writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

"ZES" - Expeditie naar Mars - Hoofdstuk 1.4 A

door Wardibald

Kleine opmerking: om één of andere reden staat een vinkje bij dit verhaal dat het "wordt uitgegeven". Ik weet dat ik dit niet aangevinkt heb; buiten "categorie", "titel" en "tekst" blijf ik altijd van alles af. Dus laat het duidelijk zijn dat ik dit stukje van mijn verhaal liever niet op zichzelf uitgeef.


1.4


Ik opende de ogen. De gebruikelijke schicht van bewustzijn deed me realiseren waar ik was. Zoals altijd keek ik eerst naar de digitale klok die aan de ronde muur van mijn persoonlijke sector hing. Kwart na drie, namiddag. Dat betekende dat ik nog drie kwartier voor mezelf had voordat deze slaapcyclus eindigde, en de volgende zou beginnen met zestien uur wakkeren.
Al snel zag ik de groene kader met witte tekst op mijn computer knipperen. Ik kon niet lezen wat er opstond met de slaap nog in mijn ogen, maar ik wist dat het duidde op een boodschap van het thuisfront.

Mijn sector was ingedeeld zoals elke persoonlijke sector aan boord. Ze besloegen zowat een vijfde van de module, verdeeld zoals een taart met het midden uitgesneden. Mijn sector lag aan de westkant van de bovenste leefmodule, recht tegenover de liftdeur. Wie door die deur de module binnenkwam, zag omlopend naar rechts respectievelijk de sector van Zarah, die van John, dan Anne, en die van Milo links naast de mijne.
De overige vier expeditieleden hadden hun persoonlijke sector in de onderste leefmodule, net onder de controlemodule. Die was identiek aan de bovenste, behalve dat de sector overeenkomstig met de mijne gebruikt werd als waskamer. Het was daar dus dat Milo de dode Caitlin had aangetroffen. Daar bevond zich de douche, de wasdroogmachine voor onze uniformen, en het enige toilet aan boord. Alweer naar rechts wandelend, kwam je op de sectoren van Mira, Rick, Ben en Caitlin.
Ook de inkleding van mijn sector verschilde niet van de anderen. Het meubilair bestond uit Atlascomposiet, zoals in goede benadering alles aan boord, tot de muren en vensters toe. Zelfs met mijn scheikundige achtergrond kon ik niet zeggen waaruit het materiaal bestond. Wel dat het een enorme sterkte en draagkracht bezat, ons grotendeels beschermde tegen de gevreesde kosmische straling, en daarbij nog eens ongezien licht was.
Het was ontworpen door één van de grootste defensiecontrateurs van de Unie, het Britse Atlas Materials of simpelweg Atlas. Rick werkte er als mechanisch constructeur, en ik zou niet de eerste zijn, moest ik beweren dat hij onder het laken hun afgevaardigde was aan boord.
Als ik binnenging stond tegen de linkermuur mijn bed, ontworpen om zoveel mogelijk de Aardse slaapervaring te simuleren. De enige aanpassing was een magnetisch deken met dito matras, een must voor wie geen brokken wilde maken in zijn slaap. Tegenover het bed, tegen de rechtermuur, had iedereen zijn tafel met persoonlijke computer. Die stond erop vastgelijmd omdat alleen de tafelpoten magnetisch waren. Het klavier was wel verschuifbaar tot zover de coaxiale kabel eraan dat toestond. De generatie van computers aan boord hadden een zestien nanometer driedimensionele chipset, en waren absoluut niet bestand tegen een voldoende sterk magnetisch veld om ze op hun plaats te houden, ondanks verregaande magnetische isolatie. Toen we vertrokken waren de dingen topmodellen, de nieuwste gecommercialiseerde generatie. Onze persoonlijke computers waren de enige niet-optische aan boord, dat was iets dat Anne er had doorgedrukt.
Bij onze tafel hadden we een gestandaardiseerde zetel, zoals allemaal met een gordelsysteem eraan. Zonder was een zithouding aanhouden een stuk moeilijker en vooral vermoeiender dan gewoon rechtstaan. Ze leken erg goed op autozetels, maar dan verstelbaar tot een volledige lighouding. De enkele roterende sokkel eindigde op een rond grondvlak, dat met een hefboom als een zuignap vast moest gezet worden.
In de hoek van de tafelzijde en het ronde venster had iedereen zijn witte kast met negen schuiven, drie rijen van drie. Elke schuif was ontworpen met een verstelbare en fixeerbare dubbele wand, zowel om niet-magnetische voorwerpen vast te zetten als om plaats te maken voor een eventueel tweede voorwerp.
De muur naar buiten met zijn ronde vorm, was met veel zin voor esthetiek volledig als venster ontworpen. Ondanks dat ze bijna een meter dik was, kon ik het doorzicht alleen maar fenomenaal noemen. Loepzuiver. Uren kon ik blijven het eeuwige aanstaren. Ons schip maakte een lichte roterende beweging, wat diende om de massa ervan te bepalen door de inertie te meten, een enkel woord dat uitdrukt dat zwaardere voorwerpen moeilijker in beweging te krijgen zijn. Daardoor kon ik het heelal telkens langs een andere invalshoek bekijken.
Wat wij ons schip noemden, heette officieel VSL - E01. Of voluit Versatile Spaceship and Lander. De E01 duidde op onze opdracht en het gereedschap dat ons schip ervoor als actieve massa meebracht: Extractor 01. Zoals gebruikelijk in de ruimtevaart worden opeenvolgende pogingen genummerd; niet dat er geen vertrouwen in ons gevestigd lag. De Amerikaanse pers had er uiteindelijk Vessel one van gemaakt, maar wij maakten het toch nog net iets makkelijker. Het enorm kostelijke ding was natuurlijk niet van ons, maar voor ons maakte dat geen verschil.
Het zicht door mijn venster zette in mij elke keer weer verschillende gevoelens los. Schoonheid, maar ook koude hardvochtigheid, angst, trots, euforie, kwetsbaarheid, tijdloosheid, zaten allemaal in elkaar vervlochten in een enkele blik. Een onbeschrijfelijke rijkdom, zeker voor een dromer zoals ik. Omdat de zon zich altijd achter het schip bevond, was het nooit nodig dat uitzicht af te sluiten, hoewel dat kon via het drukscherm boven ons bed. Dat veranderde een soort inwendige polariteit van een deel van de beglazing, wat van het venster een droge, matte witte muur maakte. Ik kon me niet voorstellen dat iemand aan boord dat ook echt nodig had tijdens de heenvlucht, maar op Mars en met de terugreis ging dat anders worden.

[I]
Het tijdelijke geruild voor het eeuwige. Tijdelijk.
In deze allesbevattende leegte mogen wij misschien onbeduidend lijken
Toch vraag ik mij af, als wij als mens dit kunnen aanschouwen
Er kunnen over reflecteren.
Maakt ons dat onbeduidend, of juist beduidend?
Nooit is iets gevonden dat op ons lijkt, dat denkt, be-kijkt.
We zijn uniek als sterveling. Een aberratie, of juist niet?
Zijn we een kleine vrucht, onooglijk groeiend in een zo ontzaglijk ei?
Deze expeditie, voor ons zo spectaculair, maar astronomisch stelt het niets voor.
Geen ster, geen nevel, zal om ons geven.
Als wij verdwenen zullen zijn, en ontelbare generaties later, dezelfde gedachte, dezelfde reflectie wordt gemaakt
Geen ster zal erom geven.
[/I]

----------
Wordt vervolgd

 

feedback van andere lezers

  • hettie35
    Zeer begrijpend geschreven Wardibald,
    groetjes Hettie
    Wardibald: Dank je, Hettie. Je bent een trouwe lezer.
  • julien_maleur
    boeiend JM
    Wardibald: Als jij het zegt.. :)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .