writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 1 Een nieuw begin - hoofdstuk 13/17

door Jelsi

De bevrijding

Sorane scant Aqunok telepathisch, zonder dat hij het merkt. Zo komt ze al snel te weten, aan wie hij die opdracht gegeven heeft. Even kijkt ze Anaya aan. De advocate merkt haar blik op en kijkt haar cliënte aan.
Sorane glimlacht even raadselachtig.
Plots hoort ze de aanklager zeggen:
'Edelachtbare, dit waren al de getuigen van de beschuldiging. Nu laat ik het woord aan de verdediging.'
'Ik dank u, pleiter Degonro. Voor vandaag is het proces beëindigd. Morgen is de verdediging aan de beurt. Hopelijk kunnen de advocaten van de beschuldigde getuigen oproepen die de beweringen van Sorane ondersteunen,' zegt de rechter en slaat een maal met zijn hamer op de tafel.
Terwijl de agenten de toeschouwers naar buiten brengen, merkt Sorane de blik van rechter Aron Sodinor, die op haar gericht is, op. Dan ziet ze hem met zijn rechterhand een lijn trekken van de linkerzijde van zijn hals, naar de rechterzijde, terwijl hij haar spottend aankijkt.
Ze weet wat hij bedoeld en beantwoordt zijn blik, met een glimlach. De man weet niet wat hij er van moet denken. Het lijkt wel alsof Sorane geen angst heeft van de dood.
-Ook goed,- denkt hij, -Ze zal over een paar dagen wel anders praten, als de doodstraf uitgesproken wordt.-
Maar Sorane is verbaasd. Het lijkt wel dat de valse Jakira hem niet ingelicht heeft over wie ze in werkelijk is.
-Nu ik eraan denk. Waar zou die ergens uithangen? Zou ze zoveel problemen hebben om de macht van de sector van Torn naar zich toe te trekken. Gelukkig maar, dan kan ze zich niet mij deze planneet bemoeien,- denkt Sorane, terwijl ze de detectives en haar advocaten volgt naar een klein wachtvertrek.
Als ze binnen stappen, zegt Malon.
'Ik en Raya moeten naar de Commandante. Kunnen jullie Sorane alleen de baas,' zegt Malon.
Raya kijkt even naar Sorane.
'Ga maar, Malon. Ik heb mijn woord gegeven, dat ik niet zou proberen te vluchten. Ik doe altijd wat ik beloof, daar kunnen jullie op rekenen.'
Raya kijkt Malon even aan, maar die trekt zijn schouders op en beide verlaten het groepje. Jon, een van de advocaten trekt de deur achter hen dicht.
'Het spijt me dat we niet meer kunnen doen,' zegt hij.
'Het is niets, ik dank jullie voor jullie hulp, vrienden.'
'Jij behoort niet tot onze vrienden- kring, Sorane. Maar ik verlies niet graag een proces. Maar in uw geval ziet het er niet al te best uit. We hebben maar twee getuigen kunnen vinden, die in jou voor- deel wilden getuigen. Mijn zus Erine was de derde, maar niemand schijnt te weten waar ze is.'
'Ik vrees het ook, Anaya. Zoals het er nu uitziet, maak Sorane geen kans om de doodstraf of levenslang te ontlopen.'
'Dat weet ik, Veron. Zelfs als we meer getuigen konden vinden, dan zou dat nog niet veel uitmaken. De jury is volledig in handen van de tegenpartij.'
'Hoe is dat mogelijk.'
'Ze hebben enkele van hun familieleden in handen. Ze hebben geen enkele andere keuze dan het woordje schuldig uit te spreken.'
'Wat, dat kan toch niet,' zegt Jon
Anaya die Sorane verbaasd aankeek, zegt plots:
'Hoe kan jij dat weten, Sorane.'
Sorane glimlacht.
'Je moet de mensen kunnen observeren, Anaya. Als je goed kijkt, zie je de onrust en de angst in hun ogen. De jury leden werpen ook soms een blik op bepaalde toeschouwers. Alsof ze op iets wachten. Ook de getuigen vertonen dezelfde overeenkomsten in hun handelswijze.'
'Als jij gelijk hebt, Sorane, dan luidt het vonnis zeker de doodstraf,' fluistert Veron.
'Dat weet ik, maar..'
'Waarom maak je, je dan niet uit de voeten?'
'Dat kan ik niet, Anaya. Ik...'
'Ja, je zei het daar even. Je hebt je woord gegeven. Je verdient de dood niet, zelfs niet om wat mijn zus nu moet doormaken. Volgens de dokters zou ze voor de rest van haar leven verlamd zijn. Alleen weten diezelfde dokters zelfs niet waar mijn zus is.'
'Anaya. Erine is...'
'Zwijg, Sorane. ik wil niet dat je haar naam nog in je mond neemt. Vroeg of laat krijgen we je medeplichtige ook en dan.' onderbreekt Anaya haar, maar wordt door Jon onderbroken.
'stop, Anaya. Laat ons eerst deze zaak afhandelen. Misschien heeft Sorane geen schuld aan wat er met je zus gebeurd is.'
'Je hebt gelijk, Jon. Maar vergeten en vergeven zal ik het niet. O, wat zou ik die blonde graag zelf de nek omwringen,' zegt Anaya, terwijl ze haar vuisten balt.
Dan kijkt ze Sorane aan, maar die zegt niets meer. Een tijdje is het stil.
'We moeten er iets op vinden, anders is de zaak zo goed als verloren. Als we Malon en Raya op de hoogte brengen, misschien kunnen zij met de agenten de ont- voerden opsporen.'
'Daar is geen tijd voor, Anaya. Morgen volgt zeker de uitspraak, tenzij we uitstel kunnen krijgen of meer getuigen kunnen laten opdraven.'
'Je hebt gelijk, Veron, maar hoe moeten we dat voor elkaar krijgen,' zegt de advocate.
De twee advocaten kijken haar aan, maar ook zij voelen de onmacht van de enkeling die plots in de kamer hangt.
'Wat de toekomst brengt weet ik niet maar, ik wil dat jullie alle drie een geschenk van mij aannemen,' zegt Sorane plots.
'Een geschenk,' vraagt Anaya aarzelend.
'Ja, voor ieder van jullie heb ik een Pentagon,' antwoordt Sorane, terwijl ze vier kleine Pentagons op de tafel legt.
'Wat is dat voor iets?' vraagt Jon, terwijl hij een van de voorwerpen in zijn hand neemt.
'Mijn vrienden en ik noemen het een Hypsoon.'
'Bedankt Sorane, ik zal het met zorg als een aan denken bewaren.'
'Niet bewaren, Anaya. Je zus heeft er ook eentje, al is ze zich er nog niet van bewust. Ik hoop dat zij zich ook bij mij zal aansluiten.'
'Dat zal ze nooit doen en ik ook niet. En daarbij wat kan een mens die helemaal verlamd doen.'
'Heel veel, Anaya. Maar Erine is niet meer verlamd.'
'Denk jij dat iemand, die een paar verbrijzelde ruggenwervels heeft, ooit nog zal kunnen lopen. En nu is ze ook nog verdwenen. Niemand weet waar mijn zus is,' zegt Anaya kwaad.
'Waarom denk jij dat je zus verdwenen is. Ze proberen om haar onwaarschijnlijke genezing te verklaren, maar dat kan ze niet. Alleen ik kan dat.'
'Jij.. Laat me niet lachen. Wat kan jij nu…'
'Ik was de laatste die bij haar was, Anaya, voor er alarm geslagen werd in het ziekenhuis. Vraag het maar aan Malon, hij heeft haar, toen ze rechtop ging zitten, gezien, dat weet ik.'
'Je bent gek. Erine kan nooit meer genezen, dat hebben de beste dokters gezegd.'
'Misschien, Anaya. Maar heb je hen nog gesproken nadat Erine verdween.'
'Nee, ik heb dat geprobeerd, maar de dokters zijn met onbekende bestemming vertrokken.'
'Welke reden zouden ze kunnen om plots te vertrekken, denk je.'
Anaya kijkt Sorane verbaasd aan, maar weet niet wat te zegen.
'Kom, doe nu wat ik gezegd heb. Plaats jullie Hypsoon, want zo wordt het genoemd, tegen de achterkant van jullie hals.'
'Wat moeten we doen, tegen de achterkant van onze hals plaatsen en dan laten vallen. Bedoel je dat?', lacht Veron.
'Vallen zal het niet, Veron,' lacht Sorane terug.
Anaya neemt als laatste een Pentagon van de tafel en kijkt er even naar.
'Nee, Sorane. Dit is niets voor mij. Mijn zus zou het mij nooit vergeven, als ik..'
'Geef het mij later terug, Anaya. Maar neem het alstublieft aan.'
Even aarzelt de advocate, maar ze houdt voet bij stuk.
'Nee, ik neem dit niet aan. Misschien als ik mijn zus gesproken heb en als zij je vergeeft. Maar niet eerder.'
Even kijkt Sorane de advocate aan.
'Ik zie dat ik je niet kan overtuigen, Anaya. Toch wil ik je vragen of jij het bewaart tot je Erine gesproken hebt. Als ik naar de gevangenis terugkeer, dan nemen ze het mij toch af, dat weet je.'
Eerst wil ze weigeren, maar ze voelt dat ze niet anders kan. Daarom steekt ze het maar in haar zak.
Veron kijkt Sorane met een vreemde blik aan. Hij voelt dat er iets niet klopt.
-Als ze het in de gevangenis niet bij zich had, hoe komt ze dan aan deze vreemde Pentagons,- denkt hij.
'sorane, wat nu', vraagt Jon, 'Er iets niets meer van te zien'
'Er is er nog een, voor wie is die. Toch niet voor mijn zus.'
'Nee, die is voor Malon bestemd, Anaya.'
'Wat is voor mij bestemd?', vraagt een stem plots, terwijl de deur openzwaait.
'Dit,' zegt Sorane, terwijl ze naar de tafel wijst.
'Wat is dat nu weer. Deel jij ook al geschenken uit, Sorane.'
'Dat is een Hypsoon, Malon,' zegt Raya, die het voorwerp herkent.
Malon neemt het op bekijkt het langs alle kanten.
'Ziet er niets bijzonders uit. Waar dient dat voor?'
Sorane wil iets zeggen, maar Raya is haar voor.
'Dat kan ik beter later uitleggen, Sorane. We moeten je dadelijk terug brengen naar je cel.'
Nadat Sorane van haar advocaten afscheid genomen heeft, volgt ze Malon en Raya naar het celcomplex onder het gerechtsgebouw. Hier zitten alleen de gevangenen, waarvan de rechtszaak in behandeling is. Een uurtje later slaagt de celdeur achter Sorane in het slot. In gezelschap van Malon en Raya heeft ze lekker gegeten. Het eten is hier beter dan in de gevangenis. Van Malon weet ze nu ook dat Deno tot twintig jaar gevangenis veroordeeld is. Maar hij maakt het goed. Malon kan echter nog steeds niet geloven dat Deno een moordenaar is, maar de getuigenis die Erine aflegde voor ze neergescho- ten werd, gaf de doorslag.
Zodra ze alleen is, gaat Sorane op het bed liggen en geeft een gedachtebevel aan haar Hypsoon. Dadelijk bevindt ze zich aan de rand van een onderzoekscentrum en verandert in de gedaante van Jakira. Haar gedachten dringen het gebouw binnen en vinden al snel haar doel Erine, de agente. Sorane teleporteert naar de kamers die Erine toegewezen zijn. De agente is gezond, maar uitgeput van de proe- ven die ze met haar gedaan hebben. Maar tot nu hebben de geleerden nog niet kunnen achterhalen wat de oorzaak is, van haar verbijsterende genezing. Sorane ziet Erine in een zetel zitten, terwijl ze naar de nieuwsberichten kijkt.
Jakira loopt naar de agente toe, die plots schrikt en omkijkt.
'Jij.. Wat doe,' roept ze uit en springt recht.
Maar Jakira is sneller. Voor Erine kan reageren heeft Jakira haar arm vastgegrepen en op hetzelfde moment zijn beiden verdwenen.
De agente kijkt de blondine verbaasd aan.
'Hoe komen we hier, zo ineens,' stamelt ze.
'Teleportatie, Erine.'
'Waarom heb je mij hier gebracht. Om je werk af te maken.'
'Nee, Erine. ik ben die Jakira niet. Maar de echte.'
Erine kijkt Jakira verbaasd aan.
'De echte. Wie is dan..'
'Een kloon, die op macht belust is. Zij vermoordt iedereen die in haar weg staat.'
'En jij zit achter haar aan, waar om heb je haar medeplichtige dan nog niet onder handen genomen.'
'Wie bedoel... O, bedoel je Sorane. Dat is haar medeplichtige niet, agente.'
'Ze kwam haar toch ter hulp, toen ze mij neerschoot.'
'Nee, Erine. Die Jakira wilde mij in handen krijgen om haar meester in een hinderlaag te lokken en te doden.
'Ze wilde jou.. Wat bedoel je?', vraagt Erine verschrikt.
Jakira verandert voor de ogen van de agente in Sorane.
'He, wat..'
'Ik ben Sorane Cobanon, Erine. Vroeger was ik Jakira, maar mijn oude lichaam stierf aan een vreselijk besmetting. Toen kwam ik in het lichaam van Sorane, die neergeschoten werd, terecht.'
'Maar jij zit toch opgesloten in...'
'Dat klopt. Maar ik ben ook een esper. Jullie hebben de middelen nog niet om een esper op te sluiten. Maar we moeten eens in actie komen.'
Erine kijkt Sorane nadenkend en zegt:
'Ik kan je niet helpen, Sorane. Ik ben geen agente meer.'
'Weet ik, Erine. Maar je hoort nu bij mijn groepje, die ik aan het vormen ben. Als je later beslist om te blijven, kan je er blijvend deel van uitmaken.'
'Van jouw groepje, wat..'
'Toen ik je in het ziekenhuis van Malon mocht bezoeken, gaf ik je ook een Hypsoon. Voel maar eens achteraan in je hals,' glimlacht Sorane.
'Heeft dat ding mij weer op de been geholpen,' vraagt Erine, terwijl ze naar haar hals tast, ze voelt dadelijk dat de huid daar anders aanvoelt.
'Nee, Erine. Dank zij mijn krachten kon ik je wonde genezen.'
'Jij hebt mij.. dat kan ik niet geloven.. hoe..'
'Dat is niet zo eenvoudig. Je kunt best eens aan je Hypsoon vragen om het uit te leggen.'
'Je bedoelt dat ding in mijn nek. Wat is dat voor iets?'
'We noemen dat een Hypsoon, Erine. Maar dat is iets voor later. Ik heb je hulp nodig.'
'Wat kan ik doen? Ik ben niet eens gewapend.'
Sorane kijkt haar glimlachend aan.
'Denk aan een wapen dat je zou willen.'
Even komt bij Erine de gedachte aan een mooi versierde antieke revolver op en op hetzelfde moment wordt het wapen in haar hand gevormd.
'Je kunt beter je Hypsoon een wapen laten kiezen, want met zoiets kan je nu niet veel meer aanvangen,' zegt Sorane met lichte spot.
Terwijl het wapen voor de ogen van Erine in een licht laserpistool verandert, zegt Sorane:
'Wacht hier even. We hebben nog iemand nodig.'
Als Sorane materialiseert, bevindt ze zich in de gevangenis. Haar Hypsoon heeft een deflector veld om haar heen gevormd waardoor ze onzichtbaar is. Doorheen de muren loopt ze naar de cel van Deno toe. Als ze bij hem is, legt ze haar hand op zijn schouder. De vroegere agent voelt het en kijkt verschrikt om, maar hij ziet niets. Tot zijn omgeving plots lijkt te vervagen. Als hij weer scherp kan zien staat hij voor Erine en kijkt haar ver- schrikt aan.
De agente lacht:
'Om je dood te schrikken niet, Deno.'
'Erine.. je bent weer genezen.. Hoe..'
'Dank zij, Sorane kan ik weer lopen.'
'sorane, wat bedoel je? Waar zijn we hier?'
Deno kijkt verschrikt naar links en rechts en ziet dan Sorane zichtbaar worden.
De roodharige, die de vragend blik opmerkt van de vroegere agent, legt aan beiden de situatie uit. Ze kijken Sorane na- denkend aan en knikken.
'We doen mee, Sorane. Maar je bent ons wel meer uitleg verschuldigd.'
'Dat zal ik later zeker doen. Maar als je iets wil weten, vraag het aan jullie Hypsoon. Maar nu wordt het tijd om enkele misdadigers te laten schrikken,' zegt Sorane en neemt een hand van beiden vast.
Een gedachte en ze lossen dadelijk op in het niets. Als ze materialiseren, staan ze in een duistere buurt van de grote stad. Hier heerst de misdaad overal. Wie hier alleen op straat loopt, riskeert de dood.
'Had je geen betere plek kunnen uitkiezen, Sora.. Jakira,' zegt Erine, terwijl ze naar Sorane kijkt, maar deze heeft terug de gedaante van Jakira aangenomen.
'He, katjes, Ik heb jullie hier nog nooit gezien, komen jullie je amuseren,' zegt een mannenstem achter hen.
'Zij horen bij mij,' merkt Malon op.
'Maak je uit de voeten, man. Ze horen nu bij ons.'
Jakira doet een stap vooruit en glimlacht spottend:
'Wij kiezen onze vrienden zelf wel. Maak je uit de voeten of ik maak me een beetje kwaad.'
De man die van het groepje het woord voert, kijkt recht in de ogen van de blondine. Ze lijken door hem heen te kijken.
-Ga, Ocur. En neem je vrienden mee. Je bent nog niet door en door slecht. Beter je leven of de hel wacht je,- hoort hij plots een vreemde stem in zijn hoofd.
Hij staart de blondine na, die met beide anderen wegloopt in de richting van een van de schuiladressen van Aqunok. Ocur beseft dadelijk dat er iets staat te gebeuren. Zijn vrienden kijken hem verbaasd aan. Ze begrijpen er niets van.
'Kom, we moeten hier weg,' zegt hij met trillende stem.
'Waarom? Je hebt toch geen angst van die twee grietjes.'
'Niet, van de bruinette, maar die blonde, die is geen normale vrouw. Het leek alsof ze wist wie en wat ik was.'
'Je bent gek, Ocur. Ik denk dat het tijd wordt om een nieuwe leider te kiezen.'
'Misschien wel. Ik kap ermee. Wie wil kan mij volgen, de anderen moeten het zelf weten.'
'Dat kan je niet. Je weet net zo goed als wij, dat niemand uit de bende kan stappen, tenzij hij dood is.'
-Pas op wat je doet, Tegana. Ieder handelt naar eigen keuze. Ocur heeft zijn beslissing genomen. Ik weet dat jullie van elkaar houden, dus volg hem of kies de weg naar de hel. Kies, maar doe het snel,- klinkt een vreemd stem in haar hoofd.
Ze kijkt Ocur starend na en dan kijkt ze langzaam om naar de drie die nu het huis bijna bereikt hebben. Ze schrikt hevig. De blondine heeft plots een vreemd wapen in haar hand. Et lijkt op een zwaard, maar het straalt licht uit. Plots verdwijnt ze voor haar ogen, terwijl de twee anderen hun wapen trekken.
Tegana ziet de vrouw naar de linkerkant van het huis toelopen, terwijl de man naar de toegangsdeur slentert. Ze voelt het nu ook, het is alsof het einde van een tijdperk van geweld ingetreden is. Iets in haar omgeving is veranderd. Ze merkt ook enkele mensen op, die normaal wegkruipen als ze hen zien, maar kijken ze hen met een minachtende blik aan. Ze weet niet waarom, maar ze beseft dat Ocur gelijk heeft.
'Ocur heeft gelijk. We gaan,' zegt ze bevelend, alsof zij de nieuwe baas is.
De anderen volgen haar zonder iets te zeggen. Jakira is intussen in het gebouw gematerialiseerd en haar telepathische gedachten onderzoeken de omgeving tot ze vindt wat ze zoekt. De ontvoerden. Ze zendt een gedachte naar haar beide vrienden, om te laten weten waar moeten zijn. Ze wordt plots zichtbaar voor de ogen van enkele misdadigers.
'Verdwijn,' zegt ze.
De mannen en vrouwen staren haar verschrikt aan, maar geen van hen waagt het om hun wapen te trekken. Ze voelen allen de uitstraling van de blonde vrouw. Alleen de wil om hier weg te komen drijft hen verder, terwijl ze zich naar de uitgang haasten. Intussen dringen Erine en Deno het gebouw binnen. Ze zien vele mannen en vrouwen haastig naar de uitgangen lopen. Ze snappen er niets van tot een van de misdadiger iets roept over een blondine, die plots uit het niets verschijnt.
'Zie ze eens vluchten, die lafaards.'
'Zoveel te beter voor ons, Deno. Maar dat zijn alleen de aanhangers. Met de geharde misdadigers zullen we het niet zo gemakkelijk hebben,' reageert Erine en opent een deur.
Dan schrikt ze. Voor haar staat een gewapende man.
'Gelijk heb je. Met ons zal het niet zo gemakkelijk gaan,' zegt de man en opent het vuur.
Deno schrikt als de jonge agente door verschillende kogels getrokken achteruit wankelt. Maar voor hij zijn wapen kan richten wordt hij van de andere zijde onder vuur genomen. Door een nevel ziet hij de schutter plots wankelen, terwijl hij zijn wapen laat vallen.
'Kom, Deno. We moeten verder,' hoort hij Erine zeggen.
Verbaasd kijkt hij naar zijn lichaam, maar hij kan nergens bloed ontdekken.
'Ik heb zelfs geen schrammetje. Hoe??', fluistert hij.
'Dat ding, dat Sorane ons geven heeft, hoe noemde het ook weer. Hypsoon of zoiets.'
'Wat is ermee.'
'Die Hypsoon beschermt ons.'
-Meester, ik kan u maar tijdelijk beschermen. Wees dus voorzichtig,- zegt een stem in Deno's hoofd.
Maar hij slaat er geen acht op. Hij volgt Erine, maar de schoten van enkele mannen, dwingen hem in dekking. Beiden beantwoorden het vuur. Dan ziet hij Erine teken doen om naar links uit te wijken. Snel kijkt hij om zich heen en ziet een paar kasten staan, die hem dekking kunnen bieden. Terwijl de vroegere agente het vuur opent, springt Deno op en rent naar de kasten toe. Twee mannen die daar dekking zochten, zien hem naderen en richten hun wapen op hem, maar hij is sneller. Beide storten in elkaar. Deno laat zich snel vallen en rolt tot achter zijn nieuwe dekking, terwijl de schoten in de kasten slaan. Maar nu merkt hij dat hij verder kan en loopt gebukt verder.
-Meester, ik kan hulp bieden.-
'Wie zegt dat toch' zegt hij fluisterend.
-Ik ben uw Hypsoon, als u wil kan ik een 3d plattegrond projecteren,- hoort hij weer zeggen.
'Doe het maar. Ik zie wel wat je bedoelt,' fluistert hij.
-Het is voldoende te denken aan wat u wenst. Spreken is niet nodig,- antwoordt de Hypsoon en laat de projectie verschijnen.
'Wow, dat is nogal een truckje,' zegt Deno schrikkend, als de 3d projectie van zijn omgeving voor zijn ogen verschijnt.
Hij kan zelfs zien waar de schutters zitten. Nu hij weet waar gevaar dreigt, haast hij zich verder en bevindt zich al snel achter de schutters. Even controleert hij de omgeving, dan stapt hij vanachter zijn dekking naar de vier mannen toe.
'Wapens neer, beste vrienden,' zegt hij.
Hij ziet de vier verstijven en langzaam hun wapens op de vloer leggen.
-Linkse man, wapen op de rug,- klinkt de stem van de Hypsoon.
Deno kijkt de man aan en richt zijn wapen.
'Waag het niet, man,' dreigt Deno.
De man schrikt en staat op zonder en beweging naar het wapen te maken. Erine, die hem vanachter nadert, neemt zijn wapen af. De vier moeten elkaar binden met handboeien die de Hypsoons uit vormenergie maken. Deno en Erine kijken nog even naar hun gevangenen, die niet meer weg kunnen. Dan lopen ze naar de doorgang toe. Erine loopt als eerste naar binnen en springt dadelijk opzij, als ze de stem van haar Hypsoon hoort.
-Boven aan de trap. Een schutter.-
Deno heeft het ook gehoord en terwijl de kogels in de muur inslaan, vuurt hij een maal. Terwijl de man naar beneden stort, rennen Deno en Erine de trap op. Hier liggen twee anderen in hun bloed op de vloer. Maar op hun hoede lopen beiden verder en bereiken het einde van de gang. Hier staat Jakira hen op te wachten. Ik hou de omgeving wel in het oog. De ontvoerden bevinden zich in de kamer achteraan. Maar ze mogen mij niet zien.
'Okee,' antwoordt Deno en haast zich naar de deur toe.
Als hij ze opent ziet hij veertien gevangenen. Elf kinderen en twee jonge vrouwen en een man.
'Kom, we zijn hier om jullie te bevrijden,' zegt Erine.
De groep staat op en volgen Deno naar buiten. Terwijl Erine hen in de rug dekt. Jakira duikt echter overal op en ruimt het gevaar uit de weg. Toch moeten ze een keer in dekking, waarbij een veertien jarige jongen aan de arm geraakt wordt. De schutter is een vrouw, zij dwingt de groep in dekking te blijven. Maar als ze moet herladen, springt Deno vooruit. Ze ziet hem naderen, maar blijft kalm en slaagt erin haar wapen te herladen. Maar als ze het wil richten, zegt een stem achter haar:
'Geen beweging, Tanay of...'
De vrouw schrikt hevig en kijkt om, maar er is niemand te zien. Als ze weer omkijkt, staart ze recht in de loopt van Deno's wapen. Ze laat haar revolver vallen en staat op.
'Haha, Tanay de huurmoordenares. Jij wordt gezocht voor verschillende moorden en overvallen. Ik nodig u uit om met ons mee te komen,' zegt Erine, als ze de vrouw herkent.
Deno doet handboeien op de polsen van de vrouw en een paar minuten later bereikt de groep ongehinderd, door de aanwijzingen van hun Hypsoon, het parkeerterrein. Het is donker om hen heen. Hun omgeving wordt zwak verlicht door straatlichten en enkele lichten op de omliggende gebouwen. Plots vallen er enkele schoten.
'Op de grond,' zegt Erine dadelijk.
Maar ze zitten hier vast, want de schoten dwingen hen om in hun dekking te blijven. Ze worden van verschillende zijden beschoten, terwijl de vier gevangen schutters ervan door gaan. Alleen Tanay krijgt geen kans om te verdwijnen, want Erine houdt haar onder schot.
'Einde van de rit, agenten,' lacht Tanay spottend.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .