writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Biografie van een virus (deel 41c: begraven met blote handen)

door fenk

Een daad die we plegen is geen punt in de tijd. Het is eerder een interval, uitgesmeerd over de periode van planning die voorafging, de eigenlijke actie en de ogenblikken van reflectie en inwendige verwerking nadien. In onze rechtspraak zijn begrippen zoals "voorbedachte rade" en "berouw" belangrijke parameters om bij een misdaad schuld en boete juist in te schalen. Maar de juridische maten en gewichten zijn zelden geschikt voor het eigen gewetensonderzoek. De enkele seconden voor en vooral na de handeling bepalen het onderscheid tussen daad en misdaad, tussen schuld en onschuld volgens onze persoonlijke waardemeter.

Haar handen omklemden mijn handen, als de rokken van een ajuin. Mijn handen omklemden het mes. Luttele seconden stonden we daar als ijsstandbeelden. Het moment bevatte al de nabije toekomst, het noodlot was onafwendbaar, zoals de te pletter storting van een voorwerp in vrije val. In een plotse ruk dreef ze het metaal in haar buik. Was ik te verrast om weerwerk te bieden? Of waren mijn handen een hefboom die haar kracht vermenigvuldigde en haar vlees tot boter herleidde? Feit is dat de steek dodelijk efficiënt uitgevoerd werd, op de juiste plaats, onder een optimale hoek. Sterven heeft iets banaals als het zo snel gebeurt. Wordt gedeelde verantwoordelijkheid automatisch kleiner, of is de Banach-Tarski paradox van toepassing?

Niet het moment zelf, maar het ogenblik daarna maakte me tot moordenaar. De adrenaline verzuurde mijn hart, mijn hoofd gloeide, mijn handen beefden. Ik twijfelde geen seconde dat ik haar lichaam ging verbergen. De daad werd een misdaad. Maar schuld belast niet enkel de lever, het verleent ook rechten. Een moordenaar heeft het recht om enige tijd over het corpus delictum te beschikken. Als een ordinaire straatrover doorzocht ik al haar broek- en jaszakken. Ik vond een brief, een notitieboekje en een portefeuille.

In een uithoek van het park, achter een bos brandnetels, begroef ik haar onder een brei van groene modder en rotte bladeren op de bodem van een bijna volledig uitgedroogde greppel. Omdat ik enkel mijn handen als werktuigen had (slechts een paar, zowel bruikbaar om te slaan als om te zalven, zowel om te doden als om te begraven), kon ik het lichaam niet diep onder de grond steken. Ik besefte dan ook dat ik hiermee enkel tijd won. Maar anderzijds, is dat niet het hoogste wat te bereiken is in dit leven, winnen van tijd?

De brief was gericht aan Korè. Haar bestaan werd hiermee definitief bewezen. In deze brief vertelde Elektra het verhaal van pater Egidius, hoe ze hem als kind gekend had en hoe ze hem later opnieuw ontmoet had als een oude, zieke man. In een lange paragraaf beschreef ze hoe de pater vlak voor zijn dood haar opzadelde met het Creoolse weesmeisje. In grote lijnen was deze geschiedenis me bekend door de e-mails met Elektra. Zorgvuldig zocht ik naar nieuwe gegevens. Mijn oog viel toen op de volgende passage:
'Misschien, mijn slimme Korè, vermoed je nu dat Egidius je vader is. Ik ontken niet dat deze gedachte me soms ook overvallen heeft, tijdens de weerloze ogenblikken tussen slapen en ontwaken, maar ik acht het zeer onwaarschijnlijk. Zijn ziekte heeft hem de laatste jaren van zijn leven veroordeeld tot wrede impotentie. Bovendien genoot hij grote aanzien onder het volk van circusmensen en zigeuners, omdat hij over de macht beschikte om duivels en demonen te bezweren. Ze vertrouwden zelfs hun kinderen aan hem toe opdat hij met zijn bijbelse toverspreuken hen voor de rest van hun leven vrijwaren kon van de invloed van Satan.
Over dit aspect van Egidius had Elektra tegenover mij in alle talen gezwegen.
De portefeuille verschafte me het adres van Elektra, het notitieboekje enkele ongestructureerde gegevens die voorlopig te cryptisch waren voor mij, met uitzondering van de eerste en de laatste beschreven pagina. Voorin stond enkel de naam Korè, een datum (haar geboorte?) en een onnauwkeurige schets van een pentagram. Achterin las ik mijn e-mailadres, de datum van vandaag en een christenkruis. Daartussen vond ik een hele reeks ongekende data, telefoonnummers, e-mailadressen, citaten uit de bijbel en andere bronnen (waarvan ik sommige herkende).

Ik repte me naar huis, naar mijn computer, om zo snel mogelijk Korè te contacteren.

 

feedback van andere lezers

  • Vansion
    laatste zin: betekent dat dat het mailtje van Korè dd 19/6 moet wegvallen?


    fenk: Nee, ik heb liever dat de messenwerper het mailtje van Kore bij thuiskomst in zijn mailbox vndt. Ik had de laatste zin eerst geschrapt, maar omdat de passage dan te abrupt eindigt, heb ik hem terug gezet. Maar alles kan beter natuurlijk.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .