writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Sorane 2 Delos - hoofdstuk 10/26

door Jelsi

De bevrijding
Ook op Enuron zijn intussen al bijna twee jaar voorbijgegaan, na het ontstellend nieuws van Gayna en Sejine. Malon en de anderen zochten naar meerdere mogelijke bewijzen van hun bewering. Maar ze hebben alleen de computergegevens die Gayna en Vienna ontdekten. Ook de ouders van Raya kunnen het niet geloven, maar de beelden op het computerscherm leken zo echt. Sommigen hebben wel een theorie. Gayna moet iemand gezien hebben die fel op Raya leek en daardoor misleidt zijn. Zelfs de DNA gegevens kunnen vervalst zijn met de techniek, die Jakira tot haar beschikking heeft. Sejine begint langzamerhand ook te twijfelen. Gayna houdt echter vast aan haar bewering, al geloven ze haar niet en zit soms vele uren geconcentreerd in haar kamer. Ze oefent haar telepathische gaven en scant steeds verder van de basis af op zoek naar een teken van Raya.
Maar haar doelwit bevindt zich diep onder de grond meer dan zesduizend kilometer daarvandaan. Raya traint hier haar nieuwe vrienden en de nieuwe beginnende rekruten, in het gebruik van nieuwe wapens. Ze heeft een heel netwerk opgebouwd van rebellen overal op het continent. Op een dag zit ze voor het beeldscherm naar de nieuwsberichten te kijken. Zoals altijd gaat het over de vooruitgang van de nieuwe politiek van Jakira en haar aanhangers. Maar vandaag is er iets bijzonders. Het nieuwe vlaggenschip van Jakira is klaar en wordt met groot vertoon van macht in gebruik genomen. Als het machtige ruimteschip zich van de bouwplaats verheft, vloekt Raya.
'En ik zit hier machteloos, terwijl die kloon haar macht uitbreid. Verdomt, Sorane. Waarom heb je mij, laten beloven om niets te doen,' denkt ze.
Intussen komt Andrea, de verpleegster, in het dorpje Vovnen thuis, van haar werk in een restaurant, waar ze al maanden werkt. Als Andrea de deur achter zich sluit, komt de kinderoppas de trap af en glimlacht.
'Al terug, Andrea. Wat gaat de tijd toch snel.'
'Zeker, Dantya. Hoe is het met de kinderen.'
'Die zijn boven aan het spelen. Heb je mij nog nodig.'
'Vandaag kan ik het wel alleen af. Ik blijf eens rustig thuis zitten.'
'Tot morgen dan,' zegt Dantya ten afscheid en opent de deur.
Andrea volgt haar naar buiten en wuift even als de twintigjarige vrouw met enkele anderen in de lift stapt. Dan stapt ze weer naar binnen en sluit de deur. Plots voelt ze echter iets vreemds, dat van de trap lijkt te komen. Hoe dichter ze voorzichtig naar de trap toestapt hoe sterker het gevoel. Zou er iets mis zijn met beide kinderen. Ze hoort hen ook niet. Ongerust stapt ze de trap op en haast zich dan naar de slaapkamer van Ron. Plots hoort ze echter en gerucht in de slaapkamer van Arika en draait zich om. Voorzichtig opent ze de deur van de kamer en zucht opgelucht als ze Ron op de vloer ziet zitten. Toch vind ze het vreemd dat hij naar de muur achter de deur kijkt.
'Dag, mama,' hoort ze Arika tot haar verbazing zeggen.
Even schrikt ze, want ze voelt opnieuw de vreemde aanwezigheid in de kamer. Snel doet ze een stap naar binnen, maar er is niets te zien. Ook de vreemde aanwezigheid voelt ze niet meer.
'Arika, tegen wie praat je?'
De jongen kijkt haar aan en glimlacht:
'N..niemand, Andrea. We waren aan het spelen.'
Even zegt Andrea niets en kijkt in de kamer rond. Er is echter niets verdachts te zien.
'Kom, ik heb iets lekkers van het restaurant meegebracht.'
De jongen staat dadelijk op en hij wil zijn zusje recht helpen.
'Ik kan dat, broertje,' zegt Arika echter en is nog voor hem naast Andrea. De verpleegster knielt en omarmt haar.
'Wat bedoelde je daareven met mama. Je weet toch dat ik je mama niet ben.'
'Ja, maar onze mama was hier bij ons. Ze heeft met ons gespeeld.'
Andrea kijkt even naar de muur achter de deur, maar ze ziet niets. Even speelt ze met de gedachte dat het maar inbeelding van de kinderen is. Maar dan herinnert ze de vreemde aanwezigheid, die ze voelde.
'Ron, ik wil een eerlijk antwoordt. Was hier iemand?'
'Ja, Andrea. Mama was hier even. Ze is heel ziek,' zegt de twee jaar oude jongen.
Even staart de verpleegster naar de jongen, die nu voor haar staat, maar dan richt ze zich nadenkend op.
'Het zal wel hun verbeelding zijn. Hun moeder, Ovara Darinon, stierf toch bij hun bevalling,' denkt ze.
Even werpt ze nog een blik om zich heen en glimlacht dan.
'Kom,' zegt ze.
Andrea stapt achterwaarts de trap af terwijl ze de kinderen in het oog houdt. Ron en Arika volgen haar iets langzamer, want de treden zijn nogal hoog voor hun korte beentjes. Andrea glimlacht naar hen. Als ze beneden zijn merkt ze dat Ron nog even naar boven kijkt. Arika loopt echter lachend de keuken in. Ron hoort zijn zus roepen en stapt Andrea voorbij. De jonge vrouw merkt echter dat hij haar even met een droevige blik aankeek. Ze snapt het echter niet waarom.
Ron is nog zeer jong maar evenals zijn tweelingzus al een krachtig esper. Sorane die, sinds een paar maanden op regelmatige tijdstippen bij hen op bezoek komt, traint hen al spelend in het gebruik van die krachten. Andrea weet het niet.
In de basis zit Raya intussen nog steeds wrevelig naar het beeldscherm te staren. Plots schrikt ze.
'Verdomme, dat zijn Dane en Ven. Hoe hebben ze die kunnen pakken?' stamelt ze.
De ouders van Jouna zijn gearresteerd door de zwarte wacht en worden weggevoerd. Raya kan zien dat ze zwaar onderhanden genomen zijn.
'Deze medeplichtigen van Sorane, die zich in het dorp Mogwan schuilhielden, zullen voor het gerecht van de waarheid verschijnen,' hoort ze de stem van Alonga Povan zeggen, terwijl ze haar vuisten balt.
Aandachtig kijkt ze naar de rest van het nieuws, maar er wordt niets gemeld van Arika en Ron.
'Waar zouden de kinderen van Sorane zijn? Dat moet ik uitzoeken, al gaat dat tegen de bevelen van Sorane in,' denkt ze.
Even later stapt ze de centrale van de kleine basis binnen en geeft twee van haar groep rebellen een tekenen. Ze komen dadelijk op haar toe.
'Ileja, ik moet iets ondernemen. Want Sorane zal mij niet vergeven als ik niets doe om haar kinderen te vinden.'
Raya kijkt snel om zich heen en haar blik valt op een jonge vrouw.
'Voorlopig ga ik met Konron en Terya.'
'Terya, ben je zeker. Is zij niet te jong voor dit oorlog spelletje.'
'Misschien wel, Ileja, Maar jij moet de leiding over deze groep op jou nemen. Hou jullie wel paraat, want in geval van nood moet ik op jullie kunnen rekenen.'
'We staan klaar, dat weet je.'
Raya knikt.
'Hopelijk is het niet nodig. Als mijn plannetje slaagt, dan kunnen we Ven en Dane bevrijden. Wij zijn in de omgeving van Mogwan.'
Ileja kijkt hen na als ze doorheen de overbrengerboog stappen en staart nog even naar de plaats waar ze verdwenen.
Raya kijkt om zich heen, maar kan geen gevaar ontdekken. Niemand heeft hun aankomst opgemerkt. Een gedachte is genoeg om haar kleren aan te passen. Ze ziet eruit als een Volkor officier. Terya en Konron volgen haar voorbeeld.
'Wel spijtig dat ik mijn gedaante niet kan veranderen, zoals Sorane doet,' denkt ze.
'Gedeeltelijk kan ik helpen, Raya.'
'Wat kan je doen, hyps?'
'Je ogen. Iedereen zal denken dat je in de macht van de Symbiont bent.'
'Doe het maar,' glimlacht ze.
'Verdomme, Konron. Pas op. Ze is een Volkor,' roept Terya uit, terwijl ze naar haar wapen tast.
Konron glimlacht.
'Jij toch ook.'
Verbaasd kijkt de jonge vrouw haar lotgenoot aan en staart recht in zijn zwarte ogen.
'Het spijt me, Raya. Dat was wel even schrikken. Zien mijn ogen er ook zo uit?'
'Ik had jullie eerst moeten verwittigen. Dank zij onze Hypsoon zullen ze ons niet zo gemakkelijk herkennen. Maar toch moeten we oppassen. Kom.'
De bewoners van het dorp schrikken als ze drie volkors zien, die uit het steegje komen. Hun zwarte ogen jagen hen een diepe angst aan, want ze weten dat zwarte wachters geen genade kennen. Wie hun bevelen niet dadelijk opvolgt, is ten dode opgeschreven. Gelukkig lijken deze drie een andere taak te hebben, ze lopen hen gewoon voorbij alsof ze niet bestaan.
Het groepje haast zich naar de andere zijde van het dorp en nadert de toegang tot het registratie kamp van Hoson Povan. Hier wil Raya te weten komen waar Dane en Ven gevangen zitten. De bewakers laten hen zonder aarzelen door, want ook zij kunnen zich geen fouten veroorloven als ze in contact komen met volkors. Uit de gegevens die ze in de basis bestudeerde, weet ze dat de Hoson niet aanwezig is. Konron en Terya volgen Raya, die de instructies van haar Hypsoon volgt, het hoofdgebouw in. In de nabijheid van het kantoor van de Hoson worden ze door een lijfwacht aangesproken.
'Sir, Hoson Povan is niet aanwezig.'
'We willen haar dadelijk spreken. Laat haar halen, soldaat,' zegt Raya bevelend.
Even aarzelt de man.
'Hoson Povan bevindt in het ondergronds complex voor het verhoor van enkele nieuwe gevangenen.'
'Wij hebben bevelen van onze almachtige meesteres uit te voeren. Ik moet de gevangenen Dane en Ven ophalen. Alonga Povan moet daar toestemming voor geven.'
'Volg mij. Ik zal u naar het complex brengen, sir.'
Raya knikt en gedrieën volgen ze de man. Als ze in een militaire wagen stappen, merkt Konron enkele gevangenen op die zwaar bewaakt voorbij marcheren. Sommigen herkennen hem, maar als ze zijn uniform en zwarte ogen opmerken, verandert hun houding compleet.
Ongeveer een half uur later staan ze voor Hoson Povan.
'Wat brengt u hier?'
'Ik ben Tatroa Conrav, volkor Tjon(Kapitein) Onze opperste meesteres heeft mij gezonden om twee van uw gevangenen op te halen. Hun naam is Dane en Ven Vaneron.'
Even kijkt de Hoson Raya verbaasd aan.
'Dat zijn de ouders van die dokteres, die verdween. Welk belang hebben zij voor de meesteres.'
'Veel, Hoson. Zij waren erbij toen Ovara Darinon, een vreemde vrouw beval van twee kinderen.'
'Dat klopt. Maar de kinderen zijn onvindbaar. Ook die vreemde agente Ena Ros is nooit op haar bestemming aangekomen. Misschien heeft zij de twee kinderen.'
'Is er een onderzoek gestart. Volgens onze gegevens had ze contact met een zekere Raya Verodin. En die is nog steeds voortvluchtig. Onze meesteres heeft haar aanhouding bevolen.'
'Zeker. Langs haar hele reisweg werd naar sporen gezocht. Eerst dachten onze mensen dat ze ontvoert of zelfs vermoord was. Maar al snel vonden we sporen, dat ze in het stadje Crovon vrijwillig van de trein stapte. Ze was echter alleen. De onderzoekers verloren haar spoor.'
'Dan moeten we daar ons onderzoek verder zetten. Maar eerst komen de ouders van Jouna Vaneron aan de beurt. En die Jouna waar is die? Hoson, u gaat me toch niet vertellen dat die ook nog niet gevonden is.'
En slikt Alonga.
'Van haar ontbreekt ook elk spoor. En er zijn nog een paar anderen. Sommige bewoners van Mogwan herinneren zich ook nog een roodharige weldoenster, maar niemand kan ons een juiste beschrijving geven.
'Dan wacht u nog een zware taak, Hoson Povan. Ik naam van onze meesteres beveel ik u om een speciale groep op te richten om deze personen op te sporen.'
'In orde, Tjon.'
'Ik verwacht over een week een rapport op mijn kantoor in de hoofdstad,' zegt Raya en geeft de Hoson een naamkaartje, dat compleet vals is.
Alonga neemt het aan en drukt om een knop van een apparaat op haar bureau.
'Luitenant Otanvon.'
Even later opent een jongeman de deur.
'Luitenant, breng deze leden van de zwarte wacht naar de cellen. Zij hebben de opdracht om Ven Vaneron en zijn vrouw naar de hoofdstad te brengen.'
'Yes, sir,' antwoordt de officier en salueert.
Raya en beide anderen brengen de volkor groet uit en volgen de luitenant dan naar buiten. Als ze haar kantoor verlaten hebben, kijkt de Hoson naar het kaartje. Plots voelt ze zich onzeker en herinnert zich plots dingen die haar nu pas opvallen. Hun ogen waren niet diepzwart, maar eerder lichtjes doorzichtig. Het kan een indruk geweest zijn, maar toch. Snel toets ze het nummer in, dat op het kaartje staat. Even hoort ze een vreemde melodie. Dan zegt een strenge mannelijke stem:
'Hier volkorcentrale. Sector 22v. Dit gesprek wordt gepeild. Gelieve uw naam en standplaats te vermelden.'
Even kijkt Alonga om zich heen. Ze merkt ook dat alle aanwezigen het gehoord hebben.
'Dit is Hoson Alonga Povan. Ik ben op zoek naar Tjon Tatroa Conrav.'
Een paar seconden komt er geen antwoordt.
'Hier volkor Antor. Tjon Conrav is niet aanwezig. Neem na 18 uur, Enuron tijd, opnieuw contact op.'
'Dank u, volkor Antor,' zegt Alonga nadenkend.
Dan schakelt ze het communicatie apparaat uit en zucht. Toch voelt ze zich nog steeds onrustig. Ze kan dat gevoel maar niet van zich afzetten. Ze moet en zal erachter komen waarom ze zich zo voelt. Aarzelend, maar vastberaden doet ze een stap opzij en drukt de knop in van de intercom.
'Zend de beelden van mijn kantoor van het laatste uur naar de beveiligingscentrale,' beveelt ze.
Dan haast ze zich het kantoor uit en rent de gang door naar de lift. Een kwartier later bereikt ze de centrale, waar de beelden intussen al op het scherm te zien zijn. De drie mannen en twee vrouwen zijn ze al aandachtig aan het bekijken.
'Iets gevonden.'
'Nee, Hoson. Die volkors lijken mij echt.'
'Scan hun gezichten en vergelijk ze met de lijst van verdachte personen.'
'Yes, sir,' zegt een van hen.
Dadelijk beginnen ze aan de opdracht en al snel verschijnen de gezichten van de drie volkors op het scherm. Enkele commando's en de computers beginnen met de vergelijking.
'Dat kan wel een lange tijd duren, Hoson.'
'Ik heb tijd, sergeant. Ik moet zo snel weten of ik gelijk heb of niet. En als ik gelijk heb wil ik weten wie het zijn.'
Konron en Terya stappen op dat moment de cel van Ven in en maken zijn boeien los. Dane, die door Raya en de luitenant ondersteund wordt kijkt toe. Ze beseft nog niet wat er gaande is. Zodra Ven naar buiten geholpen wordt door Konron. Haasten ze zich naar de uitgang. De luitenant is verbaasd, dat ze zich zo haasten.
'De meesteres wil hen zo snel mogelijk ondervragen. En wij moeten achter enkele andere verdachten aan, luitenant,' geeft Raya als uitleg.
Op het moment dat ze de ondergrondse gevangenis verlaten, verschijnen de foto's van Raya Konron en Terya, die op de lijst van gezochte personen staan, op het scherm.
'Verdomme, ik had dus toch gelijk. Sla alarm, of nee.. Geef bevel om de basis af te sluiten. En activeer de storingsvelden. En… ik wil hen levend.'
Raya en de anderen lopen tussen de gebouwen door in de richting van de grote parkeerruimte.
'Gewapende soldaten gedetecteerd, Raya. Overbrenger kan niet geactiveerd worden. Storingsveld actief,' meldt haar Hypsoon.
Verrast blijft ze staan.
'Wat is er, Tjon,' vraagt Terya.
Even kijkt Raya haar aan, maar richt zich dan toch de luitenant.
'Het spijt me, luitenant, maar we zijn niet diegenen voor wie ons uitgeven. Laat je wapen vallen en maak je uit de voeten,' zegt Raya plots.
De luitenant kijkt haar verrast aan.
'Wat is er gaande?'
'Ik denk dat Hoson Povan haar verstand gebruikt heeft en onze ware identiteit ontdekte.'
De luitenant kijkt even op zijn communicator en knikt.
'Dat klopt, Raya Verodin. Elke rebel weet wie je bent.'
'Wat bedoel je?' vraagt Konron.
'Mijn echte naam is Sorn Cordsor. Ik werk al vele weken voor de rebellen van Vanor Terozan. Kom, volg me. Ik weet een uitweg.'
Even aarzelt, Raya, maar dan geeft ze de anderen een teken. Zo snel ze kunnen volgen ze Sorn, maar ook de soldaten naderen van verschillende kanten. Terya kan hun schaduwen op de grond zien. Maar de mannen zelf ziet ze niet. Verschillende malen moeten ze echter wel tegen de muur verborgen blijven staan.
Zo komen ze maar langzaam vooruit, maar bereiken een tijdje later eindelijk het gebouw, dat het doel is van Sorn. Ven die zich intussen al veel beter voelt, ondersteunt zijn vrouw, terwijl de anderen de naburige vertrekken onderzoeken.
'De soldaten verwijderen zich. Het lijkt alsof ze ons spoor bijster zijn,' merkt Konron op, terwijl hij naar het omgevingsplan van de 3D projectie kijkt.
Sorn kijkt om en zegt:
'Dat is een nuttig gadgetje dat je daar hebt. Maar als dat klopt, dan is er iets niet in de haak.'
Snel loopt hij naar een venster toe en kijkt naar buiten. Dan haast hij zich naar een venster aan de andere zijde toe.
'Zelfs de bewakers zijn minder in aantal. Het lijkt wel alsof ze hier in deze sector weggeroepen zijn.
'Ik denk het niet, Sorn. Ze weten dat bewakers geen kans hebben tegen ons, dus sturen ze de volkors op ons af. Konron kijkt in sector 7.'
Konron geeft een gedachte bevel en de bedoelde sector verschijnt voor zijn ogen.
'Klopt, Raya. Daar naderen zeker dertig met energiezwaarden gewapende zwarte wachters,' zegt hij dan.
'Snel Sorn, wijs ons de weg die je… Sorn, we moeten snel zijn.'
De luitenant kijkt haar plots aan en stamelt:
'J..je h.hebt gelijk. We moeten hier weg en snel.'
Het groepje haast zich verder langs de gangen en trappen van het gebouw naar de kelder toe. Als Sorn eindelijk blijft staan, drukt hij dadelijk op een knop in de wand. Langzaam schuift een paneel opzij.
'Snel naar binnen. Er is een muurladder die naar beneden leidt.'
Als eerst daalt Terya af, gevolgd door Ven en dan Dane. Op het moment dat Konron op de eerste trede stapt, horen ze de volkors naar de kelder afdalen. Raya activeert haar energiezwaard, terwijl Konron en Sorn zich haasten. Twaalf volkors dringen de kelder binnen en kijken Raya glimlachend aan.
'Je zit in de val, rebel,' spot een van hen.
'Jullie hebben ons nog niet,' roept Raya uit.
Op dat moment komt Hoson Povan binnen kijkt Raya lachend aan.
'We waren op de hoogte van het verraad van luitenant Cordsor. Ook van deze vluchtweg. Tot nu hadden we geen geluk, maar we hoopten dat hij ons ooit naar zijn contacten met de rebellen zou leiden. En nu is een van de meest gezochte personen in onze val gelopen, Raya Verodin.'
Terwijl haar vrienden hun wapens neerleggen, kijkt Raya de Hoson met lichte spot aan. Dan deactiveert ze haar wapen. Onder bedreiging klimmen de anderen opnieuw naar boven en staan even later met hun handen omhoog voor de Hoson. Alonga Povan richt zich tot Raya:
"Laat je wapen vallen, Verodin of je vrienden moeten het bekopen."
'Te laat, Hoson.'
Op hetzelfde moment zijn Raya en haar vrienden door een groen veld omringt. Voor de ogen van de verraste volkors dematerialiseren ze. Een van hen reageert echter bliksemsnel en geeft een telepathisch bevel aan een centrale computer. In een miljoenste van een seconde worden verschillende elektronische bevelen doorgeseind en een anti-overbrengersveld wordt omheen de basis opgebouwd. Raya en twee anderen krijgen een schok en materialiseren op dezelfde plaats. Wankelend en versuft staan ze verbaasd om zich heen te kijken. Raya is de eerste die beseft, dat ze in een hachelijke situatie zitten.
'Waar zijn de anderen?' vraagt Konron.
Ook Sorn kijkt Raya ontsteld aan. Hij vreest de behandeling die hem wacht, als ze hem zullen dwingen om te praten.
'Die zijn vermoedelijk ontkomen, Konron,' antwoordt de agente, die om zich heen kijkt.
'Kom, volg me. We hebben nog een kans, want ik denk niet dat ze weten waar we ons juist bevinden.'
Konron geeft Sorn een teken en samen rennen ze achter Raya naar de gebouwen die het dichtbij zijn toe. Maar dan zien ze gewapende volkors materialiseren.
'Waar is Raya plots gebleven,' stamelt Sorn, die in de richting kijkt waar Raya zich zou moeten bevinden, maar ze is nergens te zien.
Konron trekt zijn schouders op en merkt dat enkele volkors hen naderen. Ze houden hun wapens op beide mannen gericht. Langzaam heffen ze hun handen omhoog.
'Waar zijn jullie vrienden?' vraagt een van de volkors dreigend.
'Dat weten we niet. Wij materialiseerden hier plots.'
Raya is intussen onzichtbaar en bereikt een paar minuten later het centrale gebouw, maar ook hier zijn de volkors op hun hoede. Haar deflectorscherm beschermt haar niet langer, omdat de vijand een detector bij zich hebben. Op de kleine schermpjes is Raya duidelijk te zien.
Plots activeren ze hun energiezwaarden en naderen de onzichtbare vrouw. Raya beseft dat haar plan mislukt is en probeert zich een weg naar het gebouw te banen. Maar aan de ingang materialiseert Hoson Povan en enkele anderen.
Toch geeft ze het niet op. Ze verdedigt zich met de moed der wanhoop en houdt de volkors op afstand. Ze weet echter niet dat de beelden van het gevecht over heel de planeet te zien zijn. Ook in de basis van Sorane diep in het gebergte zien Malon en zijn vrienden de beelden.
'Raya laat je wapen vallen of je vrienden zijn er geweest,' hoort ze een dreigende stem plots zeggen.
Even verstard Raya en kijkt dan in de richting waarvan de stem kwam. Konron en Sorn staan tegen een muur, met verschillende wapens op hen gericht. Enkele volkors hebben ook Venera, Dane en Ven gegrepen en duwen hen naar Konron en de luitenant toe. Besluiteloos kijkt ze naar de Hoson en even later valt haar energiezwaard op het beton. Haar tegenstanders zien hun kans en slaan haar in de boeien.
Dan duwen ze haar in de richting van de Hoson.
'Sorane heeft je voor haar dood goed opgeleid, rebel, maar toch ben je mijn gevangene. Mijn almachtige meesteres zal mij rijkelijk belonen.'
Raya geeft echter geen antwoord, maar spuwt op de grond. Even later worden ze alle drie ruw in een cel blok gesmeten.

 

feedback van andere lezers

  • Dora
    Goed geschreven. Het is echter totaal mijn genre niet, kian over inhoudelijk weinig zinnigs zeggen.
    Een woord als bemerkt, bijvoorbeeld.
    Past dat erin of zeg je dan spotten, tracen? Tk weet het niet...
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .