< terug
De Liefdadigheidshyena (2)
'Een roos voor Roos,' schoot het door zijn hoofd.
'Sorry Roos,' bracht hij nog uit en kneep daarna flink in de zwelling van zijn opbollende gulp, draaide zich om en liep terug naar het graf van Agnes.
De damp van zijn warme urine was vervlogen maar hij wist precies tot waar zijn straal haar had bereikt. Hij ging dwars met zijn rug tegen haar hoge ruwe steen zitten en trok zijn Diesel en Bjorn Borg onderbroek tot onder zijn billen.
'Daar ga je dan…,' zie hij, schuin achterom kijkend naar de vierhoek versgespitte aarde, waarop het onkruid zich prima thuis leek te voelen.
Hij snoof flink en duwde zijn lid met de muis van zijn hand van hem af. Die was al flink stevig nu, daar kon Agnes trots op zijn.
Opeens besefte Dolf dat deze plek helemaal niet naar een begraafplaats rook. Terwijl hij dat bedacht probeerde hij zich voor de geest te halen hoe een begraafplaats dan eigenlijk wel rook, maar het antwoord daarop bleef hij zichzelf schuldig. Niet naar het leven in ieder geval, en dat was nou net wat Dolf wel rook.
Hij rook leven, de verse aarde, de bloemen en zelfs het bloeiende onkruid. En hij rook zijn bevrijdde lid, dat zich met open fontanel nieuwsgierig en vol van lust oprichtte. Hij rook een koele avond die zich kwiek voorbereidde voor de nacht. Er heerste geen gelatenheid op deze plek. Er was weliswaar sprake van rust maar het was het soort rust dat openstond voor verandering, voor beweging zelfs en Dolf bewoog zijn gekromde hand inmiddels routinematig op en neer.
Even sloot hij zijn ogen om zich af te vragen wat hem meer opwond, de wat ongebruikelijk plek waar hij vanavond zijn zaad zou uitstorten, of het gegeven dat hij seks zou hebben, zonder dat Agnes haar gebruikelijke vragen zou stellen. Altijd wilde ze weten wat hij voelde, waar en wanneer.
Uit het niets voelde hij hoe een koude windvlaag - maar er stond helemaal geen wind - langs zijn scrotum woei, waarop zijn ballen zich geschrokken terugtrokken in de veilige haven van het lichaam boven de balzak. Toen pas realiseerde Dolf zich waar hij zich werkelijk bevond. Hij lag zich verdomme te bevredigen boven het graf van Agnes… zij, die hem uit de goot had getrokken.
Zij, die hem vanuit de instelling in haar huis had gehaald. Die zich over hem had ontfermd en hem had geholpen zich te ontdoen van het medicinaal korset dat hem indertijd door het psychiatrisch ziekenhuis was aangemeten. En was dít nu zijn dank?
Als door een innerlijke wesp gestoken vloog hij overeind en borg zijn harde, niet begrijpende piemel op in Bjorn Borg, trok de Diesel omhoog aan de brede zwarte broekriem en liep op de boom af, die het dichtst bij stond. Bestraffend bonkte hij drie, vier keer hard met zijn voorhoofd tegen de brede stam, zoals hij zo vaak met zijn hoofd had gebonkt, tegen de muren van de gesloten afdeling van Waaloord, het psychiatrisch ziekenhuis waar Agnes hem had uitgehaald. Sommige gewoontes zaten er zo ingebrand dat hij ze bleef herhalen, hoe onplezierig en pijnlijk ze ook waren.
feedback van andere lezers- Magdalena
ocharme
verteld met immens veel inlevingsvermogen me dunkt Peerke: Ik hoop het, eerste echte verhaal dat ik officieel voor de opleiding schrijf... Dank voor het lezen, Magdalena! - ivo
wat een verhaal en knap geschreven peerke .. Peerke: Dank je wel Ivo,
Ben vereerd dat je me wilt lezen. Echt.
|