writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het vlinderschaap

door leesmicrobe

Sommige verhalen moeten steeds opnieuw worden verteld. Steeds opnieuw met steeds opnieuw dezelfde details. Dat maakt een mens rustig.

Helena werd wakker en luisterde naar de zee. Het vage geluid van de branding overschaduwde haar onrust en ze glimlachte flauw in het donker van haar slaapkamer. Haar moeder sliep naast haar in het intussen veel te kleine bed en Helena richtte haar aandacht even op de ademhaling van haar mama. Waarover zou ze dromen? Over…over papa? Dat probeerde Helena ook regelmatig. Alleen lukte het haar niet om haar dromen zo te sturen dat ze haar een zalig gevoel bezorgden. Het begon al met het gezicht van haar papa. Hoe moest ze zich dat voorstellen? Ze was vergeten hoe het er uitzag. Zijn stem daarentegen leefde nog in haar. Dus werd haar papa in haar fijnste dromen een lichte schaduw met een warme stem die de wind in haar hart kon bedwingen en haar altijd weer brandende ogen bezorgde. Hoe vaak was ze al niet wakker geschoten terwijl de echo van zijn stem nog rond haar oren zweefde!

Maar even vaak werd de schaduw van haar papa donker en verloor hij zijn stem en zijn warmte. Dan werd alles duister in haar dromen en leek het wel alsof iets of iemand haar kwaad wilde. Soms zag ze zichzelf dan liggen in haar kleine bed, zonder haar mama, terwijl een donker water als een slang haar kamer binnen gleed om haar te wurgen. Het water liep stil tot aan haar bed en steeg dan tot aan haar lippen. Dat alles zonder ook maar het minste gerucht te maken. Net op dat ogenblik schoot Helena wakker en hoorde ze de meeuw. Altijd opnieuw.

Alessandra luisterde met gesloten ogen naar de onrustige ademhaling van haar dochter Helena. Straks zou ze ruw ontwaken en dan zou Alessandra haar opnieuw het verhaal vertellen van haar vader Massimo. Van Massimo en het verloren schaap. Sommige verhalen moeten steeds opnieuw worden verteld. Steeds opnieuw met steeds opnieuw dezelfde details. Dat maakt een mens rustig. Woorden kunnen pleisters zijn als ze maar op het juiste ogenblik en met het juiste timbre worden uitgesproken. Alessandra wist dat. Want ze vertelde het verhaal nu al vijf jaar lang elke dag aan haar dochter Helena. En straks zou die ontwaken uit een boze droom die ze al even lang droomde als het verhaal van haar moeder oud was. En dan zouden Alessandra's woorden opnieuw voldoende genezingskracht bezitten om het dreigende bloeden te voorkomen.

'Je moet af en toe ook jezelf wat ontzien, Alessandra.'

Dokter Calvi, de zielenknijper bij wie ze al vier jaar op consultatie ging, klonk bezorgder dan anders.

'Jouw verhaal, het échte verhaal, mag nu zo stilaan een vaste stek krijgen in je hart. Laat er stof opkomen. Het is niet goed om de feiten, hoe verbloemd ook, elke dag opnieuw op te rakelen. Ik…'

'Het MOET!' onderbrak ze hem ruw. 'Helena mag nooit vergeten wie haar vader is. Ze mag nooit vergeten hoe mooi en sterk en goed hij was. Hoeveel hij om ons, om haar gaf. Zoveel dat…dat…'

'Vind je dan toch dat ze schuld heeft aan wat er gebeurd is?'

Het woordje 'schuld' klonk bijzonder zacht en vond daardoor des te meer weerklank.

'Nee…' Het antwoord leek van mijlenver te komen.

'Nee. Dat niet. Het meisje was tenslotte nog geen vijf toen het gebeurde. Maar wat is het leven van een mens waard als hij zich juist datgene wat de moeite waard is om herinnerd te worden, niet meer kan herinneren? Helena zal het vroeg of laat te weten komen. Intussen hou ik de mooie herinneringen aan haar vader levend.'

'Herinneringen kunnen mooi zijn, Alessandra. Of kwellend. Waarom kwel jij jezelf zo?'

Alessandra's stem brak haast toen ze antwoordde.

'Er is in mijn geheugen plaats voor veel. Ook voor de mooie momenten met Massimo en die waren erg talrijk. Maar ergens, tussen die hectaren zachtheid, ligt er barre grond waar ik steeds weer moet terugkeren. Elke nacht opnieuw probeer ik mij voor te stellen hoe het zou gelopen zijn als ik hen niet alleen had gelaten. Elk uur van de afgelopen vier jaar heb ik geprobeerd om die onvruchtbare grond te bezaaien met gras, met bloemen. Maar de grond is te hard. Of misschien probeer ik niet genoeg.'

'Dus toch dat schuldgevoel?' Dokter Calvi's ogen kregen iets weemoedigs.

'Concentreer je op de hectaren gras rondom die barre plek, Alessandra. Misschien zal die donkere plek in je hart daardoor ooit wel verkleinen. Je verdient dat. Je bent meer dan een moeder. Je bent ook Alessandra, een mooie vrouw in de fleur van haar leven. Een vrouw die recht heeft op geluk. Daarom…probeer wat te dansen tussen die hectaren bloemen. Dans. En lach.'

Er was eens een dorp, hoog in de bergen. De bewoners van dat dorp waren arm maar gelukkig. Gelukkig omdat ze elke dag uitzicht hadden op groene valleien bevolkt met de witte stipjes die, als je je ogen kierde, schapen bleken te zijn. Schapen uit de kudde van Massimo de schaapherder. Gelukkig omdat de zon bijna elke dag hun gewassen bescheen waardoor ze voldoende te eten hadden, ook en vooral in de winter wanneer een scherpe noordenwind de kammen van de heuvels kaal scheerde. Gelukkig ook omdat ze tijdens wolkenloze dagen in de verte de zee zagen schitteren. Zo van op grote afstand leek de waterplas op een groot blauw kleed, bezaaid met flonkerende parels die telkens van positie wisselden. Dat zette de dorpelingen vaak aan het dromen zonder dat ze gingen zuchten. Want veel zuchten wijst op een groot en onvervuld verlangen en dat hadden ze eigenlijk niet.

Ze waren zeker ook gelukkig omdat ze meestal gespaard bleven van ziekte of erger. Het leek wel alsof de Dood hun dorp niet meer wist liggen of er gewoon tegenop zag om de heuvels te beklimmen die leidden naar de eenvoudige stenen huisjes. Daardoor bereikten de dorpelingen allemaal, zonder enige uitzondering, een hoge, gezegende leeftijd. Ook hun veestapel deelde die zegen en zo kon het gebeuren dat men op de hellingen bokken en geiten zag lopen die haast struikelden over hun lange witte baarden.

Maar gelukkig waren ze bovenal omdat er tussen hen zelden een hard woord viel. Gedachten waarin boosheid of afgunst of andere demonen huisden, waaiden uit hun hoofden nog voor ze grip kregen op hun denken.

Elke zondag trokken de bewoners hun mooiste kleren aan en liepen ze lachend en zingend in een lange rij naar het strand dat achter de groene heuvels op hen lag te wachten. Het strand was ver, maar dat was niet erg want de moeders droegen een parasol in hun rechterhand zodat hun kinderen schaduw konden vinden onderweg. De parasols waren pastelkleurig en pasten wonderwel bij het malse, groene gras en de azuurblauwe hemel.
De vaders droegen hun kinderen op de schouders en daarenboven droegen ze ook nog mooie
tassen met daarin al het lekkers dat ze straks samen zouden opeten. Op het strand vlakbij de zee.

En Massimo? Wat droeg Massimo?

Massimo, de schaapherder, nam altijd zijn mooiste lammetje mee bij de uitstap. Het was nog zo'n kleintje met van die heerlijke kleine, witte krulletjes die zo mooi afstaken bij het groene gras. Massimo hield van al zijn schapen maar het meest nog van haar. Vanwege haar krulletjes, maar ook omdat ze zo teer kon blaten. Het leek dan altijd zijn hulp in te roepen en dat vond die mooie schaapherder natuurlijk geweldig. Want elke man en zeker ook elke schaapherder wil een held zijn. Het lammetje kon ook zo mooi over het gras lopen. Het leek altijd weer te dansen van plezier en dat maakte Massimo extra gelukkig. 'Mijn vlinderschaap', noemde hij haar dan en terwijl hij dat zei leken zijn ogen mee te dansen. Halverwege de wandeling werd het lammetje moe en dan nam Massimo het glimlachend op zijn sterke schouders. Ha ja, want Massimo was niet alleen mooi; hij was ook de sterkste man van het hele dorp.

Hoe mooi was hij? Vertel het, mama!

Massimo was groot. Een reus bijna, zo groot. Hij had gitzwart haar en gitzwarte ogen die altijd een beetje lachten als hij naar mij of jou keek. Alsof wij wonderlijke schepsels waren die hem bijzonder gelukkig maakten. Zijn handpalmen waren zo uitgestrekt dat je handen er altijd in leken te verdwalen. Hij had een beetje borsthaar dat altijd bijzonder zacht en vochtig aanvoelde. Als bedauwde aarde. Zijn borst was massief. Zo massief dat er wel zeven schapen konden schuilen in de schaduw ervan.

En wat deed Massimo net voor hij het lammetje optilde?

Dan kuste hij het schaapje pal op de kruin, vlakbij het mooie blauwe strikje. Ja, want het lammetje droeg altijd zo'n mooi blauw strikje op zondag. De andere schaapjes niet, alleen dat ene lammetje. Helena noemde hij dat lammetje. Omdat hij zoveel van haar hield.

En toen?

Onderweg zong het hele gezelschap van die vrolijke liedjes waar zelfs de vogels blij van werden. De leeuwerik buitelde dan van puur geluk bijna uit de hemel naar beneden. Ook Massimo zong mee. Hij had een diepe baritonstem die de haartjes op je armen kon laten rechtstaan van genot, zo mooi was die stem. Dan, na een uurtje wandelen en lachen en zingen, lag daar het mooie zandstrand op hen te wachten. De moeders plantten de parasols in het hete zand en legden doeken neer waarop het eten en de flessen wijn werd uitgestald. Ondertussen joegen de kinderen de laatste meeuwen van het strand waarna ze, onder luid gejoel, de zee bestormden.

Massimo zette het lammetje voorzichtig neer op een beschaduwd plekje vlakbij de rotsen, zodat het zich geen pijn kon doen aan het al te hete zand. Dan ontkleedde hij zich, spurtte naar het blauwe water en stortte zich op de golven alsof dat het enige was dat hij in zijn leven nog wilde doen.

En toen?

(stilte)

Toen kwam daar de Dood voorbij, die zich ook wilde koelen in het heerlijke water. Hij zag het lammetje en werd op slag verliefd. Hij leidde het weg, ver van Massimo, de rotsen op, naar zijn barre land. Een land van donkere stilte en dreigende schaduw.
En wat deed Massimo?

Massimo dook en zwom en dook en zwom. Als een mooie, grote vis was hij . Tot hij het lammetje angstig hoorde blaten, daarboven op die rots.

En toen?

Massimo werd bevangen door een voorgevoel en keek naar het strand. Zijn lammetje! Waar was zijn lammetje gebleven? Hij haastte zich uit het water en raasde over het zand tot aan de rotsen. Daar hoorde hij het iele geblaat van zijn liefste schat. Massimo keek omhoog en zag hoe de Dood zijn lieveling over de al te scherpe rotsen leidde. Hij werd angstig en dan boos. Hij, de reus, werd nog groter en sterker. In enkele reuzenpassen stond hij vlakbij de afgrond waar zijn lieve lammetje in dreigde weg te zinken. Hij greep het, kuste het op de kruin en liet het nooit meer los. Het lammetje hield op met blaten en zonk weg in een diepe, rustige slaap.

Alessandra hield op met vertellen en keek naar de rustige ademhaling van Helena. Het verhaal eindigde altijd op dezelfde wijze. Alessandra vertelde en Helena viel gaandeweg opnieuw in slaap. Maar op een dag zou Helena dromen over een ander einde. Dan zouden de schaduwen die haar dromen bevolkten al te helder worden. Dan zou de pijn ondraaglijk zijn. Misschien was die dag stilaan aangebroken.

'Wat moet ik haar dan vertellen, dokter?'

'Dan moet u haar niets vertellen, Alessandra. Uw armen en uw ogen en uw mond moeten dan kleine pleistertjes zijn op haar al te grote wonde. Vertel haar dus niet dat de Dood sterker was dan Massimo. Vertel haar niet dat Massimo er niet in slaagde om zijn lammetje te redden. Vertel haar niet dat hij als een lamme vogel in de afgrond is gestort terwijl zijn lammetje sprakeloos toekeek. Vertel het haar niet. Want diep in haar is er een verteller die dat ooit in jouw plaats zal doen. Haar hart én het jouwe zullen verder scheuren als die mist in haar optrekt. Kus haar dan op de kruin zoals haar vader altijd deed. Wees op dat ogenblik haar moeder én vader tegelijk. Hou haar dan stevig vast en laat haar nooit meer los.'

Vertel je nog eens over Massimo, mama?

Er was eens een dorp, hoog in de bergen. De bewoners van dat dorp waren arm en gelukkig. Gelukkig omdat ze elke dag uitzicht hadden op groene valleien bevolkt met witte stippen die, als je je ogen kierde, schapen bleken te zijn. Schapen uit de kudde van Massimo, de schaapherder.

En toen mama, en toen?
...

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    weemoedig mooi ...
    leesmicrobe: Niet te tranerig bij momenten? Je mag heel eerlijk zijn hoor! Ik heb af en toe de neiging om té melodramatisch te worden ...:-)
  • ppe
    erg mooi deze

    er is niets mis mee met wat melodramatiek volgens mij :)
    leesmicrobe: Als jij het zegt, dan MOET het wel waar zijn! ;-)
    Dankjewel voor je leestijd!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .