writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het gouden idee-oorlogsleed (7)

door Dora

Geesje wachtte in haar nachtpon met het mooie kantje, die ze als verrassing van haar spaargeld had gekocht. Erneo draaide zich in het donker om, deed haar zachte ponnetje omhoog en kroop op haar. Zijn keiharde knuppel duwde tegen haar warmwillige buik en Gees omarmde hem met alle liefde die ze in zich voelde. Ze kon met haar mond echter niet bij zijn lippen en hij wrong zijn lid al tussen haar benen. Zijn doortastende optreden verwarde haar en al had ze hem weg willen duwen, ze was niet sterk genoeg. Hij leek boos toen bleek dat er iets in de weg zat en hij brak zonder meer door. De stekende pijn die door haar onderlijf sneed maakte het geheel nog meer onwerkelijk en ze gilde hard. Nadat hij haar in een paar stoten had volgepompt rolde hij van haar af en tuurde in het donker even bestraffend naar haar hoofd dat wild nee schudde. Duizend dingen gingen er door haar heen, maar vooral was haar lieve geloof verscheurd. Ze voelde zich bekeken en veroordeeld, hoewel ze tegelijkertijd, van het een op het andere moment, lijfelijk niet meer aanwezig leek.
De man, die vanmorgen de hare werd, draaide zich om terwijl haar eenzaamheid in ontelbare ijspegels uit het plafond stak en haar lijf voelde keihard aan. Als was het gebeeldhouwd uit een dikke laag ijs. Ze lag in een platte vorm op de diepgevroren vijver waaruit ze was losgebikt.
'Heeft hij gemerkt dat hij me heeft ontmaagd? Vindt hij het niet de moeite er aandacht aan te besteden?' vroeg ze zich af. Als een stramme bonk lag hij met de rug naar haar toe en langzaam realiseerde ze zich dat hij haar amper had betast. Zij leek te zweven en het oorverdovend suizen in haar hoofd zou haar beslist gek maken, dacht ze. Het lawaai hield pas op toen hij geërgerd bewoog om makkelijker te liggen en welterusten gromde.

Volkomen leeg, met schrijnende vagina lag ze op haar rug en rilde, voelde zich een geslacht varken tussen wiens vette poten stinkende smurrie droop. Dit was nog duizend-en-éénmaal verdrietiger dan toen Nieko liet weten dat hij weg moest omdat de Duitsers hem te werk stelden. Daar was ze maanden overstuur van geweest en toen hij na drie jaar bleek te zijn overleden kwam dat op een moment dat ze zich er al op had voorbereid. Toch had ze er maanden om gehuild, alleen in bed als haar zusje sliep.
Nu leek er in haar lijf een deur dicht te klappen. Hier kon ze niet te lang bij stilstaan. Ze mocht zichzelf niet gek maken, niet voelen dat ze gillend wilde wegvluchten alsof ze beschoten werd door bommen. Er was geen vijand. Vluchten in vredestijd was onzin. Op de grove bobbels van het bed zwffde ze in een zwart gat, wilde oplossenin het niets, uit het ongevoelige kunnen wegrennen, maar dat leek te krankzinnig. Vluchten zonder Duitse beschietingen was immers gek. Dit zeer was veel te ongrijpbaar groot, hier was ze niet op berekend. In haar oren galmde woorden als klokken: Te laat babom. Veel te laat babim. Er reden geen treinen, niet op dit traject, niet op dit tijdstip. Waar moest ze naar toe?
Hij ronkte en zij lag in de nacht, die de mooiste van haar leven had moeten worden, in het donker te draaien op het onwillige kapok dat al vóór de oorlog niet meer voldeed. In het niets staarde ze want zelfs de tranen weigerden dienst en ze vertelde zichzelf dat het misschien bij alle vrouwen zo ging. Dat ze haar meisjesdromen moest vergeten nu ze was ingewijd. 'Ik moet er niet over doormalen' legde ze zichzelf streng op, 'want hij kon niet weten dat ik het me anders heb voorgesteld. Mijn ouders zullen het niet begrijpen, vinden hem een goede partij.' Hoe ze zichzelf ook maande te gaan slapen, het lukte niet omdat er zoveel door elkaar tolde in haar hoofd.

Nu herkende ze glashard alle teleurstellingen die staken alsof ze in een struik brandnetels lag.
Van deze dag. Van deze nacht. Van de weken ervoor. Van de huwelijksplechtigheid die dat niet was, die tussen neus en lippen had plaatsgehad.
'Voorbodes die ik dromend heb gemist.'overwoog ze koeltjes nuchter.
Ze zag zich opnieuw staan, vanmorgen, in haar ouderwetse zondagse jurk met dat sjofele bosje bloemen. Het was zo oud dat de buurman het niet eens in de uitverkoop zou doen.
'Ik ben getrouwd op de dag dat het gratis was,' realiseerde ze zich. 'omdat 's maandagmorgens de winkel dicht is. Zonder mijn ouders, die het geld niet hadden voor de reis, laat staan voor feestkleding. Waarom heeft hij hen niet om mijn hand gevraagd?
Waarom bood hij niet aan hun reis te betalen? Omdat zijn eigen ouders niet meer leven?'
Toen ze vorige week toevallig naar binnen keek had ze dikke pakken geld in zijn kantoor zien liggen. 'Met die centen had hij minstens twintig gasten kunnen uitnodigen voor een uitgebreid diner, maar nu was er die aannemer met zijn vrouw als getuigen. Die mensen ken ik niet eens.'
Het verkillende besef dat het nu te laat was zette haar hele lijf in vuur en vlam en ze probeerde het angstzweet te stoppen, haar gespannen spieren tot bedaren te brengen. Weer stond ze in die trouwzaal met de vier andere echtparen waarvan er één bruidje duidelijk al een kind droeg. Dat jonge ding had een lange witte jurk aan gehad, met sluier. Al kon iedereen zien dat hij vaker gebruikt was, toch stond het feestelijk en elkaars trouwjurk lenen was gebruikelijk zo vlak na de oorlog.
'Waarom heb ik hem laten begaan?' vroeg ze zich vertwijfeld af. Toen Paterneo had gezegd er geen tijd aan te willen verliezen? Of toen ze voorstelde een nieuwe japon uit te zoeken? Waarom had ze toen haar belofte niet ingetrokken? Ze was niet gewend met de vuist op tafel te slaan, dat deed niemand bij haar thuis. Ze had er geen aandacht aan had geschonken omdat ze haar verlangens had gevolgd, gedacht dat hij, tien jaar ouder, zulke dingen begreep. Hij had nors gebromd dat festiviteiten tijdverspilling waren, maar nu voelde ze tot in haar kleinste vezels wat het meest stak. Ineens stroomden er hete tranen langs haar wangen want ze voelde zich oerdom, zo godvergeten niets. Omdat hij vanmiddag zei, toen ze na hun huwelijk met die onbekende mensen ergens koffie hadden gedronken: "Ik mis vanwege al die poespas óók nog de middagopbrengst van de winkel."

 

feedback van andere lezers

  • tessy
    Arme Geesje haar hele leven in duigen wat goed dat de tijden intussen veranderd zijn en vrouwen in staat om voor zichzelf te zorgen.
    Dora: Ja, het jammere is vooral dat Geesje zo'n lieverd is, dank je Tess
  • koyaanisqatsi
    Het is (helaas) een verre van origineel verhaal, deze aankondiging van een lange lijdensweg...
    Dora: Jammer he? Dat iemand zo iets mee moet maken... Maar in die tijd was er weinig bekend over psychische schade etc.
    Men krijgt niet altijd alles wat men geeft...
  • Anjer
    het was te verwachten arm schaap, grt Anjer
    Dora: In die tijd, voordat vrouwen mondig waren en mannen dachten, maar goed.. Wie alles heeft, maar de liefde niet...
  • bessy
    dit is echt erg...
    Dora: Ja heel erg... hoeveel meisjes zou het zo zijn vergaan? Dank je wel
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .