writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Junkies, treinen en andere rottigheid (34)

door jack

Hij had iets van een tovenaar, gezeten in kleermakerszit met het laken om zijn onderlijf gedrapeerd. Zijn getater als eindeloze bezweringen die door het vertrek gonsden.
Dat als dons mijn beleving van de werkelijkheid verzachtte.

Misschien was vertroebelen een correcter woord maar het maakte hoedanook het leven heel wat aangenamer. Met quasi eindeloze filosofische discussies bouwden we een eigen universum waarin we ons zowel geestelijk als fysiek opsloten, en dat op zijn fundamenten daverde toen hij doodging. Vanaf dan moest ik ons fort alleen rechthouden, wat ik dan ook deed met een nooitgezien fanatisme. Net als mijn zwarte kledij werd het een onmisbaar harnas waar ik me veilig en zeker in voelde. Niets van buitenaf kon me raken, omdat het me simpelweg niet interesseerde. Het maakte allemaal niet veel meer uit. Later, na de eerste donkere maanden, leerde ik min of meer met mijn veranderde situatie leven. Gelukkig was misschien het verkeerde woord want dat recht had ik niet meer, maar ik zat in elk geval niet met het gevoel dat ik hem kwijt was. Integendeel zelfs, hij was nu altijd bij mij en theoretisch gezien kon ik hem niet meer verliezen. Het was een relatie waar ik me best goed bij voelde. Bepaalde periodes niet te na gesproken, uiteraard, wanneer het gemis dan toch even de kop opstak. Het verlangen naar een normaal leven met een levensgezel die over een tastbaar lichaam beschikte. Maar een mens kan nu eenmaal niet alles hebben in het leven. Bovendien kon ik hem op zo'n momenten luidop horen denken: "Wat zit je daar nou te janken, meissie, ik ben er toch nog? Of doe ik al die bovennatuurlijke moeite voor niets, soms?" De troost van zijn posthume praten was immens. Het had maar één nadeel: ik was er zodanig aan gewend geraakt dat ik af en toe, op onbewaakte momenten, weleens durfde te vergeten dat andere mensen hem niet hoorden of zagen, met als gevolg dat ze soms raar opkeken als ik schijnbaar zomaar begon te lachen of iets zei.

Zo gebeurde het ooit dat ik in het stadspark op een bank zat te lezen. Dat lezen lukte niet bepaald, want door het gewoonlijke gegekscheer in mijn hoofd had mijn concentratie zoals vaak weer eens zijn minimumpeil bereikt. Maar goed, ik zat dus al minstens een kwartier naar dezelfde bladzijde en naar de omgeving te kijken terwijl ik weer een hoogoplopende discussie met Junkie voerde, die al mijn aandacht opeiste. Op gegeven moment kwam er een meisje van een jaar of veertien naast me zitten. Meer bepaald een flinke meid, want het arme kind leed zo te zien aan een zware vorm van obesitas. Op zich was het niet verwonderlijk dat ze naast mij kwam zitten, er waren in dit park immers veel te weinig bankjes naargelang het gemiddelde aantal bezoekers en daarbij was dit bankje gesitueerd op een rustige plek omgeven door bomen en struiken, wat het tot mijn lievelingsbank, in dat ellendige park althans, maakte. Wat me daarentegen wel enigszins verwonderde, was dat ze twee van die kleine Mc Donalds-hamburgertjes tevoorschijn toverde en ze met onrustwekkende snelheid naar binnen begon te werken. Ik begon te vermoeden dat het een stiekeme operatie was die zo snel en discreet mogelijk moest worden afgehandeld. Ofwel was ze gewoon nogal nerveus van natuur. Dit tafereel was voor Junkie natuurlijk de gedroomde kans om een stortregen van spitsvondige opmerkingen te produceren, die ondanks het feit dat ze me bijna in een schaterlach deden uitbarsten, niet bepaald beleefd te noemen waren. Ik kreeg godbetert medelijden met haar en zei tot Junkie, om mijn afkeuring te laten blijken: "Sjoengejoenge, ge zijt weer goed in vorm vandaag he". Het kind keek verschrikt opzij en het werd me meteen duidelijk wat ik fout had gedaan. Haar blik vernauwde zich tot een van scherpe verontwaardiging. Ik dacht even dat ze de inhoud van haar mond in mijn gezicht zou spuwen maar ze sprong recht met een snelheid die je niet zou verwachten van iemand van haar lichaamstype, greep haar tas, wierp me nijdig kauwend nog een woedende blik toe en beende weg. Haar mond zat zodanig vol dat ze het met moeite gekauwd kreeg, anders had ze me vast van antwoord gediend. Hoewel ze het niet liet blijken, zag ik dat ik haar had gekwetst met mijn opmerking, waarvan ze had gedacht dat die tot haar was gericht. Daar zat ik dan, ik, die zelf niet in het openbaar durf te eten uit angst dat iemand nog maar zou durven denken dat een vet varken als ik mijn geld beter aan een fitnessabonnement dan aan zoetigheid zou spenderen. Hoewel ik, voor alle duidelijkheid, een volstrekt normaal gewicht heb, maar u kent dat wel. In elk geval was het noch de eerste, noch de laatste keer dat dit soort onwelvoeglijkheden zich voordeden. Vanzelfsprekend trachtte ik er naarmate de vervelende voorvallen zich opstapelden wel beter op te letten, maar dat heeft niet kunnen beletten dat ik zeer regelmatig uitglijers bleef maken. Blijkbaar was dat de prijs die ik moest betalen voor de eer van zijn geestelijke gezelschap. Geen slechte deal, al zeg ik het zelf. Het was immers niet uitsluitend kommer en kwel. Ik beleefde dikwijls ook veel plezier aan dergelijke incidenten, en dan vooral achteraf. We maakten nogal wat mee, zo met ons twee. Hoe vaker dit soort dingen gebeurden, hoe sterker ik het gevoel kreeg dat hij er daadwerkelijk was.

Eén enkele keer ben ik zowaar geschrokken. Het was een van de vele keren dat ik rust zocht op een groot historisch kerkhof. Veel nuttigs deed ik er niet, buiten rondhangen. Het was een warme zomerdag en ik had plaatsgenomen in het gras naast een grintpad tussen enkele uit de kluiten gewassen doch verzakte en overwoekerde graven. Erg mooi was het er. De zeldzame letterlijke en figuurlijke stilte die je op plaatsen als deze vindt, is een ware weldaad voor de geest. Ik voelde me stilaan wegzakken in een toestand van slapen met open ogen, tot ineens iemand vlakbij twee fluittonen ten gehore bracht, fwie-fwoe, hoog-laag, als om mijn aandacht te trekken. Nu was dit een erg typerend geluid voor Junkie, die me vaak op deze wijze duidelijk maakte dat hij iets wou zeggen, in plaats van me gewoon bij de voornaam aan te spreken. Maar zoals te vermoeden was er nergens iemand te zien. Ik werd me er uitermate van bewust dat ik me bevond in een eenzame uithoek van een uitgestrekt verlaten kerkhof, met kriskras verspreide grafmonumenten en -kelders die het zicht beperkten, en dat er dus met andere woorden uitgesproken veel gelegenheid tot verschuilen was. Daar hadden Junkie en ik vaak en gretig gebruik van gemaakt vroeger, maar voor edeler doeleinden dan mensen aan het schrikken te brengen. Deze gedachte zou een grijns van oor tot oor op mijn gezicht hebben gebeiteld voor enkele uren, ware het niet dat mijn nekhaar overeind kwam en ik me erg moest beheersen om het niet op een lopen te zetten. Opvallend flauw voor een frequent kerkhofbezoeker als ik, maar ik hou er niet van om, zij het opzettelijk of niet, opgeschrikt te worden. Ofwel zou er één of andere grapjas vanachter een zerk tevoorschijn komen, ofwel stond ik op het punt te ontdekken dat doden kunnen fluiten. Junkie was het niet geweest dacht ik, want die zat veilig in mijn hoofd en kon me zodoende niet vanop enkele meters afstand toefluiten. Verder had ik niet meteen de behoefte een van zijn collega-levende-doden tegen het lijf te lopen. Als het dan toch om een gewone aardse lolbroek ging, maakte die zich in elk geval niet kenbaar, tot mijn opluchting. Ook daar had ik absoluut geen zin in. Om dan nog maar te zwijgen over de redenen waarom iemand een onbekende op een toch wel wat ongewone plaats als deze, zou willen lastigvallen. Dus maakte ik me beheerst doch gezwind uit de voeten, innerlijk vloekend tegen Junkie, die bij leven ook niet terugschrikte voor wat vermaak van dit allooi. Ergens had ik toch een vermoeden dat hij iets te maken had met dit voorval. "Bitch", fluisterde ik hem grijnzend toe. Zo noemde ik hem wel vaker. Dat vond hij niet erg. Ik slaagde er trouwens zelden in hem zo te noemen zonder erbij te moeten lachen. Het was dan uiteraard ook nooit serieus bedoeld.

Ondertussen zat ik nog steeds te mijmeren in dat vervloekte stationsbuffet waar Tante Jeanne de scepter zwaaide, God hebbe haar ziel. In de toekomstige zin althans, ingeval ze ooit mocht komen te overlijden. Ze leek me van het kranige soort, dat minstens achtennegentig jaar zou worden zonder haar zelfstandigheid op te geven. Misschien zou ik haar kunen vragen naar mijn wijnzuipende buurman, die naar alle waarschijnlijkheid een vaste klant was. Hij maakte althans die indruk, hoewel ik Tante Jeanne noch de andere diensters hem bij naam had horen noemen, zoals ze bij een groot percentage van de andere aanwezigen wel deden. Doch ik voelde er niet veel voor om de argwaan te wekken door vreemde vragen te gaan stellen, daar had ik genoeg van voor vandaag. Ik liet hem met graagte in zijn mysterie. Zo kon ik mezelf, wanneer het me uitkwam, wijsmaken dat hij een kennis of familielid van Junkie was geweest. Want niets is toeval, zelfs niet in de respectabele horecazaak van tante Jeanne.

Een vreemde rusteloosheid liet zich gevoelen. Niet verwonderlijk, want ik zat hier vermoedelijk al veel te lang voor me uit te staren. Het werd zo stilaan tijd voor een beetje actie, nietwaar. Ik besloot Dirk voorlopig nog niet te telefoneren en eerst op eigen houtje poolshoogte te gaan nemen. In de hoop dat de plek waar ik mijn buurman had zien verdwijnen, werkelijk een tunnel was, wandelde ik erheen. Mocht er zich niets meer dan een doorlopende muur bevinden, dan was ik vast nog gekker aan het worden, ofwel had ik weer een ontmoeting van paranormale aard meegemaakt en moest ik me vragen gaan stellen over het waarom. Blijkbaar zat het mee die dag, want er bevond zich niet zomaar een voetgangerstunneltje, maar een heuse tweerichtingsstraat compleet met fiets- en voetpad. Die moet er dan vroeger ook al geweest zijn maar dat was me niet opgevallen. Ik had immers altijd gewoon de achteruitgang van het station genomen. Aan deze kant geen radicale vernieuwingswerken, maar er was toch één en ander opgeknapt. Ook hier sporen van de kanker van de bebouwde kom: er waren weer verschillende nieuwe winkels te bespeuren. Persoonlijk vind ik dat er al meer dan genoeg van die lelijke, om consumptie smekende gedrochten bestonden. In de straat die schuin wegliep van de spoorweg, hadden de zusjes Reetaers, de lokale zusters van de gratis liefde, een spuuglelijke bloemenwinkel geopend. De zaak had de gevleugelde naam "Aers Viverdi" gekregen. Nu had ik al geen hoge dunk van bloemisten, die zich al te vaak profileerden als een soort kunstenaars, terwijl een bos bloemen samenstellen heus geen buitengewone prestatie is. En het ergste is dat bloemen in hun natuurlijke omgeving horen, in plaats van te worden onthoofd en langzaam stervend in een vaas gezet. Het woord bloemsierkunst, misselijk word ik ervan. Dus, bloemenliefhebbers aller landen: heb mededogen en laat die bloemen ongeschonden waar ze horen.
In die zin was het op zich niet verbazend dat de zusjes op het idee waren gekomen om op deze manier te laten zien dat ze ook nog over een ander talent beschikten, zij het dan een even laagbijdegronds. De arme meisjes wisten niet beter.
Maar wat me werkelijk tegen de borst stootte, was het feit dat ze volgens het opschrift in de etalage ook bloemschikwerk voor uitvaarten verzorgden. Ronduit smakeloos vond ik het. Ik kon het me zo voorstellen: linten met tijgermotief verwerkt in de rouwkransen, "want dat is in de mode nu hoor, madame". "We zullen je missen, vader" in rood neonlicht.
Het waren in de grond vast goede meisjes, maar ze hadden zoveel aandacht nodig dat het vermoeiend was hen bezig te zien. En mocht het u nog niet duidelijk zijn: het was hoofdzakelijk mannelijke aandacht waar ze op mikten. Het feit dat hun vader hen in de steek liet toen ze nog piepjong waren, was hier waarschijnlijk niet vreemd aan. Een echte vaderfiguur was er naderhand niet meer geweest. En dat had dan misschien weer te maken met het feit dat hun moeder uitgesproken corpulent was. Wellicht kwamen er regelmatig mannen over de vloer ten huize Reetaers, maar om één of andere reden hielden ze het nooit lang vol. Toch gaf mevrouw Reetaers het nooit op, wel integendeel. Toen haar dochters de gezegende leeftijd van veertien bereikten, mochten ze zich volop in het uitgaansleven storten, weliswaar vergezeld door hun mama, die haar uiterste best deed zich te gedragen alsof ze één van de zusjes was. Hoe potsierlijk ook, je moet haar toch bewonderen om haar doorzettingsvermogen in de zoektocht naar een man. Ze gedroeg zich allesbehalve als een strenge gouvernante, hoewel dat misschien net was wat haar twee aandachtszieke dochters nodig hadden op dat moment, toen het nog een verschil had kunnen maken. Maar ik kon die vrouw niets kwalijk nemen. Ze had het niet gemakkelijk als alleenstaande moeder van twee. Daar kwam nog eens bij dat de meisjes niet bepaald moeders mooiste waren want de ene had een buitenproportionele vooruitstekende onderlip, en de andere had een lui oog en een inmaakbokalenbril. Misschien ligt daar wel de verklaring voor het feit dat moeder Reetaers zo trots was dat haar gebroed het blijkbaar toch goed deed bij het mannelijke geslacht, hoewel ook bij die generatie dezelfde kwaal zich voordeed, namelijk dat de betreffende jongens hun walging net lang genoeg onder controle konden houden om hun zaad te storten bij de bereidwillige meisjes, maar snel daarna het hazenpad kozen, vermoedelijk recht naar hun badkamer.

 

feedback van andere lezers

  • KapiteinSeBBos
    zie maar dat je geen overdosis hebt en wij geen krijgen :-)

    dikke knuffels,
    xxx
    jack: Overdosis wat, pillen of hamburgers? ;-)
  • Mephistopheles
    Ik vind dat maar vreemde lui, die bloemisten. Geef toe, het klinkt niet bepaald alsof je een geweldig leven hebt als je een bloemist bent. Ik heb niets tegen planten, zeker niet want die houden tenminste hun kop, maar ik zal nog eerder mijn eigen geslachtsdelen opeten dan bloemist worden.
    Voor de rest wens ik je een aangename zaterdag toe. Na al je leed mag dat wel eens. Ik ga in elk geval het verliezen van de weddenschap vieren met een bijpassend drankje :)

    jack: Allee, Onraedt! Nu had ik toch gedacht dat gij over meer zelfdiscipline beschikte! Hoewel ja, van iemand die dansjes doet voor geld mag ik niet teveel verwachten ;-)
    Maar geniet ervan, jongen! Hier in het dorp zijn het weer heel het weekend bierfeesten dus ik ga er ook stevig invliegen straks en morgen, mmmmmm.

    Damn, wat je daar zegt over "mijn leed", dat is geen goed teken. het wil zeggen dat ik veel te zielepoot-erig aan het schrijven ben. Nein, dan moet ik radicaal gaan schrappen en herformuleren. Maar goed dat ik het weet want ik word misselijk van zielepoten, laat staan dat ik er zelf een wil zijn. Ik eet nog liever mijn geslachtsdelen op ;-) om het in uw jargon uit te drukken.

    Bloemisten zijn inderdaad een raar volkske. Ik snap niet hoe ze zich met zoiets onnozels kunnen bezighouden. En inderdaad, de grote charme van planten is dat ze geen zever beginnen uitkramen als je ze tegenkomt, vind ik ook!
  • Ghislaine
    Speed of wiet, het blijft rotzooi. Knap neergezet en bij deze beloof ik, dat de rest mijn volle aandacht zal krijgen.
    jack: Koffie en sigaretten zijn ook rotzooi he. Zowat alles wat lekker is, is rotzooi... ;-) De wereld is oneerlijk :-)
    Bedankt voor het lezen, Ghislaine!
  • tessy
    inderdaad knap neergezet
    jack: nu is het mijn beurt om te blozen...
    :-)
  • Mistaker
    zeg het met bloemen!

    groet,
    greta
    jack: jep, zeg het met langzaam stervende onschuldige wezens, dat is wel een heel mooi offer aan iemand he ;-)
    Dank voor het blijven volgen!
  • sk
    misschien een stomme opmerking, maar "zulke momenten" ipv zo'n momenten :-)

    voor de rest weer fantastisch!

    groet Kenneth
    jack: je hebt gelijk. Ik pas het aan!!!
    En waar blijf jij met je stukken? Ik wacht! :-)
  • Magdalena
    Knap geschreven en boeiend, maar, ik zou dit graag 'actiever' lezen: in de tegenwoordige tijd beschreven, in het nu.
    Dit is verhalend als een reisverhaal doorheen het leven - voor mij minder aantrekkelijk dan moest het in actie-vrom geschreven zijn.

    Of simpelweg de tegenwoordige tijd gebruiken en sommige conversaties uitschrijven.
    (deze fb is eigenlijk geschreven met als referentie: moest dit als boek in de winkel liggen , zou ik het kopen?; dus, dat ik zo denk wijst wel op kwaliteit :) )
    jack: Dankjewel, Magdalena!
    het is om puur technische redenen dat ik het verleden schrijf hoor, anders gaat mijn eind niet meer kloppen. Daarenboven vind ik persoonlijk iets in de VT veel aangenamer lezen, om één of andere subjectieve reden :-)
  • henny
    Over die bloemen ben ik het helemaal met je eens.
    Een paar tips voor je. Denk aan de komma voor want.
    Wou is spreektaal. Wilde schrijftaal en daarom beter om te gebruiken.
    Verder ben ik nu helemaal weer bijgelezen. :-d
    jack: Sinds jij me er op wees enkele maanden geleden, let ik op die komma's maar ik durf er nog eens eentje vergeten. :-)
    Bedankt voor de tips!
  • koyaanisqatsi
    Yoghurt, vers fruitsap, pannekoeken met ruwe rietsuiker, couscous met kip en groenten, verse ananas, guavasap enz enz... Is toch lekker en geen rotzooi? :-(
    jack: Bwaaaaaaaaahhh, ik ken lekkerder dingen hoor...
    Gruwelijk genoeg zit ik al enkele weken op streng doktersadvies met een volledige suiker- en alcoholstop. Misschien daarom dat ik geen letter meer geschreven krijg... :-)
  • manono
    Ik vind je schrijfritme heel aangenaam, en de 'verdoken' humor.
    De relatie met Junkie komt zeer geloofwaardig over.

    Thuis weten ze al lang dat ze niet met stervende bloemen af moeten komen. Die plastic alleen al... en het vooruitzicht de moeite te moeten doen om die verwelkte dingen op de composthoop te gooien. Ik aanvaard alleen levende planten voor de tuin of voor de pot.
    jack: Hoho, ik was al vergeten dat ik iets had geschreven over bloemen... :-)
    dank voor het lezen!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .