writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

"ZES" - Expeditie naar Mars - Inleiding (upd. dec 2010) en hoofdstuk 1.1

door Wardibald

Inleiding
----------

Dit eerste hoofdstuk is waarmee het allemaal begon voor mij, nu bijna drie jaar geleden. Ik begaf mij toen op belachelijk glad ijs, en eigenlijk ben ik er nooit meer af geraakt. Gelukkig weet ik mij nu toch al iets beter recht te houden als toen, maar echt een groot schrijverslicht kan ik mezelf niet noemen. Ik heb het immers tot hiertoe met een betrekkelijk schaars lezerspubliek moeten doen. Toch is dit eerste hoofdstuk bijna onherkenbaar veranderd in de tussentijd. En toch blijft dit één van de stukken uit mijn boek, waar ik het meest onzeker over blijf.

Dat ben ik ook, bij uitstek, over de dialogen in mijn boek. Zo gebruik ik bijvoorbeeld nergens de vorm: "...", zei P.

In de plaats probeer ik duidelijk te maken wie wat zegt in wat vooraf ging, of soms in wat erna komt. Destijds ben ik zo begonnen, en ik ben er nog altijd niet van afgestapt. Die paar lezers die ik heb gehad, hebben mij daar ook nog geen reden voor gegeven. Maar oordeel vooral zelf, natuurlijk.

Een klein probleem dat ik hier ondervind, is dat ik al eens graag cursief gebruik, om een aantal redenen.

*Nadruk leggen op een enkel woord.
*Kleine anderstalige stukjes, vooral impulsieve uitspraken van anderstalige personages.
*Langere stukken die de expliciete gedachten zijn van het hoofdpersonage.

Alleen dat laatste ga ik in mijn fragmentjes dan maar op een andere manier aanduiden ("I" en "/I"). Vooral dat eerste zal hier dus verloren gaan.

Zij die willen, kunnen langs een link op mijn facebook-account het volledige "eerste deel" lezen, zoals dat er nu uitziet.
http://www.facebook.com/people/Ward-Peeters/699816734#!/profile.php?id=100001010044907

Als je geen facebook gebruikt, kan je mij ook gewoon vragen om dat eerste deel. Ik mail het je met veel plezier door:
wardibald@telenet.be

Alle kritiek is welkom en voel je niet te beroerd om mij over eender wat te contacteren. Je begrijpt wel dat ik de schurft van uw hond niet kan genezen.

In zijn geheel telt mijn verhaal 36 hoofdstukken, 3 delen van 12, waarvan dit eerste hoofdstuk bovendien bij uitstek het kortste is. Dus laat mij besluiten met de woorden van een fourier op een scoutskamp:

"Als ge het nie meugt, er is nog!".

----------

EERSTE DEEL

1.1


"Laat ons beginnen."

Als leider van onze expeditie nam Ben altijd het eerste woord op vergaderingen.

"Zoals iedereen denk ik al weet, is Caitlin zopas dood teruggevonden. Ik zou graag beginnen met wat stilte."

Net als de zevenennegentig vergaderingen voordien, had Ben zijn stilte al gekregen voordat hij begon te spreken. Maar deze keer wist ik dat wij ze ongevraagd niet zouden aangehouden hebben. Mijn vragen lieten in ieder geval weinig heel van mijn geduld. We wisten inderdaad al allemaal dat ze dood was, dat lag voor de hand in onze micro-leefomgeving. Maar wie wist wat?
Onwillekeurig keek ik rond naar mijn collega-expeditieleden, om snel op te merken dat zowat iedereen mij een beetje aan het oogballen was. Ze schenen te beseffen dat ik haar het best had gekend, we hadden voor meer dan drie maand de chemische sector gedeeld aan boord. Ik sloeg mijn blik maar naar beneden.

[I]
Ze zal door iedereen wel gemist worden.
Iedereen hield van haar, of toch een klein beetje.
Ze kon gewoon innemend zijn als ze dat wou.
Zoals de vorige keer dat John ons een werkbezoekje kwam brengen.
Anders is hij altijd rad van tong.
Maar niet toen hij oog in oog met Caitlin kwam te staan.
Ze was net rechtgestaan om naar de plee te gaan, zoals ze dat zelf altijd wist te zeggen.
John doet dat ook vaak. Amerikaan ben je ook in het Nederlands.

Een fractie maar, hadden de twee elkaar staan bekijken.
Ik kon niet zien hoe zij juist naar John keek, maar bij hem zag ik enkel gebeiteld zwijgen.
Ze zal wel net zo verrast als John zijn geweest, maar zij had een gezicht voor elke situatie.
Contact met haar was altijd een glooiende lijn geweest. Daarin stak ze af tegen iedereen.
Haar donkere wenkbrauwen en ogen contrasteerden met haar blonde haren.
Haar gelaat stond daardoor altijd erg expressief. En dat paste bij haar.

Deze expeditie is op zoveel manieren gevaarlijk. Maar er gebeurde nooit eens wat.
Achtennegentig dagen de gang van zaken. En dan dit.
Hoe kan iemand zomaar sterven? Wat is haar toch overkomen?
Ze is dood. Dood gewoonweg.
Wat weet Milo? En Mira?
[/I]

Iemand schraapte retorisch een keel. Het viel mij op hoe Ben een bedrukte, moedeloze indruk gaf. Normaal kon ik bijna nooit iets aflezen van zijn aardedonker gezicht, de Malinees hield zijn emoties normaal gezien voor hemzelf. Hij was van ons allemaal het hardst getraind om beslissingen op logica te baseren, en als expeditieleider deed hij zijn best om zijn emotioneel gewicht op niemand specifiek te drukken. Een paar keer had ik al wel eens een barstje opgemerkt in zijn pantser, maar dit was echt een breuk.
Hij merkte dat hij mijn aandacht had en knikte neutraal naar mij. Ik nam één van de twee potloden uit mijn kleine magnetische houder vast. Mijn notaboek met magnetische ringetjes bovenaan lag zoals altijd voor me, maar deze keer hield ik er een extra papiertje bovenop. Het was geen vodje zoals de andere, met die hoofding extra vergadering. Ik krulde er het nummer 98a naast en daaronder schreef ik Dood van Caitlin. Een extra vergadering moest immers een reden hebben, meer een verantwoording eigenlijk. Ik pende mijn titel zo droog neer dat ik er mij nog eens met een ruk van bewust werd waarom we hier zaten. Ben zijn stem klonk terwijl ik schreef.

"Nu jullie hier allemaal zijn, sta ik erop dat niemand weggaat totdat de vergadering gedaan is. Zelfs niet voor even."

Daarbij keek hij zelfs niet naar mij. En met hem niemand. Nochtans was de voorzet perfect voor het verplicht geworden gegrap met mijn kleine blaas in een hoofdrol. Schijnbaar onverstoord klom Ben bovenop een vreemde lichte commotie.

"Er zijn immers aanwijzingen dat Caitlin vermoord is."

Een bom kon net zo goed gevallen zijn. Het gemurmel viel stil. Ik kon mij gewoon niet voorstellen dat ze vermoord was, en met mij iedereen. Met dat gezegd, verloor onze leider zijn zelfbeheersing. Hij leek te willen rechtspringen, maar merkte dat hij zijn gordel daarbij vergeten had. Hij ondervond wat moeite om zich los te maken in zijn haastende nijd, maar even later stond hij daar vuur te spuwen.

"We gaan hier niet buiten tot alles duidelijk is! Het heeft geen zin om te zwijgen en je kan je toch nergens wegsteken. Er is geen plekje aan boord dat ik niet ga omkeren."

Gelukkig was ik Ben zijn linkerbuur aan de vergadertafel. Zo kon ik grotendeels vermijden in die snijdende en duidelijk getormenteerde blik van hem terecht te komen. Want zijn opvallend doorlopen ogen leken wel slangen af te vuren. Kolkend rood of afblekend wit, als neger gaf hij dat niet meteen weg, maar zijn gezicht stond minstens op één van de twee. Het leek me geen scenario waar een moordenaar zich zou in aangeven.
De ongemakkelijke stilte kwam er niet. Het was Zarah die het eerst de vraag stelde die bij iedereen in het hoofd moest spelen. Ik vond haar erg moedig om onze leider nu aan te spreken en ik zag geen angst in haar donkere ogen.

"Hoe is ze gestorven?"

Onmiddellijk antwoordde Milo in Ben zijn plaats. Zijn doktersgezicht zat weer in de plooi, zoals altijd wanneer hij iets aan de ontnuchterende kant moest zeggen.

"Zoals iedereen gehoord heeft, heb ik haar tien minuten geleden gevonden in de waskamer. Ze werd duidelijk vergiftigd. Ik kan nog niet zeggen met wat, haar maaginhoud en ontlasting zal moeten bekeken worden. Ze kan daar in ieder geval nog niet lang gelegen hebben, haar lichaam was nog niet helemaal koud."

Ben deed zijn best om niemand persoonlijk aan te kijken, maar ik kon zien dat hij onze reacties op de woorden van de dokter nauwkeurig aan het opmeten was, terwijl hij zijn blik de zaal rondgooide. Dan sprak hij nog kalm voor iemand die tegelijk zijn handpalmen op tafel sloeg.

"Dat betekent dat de moordenaar misschien nog aanwijzingen bijheeft."

Onze leider was deze vergadering duidelijk aan het improviseren. Hij leek ondertussen te beseffen dat de waarheid moeilijk te bereiken ging zijn. En ik met hem.

"Ik sta erop dat iedereen zijn zakken leegmaakt en alles voor hem op tafel legt."

Niemand protesteerde. Ik stak mijn potlood terug naast het andere in de houder en zette dat op mijn blok papier. Daarop draaide ik mijn zetel, stond recht en begon magnetische folie uit de ronde muur achter me te halen om uit te delen. Dat werd gebruikt om niet-magnetische voorwerpen te fixeren.
Achter mijn plaats, in het westen van de module, bevond zich een uitgang van wat de assembler heette. Waar onder andere die folie kon uitgetrokken en afgesneden worden met een druk op de juiste opties die het platte computerscherm er bood. Ik bestelde veertien stuks van normale lengte. Twee vellen per persoon, mij niet meegerekend want ik had geen nodig. Daarop gaf ik de helft aan Zarah, die links van mij zat, en de rest aan Ben. Overal verschenen er daarna metaalkleurige hoopjes op de heel lichtjes doorschijnende ronde witte tafel.
Niemand bleek op het eerste zicht een spectaculaire aanwijzing op tafel gelegd te hebben. Enkel Mira en John hadden helemaal niets bij, maar die kwamen dan ook vroegtijdig uit hun slaapcyclus om aanwezig te zijn. Die laatste was de module rondgegaan tot helemaal achter mij. Ik hoorde hem een propje folie in de afvalingang van de assembler gooien. Ben had dat ook gemerkt, en net als ik vond hij dat propje toch een opmerking waard. Iets weggooien was de afspraak niet. De Malinees had duidelijk zijn zelfbeheersing teruggevonden.

"Ik zie dat je niks bij je hebt John, waarom moet je dan die prop weggooien?"

John keek Ben gespannen aan in plaats van terug naar zijn zetel te gaan, tegenover mij net rechts van de centrale liftkoker. Ik dacht dat hij een droog antwoord onder de gordel zou geven, geheel volgens zijn stijl, zeker als iemand hem iets aanwreef. Maar niets van dat. Het leek wel of ik niemand meer herkende aan boord.

"Ik dacht wel dat ik er een opmerking over ging krijgen. Het is een beetje stom, ik had al een stukje folie aangenomen toen ik merkte dat ik niets had meegenomen. Normaal heb ik altijd wel een disk, of eender wat bij. Ik wou het nog aan Mira geven, maar ze kon het ook niet gebruiken. Ik heb haar laten zien dat ik niets heb weggestopt in dat propje."

Mira beaamde dat en John voegde er nog snel groentjes aan toe dat hij net wakker was. Aan Ben zijn blik te zien, aanvaardde hij de verklaring, en ik besloot er ook maar verder niet bij stil te staan. Zoiets had net zo goed mij kunnen overkomen.
Ik ging terug zitten, riemde me vast, en kwam daarbij links van me te kijken. Zarah was er het hart van in. Ze had moeite om haar tranen weg te vechten. Net als ik eigenlijk. Zeker nadat ik in haar natte, glimmende ogen keek. Ze fluisterde vragend mijn naam.

"Wozek?"

Ik perste er toch een glimlachje uit. Daarbij betrapte ik mezelf dat ik dat deed om mij sterk te doen lijken. Ze glimlachte even terug, en doorprikte mijn ballon.

"We gaan nog hard moeten zijn. Maar we moeten ons verdriet accepteren."

Ze leek daar zelf ook moeite mee te hebben. Ze sprak dan ook niet onderwijzend, maar ons bindend als lotgenoten. Ze keek me daarop vragend aan, maar ze wist dat ik niet ging kunnen antwoorden.

"Begrijp jij dit? Iedereen hield toch van haar?"

Zarah zat naast mij en Anne, de ingenieur. Ik was blij dat ze bij mij steun zocht, en ik daarom bij haar. Niet dat ze van Anne veel moest verwachten. Steun krijgen of zelf geven, dat lag haar zo niet. Enkel Rick, die naast haar zat, wist enige vat op Anne te krijgen, maar de twee spendeerden dan ook elke dag minstens acht uur samen.
In de donkere irissen van Zarah, in haar zo fijnvrouwelijke ogen, zocht en vond ik niet alleen onbegrip, maar ook wriemelende onrust, eveneens een herkenbaar gevoel. Ik probeerde haar niet te troosten, dat leek me maar weinig zin te hebben.

"Ik heb evenveel vragen als jij, Zarah. Zelfs Anne zit er maar bleekjes bij."

"Laat ons haar nooit vergeten. Allahu akhbar."

Ik begreep wat ze daarmee bedoelde. Accepteren gold als de eerste stap, misschien zelfs de belangrijkste, en die maakte ze als moslim blijkbaar erg snel. De wil van God en van die dingen. Mijn gevoel van wegende onvrede bleef zich vastklampen, wat ik probeerde te kanaliseren.

"Laat ons haar samen nooit vergeten, Zarah. Maar dat zal wel lukken denk ik."

Ze glimlachte even tussen haar halve tranen door.

"Samen. Dat is maar een beetje beter dan alleen."

Haar zachte stem had mij toch wat weten opwarmen. Eigenlijk kende ik de Arabische vrouw naast me niet zo goed, ondanks dat we tegelijkertijd sliepen en aan de bak moesten. Ben en ik hadden om dezelfde reden een gezonde vriendschapsband ontwikkeld, hoewel hij dat liever niet liet blijken als er anderen in de buurt waren.
Maar Zarah was een mooie jonge vrouw en dat veranderde alles. Dan was ze nog eens doctor in de fysica, terwijl ik een bescheiden chemisch laborant mocht heten. Ik keek op naar haar en ik vond ze ongelooflijk aantrekkelijk. Meteen mijn twee voornaamste hindernissen om met iemand contact te leggen. Dat was bij Caitlin zo geen probleem geweest, zij had er de eerste weken genoeg gelegd voor ons twee. En eens ik iemand begin aan te voelen, is mijn ophaalbrug neergevallen.

[I]
Hoe moet het nu verder?
Met mij, zonder haar.
Opletten dat ik Zarah niet als haar vervangster begin te zien.
[/I]

Zarah scheen een moment voor zichzelf te willen, dus verlegde ik mijn blik naar de overkant van de vergadertafel. John zat wat in zichzelf gekeerd te staren. Hij was de enige met de Amerikaanse nationaliteit aan boord nu, een zware verantwoordelijkheid, maar daar leek hij hoegenaamd nog niet mee bezig. In tegendeel, hij leek zoals iedereen erg aangeslagen en gedemotiveerd. Hij zag mij kijken door de doorzichtige centrale liftkoker en ondernam een gedeeltelijk geslaagde poging om zo weinig mogelijk te laten blijken. Hij schopte daarop zijn blikveld een beetje verwacht naar Mira aan zijn rechterkant, en wrong zich wat in de conversatie die zij met Milo had, haar buur en mannelijke evenknie. Even later zat zowat iedereen onderling in hetzelfde onderwerp verwikkeld. Ben onderbrak het kabaal.

"Ik veronderstel dat iedereen nu heeft neergelegd wat hij bijhad. Het heeft dan ook geen zin om hier nog langer te blijven. Daarom stel ik voor dat we één voor één de zaal verlaten nadat we door iemand gefouilleerd zijn."

Met iemand bedoelde hij natuurlijk hemzelf. Maar dit was de tijd niet om hem dat duidelijk te maken met mijn vriendschappelijk ironisch lachje.

"Zarah, controleer jij de vrouwen? En Mira controleert jou dan, goed?"

Beiden knikten instemmend hun instructies tegemoet en stonden recht. John stelde een terechte vraag.

"En wie gaat jou fouilleren, Ben?"

De Malinees grijnsde groen.

"In de loop van de dag ga ik iedereen afzonderlijk enkele vragen stellen. Ik ga met jou beginnen John, dan kan je daarna nog wat rusten."

Daarop ging Ben opzichtelijk achter John met zijn handen tegen de ronde muur staan, benen gespreid.

"En zie dat je geen plekje overslaat met die slaapkop van je."

Hij deed ongeduldig teken naar John met zijn hoofd, en beëindigde protocollair de vergadering die er geen was geweest.

"Vergadering gesloten."
-------

Vervolg op:
http://www.writehistory.be/?p=verhaal&id=12247

 

feedback van andere lezers

  • Hoeselaar
    Moet even wennen aan het feit dat je zoveel witregels laat. Andere schrijvers verweten me dit en schreven dat de tekst zonder onderbreking aaneen gehecht moest worden.
    Jouw wijze van schrijven is overzichtelijk.
    De inhoud waar een verhaal toch om draait is naar mijn bescheiden mening knap gevonden.
    Op het eind van de vijftiger jaren was er een hoorspel op de nederlandse radio dat een reis naar mars op een fantastische wijze weergaf. Iedereen die toen een radio bezat, zat gekluisterd naar dit hoorspel te luisteren. de volgende dag was dit programma dan ook in aller monden

    Willy
    Wardibald: Zogenaamd gevestigde schrijvers spreken elkaar voortdurend tegen. Er schijnen ook meer meer normen en gewoonten te bestaan dan dat er uitgevers te vinden zijn.
    Ik stoor me er hoe langer hoe minder aan en doe gewoon mijn ding. Dank je voor je aandacht.
  • hettie35
    Ik heb het met belangstelling gelezen en ben benieuwd naar wat er
    volgt. Het eerste stuk is wel een beetje lang maar ik begrijp dat dit erg moeilijk is om op te splitsen. Het leest vlot en dat is een groot
    pluspunt.
    groetjes Hettie
    Wardibald: In ieder geval ga ik inderdaad mijn volgende stukjes korter houden.

    Dankjewel hoor :)
  • GoNo2
    Een goed begin is alles hé?
    Wardibald: Daar zeg je wat. Op dit eerste stuk heb ik waarschijnlijk het meest van al zitten kauwen. Een aangename verrassing dat het goed onthaald wordt.
  • Dora
    Allereerst welkom.
    Ja het is een interessant begin. Veelbelovend en pakkend, ik zit er meteen in. Ook ik vind het jammer dat we geen cursief (of welke andere typografie ook) kunnen gebruiken.

    Als Nederlandse vallen me de typische Belgische uitdrukkingen op.
    Ik weet niet of je het op prijs stelt daar op gewezen te worden?
    Wellicht zouden we via mail daarover van gedachten kunnen wisselen?
    Bijvoorbeeld:
    Ze was net rechtgestaan = ze was net opgestaan?
    We gaan hier niet buiten tot alles duidelijk is!= niemand mag vertrekken (of mag naar buiten) totdat alles duidelijk is!
    Wardibald: Dank je :)

    Tja, Belgisch Nederlands.. Ik pleit schuldig :)
    Straf dat je er al meteen twee voorbeelden kan uitpikken. In ieder geval, mijn emailadres is zichtbaar voor iedereen, denk ik.
  • Vansion
    zeer interessant!
    Wardibald: Dank u
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .