writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Junkies, treinen en andere rottigheid (28)

door jack

Kon deze witte ijskast de tijd maar bevriezen, zodat we voor altijd in deze nacht zouden kunnen wonen, los van tijd en de rest van de wereld.

De kou begon zich door mijn zomerkleding heen te vreten. Ere wie ere toekomt: het is goed bekeken van de medische wereld dat mortuaria bijna zonder uitzondering in de kelderverdieping worden ondergebracht. De temperatuur is er immers vrij stabiel en zal 's zomers weinig oplopen, waardoor er kan worden bespaard op de voor deze afdeling onontbeerlijke koeling. Erg ecologisch. Daarenboven is deze schikking een efficiënte manier om te voorkomen dat een verdwaalde ziekenhuisbezoeker, zich van geen kwaad bewust, een zaal vol afgedekte lijken binnen zou wandelen, met alle kwalijke gevolgen vandien. Want een gemiddeld mens maakt er immers een erezaak van om een natuurlijk verschijnsel als de dood, netjes weg te duwen in een hoekje van het ongewisse, bij voorkeur in het hokje "Doen alsof het niet bestaat". Vandaar ook, dat vele mensen met stomheid zijn geslagen als de man met de zeis hun pad kruist. Zo belanden ze op de sofa bij meneer de psychiater, die handenwrijvend de centen binnenrijft. Centen die bijvoorbeeld kunnen worden ingezet om de mortuaria nog beter te beveiligen en aan het zicht te onttrekken. Want de dood is voor iedereen, zelfs voor diegenen die er geen zin in hebben, maar rond de technische kant ervan zijn minstens zeven denkbeeldige sluiers gedrapeerd. Weinigen weten wat er precies met hun dierbare overledenen gebeurt, in de kille onderbuik van de machines die we ziekenhuizen noemen. Die begrafenisondernemers, dokters en pathologen-anatoom: ze lijken wel een geheim genootschap, wakend over hun verborgen eeuwenoude wijsheid.

Hoe het ook zij, het valt sterk te betwijfelen dat ze zich in de ondergrond terugtrekken om humane of ecologische redenen. De echte reden is ongetwijfeld dezelfde als die waarom dokters hun cliënten graag een aantal keer nutteloos laten terugkomen alvorens hen te helpen, en die waarom rijlessen zo schandalig duur en instructeurs zo absurd streng zijn bij het afnemen van rijexamens: geld.
Ik besloot me naast Junkie te leggen, om zodoende ons beide warm te houden. Van rigor mortis was tot mijn opluchting nog niet veel sprake. Ik legde mijn hoofd op zijn schouder en moest vaststellen dat er toch enigszins sprake was van intredende afkoeling. Mijn hand gleed over zijn gladde bleke buik, schoof onder het stereotiepe stijve witte laken, langs het stugge suivez-moi en stopte. Verder dan zijn onderbuik kon ik tot mijn eigen verbazing niet gaan. De vreemde angst maakte zich van me meester dat er toch nog sprake zou zijn van een lichamelijke reactie. Nooit eerder had dit me angst ingeboezemd. Ik besloot dat dit verdere onderzoek niet louter op de tast kon gebeuren en hijste me op mijn rechterelleboog, zodat ik kon kijken. Mijn linkerhand nam het laken tussen wijsvinger en duim en trok het omzichtig achteruit. Wat daar verscheen was tot mijn opluchting geen verrassing. Ook daar niets veranderd. Of nog niet, althans. Ik nam zijn mannelijk deel ter hand en bemerkte dat er sprake was van enige lekkage. Bij nader inzien geen urine, maar een minieme hoeveelheid helder slijm. Voorvocht na pasen. Alweer een bewijs dat de dood niets wezenlijks verandert. Blijkbaar was hij van een ander slag dan de vele zelfmoordenaars die zich op le moment suprême onderschijten. Hoewel de mogelijkheid bestond dat dit wel degelijk was gebeurd, maar reeds opgeruimd. Dat moest ik eens navragen. Zou men het hebben aangedurfd me het voorrecht te ontzeggen hem de stront van de billen te wassen? Dat zou ik immers ook hebben gedaan als we, zoals gepland, samen oud waren geworden, want vrouwen worden doorgaans ouder dan hun echtgenoten en bijgevolg komt voor vele van mijn geslachtsgenoten het moment dat zij hun man, in vele gevallen hulpeloos geworden in zijn laatste levensjaren, als een boreling verzorgen. Eerst met vochtige doekjes of desnoods met keuken- of wc-papier - als het maar sterk en tegelijkertijd zacht genoeg is - de grotere, min of meer vaste brokstukken wegnemen en vervolgens met warm ingezeept washandje de bevuilde lichaamsdelen schoonvegen. Bij eerste toepassing van het wasvod krijg je, door vermenging van uitwerpselen met zeepwater, een soort nat uitsmeer-effect, maar niet getreurd, na uitspoelen en opnieuw kwistig aanbrengen van zeep, niet alleen voor het makkelijker schoonmaken maar ook voor het draaglijker maken van de typische faeces-geur, ziet u algauw weer de blanke huid verschijnen onder al dat bruin-geel-groen. Nog eens naspoelen om de gevoelige huid voor irritatie te behoeden en klaar is kees.

Een vlaag van verontwaardiging omtrent dit aanmatigende ongevraagde overnemen der laatste zorgen voor mijn wederhelft deed me bijna het vertrek uitsnellen, maar ik durfde hem niet achterlaten, uit angst dat men me zou beletten terug te komen. Toen dacht ik terug aan die huidirritatie. Misschien had men hem zonder verwijlen gewassen om te voorkomen dat zijn huid onder de vuiligheid zou lijden. Bij die gedachte kon ik wel huilen van dankbaarheid. Maar goed, dit alles was louter op veronderstellingen gebaseerd. Veel logischer was het om aan te nemen dat zijn sluitspier hem niet in de steek had gelaten in zijn laatste ogenblikken. Dat deed ze bij leven immers ook maar zelden, op enkele onvoorziene uitstoten van overtollige lucht na, maar wie kan haar dat kwalijk nemen. Dat is nu eenmaal de werking van een gezond lichaam. Wat overbodig is, moet weg. Dat schijten als laatste boodschap aan de wereld, gebeurt dat trouwens wel op het laatste moment voor het sterven intreedt, als een soort van ejaculatie? Het lijkt me logischer dat bij het doodgaan de spierspanning wegvalt en dat dat lozen van de darminhoud daar een gevolg van is. Alweer iets dat ik bij gelegenheid eens moet opzoeken, bedacht ik. Eerlijkheidshalve moet ik hieraan toevoegen dat ik het antwoord op deze vraag nooit doelgericht heb opgezocht, later. Wel heb ik grote hoeveelheden relevante lectuur doorploegd, omdat de dood, ook als puur biologisch verschijnsel, me altijd is blijven boeien, maar nergens heb ik hieromtrent een degelijke uitleg gevonden.

Om betrappingsgevaar te minimaliseren, trok ik het laken terug naar de oorspronkelijke positie. Ik hield zijn mannelijk deel nog een tijd vast als betrof het een diertje dat getroost moest worden. Zo heb ik me even, geheel ontspannen, door slaap laten overmannen. Hoe lang ik sliep is moeilijk te zeggen, want ik droeg geen horloge, noch viel er in het vertrek een uurwerk te ontdekken. Ik had zelfs geen gsm met uuraanduiding, want dit alles gebeurde zo'n elf, twaalf jaar geleden, een periode waarin gsm's reeds bestonden maar nog niet erg courant waren. Toen ik wakker werd en zijn hand vastnam, kwam ik tot de pijnlijke constatatie dat niet alleen mijn lief morsdood was, maar dat bovendien de beruchte lijkstijfheid zich begon te nestelen in zijn lichaam. Zijn vingers werden stilaan stram. Als ik ze met kracht zou trachten te strekken, zouden ze misschien wel knappen. De begrafenisondernemer, wie hij ook was, zou waarschijnlijk, om een beeld van vrede op te roepen, zijn vingers in elkaar proberen te vlechten. Hij kon maar beter oppassen of ik zou hem en zijn vingers wel eens een bezoekje brengen met mijn vriend de voorhamer.

Doch wat op dat moment interessanter was: wat als ik nu eens mijn eigen vingers door de zijne vlocht en verder die lijkstijfheid zijn werk liet doen? Dan waren er verschillende mogelijkheden. Dat men onze handen chirugisch van elkaar zou moeten losmaken, bijvoorbeeld. Maar ik zou nooit toestaan dat men zijn vingers zou afsnijden of iets in die trant, onder het motto dat een dode zijn vingers toch niet meer nodig heeft. Zijn hand in zijn geheel postuum amputeren daarentegen, bood dan tenminste nog het vooruitzicht dat ik één van zijn mooiste lichaamsdelen voor eeuwig mee zou dragen. Hoewel het moet gezegd dat mijn tegenzin in het verminken van zijn aanbiddelijke lichaam een duidelijke voorsprong had op dit verlangen. Beter ware het, als we dan toch gescheiden moesten worden, mijn eigen hand te amputeren zodat hij ze mee kon nemen in zijn graf. Dan zouden, in een laatste ontbindingsfase, onze vingerkootjes door elkaar op de bodem van zijn kist vallen. Dit uiteraard pas na een lang rottings- en drogingsproces waarbij ongetwijfeld maden voor een kruisbestuiving onzer rottingssappen zouden zorgen en waarbij onze huid aan elkaar gekleefd zou drogen. Het ontbreken van mijn linkerhand zou een levenslang aandenken zijn en ongetwijfeld zou ik ter herstelling van deze staat van onevenwicht, of hoe u het ook wil noemen, na mijn eigen dood met hem worden herenigd. Bovendien zou het elke dag van deze kwelling, dit leven zonder Hem, een troost zijn dat een deel van mijn lichaam dan toch de genade en het privilege ten deel was gevallen, bij hem te mogen blijven. Want dat was alles wat ik nog wilde: samen met hem begraven worden en liefst nog zo snel mogelijk, zodat ik ongehinderd naast hem zou kunnen inslapen. Hem vergezellen in plaats van afscheid te moeten nemen en elke dag opnieuw zowat gek worden van de ondraaglijkheid van mijn tegennatuurlijke eenzame lot. Nu moet ik hier niet de zielepoot uithangen, hoor ik u denken, en u heeft gelijk. Slechts zelden sta ik mezelf toe me over te geven aan een bui van zelfmedelijden. De rest van mijn tijd breng ik verstandig door met zinloze reisjes naar de stad O., het ontwijken van de stad Sint-Niklaas, veel gemijmer en gepieker, en het maken van volslagen belachelijke toekomstplannen.

Het schoot me te binnen dat ik nog moest bekijken hoe het met zijn beenhaar gesteld was, dus liet ik zijn stijf wordende hand los en gleed weer onder het laken. Het leek zachter geworden, maar dat moet mijn inbeelding geweest zijn. Ondanks het feit dat het anders aanvoelde, zag het er bij nadere inspectie hetzelfde uit.

 

feedback van andere lezers

  • KapiteinSeBBos
    helemaal in de stijl van Jack! ;-)

    jaja

    of bestaat die nog niet?

    jaja

    weet je dat je een goeie schrijfster bent??

    neen, neen

    ik ben nu serieus

    jaja

    dikke knuffel,
    xxx
    jack: jaja sebbos

    dankuwel hoor

    jaja

    :-)
  • GoNo2
    Genoten!
    jack: Danku, ik ook :-)
  • Mephistopheles
    Fantastische openingzin, ben er jaloers op.
    Dat van mannen die bijna als in de broek schijtende baby eindigen aan het einde van hun leven is een spijtige waarheid. Ik kan alleen maar hopen dat mijn kaars uit is voor het zover komt. Ik voel er in zijn geheel niets voor om mijn reet door iemand anders te laten afkuisen!!!
    Goed stuk, je woordenschat is ruim en verveelt niet.
    Gr.
    jack: Heb nochtans vaak het gevoel dat ik veel te veel dezelfde woorden gebruik.
    En de meer genuanceerde waarheid is dat het vooral vrouwen zijn die stokoud en dement in rusthuizen eindigen en zich moeten laten wassen door verzorgenden, met mannen komt het meestal niet zover, dus u heeft niets te vrezen. Alleen paste deze versie niet in mijn kraam :-)
  • Mistaker
    Knap! Beginzin is echt geweldig.

    groet,
    greta
    jack: Kvind m eerlijk gezegd schijtemelig! Maar wat gezegd moet worden, moet gezegd, niets aan te doen... :-)
    Bedankt voor het lezen, Greta!
  • sk
    Lijkstijfheid is hét woord in deze tekst ;-) Ik heb het al gezegd, maar je schrijft echt heel vlot, of.. misschien moet ik het eerder zeggen dat het heel vlot leest. Als lezer ben ik helemaal bevredigd^^

    Gr
    Kenneth
    jack: Inderdaad, het schrijven gaat niet zo vlot als het volgens u leest, vrees ik! Lijkstijfheid, een geweldig woord vind ik. Voor één keer vind ik de latijnse benaming eens NIET mooier. Rigor Mortis klinkt algauw als een black-metal-band. Nu die livor mortis nog uit mn systeem krijgen en dan zal ik ook eindelijk een beetje tevreden beginnen worden, misschien... :-)

    Je bent zelf ook een vlot schrijver en ik kijk uit naar meer van u!
  • tessy
    Ik ben het volkomen eens met mijn voorgangers wat die eerste zin betreft, al valt al het geen erna komt ook in mijn smaak.
    jack: gelukkig maar :-)
  • henny
    Meid, wat kan jij schrijven en beschrijven. Heel goed deel over dit toch wel weinig besproken onderwerp in verhalen.
    Probeer te voorkomen zinnen met want te laten beginnen.
    Want is net als maar een koppelwoord.
    jack: Okee, dank voor de tip.
    Als u mij nog alternatieven voor de woorden ongetwijfeld en hoegenaamd aan de hand zou kunnen doen, hehe...
    Dank voor het kritische lezen!
  • koyaanisqatsi
    Ivm je reactie op je feedback van Mephisto: ik vind altijd dat ik te weinig woorden gebruik... ;-)
    En verder: de kwaliteit blijft in stijgende lijn gaan.
    En wat (lichaams)haar betreft: zoals je waarschijnlijk wel weet blijft haar nog even doorgroeien na het overlijden
    jack: Luguber feitje, van dat haar...
  • manono
    De manier waarop je schrijft, opent nieuwe dimensies.

    Tussen de lijnen door zit een enorme tederheid en liefde die de dood niet aanvaart. Dat vind ik verschrikkelijk ontroerend.
    jack: Liefde en dood gaan nu eenmaal heel moeilijk samen.
    Bedankt voor het lezen!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .