writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Vakantieverslag 2009 deel 6

door badstop

Dinsdag 7-07

De laatste paar dagen is het weer een beetje humeurig. We besloten om vandaag een wandeling te maken in de omgeving. In het huisje was een boekje met routes waarvan er een direct langs het kasteel kwam. We namen de rugzakken mee met allerlei zaken die Ellie graag meesleept. Na ongeveer twee kilometer lopen begon het te regenen. We gingen onder een boom, in het bos, staan schuilen. De regen werd alleen maar erger. Uit de rugzak kwamen plastic jasjes met capuchon te voorschijn die we over de rugzak aantrokken. We wachten nog even en de regen werd minder. We liepen weer verder tot we een richtingsbordje tegenkwamen wat op de grond lag. We probeerden te reconstrueren hoe het gestaan moest hebben. Die weg namen we. En tot onze vreugde kwamen we verderop weer een bordje tegen. Die aanwijzing volgden we ook op tot het volgende bordje zei dat we terug moesten waar we vandaan kwamen. Dilemma. Onze huisbaas had bij ons vertrek gezegd dat we een bordje moesten overslaan en daar rechtdoor moesten lopen. Dat moest dit bordje zijn besloten we. Prompt kwamen we er geen een meer tegen. We belanden op een asfaltweg waar geen nummer bij stond. We hadden geen idee waar we waren. De regen was gestopt en ik bevrijde mij uit het plastic jasje wat al overal was gescheurd. Gelukkig kwam er van het land een boer aanrijden in een oude Landrover. Ik liep naar hem toe en vroeg hoe we bij ons huisje konden komen. Tot vier keer aan toe vertelde hij geduldig dat we terug moesten lopen en voorbij een bord waarop stond: Forest de St. Julien au Bois, de eerste links moesten nemen.
"Een weg zoals deze," zei hij, terwijl hij naar de weg wees waar hij uit was gekomen. We liepen voorbij het bord en sloegen linksaf. Het regende weer een beetje. Ellie mopperde tegen mij: "Wat ben je ook eigenwijs, je had je jasje aan moeten houden."
De regen stopte weer. Aan de weg kwam geen einde. Steeds meer begon ik te twijfelen of we wel de goede kruising hadden genomen, Ellie niet. We maakten grapjes tegen elkaar dat we waarschijnlijk in het bos moesten overnachten. Plotseling zagen we een asfaltweg met op de hoek in het bos een watertoren. Nu wisten we waar we waren, vlak bij huis. Na een kilometer doorlopen waren we thuis. De zon begon te schijnen.
"Pak de stoelen we gaan in de zon zitten," zei Ellie blij.
"Ik ga in de schaduw zitten, toen we nodig hadden wilde hij niet schijnen, nu kan hij van mij de hik krijgen."
"Dwarspisser," schold Ellie.
Ik heb mijn principes.

Om zes uur die avond vertrok er een oude boot vanuit Argentat de Dordogne op. Dat wilden we zien, hadden we van de week besloten. Om een uur of vier vertrokken we vanuit ons huisje om eerst brood te halen voor de volgende morgen en dan naar de rivier te gaan om daar wat te eten. We stopten in Saint Privat om bij de VVV wandelkaarten te halen. We moesten daarna rennend naar de auto gaan, want het regende weer en hard. Zullen we teruggaan, was nu de vraag. Nee want het kon zo weer droog worden en zo niet dan gaan we weer naar huis, besloten we. Het begon te stortregenen. We reden door en vlak voor Argentat was het weer droog. We reden naar de supermarkt en ik zag vanuit mijn ooghoek een cave.
"Daar gaan we straks even heen, misschien heeft hij de goede wijn."
Met mijn allerbeste Frans vertelde ik de man wat ik zocht. Hij verkocht mij een fles wijn van zes euro die het misschien zou hebben.

Nu maakten we een klassieke fout, we wilden wat eten voor de boot vertrok. In vrijwel de hele wereld is dit mogelijk. In Frankrijk niet. We kwamen bij een leuk tentje aan de Dordogne waar ze pizza's verkochten. "De keuken is niet voor zeven uur open," waarschuwde ik Ellie.
In een vlaag van verstandsverduistering sprak ze de historische woorden: "Het is hier zo toeristisch, ze zijn wel open."
We gingen zitten en we kregen een kaart waar alleen ijs en taart op stonden.
"Zie je wel," siste ik.
De ober kwam en we vroegen om de kaart met pizza's. Als door een horde wespen gestoken vloog hij het restaurant in. Daar kwam de baas aan en sprak, getergd, de magische woorden: "De keuken gaat om half zeven open. Wilt u misschien een stukje taart?"
Dat wilden we niet. We liepen hongerig naar de boot. De voorbereidingen voor de afvaart waren in volle gang wat erg leuk was om te zien. Het varen ook, want ze roeiden met zijn vieren, tot mijn verbazing, de grote boot tegen de stroom in. We vertrokken richting huis. We maakten nu de tweede klassieke fout. We kunnen ook wat lekkers uit de supermarkt halen. Uiteindelijk hebben we een karbonade met brood gegeten.

Woensdag 8-7

Het weer begint weer op te knappen. We besluiten om te informeren naar een boottocht op de Dordogne, waarover een depliant in het huisje ligt. Na onderweg een aantal zaken bekeken te hebben om te gaan doen wanneer het weer echt weer goed is, rijden we naar de eerste startplaats van een boot. Nergens iets te vinden. We reden een camping op om daar te informeren waar we moesten zijn. Twee bewoners van de camping vertelden ons dat dit stukje cultuur verdwenen was. Diep teleurgesteld probeerden we, tegen beter weten in, om de tweede mogelijkheid te benutten. Na een lange afdaling waren we bij de port van het stadje. Daar lag als een heilige op een tombe de boot opgeslagen achter een hek.
"Die gaat voorlopig nergens heen," zei ik tegen Ellie.

We haalden brood voor de volgende dag en voor bij het avondeten. Nu is vers knapperig stokbrood eten een van de hoogtepunten van een vakantie in Frankrijk. Degene die dit brood produceren en verkopen, verkopen nu alleen nog maar hun gesloten winkels. Dit drama neemt ongekende proporties aan. De supermarkten zijn nu de plaatsen waar je deze lekkernij vandaan moet halen of je moet geluk hebben met een van de laatste der boulangers in je omgeving. Die bij ons in de buurt verdenk ik ervan zijn brood bij de supermarkt in te kopen en te verkopen in zijn winkel. Wij kochten voor de tweede keer brood bij een supermarkt waar we boodschappen doen, wanneer we er na een ritje langskomen of in de buurt zijn. De eerste keer was het slecht, maar die wetenschap was weggezakt tot we het weer gingen proberen te eten. Bij het beetpakken om het te gaan snijden kreeg ik een doorn van brood in mijn vinger. Het is niet gebruikelijk, maar dit kan gebeuren. Aan de buitenkant leek het dus op een cactus. Het snijden ging niet makkelijk, wat een voorteken was. Ik dacht, dat het vijandige stuk gebakken deeg toch minstens de middeleeuwen had getrotseerd, wat wel weer mijn bewondering uitlokte over zijn doorzettingsvermogen.
Ellie maakte een snedige opmerking:" Volgens mij is het opgepiept."
"De vraag is, voor de hoeveelste keer," beet ik haar getergd toe.
Om een uur of acht arriveerden onze huisbaas en zijn vrouw voor een glaasje drinken.
De laatste Auvernewijn die we die avond dronken leek een beetje op mijn ideale wijn, maar hij was het niet. Die speurtocht heb ik inmiddels afgeblazen.

Donderdag 9-07

We zijn, langs de rivier, naar Beauljieu sur Dordogne gereden. Een mooi ritje. Ellie had maar heel weinig van het brood wat we gisteren hadden gekocht gegeten. Zij kreeg om een uur of twee vreselijke honger en ik een beetje. We zochten naar een gelegenheid om iets te eten in de stad, maar het zag er niet uit of was vreselijk duur. De volgende bestemming was een tombe in een kerkje. We reden verkeerd en bij een rotonde ging ik keren toen we een pizzaafhaaltentje zagen. We stopten en bestelden twee soorten zodat we konden ruilen met elkaar. Het duurde erg lang voor we de pizza kregen. Dit is normaal gesproken een teken van versheid. Met de heerlijk geurende schat in de auto reden door richting onze bestemming. Onderweg zochten we een plekje om te eten. Vlak voor onze bestemming zagen we een picknick plek waar nog een tafel vrij was. Daar gingen we zitten te genieten van onze pizza en het schitterend uitzicht over de vallei van de Dordongne. Aan een tafel naast ons, zaten een groepje Franse bejaarden te lunchen. We zeiden ze goedendag en wensten ze smakelijk eten. Zij ons ook, terwijl ze lachend naar onze enorme pizzadozen wezen.

De pizza overtrof onze stoutste verwachtingen. Alles was vers, tot de basilicum toe. Met een mes dat Ellie altijd in de auto meeneemt en onze handen zaten we te smullen. Met een flacon zeep en een fles water wasten we onze handen. Vier kilometer verder bereikten we de beroemde tombe. Naast de ingang zat een belletje en een rood glaasje. We lazen dat wanneer het rode lampje brand je niet naar binnen kan vanwege een of andere activiteit. De lamp was uit dus drukte Ellie op het belletje. Hierdoor ging de deur open. We zagen de tombe en namen een foto. Dit soort dingen valt door de ophef hierover meestal erg tegen.


Vrijdag 10-07

We zouden om acht uur een wekker zetten om naar Rocamadour te gaan, wat nogal ver van ons huisje is. De wekker zetten hoeft niet, besloten we voor het slapengaan. De volgende morgen werd ik om half tien wakker. Onmiddellijk werd Rocomadour afgeserveerd naar de volgende week. We werkten nu onze normale ochtendroutine af, ontbijten, uitbuiken met tweede kop thee, koffiedrinken, douchen. Ellie zat de kaart te bestuderen. Ze vond een waterval waar je, volgens onze huisbaas, achter langs kon lopen. Vervolgens een bezoek aan Salers, een autovrij dorpje op een berg, maar eerst een bezoekje aan de supermarkt in Pleaux.

Vaak waren we er voorbijgereden en zagen het bord met de tekst: Supermarche Shopi, maar we dachten het zal wel zo'n klein en groezelig buurtsupertje zijn. Nu besloten we te gaan kijken. We kwamen daar om even voor half een aan en wisten niet dat hij tussen de middag dicht ging.

Wat een weelde, wat een ontdekking. Een ruime winkel met een sortering die klein maar exact goed was. Eindelijk variatie in groente, vlees en wijn. Dit wordt onze supermarkt besloten we. En zo lekker dicht bij huis, gniffelde ik content.

Mijn speurtocht pakte ik toch weer op en met twee flessen Cote d'Auverne en de dingen die Ellie altijd koopt. Gingen we richting kassa want het licht ging uit. Dat is een teken dat het sluitingstijd is. We verontschuldigden ons dat we het niet wisten. Het personeel bleef buitengewoon vriendelijk. Helemaal gemotiveerd vervolgen we onze tocht naar de cascade. We parkeerden de auto en begonnen aan onze tocht naar het ondereinde van de waterval. Zeer langzaam vorderden we want het was steil, héél steil. Het was wel de moeite waard. Ik ben achter de cascade gaan staan en Ellie heeft een paar foto,s van mij gemaakt. Zij durfde, vanwege haar hoogtevrees, niet helemaal tot achter de cascade. Puffend en hijgend bereikten we onze auto. Tijdens het uitblazen dronken we wat uit de koelbox. Bij Salers zagen we een parkeerterrein waar we de auto stalden. We begonnen aan de klim naar het dorpje wat inderdaad heel erg mooi is. De uitzichten waren geweldig en op een plein met uitzicht over de vallei stond een heus draaimolentje de kinderen te vermaken. Heel veel winkeltjes met kunst en milieuvriendelijk kleding en een wijncave. Mijn hebzucht was onmiddellijk op volle sterkte. Een buitengewoon vriendelijke man stond ons te woord. Ik vertelde hem van mijn speurtocht. Hij begreep mij niet. hij ging zijn vriend halen die Engels sprak en meer van de wijn wist. Hij vertelde mij over de verschillenden wijn en grondsoorten, maar hij kon mij niet vertellen welke wijn datgene had wat ik zocht tot hij zei: "Deze wijn veel smaak heeft van mineralen. Dit was mijn beste kans tot nu toe en ik kocht een fles met de belofte dat, als het hem was, wij terug zouden komen. Even verderop was een warme bakker. De geur was onweerstaanbaar en we kochten een boule voor de volgende ochtend en een baquet voor nu. Hiermee werd het brood wat we eerder gekocht hadden tot de vuilnisbak veroordeelt. Na dit Volendam, maar dan wél leuk, van de Auverne te hebben bezichtigd, zijn we weer naar de auto gegaan. We reden naar een mooi klein dorpje in de vallei waar we het eerste échte franse stokbrood van deze vakantie met brie en salami uit de koelbox aten. Mijn god, wat kan brood lekker zijn, zeiden we tegen elkaar. Over erg mooie smalle weggetjes kwamen we bij een kapel die Chalpelle de Menoliet heette. Dit wekte onze interesse. Het bleek een kerkje uitgehouwen uit een enorm rotsblok met daarbovenop een groot wit Mariabeeld. Een soort Ayers Rock, maar dan bescheiden.
Ons maximale cultuurabsorptievermogen was bereikt. We reden naar huis, waar we om zeven uur aan de pannenkoeken zaten.

Tijdens het uitbuiken kwam er een vlinder op mijn voet zitten. Even later kwam een tweede die op mijn ander voet ging zitten. Het zijn vleeseters want hij zat aan mijn huidcellen te knabbelen, tenzij hij de algen tussen mijn tenen opat natuurlijk.

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    tja om het niet tot een sleur te maken is nog iets meer creativiteit nodig vrees .. hoe en wat, tja dat is nu net de kunst .. en die heb ik zelf ook niet ..
    badstop: Het is maar een simpel verslagje.
  • Magdalena
    Ik heb maar hier en daar een stukje gelezen.
    Ik hou wel van de schrijfstijl, ook van het detaillistische, maar er lijkt iets aan kracht en intensiteit te ontbreken om dit boven een verslag te verheffen

    veel groetjes
    badstop: Het is dan ook en verslag. Deel 1 en 2 zijn aan te raden te lezen.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .