writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Spider .2

door RudolfPaul

Ik sloot me bij het groepje van Spider aan. Toen hij me even aankeek, zei ik: 'Ik hoorde laatst van Lefty Wright dat je allerlei baantjes hebt gehad sinds Rendall College, maar dat je tegenwoordig iets doet bij een krant.'
Bij het horen van het woord 'krant' spitste de zakenman de oren, er verscheen een bezorgd trekje op zijn gelaat.
Spider wierp me een snelle blik toe, een seintje dat ik beter m'n mond kon houden. Hij keerde zich met een brede grijns tot het gezelschap.
'Een dom en slecht betaald baantje bij een reclamebureau,' lachte hij gemoedelijk. 'Het werk bestaat uit het doorbladeren van kranten en tijdschriften om te controleren of de reclameteksten en plaatjes die ons kantoor heeft geleverd foutloos staan afgedrukt. Als dat niet het geval is, moet ik de stukjes uitknippen en er een briefje bijdoen met een eis tot rectificatie. Echt een luizenbaantje voor iemand die van nature lui is. Het leuke is dat ik 's ochtends lekker op m'n dooie gemak een groot aantal kranten en tijdschriften kan doornemen onder het genot van ettelijke bakken koffie.'
'Je werkt dus niet voor een krant,' vroeg de zakenman, die nog steeds de indruk gaf dat hij onraad rook.
'Was het maar waar. Sportjournalistiek, ja, dat zou wel iets voor mij zijn. Maar je hoort overal dat zelfs de jongens die een universiteitsgraad in journalistiek hebben gehaald niet meer aan de bak komen, laat staan iemand zoals ik die alleen maar wat heeft rondgerotzooid na de middelbare school. We beleven moeilijke tijden, maar dat hoef ik jou als zakenman natuurlijk niet te vertellen.'
De zakenman scheen enigszins gerustgesteld. Toch was het alsof hij, ondanks de vele wisky's, wat meer op z'n hoede was. Hij maakte zich los uit het groepje en even later zag ik hem bezig met zijn zaktelefoon. Een man kwam binnen - zijn chauffeur - en de zakenman begon afscheid te nemen van de gastvrouw en de mensen met wie hij langdurig had gepraat. Spider was ik even kwijtgeraakt, maar al gauw zag ik hem via de achterdeur de keuken binnenkomen. Hij kwam gehaast naar me toe.
'Do me a favour,' fluisterde hij in mijn oor.'M'n auto staat ingeklemd tussen twee slecht geparkeerde wagens. Ik moet die man volgen. Leen me je auto, of neem me mee en rij hem achterna.'
Het klonk zo dwingend dat ik geen moment aarzelde. We verlieten het feestje via de keuken, zonder afscheid te nemen van wie dan ook, en sprongen in mijn aftandse wagen die een eind verderop in de straat stond.
'Waarom zitten we die vent achterna?' vroeg ik nog.
'Dat vertel ik je onderweg wel.'
We wachtten tot we de limousine van de zakenman het erf zagen afrijden. Op grote afstand volgde ik de statige zwarte slee. Er was nauwelijks verkeer zo laat op de avond en er was weinig kans dat ik de wagen met de brede balk achterlichten uit het oog zou verliezen.
'Zei ik daarnet iets verkeerds,' vroeg ik Spider, 'toen ik het over de krant had?'
'You did,' zuchtte Spider. 'You put your foot in it.'
'Je werkt dus wel voor een krant?'
'Yes.'
Er volgde een lange stilte. We reden over de kustweg door verlaten buitenwijken. Ik zorgde ervoor een zo groot mogelijke afstand te houden tussen ons en de auto die we volgden.
'Je hebt dus nog steeds contact met Lefty Wright,' zei Spider. 'Zie je de ander old boys nog wel eens? Ik ga zelf nooit naar een reünie.'
'Alleen Lefty,' zei ik. 'Die kwam ik op de universiteit weer tegen. Hij studeerde rechten. Waarom ben jij eigenlijk nooit gaan studeren?'
'Daar had ik geen zin in. Ik wilde eerst liever wat rondkijken, het volle leven tegemoet. Weet je trouwens waarom Lefty die gekke naam heeft gekregen? Zijn echte voornaam is David, net als die van mij.'
'Geen idee. Lefty - een soort tegenovergestelde van zijn achternaam neem ik aan. Of het moet zijn dat hij linkshandig is of dat hij er linkse opvattingen op nahield. Tell me!'
'Omdat z'n lul nogal naar links kromde. Dat viel iedereen op als we douchten na een football-match. Hij werd er enorm mee gepest, the poor guy.'
Naarmate we de binnenstad naderden kwamen we meer auto's op de weg tegen. Ik moest wat dichter bij de limo zien te komen. Ik herinnerde Spider eraan dat hij me zou vertellen waarom we dit deden.
'Straks,' zei hij. 'Laten we eerst eens zien waar hij heen gaat. Volgens mij draaien ze daar een doodlopende weg in. Slow down a bit. Even kijken, hoe heet het hier? Ik zie het al. Derwent Crescent. Rij even door tot het volgende stoplicht en probeer daar te keren.'
Toen we terug bij Derwent Crescent waren vroeg hij me te stoppen en de koplampen uit te doven. Voor een van de villa's die in een halve cirkel uitkeken op een rotonde stond de limousine. Twee buitenlampen aan de voorgevel verlichtten de hele omgeving. We konden zien dat alleen de chauffeur in de wagen zat. De zakenman zagen we even later uit het huis komen. Hij liep naar de bestuurderskant en sprak met de man. Daarna ging hij terug naar het huis waar in de deuropening een vrouw op hem wachtte. De auto reed weg, onze kant op. De vrouw en de zakenman gingen het huis binnen en de voordeur ging dicht. De felle lichten floepten uit. Ik keek Spider aan.
'Ik meen me te herinneren dat daar de hoofdinspecteur van de belastingen woont,' mompelde Spider. 'Vreemd... de vrouw van de inspecteur... Blijf hier wachten dan kijk ik even naar het huisnummer...' Hij stapte uit en beende naar het huis. Zodra hij er voor stond sprongen de bewakingslichten aan. Spider leek gevangen in twee schijnwerpers. Hij draaide zich abrupt om en maakte dat hij weg kwam.
'Nummer zes,' zei hij terwijl hij weer naast me kwam zitten. 'Jammer dat ik m'n zaktelefoon in m'n auto heb liggen. Anders zou ik iemand op de krant kunnen bellen die het voor me opzocht.'
'Zo laat nog? Daar is nu toch zeker niemand.'
'Had je gedacht. Er wordt daar rond de klok gewerkt - de krant is een continubedrijf.'
Ik startte de motor, maar hij vroeg me nog even te wachten. Ik deed de motor weer uit.
'Verwacht je dat die man weer naar buiten komt?' vroeg ik. Spider gaf me geen antwoord. 'Een vreemde zaak... een heel vreemde zaak,' mompelde hij.
Ik vroeg hem wat er zo vreemd aan was. Hij vertelde dat de zakenman en de inspecteur aartsvijanden waren, dat ze elkaars bloed wel konden drinken.
'Dat maakt dat onderzoek van de belastingdienst naar het reilen en zeilen van die hot-shot zakenman zo interessant - de persoonlijke betrokkenheid van de hoofdinspecteur.'
Het had te maken met het feit dat de vrouw van de belastingman vroeger als tienermeisje zwanger was geraakt van de zakenman. Hij was toen nog een roekeloze, achttienjarige rijke boerenzoon met een rode sportwagen. Spider wist niet of het meisje zich had laten aborteren of dat ze het kind ter adoptie had afgestaan.
'In het plaatsje waar zij vandaan komt is men er nog niet over uitgepraat. Ik hoorde ervan toen ik daar voor een streekblaadje schreef, voor ik deze baan in de stad kreeg.'
Op de bovenverdieping van het huis ging een zacht gelig licht aan. De gordijnen werden gesloten. Na een tijdje ging ook daar het licht uit.
'Kom,' zei Spider, 'laten we gaan. Ik zie daar zo'n bordje van de Neighbourhood Watch. Als iemand ons hier zo ziet zitten, twee onverlaten in een oude auto in deze deftige buurt, krijgen we zometeen een groepje mannen van die overijverige burgerwacht, van die vigilantes, op ons af. Kun je me bij de krant afzetten, of is dat te ver uit je buurt? Ik zou ook ergens een taxi kunnen nemen.'
'Wil je niet eerst je auto ophalen?'
'Daar heb ik nu geen tijd voor. Dat doe ik later wel.'

 

feedback van andere lezers

  • Anjer
    wat heeft die zakenman op zijn kerfstok? benieuwd, grt Anjer
  • jan
    so far so good!

    grtzz
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .