writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Dolle gekruisigden (89)

door Mephistopheles

John stelde voor om een zitplaats te gaan zoeken, en dus volgde ik hem. Er was een bovenplaatsje dat je via een trap kon bereiken en daar had hij een aantal beschikbare tafels en stoelen gezien. Het was gelukkig niet ver en toen we dat bovenplaatsje bereikt hadden bleek dat er inderdaad nog een aantal plaatsen beschikbaar waren. Aan een tafeltje iets verderop merkte ik bovendien Ned op. Hij zat in het gezelschap van twee pipo's die er even onappetijtelijk uitzagen als oesters tijdens een kater, en ze zagen er dronken uit. Ned gebaarde natuurlijk meteen dat we aan zijn tafeltje moesten plaatsnemen.

'Het lot blijft er voor zorgen dat onze paden kruisen,' bracht hij uit terwijl hij me groette.
'Dat komt omdat het lot waarschijnlijk door de duivel gecontroleerd wordt,' zei ik.
'Misschien wel,' grinnikte Ned, 'maar dan zal je er mee moeten leren leven want de duivel zal weigeren om zijn troon af te staan.'
'Je hebt geen troon nodig om te regeren in de hel,' zei ik.
'Dit zijn mijn maats!' schalde Ned terwijl hij nogal vaderlijk zijn armen naar zijn twee kompanen uitstak. 'Die kale daar is Billy, en die andere daar is Rutger. Hij denkt overigens alleen maar aan één ding.'
'Gedekte cheques?' probeerde ik.

Rutger maakte bij wijze van antwoord een obsceen gebaar door de wijsvinger van zijn ene hand in het gaatje te steken dat hij vormde met de wijsvinger en duim van zijn andere hand. Vervolgens bewoog hij zijn vinger in en uit dit gaatje terwijl hij een aantal onchristelijke insinuaties maakte met zijn uitgestoken tong. Het was een simulatie die boekdelen sprak. Naast die Rutger wilde ik niet zitten.

We namen plaats aan het tafeltje. John naast die afschuwelijke Rutger, ik tussen Ned en Billy, die kaal was, een bril droeg, en er over het algemeen uitzag alsof hij nog nooit een vrouw aangeraakt had en nog steeds bij zijn moeder woonde. Het kon natuurlijk ook allemaal inbeelding zijn, mijn fantasie sloeg soms op hol, maar het was me duidelijk aan het worden dat ik niet aan de winnaartafel zat.
'Rutger is een oude kennis van me,' legde Ned uit,' we kennen mekaar al lang. Billy woont hier in Gent, bij zijn moeder. Hij is geweldig met computers.'
Billy zoop driekwart van zijn bier leeg en boerde. John lachte. Ned ook. Die Rutger deed zijn gebaartje nog eens en ik verlangde naar een prachtig lief vrouwenelfje dat me kwam redden uit mijn betekenisloze bestaan.

Eens we allemaal aan mekaar voorgesteld waren en de formaliteiten daaromtrent achter de rug waren begon Ned erop los te tateren. Het was alweer een tijdje geleden sinds de laatste keer dat ik hem gezien had en hij had de neiging om je alles te vertellen wat hij sindsdien meegemaakt had. Zijn stem was altijd luid wanneer hij sprak. Soms dacht ik dat hij dit bewust deed, dat hij wilde dat ze hem tot beneden konden horen, alsof hij wat belangrijks te verkondigen had. Een stelletje nerds, beiden met brilletje en een hemdje keurig in de broek gestoken zat ietsje verderop aan een andere tafel een schaakspelletje te spelen. Ik kon aan hen zien dat ze zich ergerden aan de decibels van Ned, maar ze zeiden geen woord. Af en toe zag je ze mekaar een geïrriteerde blik toewerpen maar ze bleven zuchtend en morrend boven dat schaakspel zitten koekeloeren zonder er wat aan te doen. Bovendien stond de koningin van die ene nerd in een uitstekende positie om binnen één zet zijn tegenstander schaakmat te zetten, maar die idioot verzette zijn koningin naar een andere positie en neukte zichzelf daardoor behoorlijk in de reet zonder dat hij dit zelf besefte.

Ned was ondertussen op gang gekomen. Zijn stem bulderde doorheen het vertrek en ik denk dat ze het tot in Palestina konden horen. Je hoefde in zijn geheel niet naast hem te zitten om het gesprek te kunnen volgen. Al zat je dertig jaar geleden aan de slechte kant van de Berlijnse muur, dan nog had je hem gehoord, al probeerden honderd Walter Ulbrichts en Erich Honeckers het te verhinderen. Toen Ned eventjes halt hield, het overgrote deel van zijn vertelseltjes was over vrouwen gegaan en niet bepaald op een didactische manier, zag ik mijn kans schoon om de koers van het schip te veranderen.
'Is er een reden van jouw uitje vanavond?' vroeg ik hem.
'Het is Billy's verjaardag vandaag,' antwoordde Ned, 'hij wordt veertig vandaag.'
'En je woont nog steeds bij je moeder?' vroeg ik hem, me Ned's eerdere opmerking herinnerend.
Billy haalde zijn schouders op. 'Het is wat het is,' zei hij tenslotte.
'Alles is wat het is,' reageerde ik, 'en dat betekent in principe niets.'
'Ze is ziek,' legde Billy uit, 'ze heeft me nodig.'
'Kan je vader geen handje helpen?' vroeg ik, 'of heeft hij de ziekte van Parkinson?'

Billy waardeerde het grapje niet en zei droevig: 'vader is dood. Hij heeft zich opgehangen in de kelder, naakt boven de aardappelmand met 'The end' van The Doors op de achtergrond.'
'Uitstekende muziekkeuze,' zei ik, 'op dat nummer heb ik me ook ooit eens willen ophangen. Maar het spijt me van je vader, Billy.'
'Het geeft niet,' antwoordde hij, 'het was een zuiplap en een hoerenloper, en daarom dat ik nog bij moeder woon, snap je? Ze heeft me nodig.'
'Geen broers en zusters?'
'Twee broers,' zei Billy.
'Kunnen zij je moeder niet wat helpen?'
'Neen, mijn ene broer was homo en moeder heeft de banvloek over hem uitgesproken.'
'En je andere broer dan?'
'Die is ook niet meer welkom hé, dat was degene met wie mijn eerste broer homo was.'
'Ik begin te begrijpen waarom je vader zich opgehangen heeft,' zei ik.

Ned stelde voor om nog een rondje te bestellen en Billy, ondanks het feit dat het zijn verjaardag was stelde zich kandidaat om het te gaan halen, want voor de een of andere reden kwam het personeel van de zaak je nooit bedienen als je op dat dekselse bovenplaatsje zat. John besloot om Billy te vergezellen en helpen met dragen en eens ze uit het zicht verdwenen was begon Ned te fluisteren, alsof hij op het punt stond om me een aantal staatsgeheimen mee te delen.

 

feedback van andere lezers

  • koyaanisqatsi
    Je van minder naar een verlossend elfje verlangen!
    Mephistopheles: wees er maar zeker van
  • jan
    een heftige gekruisigde weer!
    Mephistopheles: schrijven is jezelf durven kruisigen veronderstel ik
  • jack
    Jotie T'Hooft maakte zichzelf van kant op de tonen van The End. En een junk uit mijn zeer nabije omgeving ook. Tis cliché ;-)

    Misschien ben jij echt wel "zacht" aan het worden, als ik zo die zin lees over dat elfje... :-)
    Mephistopheles: dat wist ik dat Jotie dat nummer ook gebruikt heeft, vandaar de knipoog omdat het inderdaad een cliché is. Heb het bewust zo gedaan.
    Wat is daar trouwens zo abnormaal aan dat ik zogezegd "zacht" aan het worden ben? Ik heb ook mijn gevoelens hé
  • Mistaker
    Elfjes zijn eigenlijk bitches hoor ;-)

    Groet,
    Greta (ook een zacht ei)
    Mephistopheles: Eigenlijk ken ik geen elfjes, wel een paar trollen, maar ik zal best niet in detail treden,
    gr.
  • henny
    Nou, Billy vertelde dingen waar je niet vrolijk van wordt. Ik kan begrijpen waarom hij bij zijn moeder woont.
    Verder weer een vlot geschreven deel.
    Mephistopheles: Dat dramatische tintje past wel bij als een personage als Billy vind ik
  • manono
    Een schare zeer uiteenlopende karakters, mooi bijeen gezet
    Mephistopheles: dankje
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .