelfs die van een Niobe tegen verbleekte. Geen enkele van haar handelingen was duidelijk genoeg om de ware aard ervan te achterhalen, doch telkens doorspekt met een standvastigheid die elke mogelijke geheime doorgang naar het portaal van haar ziel wist te versperren. Elke beweging die ze maakte droeg deze barricade met zich mee, alles afgesloten en vergrendeld als een verboden citadel waar zelfs de meest vindingrijke onder de ridders slechts met de grootste moeite het geherbergde geheim zou weten te verschalken.

 

feedback van andere lezers

  • GoNo2
    As usual !
    Mephistopheles: Bedankt voor je gulle donatie!
  • tessy
    Tja wat moet ik nog zeggen over dit verhaal, blijven schrijven graag, ik lees nog steeds graag.
    Mephistopheles: Dat blijven schrijven zal wel lukken. Moet mijn dagen met iets vullen, hé?
  • Magdalena
    ik heb zitten grinniken om die liefdesverklaringen die de oorzaak van kogels waren; you could be right!

    die la&atste paragraaf is szubliem!
    (maar, wie is Niobe?)


    Mephistopheles: Niobe is een sterfelijke figuur uit de Griekse mythologie. Haar kinderen werden uiteindelijk gedood door Apollon en Artemis (zoons van Zeus) omdat ze hoogmoedig was tegenover de goden. Heb het personage uit mijn verhaal hiermee vergeleken omdat ze een zelfde soort hoogmoed bezat, hoewel dan wel niet tegenover de goden aangezien elke rationele mens maar al te goed weet dat goden niet bestaan. (dat weet je toch, hé?)

    Ik ben ervan overtuigd dat sommige liefdesverklaringen kogels met zich meebrengen. Liefde en haat zijn jammer genoeg erg verwant, en de haat is sterker want het is makkelijker om een geliefde te haten dan een gehate te beginnen liefhebben
  • Mistaker
    Supergers weer, leve de dolle gekruisigden!

    Groet,
    Greta
    Mephistopheles: De gekruisigden gaan nog even door. De laatste adem is nog lang niet uitgeblazen!
  • miepe
    leest vlot
    kruipt gemakkelijk mee in je hoofd
    Mephistopheles: Kruipt makkelijk mee in je hoofd? Zozo miepe, benieuwd wat ik allemaal ga tegen komen in dat koppetje van je...
    Dank voor het lezen.
    gr.
  • killea
    Superb, Bert
    xxx
    j
    Mephistopheles: Thanks, my dear.
    xxxx
  • henny
    Je vertellijn blijft mij boeien!
    Mephistopheles: Hopelijk blijft het zo en komt er geen noodlottige bocht van 180 graden.
    Gr.
  • jack
    Misschien vind je (onderbewust) jezelf een beetje goddelijk, snap je, Niobe was hoogmoedig tgo. de goden en Clara tgo. jou? Totzover mijn diepte-analyse. ;)

    Heel goed geschreven weer. Dat stuk over apathie is weer eens een waarheid als een koe, in zeer mooie bewoording. Heel geslaagd en een genot om te lezen.
    Mephistopheles: Mezelf onbewust goddelijk vinden? Dat weet ik zo nog niet. Hoogstens de duivel. Maar God? Nee bedankt. Die functie hebben ze me een paar jaar geleden nog aangeboden. Heb geweigerd. Zou liever regeren in de hel. De kans dat daar whisky en metal aanwezig is lijkt me groter....
  • jan
    een vesting van een vrouw die Clara, zelfs de naam is kant en klaar en duidelijk ijskoud...als je haar vast kunt praten komt ze wel los....

    grts
    Mephistopheles: Met Clara heb ik wel wat beleefd. Ze was boeiend, op zijn minst. En ja hoor, ik heb ze los gekregen...
  • arwenn
    Lijkt me een hele interressante vrouw!
    een vrouwelijke jij.
    En ned heeft geen gelijk wat die wisky betreft!
    Ik drink wel puur en ik ben een meisje.

    XX'
    Mephistopheles: Heb soms ook mijn bedenkingen over Ned's theorie.
    Ze was zeker interessant, maar een vrouwelijke mij zou ik het noemen. Niemand zou een tweede mij kunnen zijn *grijns*
  • koyaanisqatsi
    En wat een poëtische afsluiter dit keer!!!
    Mephistopheles: Het moeten niet altijd gemene praatjes zijn hé
  • manono
    Zoveel aandacht aan iemand maar dan in positieve zin. Als lezer verwacht je dan dat ze prominent aanwezig zal zijn...
    Mephistopheles: Ze komt nog terug, ook al is het niet altijd even prominent
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .