writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De corpsstudent en de dikke Duitse dame .3

door RudolfPaul

Urenlang bleef hij naast het ontzielde lichaam zitten, dat nu, luchtdicht verpakt in doorzichtig plastic, met de benen schuin naar beneden, het hoofd ter hoogte van de vensterbank, ruggelings op een oude kastdeur lag, die Klaas Nieboer en hij uit het fietsenschuurtje hadden gehaald waar de vorige bewoners hem hadden achtergelaten. Zo hadden ze haar boven gekregen, plat op de deur die ze gebruikten als brancard. Haar enorme lijf hadden ze beneden van het bed afgerold zodat ze op de deur kwam te liggen. Zwoegend en stommelend hadden ze haar met veel moeite trede voor trede de trap opgetrokken; ze hadden haar moeten vastbinden op de deur met alles wat ze maar konden vinden -haar ceintuur, hun eigen broekriemen aan elkaar gegespt, een gordijnkoord- opdat haar wiebelende lijf er niet af zou glijden. Eindelijk boven met hun menselijke vracht, bleven ze eerst een hele tijd hijgend uitrusten en vervolgens wikkelden ze het lichaam in het stuk plastic waarin eens het opgevouwen en nog lege waterbed was afgeleverd. Alleen bij het voeteneind was een smalle opening waar een plastic pijpje uitstak dat in verbinding stond met de pvc-afvoerbuis vlak boven de vloer onder de wasbak. Een vondst van Klaas: al haar lichaamsvochten vloeiden door het pijpje de pvc-buis binnen en spoelden uiteindelijk door het riool weg. De wasbak stond vol water -- als stankafsluiter. Alle gaatjes in het omhulsel van het lijk, alsook rond de rand van de afvoerbuis waar het pijpje in de ruw uitgekerfde opening van de pvc-buis stak, waren zorgvuldig gedicht met plakband. Geen enkele geur van het langzaam ontbindende lijk zou de buren erop attenderen dat er hier in huis iets loos was.

Klaas Nieboer liet hem alleen met haar. Zittend in diens stoel in de met spaanplaten afgetimmerde zolderkamer, blikte hij terug op de gebeurtenissen.
In een drankwinkel niet ver van het studentenhuis had Robert-Jan ineens tegenover meneer Nieboer gestaan. Hij had hem niet kunnen ontlopen. Robert-Jan, die met z'n bijna twee meter nu met kop en schouders boven de kleine man uitstak, kon niets anders doen dan de hand schudden die naar hem uitgestoken werd.
'Meneer Nieboer,' kreeg hij er met moeite uit.
'Zeg maar gewoon Klaas. De tijd dat je me als jochie met meneer aansprak, ligt nu wel ver achter ons zou ik zo denken.'
Klaas Nieboer zei dat hij hem nog steeds eeuwig dankbaar was voor de waarschuwing van destijds. Waarschuwing? Lang geleden, bijna tien jaar nu, toen meneer Nieboer jeugdwerker was in het dorp waar de vader van Robert-Jan nu nog steeds dominee was, kon de kleine, energieke kindervriend alles van hem en van zijn vriendjes gedaan krijgen. De man, toen nog een jonge dertiger, had met zijn tintelende pretoogjes op de kinderen van het dorp een vreemde aantrekkingskracht uitgeoefend. Maar het domineeszoontje had hij met rust gelaten, hij had het blijkbaar niet aangedurfd Robert-Jan bij de spelletjes te betrekken die uiteindelijk tot de geruchten hadden geleid waar het dorp nu nog van gonsde.
Omdat Robert-Jan uit verlegenheid nog steeds niet wist wat hij moest zeggen en daar maar een beetje stond te grijnzen, voerde Klaas Nieboer het woord. Hij sprak op de vertrouwde manier: 'Als een stomme, die zijn mond niet open doet, ja, als een man in wiens mond geen verweer is...'
De man nodigde hem uit met hem mee te lopen naar zijn huis. Om over de goeie ouwe tijd te praten. Hij was sinds enkele jaren getrouwd met een vrouw die hij in Zuid-Duitsland bij een rondreizend circus had ontmoet. Nou ja, getrouwd? In ieder geval leidde hij nu een geheel ander leven.
Robert-Jan herinnerde zich hoe het was gegaan. Zich van geen kwaad bewust was hij destijds op heel ernstige toon ondervraagd door de dominee, zijn vader, die hem op het hart drukte niets tegen de andere kinderen te zeggen die hij ook nog bij zich zou roepen. Dat laatste had hij tòch gedaan en in zijn onschuld had hij het ook aan meneer Nieboer verteld, die het opvatte als een goedbedoelde waarschuwing. Het bijbelmannetje, zoals men Klaas Nieboer in het dorp noemde, begreep dat er een soort onderzoek gaande was naar zijn gedragingen. 'Ja, jongen,' had meneer Nieboer verklaard, 'mijn vijanden spreken boosaardig over mij. Allen die mij haten, fluisteren tezamen over mij, zij denken het ergste van mij.' En Klaas Nieboer was toen plotseling met de noorderzon vertrokken en niemand had hem ooit weergezien.

 

feedback van andere lezers

  • koyaanisqatsi
    Beetje onrustwekkend zoals de auteur kennis van zaken heeft betreffende het laten 'oplossen van een stoffelijk overschot.
  • Dora
    Waar Ducktape al niet goed voor is, poehee, ik zie het voor me, dat moeizame sjouwen met die tonnenvracht vastgeriemd doodvrouwenvlees.... Ze hadden haar uiteraard ook ondersteboven aan de balken kunnen laten versterven als een geslacht rund, met een opvangbak met putje dat rechtstreeks op het riool afwatert. Ja ik denk maar wat mee. < : )))
    Waar dat tweede stuk naar toe gaat? Een grote overgang... Of is deze necrostory klaar?
  • julien_maleur
    Zo een dood lichaam verplaatsen is natuurlijk niet zo eenvoudig. Goed gevonden trouwens van die deur.
    mvg JM
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .