writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De corpsstudent en de dikke Duitse dame .5

door RudolfPaul

`Ich möchte gerne mit dir schlafen,' zei ze. Ze moest met haar man hebben afgesproken dat ze dit zou doen, dat kon niet anders. `Nein, nein... Ohne Kondom,' zei Maria, toen hij een beetje nerveus het pakje Featherlight uit zijn achterzak haalde. `In der nächsten Woche werde ich meine Tage bekommen, wir brauchen uns keine Sorgen zu machen, du kannst getrost mit mir bumsen ohne Kondom.' Ze gebood hem zich helemaal uit te kleden en liet haar ogen over zijn lange lijf gaan. `An Männern gefällt mir ein Geschlechtsorgan wie eine Gurke,' lachte ze toen ze hemvoor het eerst naakt en in opgewonden staat zag. `Mein Mann hat nur eine winzige Karotte.'
En toen had hij met Frau Oberndorff gebumst; voor hem was het slechts de tweede keer in zijn leven dat hij zoiets deed. Het maakte alles goed: het was zijn eerste echte duizelingwekkend-seksuele bijna-dood-ervaring. Officieel was zijn eerste keer die van enkele maanden geleden met Rietje Spakman, een foeilelijke, spichtige, platborstige theologiestudente. Het was een bijzonder nare ervaring geweest. Rietje Spakman, die zowel aan chronisch ontstoken eierstokken als aan vele andere lichamelijke en geestelijke aandoeningen leed, had hij bij de bijbelstudiekring van het studentenpastoraat leren kennen. Met haar voerde hij lange gesprekken over het geloof. Na enkele maanden had ze hem bij zich thuis uitgenodigd. Meer uit medelijden dan uit lust was hij op haar aandringen `tot haar ingegaan', zoals Nieboer het zou zeggen als hij weer eens de tale Kanaäns sprak - het woord bijbel sprak hij altijd uit als bijbal. Tot zijn verdriet had hij Rietje nog meer pijn gedaan dan het leven haar gewoonlijk al deed. Au, au, au had zij met verbeten mond en de kiezen op elkaar onder hem gekermd bij iedere stoot tegen haar duidelijk voelbare schaambeen, au, au, ga door, ga door. Was het danvoor haar ook de eerste keer, vroeg hij. Maar nee, daar lag het niet aan, zij was al diverse keren door deze en gene `genomen', door studenten van de theologische faculteit, een keer door de docent kerkgeschiedenis, een goede vriend van haar vader. Hoe zij hem ook aanspoorde om net voor hij klaarkwam Tsjakka! te roepen - o, dat wilde ze zo graag, dat had haar eerste, een jonge manager, toen ook geroepen - hij kreeg de kreet niet uit zijn strot. Het was alsof hij een geraamte had geneukt. Na afloop meende hij nog lang haar knokige knieën, haar bekken en haar ribben tegen zijn lijf te kunnen voelen. Als hij zijn ogen sloot, zag hij weer haar van pijn vertrokken, grijnzende doodskop.
Arme Rietje. Over wie de laatste tijd zo veel werd gepraat op de studentensociëteit. Omdat een roddeljournalist onlangs had onthuld dat haar overgrootvader een hooggeplaatste NSB'er was geweest. Schande in de familie. In de kantine van het verenigingsgebouw had Robert-Jan toevallig naast Jürgen gezeten, die met hem de colleges algemene literatuurwetenschap volgde. Jürgen, zoon van een Duitse zakenman die al jaren in Nederland woonde en werkte, had vele malen beloofd de theoretische begrippen van Hans Jauss en Wolfgang Iser, die in moeilijk toegankelijke moffentaal waren verwoord, samen met hem door te nemen. Maar het kwam er maar nooit van.
`Dat zal wel meevallen van die opa van Rietje,' had Daniël, de jongste van het gezelschap, schamper opgemerkt. `Dat lidmaatschap van de NSB was natuurlijk een dekmantel, bedoeld om zijn ondergrondse activiteiten te verhullen. Laten we wel zijn: Er waren toentertijd maar weinig echte NSB'ers. De meeste Nederlanders zaten in het verzet. Bijna iedere Nederlandse familie hield wel een paar joden verborgen op zolder. Een populair liedje uit die dagen ging dan ook: "Holderdebolder, ik heb een jood op zolder..." Er werd om die joden gevochten, iedereen wilde graag een paar in huis nemen. Als er toch nog af en toe wat joden door de Duitsers opgepakt werden, kwam dat doordat die zich op de openbare weg bevonden om zich te begeven van het ene onderduikadres, waar het eten niet zo lekker was en waar het hun aan comfort ontbrak, naar een volgend adres, waar ze dachten het beter te krijgen.'
Robert-Jan keek naar Jürgen om te zien hoe die zou reageren op de woorden van Daniël, die ons troeteljoodje werd genoemd. Hij was zelf eens, als een van de eerstejaars nullen of feuten door Jürgen, die ouderejaars was, tot groot vermaak van alle aanwezigen afgezeken vanwege zijn Friese naam Bangma. Hij zou met zo'n achternaam wel geen afstammeling wezen van de dappere Fries, Grote Pier. Eerder, gelet op zijn lengte, van een lange pier. Was trouwens alles bij hem zo lang? Moeten we die lange pier van hem niet es opmeten, jongens? Haal die lange fierljepper van jou es tevoorschijn. Even had Robert-Jan toen gevreesd dat hij weer een van die ellendige rituele vernederingen zou moeten ondergaan die bij de ontgroeningsperiode hoorden en die de bedenkers ervan schenen te hebben afgekeken van de gewelddadige kots-pies-poep-seksfilm van Pasolini, Salò. Gelukkig was net die week de corpsrouw afgekondigd in verband met het overlijden van een student die zelfmoord had gepleegd na een wat uit de hand gelopen ontgroeningsspelletje waar Jürgen ook zijdelings bij betrokken was. Alle vernederingsrituelen waren een week lang opgeschort.
Waar lag hij toch aan te denken met die diepe frons op zijn voorhoofd, wilde de rondborstige, dikbuikige, breedheupige Frau Oberndorff weten. Vanwaar die Stirn kraus gezogen? Hij vertelde haar over Rietje Spakman, met wie der Akt eine Pleite geweest was, en hoe anders het zojuist met haarzelf, Maria Oberndorff, was geweest. Mijn arme jongen, had ze medelijdend gezegd, komm mal bei Mutti, en ze vroeg hem of hij nogmaals wilde. Ja, bitte! De tweede keer was zij met zulke vreemde, hoge gilletjes klaargekomen dat het hem angst inboezemde. Zij was zelf ook verbaasd dat ze zo in Schuss gekommen war.
Toen alles weer normaal was bij haar had ze heel lief gezegd: 'Für einen Anfänger bist du erstaunlich gut, mein Junge.'

 

Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .