writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Clax: Matthias (4)

door Dora

In het voorportaal binden ze de gift ongeopend op hun rug met de buitendoek en stappen de brandende zon in. Claxius is met zijn gevolg vertrokken, beangstigende dreiging en onrust is weggeëbd. Sivilista en Sensaboela kunnen ongehinderd langs de mensen op het smalle pad naar boven lopen. Wel kijkt men hen onderzoekend aan. Nieuwtjes spreken zich snel rond onder de wachtenden; zij zijn ongewoon lang binnen gebleven. Boven op de berg, blijven ze in diepe mijmering staan kijken naar het, uit het dak gehouwen, orthodoxe gelijkzijdige kruis, kijken gelijktijdig op, geven elkaar een kneepje in de hand. Ze zoeken over het vruchtbare land en precies zoals ze hen onder de hoede van de lokale drager achterlieten ontdekken ze hun kudde terug. Dertig schapen, tevreden in de schaduw van de grote eucalyptus aan de oostzijde van de bergtop. Binnen tien minuten zijn ze er.

Nigela Rasily verwelkomt hen alsof ze hem een week alleen lieten. Hij heeft nagedacht en een besluit genomen. Sivilista, Sensaboela noemt haar vaak liefkozend Vliesti, neemt de stenen ketting van haar hals om hem als loon te geven, maar hij weigert, vraagt daarentegen of hij met hen mee mag trekken.
"Ik ben het sjouwen voor de snobbistisch kooplieden zat, altijd grauwen en snauwen en het verdient niet. Ik kan er amper sandalen van kopen." zegt hij. Vrouw en kinderen heeft hij niet te verzorgen. Een manke, al heeft hij een prima stel hersens, is volgens geen enkele ouder iets voor hun dochter, zelfs niet voor de laatst overgeblevene. Gezeten in de welriekende eucalyptusschaduw opent Sensaboela zijn blauwe doek waarin ze een splinternieuw versierde waterzak aantreffen. Prachtig kameelleer, als van een grootgrondbezitter. Er is ook een katoenen buideltje waarin ruim voldoende gezouten zonnebloempitten. Plus een langwerpige ovalen kei. Acht bij vier centimeter, ongeveer twee centimeter dik op het middelste deel. Het is geen edelsteen, maar evenveel waard. Er gaan drie donkerbruine strepen doorheen de zandkleurige gladglanzende afgeronde steen. Vliesti weet dat ze hem van nu af aan op haar huid moet dragen. In grauw papier gewikkeld is er een gerstbrood, gedroogd vlees en drie mango's. De helft hiervan is al een uitgelezen maaltijd, die ze met zijn drieën in alle rust genieten. Daarna breken ze op om onderlangs Lalibella door het dal te trekken teneinde een slaapplaats te zoeken. Een uur laten worden ze halverwege het dal opgeschrikt. Boven hen, waar ze de markt achter de bomen verscholen weten, klinken rauwe schreeuwen, gillende vrouwenstemmen, die de stilte dooraderen in de obscure sfeer van gevaar.

Die late namiddag betreden ze het erf van het molenaarsgezin met de opvallende dubbelhoge Tukul.*
Matthias, de molenaar is welgesteld, maar staat in de gehele omgeving bekend om zijn gastvrijheid. Als men via de normale weg Lalibella nadert, is zijn molen en de naastgelegen hoge Tukul een herkenningspunt voor iedereen. Hij laat de kamelen en ezels van vreemdelingen en bekende handelsreizigers toe tot de overdaad van zijn water. Daardoor is hij als eerste op de hoogte van nieuwelingen die de stad aandoen. Hoewel hij zijn molen erfde is hij er zo trots op als had hij hem zelf gebouwd. Iedereen uit de wijde omtrek laat bij hen de tiff malen. Matthias heeft al op hen gerekend. Zijn kinderen, die naar de school in het klooster gaan, zijn onmiddellijk thuisgekomen en vertelden opgewonden dat het stel met de mooie schapen door het orakel gezegend is. De vrouwen kennen elkaar al lang en nu ze hen bezoeken nodigt hij hen meteen uit om te blijven. Lucia, zijn vrouw, bereidt in de keukenhut al extra linzensoep en groentesaus op de beide houtskoolstoven.
Matthias is lid van de stadsraad. De onrust in de omgeving jaagt hem de stuipen op het lijf. Hij voorvoelt onlusten en wil vanwege zijn functie alles over hun bezoek aan Vilja horen, uit hun eigen mond. Hij vertelt hen dat de markt, net buiten Lalibella op de westelijke helling, die middag overspoeld is door een luidruchtige joelend bende.
"Er zijn kramen geplunderd, de kwade kerels weigeren verder te trekken zolang hun heer niet uitbetaalt."
"Ja, we hebben hem gezien bij het Orakel. Zijn bedienden waren woedend," bevestigt Sivilista.
"Van Aboeba, de huidenverkoper die vanmiddag vertrok, vernam ik dat een onbekende bombastische heerser zijn intrek heeft genomen in de grote herberg. Hij schijnt muzikanten aan te hebben laten rukken om een wild feest aan te richten. De os van Boerabi is geslacht, zonder toestemming."
"Ach, wat erg, nu kan niet meer ploegen." is Sensaboela meteen bezorgd. Hij kent de boer goed.
"De hoeren zijn opgetrommeld om erbij aanwezig te zijn. De sfeer in de stad is grimmig, zelfs de bedelaars zijn net zo bang als de marktkooplieden en de landbouwers. Waarom maakt de heerser van een ander land, hij heeft niets te zeggen, zoveel amok? Hij zorgt slecht voor zijn personeel, ze gooien de kont tegen de krib en onze mensen moeten het ontgelden." poneert hij verontwaardigd.
"Het is een bang kind dat niets anders kan dan met veel machtsvertoon iedereen onder de knoet houden. Hij begrijpt de verhoudingen tussen mensen niet. Uiteraard muit zijn hofhouding, van hoog tot laag. Wie liefde niet kent heeft aan rijkdom geen hulp," antwoord Sensaboela simpel.
Matthias en zijn Lucia, een vooraanstaand gezin in deze rustige gemeenschap, zijn onder de indruk van de donkere herder, wiens mond spreekt van begrip en inzicht. In de late schemering zitten de ouderen op de lage houten krukjes, hun kinderen bikkelen bij de rivier. De vijf volwassenen spreken vrijuit en na het verorberen van het stevig gekruide maal heeft Mathias zelfs een kruik koud bier uit de kelderruimte gehaald.
Saboe, zoals Vliesti hem in de wandelgangen ook noemt, legt hen wijsheden uit waarover zij nooit hebben nagedacht. Onder de indruk en nieuwsgierig naar meer kennis geeft Matthias hen toestemming de kudde de eerste tijd op zijn weide te laten grazen. Langs de gele rivier, waarin het schoepenrad iedere dag inkomsten binnendraait, is het gras sappig, ijzerhoudend en vers gezond.
Sivilista en Lucia speelden als kleuters samen toen ze nog buurmeisjes waren. Later maakten ze eens per week de voettocht naar de bron, hadden veel te lachen om de jongens. Met de grote stenen kruiken op hun hoofd was de afstand in elkaars gezelschap minder groot. Tot aan de dag dat Lucia aan Matthias werd gekoppeld waren ze elkaars vertrouwelingen. Nu wisselen ze als vanouds kralen kettingen uit en giebelen als jonge meiden, die nog niet aan een man zijn vergeven. Gelukkig haden hun ouders er wel kijk op, wisten ze dat hun dochters van hun mannen konden houden. De vrouwen zijn goed terecht gekomen, vinden ze zelf. Hun mannen bekijken hen ook met trots genoegen, schudden hun hoofd om hun kinderlijke vermogen zich met weinig te verblijden. Nigela voelt zich opgenomen omdat zijn manke poot niemand deert. Ook hij geniet voor het eerst van zijn leven de warmte zonder pesterij. Hoewel hij heeft geleerd een leren kop te krijgen zodat lelijke woorden hem inmiddels nu koud laten, merkt hij hoe ontspannen het is om niet op zijn poot te worden afgerekend.

Die nacht slapen de drie herders beschut in Matthias aangrenzende stal, tussen zijn ossen en Lucia's vijf geiten. Het is alsof iedereen een nieuwe wereld is binnen gestapt, waar men niemand behandelt als min volk. In het land van de gele Nijl zijn de verhoudingen zeer secuur verdeeld. Een herder is er beduidend meer waard dan pottenbakkers of wevers maar kan zich niet meten aan de kooplieden en gezagsdragers. In Matthias huis zijn die waarden van geen belang, al heeft hij nooit onderricht gevolgd, zoals zijn kinderen. Zijn ouders deden het hem voor.

Tukul* ronde lemen hut met een kunstig gevlochten rieten dak
In dit geval is het er één met een tweede verdieping waarin een of twee openingen, die als raam dienen. Deze soort komt alleen in de buurt van Lalibelle voor en is in het bezit van de goed gesitueerde burgers

 

feedback van andere lezers

  • manono
    Mooi, Dora, ik zie het zo voor me. De beelden doen me denken aan Bijbelse taferelen.
    Dora: Oh dank je wel, dat is precies zoals ik het in Ethiopie ervoer....
  • Mephistopheles
    alsof ik een in iets modernere taal gebracht stuk uit de Pentateuch lees, maar dan zonder de sodomie en moordpartijen. Knap knap, als ik ooit eens voet zet in Ethiopië zal ik ze trouwens allemaal de groeten doen. Ik heb Addis Abeba altijd al een geweldige naam voor een stad gevonden. Klinkt gewoon genadeloos goed.
    Dora: Dank je wel, ik ben erg blij met je feedback...Ethiopie is een tijd lang te pijnlijk geweest om aan te denken, maar ik ben er door.... de beelden komen weer, ik loop daar weer rond, ruik en proef weer. Ik heeft lang geduurd en ik heb beschreven hoe ik daar aankwam in één van de eerst verhalen. Zo spannend...was dat... maar geweldig!!!!!.
  • tessy
    Door dit te lezen voelt het alsof ik erbij was, zeer helder geschreven, een apart verhaal, maar iets wat ik zeer graag volg
    Dora: Dank je, ik hoop het spannend voor je te houden....
  • bessy
    ja mooi en duidelijk

    Dora: Dank je wel. Nog aardig wat te gaan.....
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .