writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Rifka

door RudolfPaul

In de verte klonk een opgewonden, woedende stem over de luidsprekers. De stem van de gemeenteambtenaar? Rifka kon de woorden niet verstaan. Toen de persoon uitgeraasd was klonk er gejuich en applaus, gevolgd door trompetgeschetter, hoorngeschal en doffe trommelslagen.
Het hele dorp was uitgelopen om naar de marcherende mannen in hun trotse nieuwe uniformen te kijken en om te luisteren naar de toespraken die over het marktplein schalden. In het cafe was Rifka alleen achter gebleven. De baas had dat zo gewild. Die was zelf ook lid geworden van de nieuwe beweging. Eigenlijk had Rifka naar de markt willen gaan om de ambtenaar aan te schieten aan wie ze het geld had gegeven. De ambtenaar had een belangrijke positie in de beweging; hij had een hogere rang dan de eigenaar van het cafe. Als ze ergens in de menigte vlak bij hem kon komen en hij zou haar daar zien staan zou hij misschien herinnerd worden aan zijn belofte.
'Mensen van jullie soort denken altijd dat je door ons wat geld toe te schuiven alles voor elkaar kunt krijgen,' had de man haar toegesnauwd op zij kantoor toen ze de eerste keer een stapeltje biljetten voor hem neerlegde op zijn bureau. 'Kom overmorgen maar terug.'
Maar toen ze twee dagen later voor hem verscheen had hij haar papieren nog niet in orde gemaakt. Ze had nogmaals een bundeltje, het spaargeld van haar overleden moeder, voor hem neergelegd. 'We zullen wel zien,' had de man gebromd.
De tijd drong. Op haar sterfbed had haar moeder tegen haar gezegd dat ze met de boot vanuit Hamburg het land moest verlaten om naar haar twee achternichten Friedel en Minka Seidel te gaan. Als de ambtenaar op het stadshuis er nu maar voor zorgde dat Rifka's geboortedatum werd gewijzigd zodat ze op papier als zestienjarige te boek stond. Dan mocht ze alleen reizen. Maar nu was ze officieel nog steeds vijftien.
Ook haar vader toen die nog leefde had willen vertrekken. Hij had brieven geschreven aan Minka en Friedel en de twee verre familieleden in Amerika hadden van hun kant er alles aan gedaan om de overtocht mogelijk te maken. Vanwege zijn ziekte zou hij zelf moeten achterblijven maar zijn vrouw en dochter zouden in veiligheid worden gebracht.
Het was anders gelopen. Het lange wachten, de angst en de spanning, hadden de afloop van haar vaders slepende ziekte bespoedigd. Nog geen jaar later was ook haar moeder plotseling overleden. Nu stond ze er dus alleen voor. Na haar verwijdering van het gymnasium had ze gelukkig in een naburig dorp een baantje kunnen krijgen in de keuken van een cafe. Als ze maar haar koosnaam Rifka gebruikte in plaats van haar echte naam Rebecca Sussmann, haar 'Smousname', zoals de cafebaas zei. En als ze maar zo veel mogelijk in de keuken bleef en zich niet in de gesprekken van de stamgasten mengde. Volgens de nieuwe wet was het joden verboden in hun huizen vrouwen van Duits bloed beneden de 45jaar in dienst te hebben, maar hij wist niet zeker of het andersom ook gold. Hij had immers als Duitser een jonge vrouw van joods bloed in dienst, daar moest maar geen ruchtbaarheid aan worden gegeven.
Haar vader had tot aan zijn dood de gebeurtenissen gevolgd. In de kranten en via de radio. Het draaide allemaal om die ene man, iedereen was in de ban van die man. De man die door lutherse theologen was uitgeroepen tot 'de gave van God aan Duitsland'.
Haar vader had nog overwogen om zich te laten dopen. Wat maakte het nog uit. Hij geloofde nergens in, ook niet in het geloof van zijn voorvaderen. Hij verafschuwde alle vormen van geloof. Maar als je door tot het christendom over te gaan je leven kon redden en de levens van je dierbaren... Maar in de krant verkondigden de leiders van de Duitse Evangelische Kerk dat de christendoop de raseigenschappen van joden niet kon veranderen, dat zogenaamde christenen die in werkelijkheid tot het joodse ras behoorden geen recht hadden op een plaats in de kerk. Joden waren nu eenmaal de vijand van de Duitse natie. Het geschrift van Doktor Martin Luther 'Over de joden en hun leugens' werd geciteerd: hun huizen, scholen en synagogen moesten verbrand, hun geld, goud en zilver,hun juwelen afgenomen.
Rifka stond in de lege gelagkamer en keek naar de biljardkeu die van de rand van de tafel was gekletterd en die ze had opgepakt. Ze zag dat haar handen beefden.

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .