writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

God is familie van mij

door Dora

Ik wil niet dood, maar iets doen dat ertoe doet, verdorie.
Niet vloeken en tieren tegen de sofa of de stoelen, zo zinloos en toch doe ik het soms.
Godsallejezusnogantoe, wat ben ik nou helemaal? Uiteindelijk niets bijzonders. Niet bijzonder genoeg om van over je nek te gaan en al helemaal niet zo bijzonder om in roemende schijnwerpers te staan.
Ik ben echter wel weer bijzonder genoeg om (in geestelijke zin) aan de hoogste boom te worden gelyncht.
Om Gotbetere een stel misselijkmakende misdaden, die ik niet heb begaan. Afzichtelijkheden die ik zelf niet eens kan bedenken met mijn naïeve boven gemiddelde intelligentie. Het is toch Godsonmogelijk te bewijzen dat ik iets NIET hebt gedaan! En raad een wat? Zelfs dat lynchen gaat nog mis, want niet zwart ben ik maar een witte die onschuldig veroordeeld is. Ja, ik ben toch wel, op een rare manier, bijzonder.
Oh wat zijn we heden blij; Kijk mij! Ik kom niet bij, zonder na, maar altijd nog wel veel te dichtbij om blij te kunnen zijn met mij.

Nanaha kindeke, kihindeke teer, suja sujajajah en krei niet meer. Of is dat nou weer met een lange ij?
Ten naasten bij! De dichtgeritste zipper van de leer der gelamstraalde lijkzakken, afgestoten geweitakken. Laurierstekken om de bliksem mee te beheksen, weg te sturen. Het zal mijn tijd wel duren.
Niet meer dan een bos talenten ben ik, die te lang in brak water heeft gestaan en het eind komt eraan.
Beslist. Geen van mijn gaven levert, voor wat hoort wat, op waarnaar ik zoek. Waarnaar ik snak, simpel zwakkersnak, met het verlangen dat het bot weg knaagt maar er nimmer om vraagt.

Soms wordt ik onzinnig onwijs woest van suikerspin toffeetaai mierzoetflemerige liefdesgedichten.
Mooinatte verderlichte zuigzoenwoordjes. Die nevelige beloften. Gatsiebah, zingende melodieuze akkoordjes waar men het op gooit. Om te scoren? Wat dan? In Godsnaam wat valt er te scoren? Is er één druiloor die er iets van begrijpt? Een sterke beer die zelfstandig autonoom denken kan en zich niet om laat waaien? Laat hem opstaan. Hij mag me in zijn armen nemen en we gaan aan de zwier.

Ik heb een prima relatie met God, lekker grijpbaar, als familie, een van ons. Vloeken doe ik dus niet graag. Ik roep Hem wel vaak aan, vraag om hulp. Van hier en de gunder, nondeju dan toch!
Waar zit je verscholen, waar kroop je heen? Ik zit alleen, maar zo doof als een versteend fossiel laat hij me snotteren. Voor zoiets triviaals, geminkukelds als The Little House on the Prairie. God roept ook terug!
"Zoek het alleen uit Doordomoortje, met je idealen. Dáárvoor ben jij ter wereld gekomen. Trut, domme doos! Ga voor al uw flora en fauna naar de verdroogde CactusDora. Daarom ben jij hier! Om ze, die mooie idealen, één voor één teloor te zien gaan. Jij bent een loos achterlijke schreeuwen in de woestijn. Doramijn"
Waar dan Lieve Heer, waar zit je dan, Godsallemachtige luie zwamdoos. Niets van al dat alwetende gemauw van vertrouw op mij. Met je belofte-maakt-schuld-verhaal of dat wie-goed-doet-goed-ontmoet geklets uit je nek. Die je trouwens niet eens hebt, halve zool, gek.
Maar mijn Goede God is niet gek, hij heeft het eenvoudig iets beter bekeken, zo zonder die nek. Ook krijgt hij nooit een Hernia. Hij heeft geen rug waar alles langs af moet glijden, zoals bij mij. Dat mag ook wel, Hij is immers de baas van al en wij zijn naar zijn voorbeeld geschapen. Dus die rug? Wat moet ik ermee, anders dan tien zakken cement 4 x 8 treden erop omhoog sjouwen om de badkamer te verbouwen?

God is een niet te vatten beeldgevoel, alleskunner, papieren zweefvliegtuig in rode kinderstoel. In krochten kruipt ie weg opdat mijn essentie zal rotten, slijmerig en bang dien ik nederig te worden. Dat kan echter niet want ik moet rotzooi, smerige troep in een ander oproepen. Vuile onzuivere gedachten die niet in mij huizen. Nog niet in mijn verste diepste zwarte spelonken komen de verzinsels voor die anderen bedenken. Smeerzooi van verdachte hersenspinsels, die ik verfoei. Iemand moet de zwarte Piet toegespeeld krijgen, men zoekt zondebokken. Waarom niet? Dat is mijn taak. Men drukt het mij eenvoudig door de strot om er zelf geen last van te hoeven hebben. Got Tegot, wat een taak, onnutte zaak, een mis handel is er met mij de wereld op getrapt en ook nog zonder dat...
Ik ben een speelgoed vliegmachien. Zo'n blikken met die mooie kleurtjes, maar dan in transparant zodat ik doorzichtig ben en niemand mij kan zien. Een perfect gezeemd doorschoon raam in een doorzon huis. Een open boek, waarin lettergordijnen achter elkaar zijn geplakt, die niemand begrijpt. Maar ach, gezeur.
Ik meur naar geschiedenisboek dat niemand interesseert, laat staan leest of er iets over wil weten. Ongelezen in de uitstalvitrine moeten mijn jaren worden weggemoffeld. Kennelijk zijn er enge zaken bij.
"Achteraan graag, zodat Konsalik en schreeuwerige boeketreekskaften beter tot hun recht komen."

Nee, aan mij, een verhalen verteller, observator, heb je niets. Flafloers wat mee aan de zijlijn, flexibel en blij, vrolijk zijn met wat je hebt. Geef de buitenwereld het idee dat het zalig toeven is in je betonnen doos zonder ziel, wegrotten in je goede bedoelingen, ha heerlijk. Wat een verneukeratief spel is het toch.
Je schrijft en blijft, wellicht drie minuten in beeld. Totdat men denkt dat men je kent. Dus verander niets, blijf zoals anderen je zien, voldoe aan hun beelden. Veel makkelijker voor hen, dan af en toe eens iets ontwikkelen, experimenten, uit de band te springen.
Voor de rest verdwijn je onder de waterspiegel en alleen iemand die zich het herinnert, kijkt nog eens of daar in het moeras niets is gestikt. Mijn familie heeft me verstoten, dus ben ik "familieloos." Ik moet mijn eigen gezinsleden zoeken en kies er ook een naam bij. Iets met vol er in, opdat dat "loos" niet schrijnt.
"Aangenaam, mijn naam is Dora Vol Ledig"
Misschien is dat wel iets? Of toch niet?
Of is het soms weer volle maan?

Even iets anders horen?
http://www.youtube.com/watch?v=Us-TVg40ExM

 

feedback van andere lezers

  • manono
    't Is bijna halftwee... mijn Konsalikjes prijken niet meer in mijn boekkasten en mijn pint bier staat op 'The Pathfinder' van Fennimoore Cooper. Ik heb mijn zoon wakker gemaakt om te vragen waar zijn boxen waren. Had ik kunnen weten in de lavabo van de badkamer.
    Stand by me... enkele dagen geleden was het volle maan.
    Met prachtige zinnen morsende Dora in een ledige wereld die ik zo goed ten volle heb verkend.

    Dit krijg je er nog bovenop : Vervellingen zijn altijd pijnlijk en ze gebeuren altijd ongelegen. Nadien is het oude vel 'loos', en zit de nieuwe iets te strak...









    Dora: Dank je wel....Die naam kwam vanzelf, was echt prefect op de plek helemaal vol ledig...volgens de heksenboeken, < : )))
    Ik bedoel die boekenkast, waar Konsalik hun echte lekkernij en protserige pronkstuk: "van kijk mij lekker in de markt staan"...
    zij kunnen niets met mijn geschiedenis, ach ja want leeghoofdige leegtaal spreekt .....
  • Magdalena
    grumf grrrrrrAAAAAh waf grrrrrr
    fel heksje is wakker...

    (terwijl ik op mijn andere wereld juist zoiets bevredigends, geruststellends, zaligs leerde, bevrijdend als het ware
    'k durf het zelfs nog niet op papier zetten, uit schrik dat iemand het zal afpakken/kapot maken... Maar 't leeft al twee volle dagen: pril besefje is leefbaar???)

    De eerste zin zegt gewoon alles en al de rest is een versiering van de eerste zin (die subliem is vind ik).
    Dora: Dank je dank, dank,....ben je al verhuisd?
    Ik vond die zin ook wel wat hebben ja....als verhaal bleef het wel een beetje kaal
    dacht ik, kom ik zwam er nog even over door.... lekker vanuit mijn buik bezemstelen en dovenetelen...tussen Claxius en Martha door....want dat is van een andere orde.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .