writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

kunst-en-haar-statuut (work in progress) 2

door eisenik

Op zich was het kunstenaarstatuut een mooie geste van onze overheid. De beslissing paste in de nieuwe beleidsvoering die meer rekening wou houden met kunst en de kunstenaar. Geïnspireerd de meer open partijen naar creativiteit en progressiviteit die zetelden in de jaren paars groen. In tussentijd zien we de gevolgen en de effecten van een nogal slecht opgezet plan om kunst te betrekken in een sociaal systeem.
Op zich zou dit echter geen probleem meer mogen vormen aangezien de meeste kunsten heden ten dage een vanzelfsprekende doorstroom hebben naar de sociale sector, de privésector, de dienstensector, de entertainmentsector en de media. Hoezo? Hoor ik enkelen al zeggen. Wel, heel eenvoudig: Wat ze in de 19e eeuw een schrijver noemden heet nu in de privé een copywriter, wat ze in vervlogen tijden een tekenaar noemden heet nu een designer of een ontwerper... enzovoort. Door nieuwe media en verbreding van de beeldende en informatiekanalen komen heel wat mensen met artistieke opleidingen in een bruisende (of nu net iets minder bruisende...) economie terecht en zijn de culturele en de commerciële sector meer dan ooit met elkaar vervlochten... in theorie dan toch. In praktijk wil dit zeggen dat een bepaald aandeel van geschoolde of getrainde creatievellingen terecht komt in een goedbetaalde job met redelijk wat sociale zekerheden. Maar de vraag blijft wat er gebeurt met mensen die een eigen artistiek traject willen opzetten, los van marktonderzoek, communicatieve functies, middelen tot sociale cohesie, enzovoort. De drijvende kracht achter kunst blijft deze subversieve minderheid die zelf tegen de grote stroom in zwemmen om nieuwe of alleszins ideeën met nieuwe openingen in te ontwikkelen en vorm te geven in hun eigen medium of taal. Vanuit deze kleine poel wordt in de 'grote poel' (lees: de commerciële sector) ook gevist om de markt te blijven spijzen met originaliteit en de 'hipheid' die elk medium en elk product nodig heeft om aandacht te scoren. In wezen zijn deze zonderlinge figuren die hun leven weiden aan het graven in hun eigen brein op zoek naar een sprenkeltje hoop op vormelijke evolutie essentieel voor de algemene vooruitgang van de mens en de maatschappij. Dit is geen warm water en alles behalve een uitvinding, de staat of hoe dan ook een meerderheid ervan, heeft dit jaren geleden al beseft en een ingenieus systeem van subsidiëring van kunsten op poten gezet. Pas op, we moeten dankbaar zijn voor dit systeem dat bij ons veel verder ontwikkeld is dan in de meeste landen. Helaas houdt dit systeem, ondanks de beloftes van Anciaux in de tijd, weinig rekening met de kunstenaar zelf en nog minder met de reële situatie van artistieke productie. Dit valt niemand te verwijten, zo'n systeem is immers onmogelijk op te zetten aangezien systeem en productie altijd haaks staan op de vrijheid en impulsiviteit die nodig is voor interessante creatieve uitwassen.
Toch werd (in…) gekozen om een officieel statuut voor de kunstenaar te creëren. Dit statuut gaat echter uit van een professionele betrokkenheid met financiële belangen en numerieke maatstaven voor het bepalen van het statuut. Dit komt er simpel gezegd op neer dat zij die voldoende contracten binnen halen en voldoende professioneel kunnen optreden als uitvoerend kunstenaar ook als dusdanig erkend kunnen worden en in een iets veiligere en erkende positie worden geplaatst, nadat ze de nodige administratieve romslomp doorlopen hebben. Mensen die dus goed zijn in het uitvoeren van simpel en goedbetaald werk en die kunnen omgaan met officiële documenten maken veel kans om vrij eenvoudig het statuut te bekomen. Dit zorgt voor een groot aantal 'kunstenaars' en een wantrouwen tegenover het statuut en het systeem van buitenstaanders en instellingen.
Stel nu dat je al enkele jaren bezig bent met het ontwikkelen van een eigen vorm van schilderkunst, een medium waar in sé al weinig geld voor is en nog minder voor onderzoek of eigen ontwikkeling, wat dan? Van verkoop kunnen enkel kunstenaars met BV statuut leven en voor exposities wordt je niet vergoed. Je werkt elke dag van 's morgens tot 's avonds in de hoop een interessante werkvorm of inhoudelijk traject op te zetten, iets waar generaties na jou iets aan kunnen hebben via onderwijs, kopie, als inspiratie, als zintuigelijk genot, als spirituele vrucht… Maar je werkt dus op jezelf, voor jezelf en in contact met een willekeurig publiek van geïnteresseerden via bijvoorbeeld open atelier, low budget exposities, internet enzovoort. Hoewel dus de artistieke bezigheid je volledig inneemt heb je volgens de wet niet het recht om jezelf kunstenaar te noemen of hiervoor enige erkenning laat staan steun te krijgen. Zolang er geen vzw of privé instelling is die jou als kunstenaar rekruteert en contracteert ben je dit volgens de wet niet. Je bent werkloos en niet beschikbaar voor de arbeidsmarkt dus kans dat een leefloon of werkzoekende uitkering wordt ingetrokken is reëel. Waar mmoet je dan je geld halen om te overleven en werk te ontwikkelen?
De meeste artistieke bijdragen aan bijvoorbeeld evenementen of eenmalige gebeurtenissen gebeuren bovendien met onofficiële contracten met KVR. Een uitvinding die speciaal voor de kunstenaar in leven werd geroepen zodat hij zonder de administratieve last van een zelfstandige en zonder tussenkomst van een interim of werkgeversinstantie zijn praktijk kon doen en voor zijn onkosten of eventueel werkuren een kleine vergoeding kon krijgen. Het werkt bijvoorbeeld handig voor webdesigners, muzikanten, … die voor een privé of publiek evenement eenmalig hun diensten bewijzen. Dit soort contracten wordt niet erkend voor het behalen of behouden van het statuut van kunstenaar… Dus het contract van een kunstenaar telt niet voor het statuut van een kunstenaar. De logica geraakt mij zoek. Wat is het gevolg? Dat er een hoop mensen zijn die geregeld in dienst worden genomen als figurant of uitvoerend acteur (lees kleuterfeestclowns, reclamefiguranten,…) genoeg uren en contracten kunnen inzamelen om zichzelf kunstenaar te noemen en als dusdanig een maandelijkse uitkering te krijgen die gelijkgesteld wordt aan hun arbeiderstatuut. Als ze bijvoorbeeld een jaar als directeur hebben gewerkt, ontslaan zijn en zich dan hebben toegelegd op uitvoerende kunsten, bestaat de kans dat ze een maximumuitkering krijgen. De zolderkamerschilders en ivoren toren schrijvers die nooit dit statuut zullen bereiken en moeten leven van bij elkaar gescharrelde optredens of straatverkoop van hun werk, maken kans op een minimumdop of wachtuitkering na hun studies of opleiding en moeten hun artistieke traject stopzetten voor zware fysieke arbeid en lage loonwerk om respect te krijgen van de maatschappij.
Zijn er dan geen kansen voor kunstenaars? Die zijn er wel, met hopen zelfs. Maar de structuur van de kunstenmarkt is erg uitgebreid en verdicht. Het beleid gaat ervan uit dan mensen inhaken op de bestaande faciliteiten die er zijn van werkplaatsen, over galerijen en festivals tot musea en theaters enzovoort. Wat het beleid niet lijkt te begrijpen is dat het subsidiesysteem dat ze zelf hebben ontwikkeld een zeer genetwerkt en 'insiders' systeem heeft gecreëerd vol kunstpauzen die al enkele rondes van structurele subsidies (lees vier jaar) hebben overleefd en al jaren teren op hetzelfde professioneel netwerk (lees vriendenkring) om hun programma's en podia te vullen. Om toch een soort instroom te creëren worden jongerenfestivals en workshops op poten gezet die vaak eerder een dekmantel zijn van dezelfde netwerken om nieuwe vrienden toe te laten tot het clubje jaren negentig sterren. Als je niet bezigt bent met wat het huidige systeem erkent kan je ook geen toegang krijgen tot dit systeem dat zo mankeert aan ademruimte, variatie en originaliteit. Zelfs als je met een klassieke artistieke praktijk bezig bent zal je weinig gehoord vinden bij erkende instellingen die vooral op zoek zijn naar de hit van gisteren en de iconen van enkele jaren geleden. Zelfs al zouden ze aandacht hebben voor nieuw werk dan nog kunnen ze dit geen plaats geven aangezien ze voor het beleid hun programma en parcours moeten vastleggen in subsidiedossiers die met minstens een jaar vertraging tot stand worden gebracht als artistieke praktijk. Zo heb ik net voor een eigen project virtuele steun gekregen van een erkend cultuurcentrum maar zij zijn niet in staat ons te programmeren of financiële steun te bieden aangezien hun ruimte en budget lang op voorhand vastgesteld zijn.
Wat heeft de kunstensector echt nodig? Zoals altijd en al sinds eeuwen: mecenassen, geïnteresseerden en publiek. Kunst is geen nutsvoorziening of geen product, het is een levend geworden artefact, een mensbindende geest die noodzakelijk is voor de menselijke essentie en het positief evolueren van een maatschappij. Dit levende ding moet gesteund worden, adem krijgen, mensen die erover oordelen moeten ertussen leven, niet afgaan op cijfers of papieren maar op reële productiewaarden.
Wat zijn de reële productiewaarde? Kwaliteit? Kwantiteit? Originaliteit? In principe zijn ze er niet. Hoe dan kunst of kunstenaars beoordelen? Daar ligt de essentiële vraag van een nieuw en realistisch kunstenaarstatuut: wat zorgt ervoor dat iemand zich kunstenaar kan noemen? Of nog erger; hoe bewijst iemand dat hij met kunst bezig is en er zijn leven aan wil wijden? Hoe kunnen deze gekken bewijzen dat ze niet faken maar echt verstandelijk iets mankeren en niet in staat zijn een gewone job te hebben en een gewoon (en gemakkelijker) leven te leiden; ze zijn zo gek dat ze alle normaliteit aan de kant laten staan en de abnormaliteit tot de kern onderzoeken, door hun meest gestoorde of afwijkende gedachten neer te schrijven tekenen spelen of wat dan ook. Of ze eren een door mensen ontwikkelde ambacht en willen deze zelf uitvoeren kost wat kost. Voor deze mensen is er niet alleen nieuw systeem nodig, maar vooral een nieuw imago. Er is een enorme discrepantie ontstaan tussen de realiteit van de kunstenaar en het imago van de kunstenaar bij buitenstaanders en instellingen. 'Mensen' zien kunstenaars 's avonds op café zitten, vaak onder invloed, of ze zien ze 'slecht gekleed' rondlopen of in een situatie waarin het lijkt dat ze 'niets doen' of zich 'niets aantrekken' van de maatschappij. Niets is echter minder waar. Het is net hun betrokkenheid met de mensheid en de maatschappij dat hun minder bedeelde positie determineert. Vaak is artistiek werk gericht op het verwerken van psychologisch leiden, het vinden van rust of troost, het creëren van beelden of ideeën die ruimte kunnen bieden voor levensnoodzakelijke gedachtepatronen of emotionele oplossingen. Om hierover uit te drukken is het noodzakelijk dat je staat in een positie van enerzijds reflectie en contemplatie en anderzijds 'ascese'. Door buiten het ritme van de maatschappij te staan of door fysieke ontbering te ondergaan komen mensen tot wezenlijke inzichten. Zoals Huxley formuleerde: zelfastraffing kan de doorgang zijn naar het paradijs. Om dus tot een verrijkte of verlichte menselijke ervaring te komen zijn enerzijds expressie en anderzijds een 'kunstenaarsleven' noodzakelijk. Het beeld dat 'werkende mensen' hebben van kunstenaars is een vertekend beeld dat door beïnvloeding van de grote media uitgaat van de idee dat zij die niet met de stroom mee zwemmen een dijk willen bouwen, terwijl ze vaak op zoek zijn naar de bron of de monding. Het is ook vanuit deze aandacht voor het 'marginale', het 'subversieve', het ascetische en het anti-norm-ale dat de nieuwste ontwikkelingen en evoluties in de media en de productontwikkeling ontstaan, denk maar aan punk, grunge, trash - cultuur enzovoort. Voor deze als een modeverschijnsel en inhoudelijke consensus verkocht worden zijn het werkelijke ervaringen van mensen die zich nog vragen durven stellen of die hun eigen discours in het menselijk leven willen ontdekken. Vanwaar dan een aversie voor mensen die vandaag nog willen dat over dingen gereflecteerd wordt of dat beeldende bronnen kunnen leiden tot een verheven menselijk bestaan? Waarom geen rekening houden met deze levensnoodzakelijke minderheid?
Ik zie beleidsmakers al fronsen bij mijn woorden en denken: ok maar wat moet er dan concreet gebeuren. Ik ben geen politicus noch een adminstratief of juridisch specialist, laat staan een nostradamisch visionnair of een profeet. Ik ben maar een gewone mens, met een academische opleiding en twee jaar artistieke praktijk achter de kiezen. Ik kan geen perfecte systemen of oplossingen bedenken, wat ik wel kan doen is een beeld schetsen van een systeem dat mij functioneler lijkt dan de huidige chaotische vervlechting tussen sociale zekerheid en kunstensector.
De staat geeft al geld aan de culturele sector, of dit voldoende is of niet dat staat buiten discussie. Dat dit geld niet ideaal benut wordt daar zijn zowel insiders als outsiders het mee eens. Dus als een klein percentage van dit geld aan iets anders gespendeerd wordt zal dit door niemand als misdaad aanzien worden. Het is ook maar normaal dat de kerk voor haar parochianen zorgt; dat dus de kunstensector zorgt voor haar kunstenaars. Stel nu, volledig hypothetisch dat elke gesubsidieerde instelling, van theaterzaal over museum over festival tot steunpunt 1% van hun subsidie afstaan aan een organisatie, laat ik ze een syndicaat noemen, voor de kunsten, een kunstensyndicaat. Deze organisatie staat dus in voor het financieren van het leven en werk van mensen die zich toeleggen op het ontwikkelen van eigen werk, of dit nu alleen is of in groep. Niet op de productie of de projecten maar op de mensen dus; hun eten, hun bibliotheekabonnement, hun internetverbinding, enzovoort. Op deze manier zouden deze mensen onafhankelijk van andere sociale zekerheid een eervol bestaan kunnen leiden zonder als marginaal of profiteur bestempeld te worden; hun reële statuut als kunstenaar zou onderworpen worden aan interne controle. Hiermee bedoel ik dat mensen met artistieke kennis (professoren, recensenten, vertegenwoordigers van de huidige kunstensector) een jury vormen die het werk of de ambities van iemand evalueren. Niet alleen de continuïteit van de praktijk, ook de concrete en abstracte doelstellingen. Nu wordt er immers ook geoordeeld over dossiers voor projecten en deze jurering gebeurt vrij 'realistisch'; er is natuurlijk nooit genoeg geld voor iedereen en de criteria zijn vaak zeer politiek ingevlochten omdat het gaat over producten en projecten; de beoordeling van kunstenaars zou hiervan los moeten kunnen functioneren: los van politieke idealen, numerieke doelstellingen, enzovoort; Als iemand kan aantonen dat hij gemotiveerd, ambitieus en systematisch met kunst bezig is dan is hij het 'spijs' voor de kunstensector van morgen. Deze sector is dan ook verantwoordelijk voor het overleven en stimuleren van deze mensen. Zo verdwijnt voor een groot deel het conflict tussen beleid en creatieve productie omdat iedereen die effectief bij de creatieve productie betrokken is automatisch mee het kunstenbeleid van morgen bepaaldt. Ook de instroom van deze mensen naar de erkende kunsteninstelling kan dan meer gereguleerd worden omdat het totale aanbod onafhanlijke kunstenaars makkelijker controleerbaar wordt;.
Let wel, ik besef dat dit systeem een kaas met gaten is en dat in de realiteit regulering en systeem niet samen gaan met eerlijke en mensverrijkende kunst, maar we kunnen niet zonder 'een systeem' zolang we als mens afhankelijk zijn van geprivatiseerde nutsvoorziening en kapitaal. We zijn de kinderen van een tijd die een vreemde moeder is en niet over alle kinderen hetzelfde laken legt, laat ons deze moeder dan tenminste aantonen welke kinderen er zijn en dat die hun eigen dromen hebben, dromen die alleen een moeder kan begrijpen die aan dezelfde droom mee werkt. Het is niet normaal dat mensen die bezig zijn met kwantitatieve gegevens en gerechtelijke etappes oordelen vellen over mensen die vooral niet met deze factoren in verband worden gebracht. Je laat een bakker ook niet oordelen over de kwaliteit van een slager, dus waarom de RVA in staat stellen te oordelen over het statuut van een kunstenaar?





[work in progress wordt vervolgt]

 

feedback van andere lezers

  • Ghislaine
    Waarom de RVA in staat stellen om te oordelen over het statuut van een kunstenaar? Dat antwoord is vrij simpel.
    Iedereen die in dit land ongewild zijn hand gaat ophouden bij vadertje staat moet en zal het leven zuur gemaakt worden. Kunstenaars zijn luieriken die liever onzin op papier, podium enz zetten dan belastingen opbrengen. Dat het statuut opzich rammelt, boeit alleen diegene die ermee bezig zijn. Men heeft miljoenen veil voor banken en noodlijdende multinationals, behalve voor kunst. Probeer maar eens een werkbeurs te verkrijgen bij het Vlaams Fonds voor de Letteren. Zit je niet bij een uitgeverij, krijg je geen cent. Heb je een bloeiende verkoop, heb je zo een subsidie vast. Werk je deeltijds, dan zal de RVA of VDAB je al snel gaan ambeteren met full-time opdrachten die echt niets met kunst te maken hebben. Weiger die eens, komt echt goed. Ben je gek!? Ik hekel via een ander kanaal eveneens de kwakkels ivm het kunstenaarsstatuut. Het is water naar de zee dragen. Men is van oordeel dat globaliteit voor individualiteit moet gaan. Enkele vakbonden hebben een cultuurgerichte onderafdeling maar ze werkt eveneens averechts. Ziekenfondsen zijn in hetzelfde mandje ziek. Invaliditeit, geen recht tot publicatie what so ever tenzij je een schriftelijke toestemming van de geneestheer in handen hebt, zelfs gratis online behoeft toestemming. Dit noem ik gewoon meesnabbelen van inkomens die fors terugzakken en mensen noodzaken terug werken te gaan geheel tegen hun kunnen in. Men krijgt vrijheidsberoving langs alle kanten bij werkloosheid of ongewild ziekte. Maar hoe gek het ook mag klinken: Wie garandeerd ons, ons pensioen bij deze maatregelen en banale wetjes? Juist niemand. Dan alleen zijn we terug vrij. Anders moeten we het knabbelen aan onze inkomsten gewoon toestaan. We krijgen heus teveel klaarblijkelijk.
    eisenik: =)
  • manono
    Ik lees dat je stukken hebt hernomen.

    De inhoud vind ik evenwichtig en goed opgebouwd. Het leest in elk geval heel vlot.

    Ik heb mijn commentaar op de inhoud al eerder gegeven.
    eisenik: kan je die even op mail zetten? dan houd ik rekening mee... eisenik@hotmail.com
  • julien_maleur
    Met aandacht gelezen. Ik apprecieer jouw pleidooi. Anderzijds wordt is onze maatschappij al zo dikwijls een 'onderhoudsmaatschappij'. Er zijn al zo veel zaken gesubsidieerd. Idd ik denk ook dat diegenen die als kunstenaar erkend worden en van de staat een subsidie krijgen, juist diegenen zijn die het niet echt nodig hebben en door hun naambekendheid voldoende van hun kunst kunnen leven.
    vg JM
    eisenik: exactly my point en vandaar de idee om net voor mensen die daarbuiten vallen een soort syndicaat op te richten...
  • Mistaker
    Sommige schrijvers hebben niet de energie en de mentaliteit voor een baan? Wat minder in de kroeg hangen zou ik zeggen (levert energie op) en dringend van mentaliteit veranderen want op profiteurs zit niemand te wachten. Mensen die uitsluitend met schrijven bezig zijn, zijn trouwens zó vervreemd van het echte leven dat ze nooit echte kunst kunnen maken (zoals bijv. Nescio, Céline en Pessoa dat deden).

    Groet,
    Greta
    eisenik: jezes christ wat een fuckin' hersenloze opmerking... heb je dan niets gelezen van wat ik heb neergepend? voor sommige kunstenaars is het noodzakelijk en onvermijdelijk dat ze 'vervreemden' en buiten de maatschappij staan om net relevante dingen te kunnen doen/maken... daar gaat het net om...
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .