writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Vliegende Tering

door Dora

"De jongere kan NIET vooruit zien maar de oudere WEL achterom!" schreef ik. Haha, ik had het nog niet klaar of de volgende column lag al breeduit glim te lachen. Achter omzien. Achterom zien... ach ja, hihi, hifi, wifi, maar Wihie kijkt er om? Geschiedenis is passéhéé! Weg ermééhéé. Het twittertijdperk heerst. Voor ik het weet zit ik niet meer up-to-date met mijn oude r.... WIHI, waarmee je in de beschutting van je eigen woonkamer een potje tennist met de snelle ballen van Nadal. Oefenen in menselijk contact is daarmee totaal onnodig, mijmer ik: Wiehie, waarmee je met je kind niet meer naar de speeltuin hoeft opdat het kan swingen op de virtuele schommel. Oude bladerdeegtaart Nora Weltevree denkt stiekempjes: "Wie aar uh littel bit toe kresie wiz no historie in de Wurldwijdweb, it is toe wiert for wurds histerie."

Zondagmorgen, VPRO -Nederland 1, na Vrije Geluiden.
'Boeken' had antropoloog Auke van der Woud te gast, auteur van het boek "Sloppen in Nederland."
Dat was een openbaring. Hij toonde loepzuiver aan hoe we collectief in staat zijn een beeld van ons land te hebben dat niet strookt met wat de geschiedenis daarover vermeldt. De sloppen, die eerst achterbuurt heetten, omdat het achter de middenstandshuizen lag, werden later de volksbuurt genoemd. De uitbuiting van de arme lieden daar kwam niet van rijkaards maar van de slinkse geldwolf onder het eigen volk en men leefde er niet beter dan in een plaggenhut op het platteland. Met 5 tot 10 man in een éénkamerwoning van 5 x 5 meter, waar alles gebeurde, eten, koken, werken en slapen. De stank was er niet te harden en reeds in 1890 constateerde een Duitse antropoloog dat de gemeenschapszin uitstierf sinds men en masse naar de grote stad migreerde. "Men kwam niet enkel omdat het platteland niet genoeg te bieden had," vertelde Auke, "nee, dat had óók te maken met de hang naar nieuw, het opwindendere leven in de grote stad, de cultuur." Na een half uur rondde Wim Brandts af en vroeg hoe lang het geleden was dat die sloppenstank was verdwenen. "Dat is pas sinds de laatste veertig jaar," wist Auke en dat klopte wel even binnen.

Opeens lag ik weer in bed, vroeger in het 'zoete rein' en las bij het licht van de lantaarnpaal dat boek van oom Egbert. Het dikke ingebonden exemplaar was voor een kind van negen jaar letterlijk en figuurlijk geen peulenschil, maar ik kon het bijna niet wegleggen voordat ik het uitgelezen had. Het beschreef in oude taal het leven in de sloppen. Hoe de wind en de sneeuw door het pannendak stoof. Altijd was het er donker in huis, ook overdag. Omdat de steeg zo smal was. Iedereen scharrelde er eten bij elkaar en sporadisch was het meer dan brood. Er was 'Pieterolie-Piet' die niet op de pof leverde maar wel woekerrentes vroeg en de 'Watervrouw' aan het eind van de steeg verkocht kokend water aan de moeder van het drukke gezin. Zij waste voor anderen en de kooltjes in haar strijkbout werden door de oudste zoon opgeraapt als ze van de kolenkar vielen. De stank die er hing dacht ik te ruiken en de ratten maakten me bang. Ik leefde mee met de zeven kinderen die in afgeschotte hokjes op zolder met twee of drie tegelijk in een bed sliepen. In het enige stel kleren dat ze hadden. Om de beurt stierven ze aan 'vliegende tering'. Wat vond ik het meisje lief, dat haar ene snee kaal brood met het hoestende kind deelde, tot zusje dood naast haar in bed lag en onder een zeil op een handkar werd weggereden. Het was zo beeldend beschreven dat ik vaak spontaan in huilen uitbarstte. Op een dag vroeg ik ma iets dat ik niet begreep. Ze hapte naar adem en keek me aan of ik rechtstreeks uit de gierput was gestapt. "Hou op. Ga weg." sneerde ze, maar die toon was ik gewend. Ik snapte alleen niet welke enge ziekte ik ineens had.
"Dat lezen van jou komt je nog eens duur te staan. Ah Bah. Ga weg jij." snauwde ze en ik vroeg me ontgoocheld af wat er zo besmettelijk kon wezen aan het lezen van een boek.
"Maha... Mama, het is al heel oud, van oom, dan is het toch goed?" dramde ik door.
"Houdt op met je vieze praat en daarmee basta. Bah, die dingen bestaan niet meer. Vraag het aan je vader, die weet er alles van." zei ze gehaast en draaide zich om. Het klonk naar, maar ja, pa wist inderdaad veel.

"Pappa, wat is een wants?" vroeg ik die avond en hij keek verbaasd de kring rond, alsof hij dacht:'hoe komt ze hier ineens aan, waar komt het bijdehandtje vandaag mee aandragen?'
"Mama zegt dat ze niet meer bestaan, maar vroeger vielen ze op je bed en je gezicht. Het staat in oom Egberts boek, dat kan toch niet zo verkeerd zijn?" vroeg ik en hij glimlachte, ging er goed voor zitten.
"Daar hadden arme mensen wel eens last van en in de oorlog had bijna iedereen ongedierte," legde hij uit en moeder keek weer vies. "maar die wandluizen komen nu niet meer voor. De huizen zijn veel schoner en wij ook, omdat we ons wassen. Tijdens de evacuatie kon dat niet altijd want we waren onderweg en sliepen overal. In schuren of bij boeren op de deel, in schoollokalen tussen wildvreemde mensen." Pa was er duidelijk mee ingenomen dat we het nu veel beter hadden. Die vliegende tering deed hij uit de doeken en scheurbuik waaraan de boekenkinderen leden nam hij en passant ook mee. Ik had het me voorgesteld als de verscheurde varkensblaas van de foekepot die we met Sint Maarten hadden gemaakt. Of als een oude krant in je buik, maar dat leek me te droog. Mijn vader vond lezen niet verkeerd, zei hij, ik kon immers nooit dommer worden en zo nam hij de dreigende woorden van mijn moeder ook uit mijn verkrampte lijf. "Van de geschiedenis kan men leren, als men het tenminste niet meteen wil vergeten." zei hij en keek nogal nadrukkelijk naar mijn moeder...

 

feedback van andere lezers

  • Runner
    Goed verhaal!
    Dora: Dank je Runner...Ach ja, jij weet er ook alles van...hoe het vroeger toeging.
  • bessy
    goed verhaal, als boerendochter, herken ik zelfs dingen in je verhaal. Met z'n drieën in een bed op zolder. Wantsen hadden we niet maar er leefde wel allerlei andere "beestjes" op onze zolder, ritnaalden, noemden wij ze, een soort rupsjes die tussen de kieren van de zolderplanken kropen, kelderbeesten, van die grijze, die vond je door het hele huis. Mieren die in de beddekast in de voorkamer zaten. En natuurlijk muizen maar ook zwaluwen die een nest bouwden onder het dak...we hadden het thuis niet echt breed, honger hebben we nooit gehad maar ongedierte des te meer.
    Mooi om te lezen ook hoe je ouders elkaar aanvulden.....
    Dora: Ja Bessy, als mijn vader niet zoveel inzicht had gehad en ik niet zo had doorgedramd, had ik nu wellicht nog steeds gedacht dat je van lezen een enge ziekte over hield. Haha, een kind heeft beide ouders nodig.
    Dank je.
  • Mistaker
    De familie van mijn oma van vaders kant kwam van het platteland (Gelderland), het waren zeer grote gezinnen die in bittere armoede leefden. Rond 1900 vertrokken de meeste leden naar Amsterdam of Rotterdam hoewel er ook nog een aantal eerst een 'tussenstop' maakten in een wat minder grote stad. Mijn oma trouwde met iemand die eveneens van het platteland kwam(Goeree Overflakkee) en in de stad zijn heil had gezocht. Ze begonnen een kruidenierswinkel en hadden het redelijk goed qua welvaart, vergeleken bij vroeger!

    Groet,
    Greta
    Dora: Dan wte weten dat het pas VEERTIG jaar geleden is dat die sloppen niet meer stonken, denk ik...toen was ik achtien....een leven voor me en ik had zoiets nog nooit meegemaakt. Leve het boek!!! Dank je voor je mooie feed...Zo interessant. om goed te onthouden
  • tessy
    Ik heb me een tijd bezig gehouden met de stamboom van mijn man te onderzoeken, en het verhaal dat je hier beschreef kan zo op hen slaan.
    De meeste van hen waren rond de jaren 1700 arme boeren, en die leefden werkelijk bijna zoals je hier schrijft. Dat kan je opmaken uit de staten van goed, een soort inventaris die bij de dood van één van de ouders werd opgemaakt.
    Hebben wij geluk dat de tijden veranderd zijn :-)
    Dora: Ja, ik ben ook achter het ijzeren Gordijn geweest toen ik jong was. Daar werd ik echt heel dankbaar van....daar liep het leven vijftig jaar achter... Dank je voor je mooie feed Tess...
  • koyaanisqatsi
    GESCHIEDENIS... HET GAT VAN DE MENSHEID... EN ZODOENDE KAN MEN IEDEREEN VANALLES WIJSMAKEN! NIETS BETERS OM HEDENDAAGSE LEUGENS TE ONTMASKEREN ALS HET KENNEN VAN DE GESCHIEDENIS.
    Dora: Dank je in dikke kapitalen....
  • jan
    ik ben dol op oude boeken toen ik in Amsterdam woonde ging ik vaak naar de boekenmarkt vlakbij de Oude Zijds Voorburgwal,

    'wants' heb je nu nog wel maar alleen op gewassen...


    Dora: Ja, dat oude boek was dus vijftig jaar geleden al twintig jaar oud of zo....Toch had ma ook heel leuke, goede kanten..Je moest alleen wel op je tellen passen...wants, wants voor je het wist....
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .