writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Zij en 'hem', een moment

door MonaLisa

Hij zag er slecht uit, versleten. Maar afstand? Nee, niet van 'hem'.
Nu het lot haar in een andere richting gemanoeuvreerd had, kon niets haar ervan weerhouden om, elke dag opnieuw, vol verwondering van het leven te genieten.
Het had even geduurd voor ze helemaal loskwam van het drugscircuit waarin ze een prominente rol had gespeeld. In een milieu waar alles gebaseerd was op illusies kreeg ze aandacht, in overvloed en exploitatie? Dat had ze toen als iets heel natuurlijks ervaren.
Ze was nog jong, net negentien, had een interim baantje en was zich sterk bewust van haar tekort aan vertrouwen in de mens over het algemeen.
Bij wijze van tussenfase, ontwikkelde ze een bijzondere relatie met 'hem' en met 'hem' bedoelde ze haar jas.
Al gauw werd ze omwille van die 'relatie', zonder pardon, op de werkvloer in het 'rariteiten' -kastje gepropt en werd ze er occasioneel, onder het mom van waardevol stuk, als gebruiksmiddel uitgehaald om er na het sluiten van een deal terug in te verdwijnen.
In werkelijkheid liepen de symptomen van exploitatie parallel met die van uit haar vorig leven. Het gebeurde nu gewoon veel subtieler, stelde ze vast. Helaas lag de grens tussen heden en verleden vaak gevaarlijk dicht bij elkaar.
De houding die buitenstaanders aannamen aangaande haar 'relatie' accepteerde ze zonder meer. Nuchter genoeg begreep ze dat haar betrokkenheid met een jas niet bepaalt alledaags genoemd kon worden.
"Ik heb tijd nodig," opperde ze toen haar psychiater het ter sprake bracht, "en 'hem' kan ik vertrouwen."
Vandaag trok ze met 'hem' de natuur in.
"Wat denk je van een tochtje naar die grot ginder?"
Ze hoorde het 'hem' al zeggen, "Ga je zo?"
"Waarom niet? Jij bent toch bij me?"
In die grotten is het hoogstens tien graden, zag ze 'hem' denken.
Met een sprong in de lucht, als had 'hij' toegestemd, schreeuwde ze, "Doe niet zo gek! Kom op!"
Zelfvoldaan stak ze het weidse grasveld over.
Halverwege stak er een stevige bries op; de geelgroene wolken boven de open vlakte hadden iets onheilspellends maar goedgemutst stapte ze neuriënd verder.
Tegen beter weten in probeerde ze een haarlok die tegen haar gezicht kriebelde tegen de wind in weg te blazen terwijl ze haar hand in 'zijn' warme zak liet glijden. Ze zweerde bij dit 'zakritueel'. Het schonk haar rust door gewoontegetrouw aan de losse draadjes binnenin te friemelen, beweerde ze.
Tussen haar gave gebit verpletterde ze een roze kauwgum. Af en toe blies ze een klein ballonnetje dat seconden later, pfffff, pufte.
Voor zover ze kon zien leek de ingang van de grot vrij klein. "Is dit nu die…?"
Misschien was de grot van naderbij toch wel de moeite. Even snel als de gedachte bij haar opgekomen was verdween die weer. Geen mens te zien.
Dus nee, dit was absoluut niet de trekpleister waar ze over gelezen had.
Een rotsblok versperde halvelings de ingang. Ze klauterde erop en bleef er een tijdje stoer bovenop staan. Met beide handen in de zij en de benen lichtjes gespreid nam ze de omgeving rondom onderzoekend in zich op. Vervolgens ging ze soepel door de knieën, fronste de wenkbrauwen en piepte de donkere spelonk in. Losliggende keitjes sprongen hier en daar weg en rolden afwaarts naar binnen.
Het leek toch wel eng en veel was er niet te zien. Gewone stenen, keitjes en los geel zand.
"Hallo-o-o-o!" echode het, "Is daar ie-mand!" .
Voorzichtig stapte ze van het rotsblok af en met kleine stapjes schoof ze nieuwsgierig naar binnen.
"Gaan we ervoor?" vroeg ze 'hem' giebelend en fluitend liep ze al verder.
Al na vijf meter werd het zicht aanzienlijk minder en nog wat verder werd het stikdonker.
Ze bleef stilstaan, hield de adem in en luisterde aandachtig. Misschien kon ze iets horen.
In de verte sijpelde water, steentjes rolden, maar naast het geluid van haar eigen ademhaling bleef het stil. Met haar vingers gleed ze over de rotswand.
Die was ruw, vochtig en ijskoud. Ze voelde iets zachts waar ze aan pulkte. "Mos of zoiets," dacht ze hardop. Althans, dat hoopte ze.
De gedachte dat ze hier, in een donkere grot, naar zichzelf stond te luisteren maakte er iets speciaals van.
Ze schoof zachtjes naar onder tot op een zandbergje waar ze zich comfortabel probeerde op neer te nestelen. Met gesloten ogen ademde ze diep in en blies de hete lucht terug de ruimte in. De ideale stek om tot mezelf te komen, dacht ze bij zichzelf.
De dagen voordien hadden haar uit balans gebracht. Een mens had haar geraakt en onzeker gemaakt; haar denken beïnvloed. Ze had liefde gevoeld.
Het had niets fysieks om het lijf. Trouwens, een lichaam is niets meer dan een omhulsel, predikte ze altijd en overal rond. Nu dit gevoel haar onaangekondigd te beurt viel wist ze er geen raad mee.
Wat moest ze hiermee? Liefde is iets moois, toch? Waarom voelde ze zich dan ongelukkig?
'Het is de inhoud die zo bijzonder is,' had ze een collega toevertrouwd, 'het hart.'
Hij had gelachen; haar meelijdend bekeken als was ze een naïef kind met té romantische verbeeldingskracht.
Enerzijds pruttelde instinctief het verlangen naar de herbeleving van een moment. Naar meer en…nog. Anderzijds was er dat verdriet.
'Ik mis…'
Ze snikte zachtjes terwijl haar kin in haar fijne hand rustte.
Het voelde juist aan om zich hier, op deze plek, een recht toe te eigenen. Het recht om te cocoonen in haar emoties, om erin onder te gaan. In haar verdriet, pijn, woede, enfin… om ze gewoonweg allemaal de revue te laten passeren en er zich sterk in te wentelen.
In schokjes inhaleerde ze de koude lucht, liet die diep in haar longen circuleren en stuurde hem gecontroleerd terug de ruimte in.
"Als vasthouden lijden is…" fluisterde ze tenslotte terwijl ze overeind krabbelde, "…hoe noem je dan in hemelsnaam loslaten!?" gilde ze nu voluit.
De woorden galmden door de grot, eindigend in lijdende stilte.
"Zo, dat deed deugd," sprak ze met bemoedigende stem terwijl ze terug naar buiten liep.
Het weer was omgeslagen. De lucht was nu blauw gekleurd en de zon wierp een warme gloed over het veld.
Ze glimlachte alweer.
Nadat ze een dunne twijg van de grond had geplukt keerde ze zich met een zwier terug naar de grot om.
Op plechtige toon zei ze, "Ik doop je om tot mijn Spelonk van de Vrije Wil."
Tevreden stak ze haar handen in 'zijn' zakken en hervatte opgelucht de terugweg.
"Weet je," deelde ze 'hem' tenslotte lief mee, "nu ik 'verlangen' haar plaats gegeven heb en het 'moment' zijn waarde weet ik dat geluk liefde is die, net daardoor, nooit eindigt."


 

feedback van andere lezers

  • elpe
    leest lekker...al had ik "hem" niet zo vlug ontbloot...
    maar het is jouw verhaal natuurlijk
    zeer graag gelezen.
    MonaLisa: bedankt voor je fijne fb hoor!
    groetje,ML
  • hettie35
    Sluit mij bij Elpe aan,maar ik heb het graag gelezen en nog eens herlezen het boeit mij,

    groetjes Hettie
    MonaLisa: dankjewel Hettie, fijne fb ook
    groetje, ML
  • manono
    Ik had het wel meteen door.
    Heb er van genoten want de opzet is vrij origineel en ik hou van zulke plot uitdagingen.

    Ook vrij scherpe analyse van levenshoudingen.
    MonaLisa: dat is wederom héél fijne fb!
    bedankt en groetje
    ML
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .