writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

bekentenissen van een booswicht (4)

door Mephistopheles

Enkele uren nadat de baron ons toegetakeld had arriveerden de hulpdiensten. Moeders lichaam werd uit de plas bloed waarin het lag gehaald en met een zwart laken over haar heen afgevoerd. Haar zonden stierven met haar. Nooit meer zou zij de sluier van de schepping bezoedelen. Nooit meer zou de rijping van de geslachtsdaad de dampen van haar zondige vlees opwekken tijdens haar nachtelijke uitspattingen. Als courtisane had zij zich voorgedaan maar als betekenisloos hoerenvlees was zij afgeslacht. Probleemloos zouden de verderfelijke stoffen van het zaaisel waaruit zij ontsproten was herkneed worden tot een nieuwe en betere vorm die op een dag weer tot het leven zou terugkeren. Niets ging verloren in de handen van de natuur. De onachtzaamheden die de gebreken van de grootste kunstenaars tot eer strekten waren verlustigingen die de beweegredenen van haar penseel nooit wisten te besmeuren. Green trots die haar dreef behalve dan die van de willekeur, die zelfs met de meest doordachte ontrafelingen haar geheimen niet prijsgaf. Zo groots en mysterieus als het spel der stoffen was, zo droef was mijn geest toen de goedkope houten kist met het lichaam van moeder geleidelijk aan door arbeidzame spades onder zand bedolven werd.

Als arme wees zonder enige familie stuurde men mij na de begrafenis naar een katholiek internaat waar ik, jong en onbeschreven als ik toen nog was, zes lange jaren zou moeten blijven, tot men mij meerderjarig verklaarde en op eigen houtje de wereld tegemoet liet treden. Het instituut waartoe deze onverwachte speling van het noodlot mij verbande was een strenge citadel waar het lichaam van Christus in al zijn dramatische glorie nog steeds genuttigd werd. Het was gevestigd in een mooi natuurgebied dat rijk was aan grasrijke groene vlaktes. Tijdens de herfst rijpten de appels er aan de bomen en trokken aangename en strelende winden doorheen het weefsel van de buitenlucht. Het was hier, in deze omgeving waar ik weldra strijd zou moeten leveren met het zaaisel dat de natuur in mij geplant had. Het feit dat de baron mij voor het leven verminkt had en dat mijn uiterlijk mij voor de rest van mijn bestaan als een vloek zou achtervolgen droegen er grotendeels aan bij dat ik mij weldra aan kwade krachten overgaf, krachten die mij zouden verteren. De onontdekte geheimen in wiens dampen ik toen nog niet vertoefde hadden mij verblind voor hun bestaan. Pas later, toen enkele beslissende voorvallen zich voorgedaan hadden zou alles mij duidelijk worden.

Het internaat waartoe men mij zo moedwillig heen gestuurd had stond onder leiding van Vader Antonius, een vroom en godvrezend man wiens piëteit hem als honing op de tong lag zonder dat het ooit de snuisterijen van zijn eigen vlees leek aan te wakkeren. Met zijn trieste tronie en droefgeestige gelaatstrekken moet zijn kandidatuur al die jaren geleden een vanzelfsprekendheid geweest zijn, om maar te zwijgen van het grote Christuskruis dat hij rond zijn nek droeg en hem vermoedelijk van pas gekomen zal zijn tijdens de selectieproeven. Dat de met spijkers doorboorde ledematen van zijn object van aanbidding hem er niet toe zouden nopen zijn eigen onlusten in de hand te houden was slechts een vage hoop. Zelfs de meest voorkomende geesten hadden hun zwaktes tijdens de eenzame nachten van het celibaat.

Toen ik hem voor het eerst te zien kreeg was dat toen men mij naar zijn bureel gebracht had. Hij zat achter een grote eiken tafel met een bril op zijn neus en deed mij meer aan een staatssecretaris dan aan een geestelijke denken. Hij straalde kennis en autoriteit uit, en er zat een levenskracht in hem die ik nog nooit eerder aanschouwd had, alsof de ziel van de Heilige Geest zich verenigd had met de zijne .
'Ik heet u welkom in ons instituut,' zei hij met zijn patriarchale stem, 'ik hoop dat u een goede reis gehad hebt?'
Ik knikte en bedankte hem voor zijn zorgzaamheid. De lange treinreis die ik moeten ondernemen had om tot mijn bestemming te geraken had geen enkele van mijn zorgen in de kiem gesmoord. Piekerend in de doffe eentonigheid van het treincompartiment terwijl dakpannen en rokende schoorstenen door het raam voorbijschoten had ik slechts weemoed gevoeld in mijn knikkende knieën voor de toekomst die mij te wachten stond.
'Ik begrijp dat u heel wat mentale bagage met u meebrengt, is het niet?'
'Mentale bagage, mijnheer?'
'Er is mij ter ore gekomen dat u onlang heel wat tragedies zijn overvallen,' verduidelijkte de godgezant, 'gebeurtenissen die schadelijke prikkelingen in uw geest teweeg kunnen brengen mits u zwak genoeg bent daaraan toe te geven. Het is belangrijk dat u uw ziel steeds rein probeert te houden, en dat u de zuivering van het geloof aanvaard opdat u zult leren wat het betekent één van God's waardige lammeren te zijn.'

'Wat wilt u dan precies van mij, vader?'
'Ik weet wat er met je gebeurd is Lumière,' zei hij op plotse, minder formele toon, 'ik weet dat je erbij was toen je vader zichzelf van het leven beroofde en ik weet dat je erbij was toen je moeder vermoord werd. Je hebt het kwade gezien. Je hebt het met je eigen ogen aanschouwd.'
'Met één oog, mijnheer,' zei ik, hem attent makend op het afschuwelijke litteken dat de baron als eeuwige bewijs van zijn misdaad op mijn gelaat achtergelaten had.
'U hebt hoe dan ook het kwade gezien,' ging hij verder, wederom een formele toon hanterend, 'u hebt het gezien en het heeft u verminkt opdat uw eigen spiegelbeeld u daar steeds aan zal herinneren. Ik zal erop toezien dat u wekelijks op de biecht gaat en deze dingen van u leert afzetten. Slechts wanneer men zijn donkerste gedachten aan de voet van het kruishout heeft achtergelaten kan men waardig genoeg geacht worden haar belangen te dienen.'
Ik knikte. Hoe had ik deze man van God ooit zijn wil durven betwisten? Er was niemand op de wereld die zich over mij wou ontfermen.
'Aangezien u hier nieuw bent zal u uw uiterste best moeten doen om zich conform te gedragen,' vervolgde hij, 'u zult merken dat wij hier volgens een strikt reglementair schema te werk gaan en dat u daar vermoedelijk meer dan eens agitaties over zal koesteren. Opstand van enig allooi dan ook tegen de leefregels en principes van dit instituut zullen met onherroepelijke gevolgen beantwoord worden. De broeders en zusters die in zullen staan voor uw opvoeding dient u ten allen tijde te respecteren en gehoorzamen. Ik herinner u er dan ook aan dat uw positie in deze instelling geheel afhankelijk is van de inschikkelijkheid die u jegens uw superieuren tentoon zal stellen.'
Ik bleef knikken. Vader Antonius bleef praten.
'God is goed, Lumière vergeet dat nooit. Geef je aan hem over en hij zal zijn armen voor je openstellen. Aanvaard zijn feilloosheid zoals je de liefde van je moeder aanvaard hebt en aanvaard zijn wetten en principes opdat je ziel gereinigd kan worden van de kwade krachten die het steeds proberen te doorklieven. Laten wij, opdat u hier niets dan voorspoed zult kennen bidden tot de enige heer der hemelse machten en hem hier en nu, nederig als wij zijn, uw trouw aan te bieden. In de naam van de vader, de zoon, de Heilige Geest…'

Terwijl hij zijn gebeld prevelde drong voor het eerst tot mij door dat er een zekere betekenis zat in de dingen. Het misdadige bestaan dat ik met moeder geleid had was door het noodlot bestraft geweest met een bloedbad waaraan de herinnering eeuwig en altijd zou voortleven in mijn verminkte gelaat. Dat de hartstochtelijke ijver waarmee Vader Antonius zijn woorden uitte mij daar en toen niet kon bekoren was niets meer dan de voorbode van de wraakzucht en woede die ik in mij voelde tieren. Zodoende wist ik al snel dat het niet het gehoor van God was dat ik wenste aan te spreken maar dat van de duivel, aan wiens altaar de bloedwraak en de schande die het probeerde uit te wissen een grotere en natuurlijkere kracht vormde dan de religieuze kruiperijen die men nederig en slaafs onder de troosteloze schaduw van het kruis verrichte.

 

feedback van andere lezers

  • koyaanisqatsi
    Gesproken als een echte geestelijke, Vader A. Hulpdiensten bestaan inderdaad als heel heel erg lang. (En ze vegen nog steeds hetzelfde boeltje op)
    Mephistopheles: De mens heeft dan ook al heel lang hulp nodig
  • hettie35
    Ik heb de draad weer opgepakt, was je niet vergeten maar soms komt het er niet van.
    Ik lees het graag, groetjes Hettie
  • Dora
    Wat mooi geschreven weer, opgebouwd uit zeer gelkoofwaardige elementen en prachtzi9nnen
    die zelfs met de meest doordachte ontrafelingen haar geheimen niet prijsgaf
    de snuisterijen van zijn eigen vlees leek aan te wakkeren.'

    zoals je de liefde van je moeder aanvaard hebt, (proef ik wellicht hier de clou'
    Mephistopheles: clou? Niet echt een clou, kwam er zo uit. Ik plan zelden iets op voorhand. gewoon neerzitten en schrijven, niet te veel alles op voorhand wetenschappelijk gaan uitdiepen, daar krijgen de kopbeestjes jeuk van hé
  • manono
    Boeiend! Ik ben zelf niet eens naar een katholieke school gegaan maar kan me de sfeer heel goed voorstellen.

    Opmerkelijk is dat de lezer al weet dat Lumière geen 'positief' hoofdpersonage is en waarschijnlijk ook niet zal worden. Toch komt hij 'symphatiek' over. Ik vind hem ook sterk aanwezig in het verhaal. Hij zegt nochtans niet veel.
    Mephistopheles: Nee Lumière is geen positief hoofdpersonage, de titel geeft dat al aan en het verdere verloop van het verhaal zal dat ook doen.
    Ik ben gefascineerd door de antiheld. Heb geen zin om een heldhaftig personage vol deugden te verzinnen, ik schrijf liever over mensen met zwaktes, slechte eigenschappen, neigingen tot het kwade, enz.
  • Magdalena
    zeer sterk!
    Mephistopheles: ja ben er tot nu toe wel tevreden over maar deze manier van schrijven is toch iets moeilijker dan die andere. Ik moet er in een bepaalde stemming voor geraken en het lukt me niet wanneer ik zou willen dat het lukt. Ben overgeleverd aan de willekeur van mijn grillen
  • jan
    wat een slechte jeugd, maar wat een goed verhaal!

    grtzz
    Mephistopheles: die slechte jeugd is belangrijk om bepaalde eigenschappen van het hoofdpersonage te kunnen verklaren die later aan bod komen, en het heeft voor één keer niets met alcohol te maken..
  • jack
    Wat, hulpdiensten? daar verbaast u mij vanaf de eerste regel. Ik dacht niet dat dat al bestond in de tijd dat jongetjes nog naar de paters werden gestuurd om opgevoed te worden ;-)

    In elk geval, voor uw taalgebruik hier kan ik alleen maar bewondering opbrengen. Dat ene d-t-foutje niet te na gesproken uiteraard, maar dat haalt u er wel uit eens u aan het redactionele werk toekomt ;-)

    Ook hoe u de dingen weet te omschrijven is bewonderenswaardig. Maar dat wisten we al uit voorgaande verhalen :-)
    Mephistopheles: heb nog zitten twijfelen over dat hulpdiensten stukje. Het probleem is dat ik niet goed weet in welke tijd het verhaal zich afspeelt, misschien erg dom, maar ben nogal halsoverkop aan het schrijven gegaan met dit. Maar ik veronderstel dat er ook in middeleeuwen verplegers en genezers bestonden en dat is in zekere zin toch ook een hulpdienst of niet?

    Tot de volgende lezing,
    je arendsoog zal me vast wel wijzen op verdere inconsequenties
  • Mistaker
    Hulpdiensten zijn van alle tijden. In de M.E. had je geestelijken die zich daamee bezighielden maar later ook leken.
    Interessante gast die Lumière!

    G
    Mephistopheles: Ik improviseer maar wat. Lumière zal hoe dan ook geen prins op het witte paard zijn
  • Wee
    Prachtig schrijven weer. Donker dreigt in al je zinnen, knap!
    x
    Mephistopheles: dat duistere er in steken was de bedoeling
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .