writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

OPNIEUW uit PUBERSTORY

door julien_maleur

De verdwijning

Er is onrust bij Michel thuis. Zijn ouders lopen heen en weer en stellen zich de meest afschuwelijke zaken voor. Bij elke stap op het voetpad voor de woning kijken ze door het venster, in de hoop hun zoon te zien terugkomen. Zijn moeder heeft rode ogen van het wenen. Michel was blij en opgewekt toen hij deze middag van huis is weggegaan. Wat kan er toch zijn gebeurd?
Zo spookt het door haar geest. Ze wist dat hij zinnens was om naar de schoolbibliotheek te gaan. Ze had niet op haar uurwerk gekeken, toen hij haar van zijn vertrek op de hoogte bracht. Maar wanneer hij om tien uur 's avonds nog steeds niet was teruggekeerd, werd ze ongerust. Haar man was afwezig. Hij zou pas thuiskomen om middernacht. Intussentijd loopt ze zich op de nagels te bijten van angst; angst om het welzijn van haar zoon.
Wanneer Michel's vader thuis komt ziet hij onmiddellijk dat er iets mis is.
"Ben je ziek?", vraagt hij vol bezorgdheid, "Je ziet er bleek uit."
Zijn vrouw aarzelt. Ze wil hem niet zeggen dat Michel niet naar huis is gekomen. Misschien is de jongen ergens in een herberg blijven hangen. Ze wil niet, dat haar man boos zou worden op de jongen. Met bevende stem antwoordt ze:
"Ik voel me niet zo best. Ik kan niet slapen. Ik denk dat ik een beetje overspannen ben. Ik zal morgen wel beter zijn."
En ze voegt er nog aan toe:
"Kom maar aan tafel. Ik zal dadelijk voor je avondmaal zorgen. Je ziet er moe uit."
Met smaak lepelt Michel's vader zijn gortenpap naar binnen. Ook de aardappelen met groenten en vlees verdwijnen in een oogwenk door zijn keelgat. Het is een zware dag geweest en hij heeft reuzenhonger. Hij is zo door zijn maal in beslag genomen, dat hij geen aandacht heeft voor zijn echtgenote. Al een paar keer heeft ze een poging gedaan om een gesprek op gang te brengen. Opnieuw doet ze een poging. En weer probeert ze zijn aandacht te trekken.

Zodra zijn eten is verorberd, wordt de vader van Michel opnieuw getroffen door de zenuwachtigheid van zijn vrouw.
"Maar wat hapert er eigenlijk? Is er iets met Michel? Heeft de jongen je verdriet gedaan? Waar is hij? Slaapt hij al?"
Verdrietig schudt de vrouw het hoofd.
"Ik weet niet waar hij is. Ik ben zo bang. Hij is niet naar huis gekomen. Als hem maar niets is overkomen."
Michel's vader begrijpt er niets meer van.
"Hoe komt het dat hij niet is thuisgekomen? Weet je echt niet waar hij is? Waar is hij heen gegaan? Vertel eens precies wat er is gebeurd."
Al schreiend vertelt de vrouw aan haar man, dat hun zoon in de loop van de namiddag van huis is vertrokken met de bedoeling enkele boeken te ontlenen in de schoolbibliotheek. En dat hij sindsdien niet meer is thuis gekomen.
"Om welk uur is hij vertrokken?" vraagt de vader, nu eveneens ongerust vanwege het wegblijven van zijn zoon.
"Ik weet het niet precies. Ik denk dat het omstreeks vijftien uur is geweest. Eerst heeft hij nog een hele tijd gestudeerd."
Om zijn echtgenote enigszins tot rust te laten komen, zegt hij:
"Waarschijnlijk zit hij ergens bij een vriend. Maak je maar niet ongerust. Hij komt wel terecht."
Maar de uren gaan voorbij. En wanneer het morgen wordt is de jongen nog niet teruggekeerd. Dit is niet normaal. Er moet iets gebeurd zijn. Maar wanneer hem een ongeluk zou zijn overkomen, dan zou de politie hen toch al hebben op de hoogte gebracht. Zijn vrouw is nu volledig overstuur.
"Kalm toch, Louise." zegt de vader. Maar zelf bijt hij op zijn nagels van de zenuwen. Er is vast iets gebeurd. Angstig vraagt zijn vrouw:
"Zou je de politie niet verwittigen?"
"Ik zal eerst even naar de school bellen. Misschien weet men daar wel iets."
En hoewel het nog zeer vroeg is - het is pas vijf uur in de morgen - telefoneert hij de directeur uit bed. Deze is enigszins verwonderd en vraagt verongelijkt:
"Is het zo dringend? Kan het niet wachten tot tien uur?
Michel's vader zet hem de situatie uiteen.
"Ik zal er de studieprefect moeten bijhalen. Hij had gisteren dienst in de bibliotheek.
Deze bevestigt dat Michel naar school is gekomen, maar hij is terug weggegaan zonder boeken te ontlenen. Hij had de school omstreeks zeventien uur en dertig minuten verlaten. Van het dispuut omwille van de keuze door de jongen spreekt hij niet. Dat acht hij zonder belang.
"Zie je wel dat de jongen iets is overkomen!"
De moeder is nu niet meer te bedaren. Snikkend loopt ze in de leefkamer in het rond. Intussen wringt ze haar handen tot ze kraken. En steeds herhaalt ze:
"Er is hem iets overkomen. Je moet naar de politie."
Wanneer de vader zijn jas aantrekt komt ze even tot bedaren.
Maar wat moet hij in godsnaam aan de politie vertellen? Hij weet niet eens zelf wat hij van het voorval moet denken. De jongen is de jongste maanden nogal gespannen en zijn studie vlotte niet zo goed. Hij was gebuisd voor een vak en moest daarvoor binnenkort herexamen doen. Hij heeft zijn zoon hiervoor een flinke bolwassing gegeven. Maar dat de jongen uit vrije wil van huis zou weglopen, kan hij zich niet voorstellen. Dat is toch niet mogelijk. Zo iets zo Michel niet doen!


"En? Met wat kan ik je van uw dienst zijn?", vraagt de politieagent, die de wachtdienst verzekert, wanneer Michel's vader het politiecommissariaat binnenstapt. De agent is nog jong. Michel's vader kent hem niet. Hij heeft hem nooit eerder gezien.
"Ik kom aangifte doen van de verdwijning van mijn zoon."
"Hoe oud is je zoon? Sinds wanneer is hij verdwenen? Heb je enig idee waar hij ergens heen kan zijn?"
Wanneer hij hoort dat de jongen nog geen volledige nacht weg is en dat hij reeds ouder is dan zestien jaar, lacht hij geruststellend en zegt:
"Maak je toch geen zorgen, man. Je bent toch ook jong geweest! Hij zal waarschijnlijk ergens bij een grietje in bed zitten. Zo erg is dat toch niet. Vertel me maar eens zijn volledige identiteit en zijn persoonsbeschrijving. Ik zal hem nationaal laten seinen als vermiste persoon. Zodra ik iets verneem breng ik je wel op de hoogte. Wat is je telefoonnummer?"
Plots begint de telex te ratelen en de agent moet de angstige vader alleen laten. Deze blijft niet wachten. Hij heeft toch niets meer te zeggen. Daarom verlaat hij het lokaal en keert naar huis terug. Zodra zijn vrouw hem ziet aankomen, op zijn fiets, loopt ze hem tegemoet.
"En? Wat heeft de commissaris verteld?"
"Ik kreeg niet de commissaris te spreken, maar een jonge agent. Hij zei dat ze hem zullen seinen."
De ongelukkige vader zucht. Hij is doodop. En de onrust knaagt aan zijn hart. Hij begrijpt er niets van. Waar kan zijn zoon toch zijn? Zijn echtgenote, die ziet dat haar man uitgeput is, komt liefdevol naar hem toe, neemt hem in haar armen en zegt tussen twee tranen door:
"Kom, Albert, laat ons nog even in bed gaan. We hebben deze nacht niet veel geslapen. Ge moet nog wat rusten. Voor Michel kan je nu toch niets meer doen. De politie zal onze jongen wel vinden. Laat ons God bidden dat hij wel en gezond terecht komt. Het is toch zo een goede jongen."
Ontroerd kijkt de vader naar zijn echtgenote. Hij houdt van haar. Stilletjes zegt hij :
"Ja, laat ons nog wat slapen. Ik kan toch niet werken nu. Ik zal mijn werkgever verwittigen dat ik niet kan komen."
Maar van slapen komt niet veel in huis. Als ze enkele uren later opstaan heeft geen van beiden echt een oog dicht gedaan. Van hun zoon is nog steeds geen nieuws. Harder nog dan voorheen knaagt de onrust. Ze durven elkaar niet aan te kijken. Met bevende handen bereidt de moeder het ontbijt. Bij het inschenken van de koffie morst ze op het tafelkleed. Wat is er toch met Michel gebeurd? Smakeloos eet de vader zijn boterhammen. De moeder drinkt enkel een kop koffie. Dan blijven ze angstig wachten, bij iedere stap hopende, dat het hun zoon is die terug thuis komt.
Het wordt middag en er is nog geen nieuws. Er wordt niet gemiddagmaald.
Ook in de loop van de namiddag blijven ze vol spanning wachten op enig nieuws van hun verdwenen zoon. Het is al laat, avond bijna, wanneer stappen weerklinken voor de deur. Het is de wijkagent. Zodra ze de agent in het deurgat zien, ontsnapt hen een zucht van opluchting. En onmiddellijk vragen ze:
"Is er nieuws van onze jongen?"
De politieman stelt hen gerust.
"Je zoon is teruggevonden. Je mag hem afhalen op het commissariaat van de achtste wijk. Hij is ongedeerd. Wees maar niet bang. "
Wanneer de agent vertrokken is vallen de beide ouders elkaar om de hals. God zij geloofd! Hun jongen is veilig. Maar dan komt de twijfel. Als hij maar niets heeft uitgespookt!

 

feedback van andere lezers

  • manono
    Ouders die hun zoon een bolwassing geven omdat hij een buis heeft? Ja, dat zegt genoeg. Het keurslijf...in zo'n sfeer zou ik ook weg wezen.

    Julien, in het begin van je stuk, klopt er iets niet volgens mijn lezing:
    'Zijn ouders lopen heen en weer...' en dan lees je dat de man om middernacht thuiskomt en de echtgenote niet zegt wat er is... en dan na het avondmaal van de man, zegt ze wat er aan de hand is... maar waar is het aanknopingspunt met 'zijn ouders lopen heen en weer'?

    'HEBBEN geen van beiden een oog dicht gedaan.'

    Het verhaal blijft boeiend. Ik ben als lezer gefocust op de jongen, niet zozeer op de ouders.
    julien_maleur: Dank je Manono. Zal aan de hand van jouw opmerkingen het eens bekijken. Of er is een fout in geslopen, of de verklaring is te vinden in wat voorafging.
    Normaal dat je op de jongen gefocust bent. Over hem gaat het verhaal.
    groeten JM
  • Ghislaine
    Inhoudelijk zitten er toch wat haken en ogen, zeker wat betreft mijn eigen beroep.
    Na het Dutroux tijdperk worden er ook voor iets oudere jongeren zoekacties op gericht. Dus je opmerking van die lacherige agent, zit me niet lekker.
    Nu is het alle hens aan dek, zonder uitzonderingen tenzij interventies die al op stonden en ongevallen met gewonden. Deze minimum stand-by is verzekerd, de rest vult de steun naar DVI in.
    julien_maleur: Dank je Ghislaine voor het lezen en de fb. Mooi om jouw beroep te verdedigen (politie denk ik dus), maar ook sedert het Dutroux tijdperk zijn niet alle agenten even ijverig en zijn niet alle problemen opgelost. Ook is er een verschil tussen de diverse politiezones, tussen dorpen en grote steden, enz. Eigenlijk doet het er niet toe. Het beeld dat in mijn boek is opgehangen en hier werd gepubliceerd paste gewoon in het plaatje en werd geschreven, heel wat jaren voor het Dutroux tijdperk. PUBERSTORY werd echter pas in 2007 uitgegeven door Writehistory en staat dus in hun boekenwinkel.
    vele groeten JM
  • GoNo2
    Klinkt me bekend in de oren...
    julien_maleur: dank je GoNo2 groeten JM
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .