writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De reiniging van de aarde.

door badstop

New York, 25 november 2???

Sifare lag in een van de krottenwijken van New York te slapen. De kakkerlakken en de ratten waren ondertussen ongestoord op zoek naar iets eetbaars.


Na het sluiten van de smerige fastfoodtent had haar baas, met zijn vette worsthandjes, geprobeerd haar aan te randen. Met grote moeite had ze hem van haar af kunnen houden.
"Donder maar op! Je hoeft morgen niet terug te komen preutse trut," had hij geschreeuwd.
Met een volkomen misplaatst gevoel van vreugde was ze naar haar krot gegaan en direct in slaap gevallen.
Het eerste wat ze in haar slaap hoorde was de steeds herhalende oproep: "We zijn terug, we zijn terug, we zijn terug."
Met een schok werd ze wakker en zat rechtop in bed. Driftig wreef ze haar lange, indianenzwarte, haren uit haar gezicht. Deze mooie haren had ze van haar opa, een volbloed, Sioux indiaan geërfd.

Langzaam drong het tot haar door dat ze niet droomde, de oproep ging gewoon door. De stem werd af en toe onderbroken door een andere met korte berichten zoals: "Ga naar de bruine bergen van je voorouders."
"Opa!" Schreeuwde ze onverstaanbaar door een van binnen uit opdringende snik.
Haar diep verborgen instincten kwamen tot leven en ze begon in haar schimmelpaleis, wat de huisbaas zo mooi als eenpersoonsflat had aangeduid, aan een vreugdedans terwijl ze zong:
"Ze komen, ze komen, ze komen."
Uiteraard werd er direct op de kartonnen scheidingswand gebonkt en geroepen:
"Stilte godver…."
Ze schoot in de lach en stopte haar dans. Straks kan ik zoveel dansen als ik wil, dacht ze.

Het was midden in nacht maar ze gunde zich geen tijd meer om verder te slapen. Ze keek om zich heen en overdacht wat ze mee zou nemen. Ze had een klein beetje geld gespaard. Meer had ze niet nodig besloot ze.
Ze trok haar jas aan en ging de straat op, richting de bruine bergen, waar haar opa vol vuur over had verteld. Ze was de straat nog niet uit of ze zag nog twee mensen lopen. Ook zij waren geroepen. Dat voelden ze aan van elkaar via telepathie, hun lang verwaarloosde, oude manier van communiceren.

Een taxichauffeur zag drie mensen midden in de nacht met de armen om elkaar heen een vreugdedans maken. Stelletje idioten, ging het door hem heen.
Ze liepen gezamenlijk zingend verder. Uit een steegje kwam een kleine zwarte man de straat op lopen. Hij was niet van indiaanse afkomst maar hij hoorde wel bij hun, dat voelden ze.
"Waar moet je heen?"
"Naar Australië, " antwoordde de man.
"Goede reis."
"Dat kan niet, ik heb geen geld."
Ze bekeken hoeveel geld ze bij zich hadden en hielden wat ze nodig hadden voor hun reis naar de bruine bergen en gaven de rest aan de kleine zwarte man. Het was niet genoeg, maar hij wist dat hij niet alleen was en dat anderen hem en elkaar zouden helpen. Overal in de wereld herhaalden zich deze taferelen. Alle mensen die de oproep hadden gekregen hielpen elkaar naar hun bestemming . De kranten schreven erover en vroegen aan de mensen waarom ze op reis gingen. Niemand vertelde de waarheid, dat was strikt verboden door de stem. Ze vertelden dat ze op reünie gingen om met elkaar te zingen en te dansen.

Het was vierentwintig uur voor de eerste inslag toen de meteoren zichtbaar gemaakt werden voor waarneming op aarde. Totale paniek brak daar uit, niemand wist meer wat hij doen moest. Er was trouwens niets te doen, afwachten wat er gebeuren ging, was de enige optie. Slechts een paar mutanten, zoals de indianen de blanken noemden, hadden zich verschanst in mijnen en onderaardse atoomkelders. Die atoomkelders hadden ze ooit gebouwd, om zich te beschermen tegen hun eigen agressiviteit . Hier waren ze veilig, dachten ze. In die schuilplaatsen wilden ze wachten tot de wereld weer bewoonbaar zou zijn.

Op slechts 24 uur reizen van de aarde zaten de commandanten van de vloot bij elkaar.
Het hoofd van de missie sprak ze voor de aanval nog één keer toe.
"Beste vrienden we zijn hier naar toe gekomen om een vreselijke maar onvermijdelijke missie uit te voeren. Zoals jullie weten hebben we van een woeste, door vreselijke monsters bewoonde planeet, een paradijs gemaakt; de aarde. Tot onze schande hebben we dit paradijs, wat bestemt was voor de bewoners van de vergane planeet Orion, ook gebruikt om mineralen te winnen. Op zichzelf was dit niet erg, maar we hebben daarbij een paar grote fouten gemaakt. Ik zal ze hier nog een keer opnoemen.
Om de mineralen te winnen gebruikten we dieren die op de planeet woonden. Wij hebben door kruisingen geprobeerd deze dieren productiever en, net als ons, langlevend te maken. Hieruit ontstond onder andere een ras, wat ik de mutanten noem. We hebben met dit ras verder geëxperimenteerd met soms vreselijke gevolgen, jullie kennen allemaal het verhaal van de kweekplaatsen Sodom en Gomorra, maar ook met successen. Een van die successen, is met ons meegereisd om na de aanval met de meteorieten de restanten op te ruimen. Het zijn de volkomen gehoorzame strijders die, als wij dat vragen, zelfs hun eigen kinderen doden. Abraham is hun bekendste voorouder.
De laatste poging om te redden wat er nog te redden viel, liep ongeveer tweeduizend jaar geleden liep op niets uit. Het hoofd van die missie werd aan een kruis getimmerd en bijna vermoord. We hebben toen het blauwe paradijs verlaten en opgeofferd. Onze soortgenoten die er al woonden wilden daar blijven. Zij hoopten dat de mutanten uiteindelijk een keer verstandig zouden worden. Later zijn ze met miljoenen afgeslacht door die vreselijke monsters. Alleen in de Amerika,s zijn er door Columbus en zijn trawanten door meedogenloze slachtpartijen en door hen verspreide ziekten er 200 miljoen vermoord. En dat gebeurde nota bene in onze naam. We hebben diverse keren op het punt gestaan terug te keren maar het leek ons niet nodig, de snelheid waarmee ze het paradijs vernietigden was zo groot dat we dachten, ze roeien zichzelf uit. Dit had ook wel op korte termijn gebeurd maar er ontstond een ander probleem. Ze begonnen pogingen te doen om het heelal in te gaan. Deze pogingen, hoe onzinnig en kleinschalig ook, kunnen we niet toelaten, door hun destructieve neigingen, zijn ze gewoon te gevaarlijk.
Een ander voordeel van deze actie is dat straks de aarde, met onze vrienden daar en een aantal vrijwilligers van hier, vrij eenvoudig weer bewoonbaar worden gemaakt kan worden.
Op 25 december starten we de aanval. Op die dag wordt op aarde de geboorte van de man, die geprobeerd heeft ze voor de laatste keer te redden, herdacht. Als ze naar hem geluisterd hadden hoefden wij ze nu niet te vernietigen; maar dat terzijde. Ik stel voor om nu even te luisteren naar de gesprekken en gedachten van de mensen in de schuilkelders.
"Hoe lang duurt het nog George?"
"Nog twintig uur."
"George, wat doen we als de aarde weer bewoonbaar is?"
"We grijpen de wereldmacht ik wil alleenheerser worden."
Dat had je gedroomd idioot, dacht de vragensteller, voor die tijd snij ik die achterlijke kop van je romp af, de wereld wordt voor mij en niemand anders.
Schaterlachend hoorden de commandanten hun woorden en gedachten aan.
"Zien jullie wat ik bedoel, levensgevaarlijk en stapelgek zijn ze. Weg ermee!"

En zo geschiede.
Een aantal ruimteschepen vertrok naar de aarde om de gewaarschuwde mensen op te halen. Aan boord van de vloot was al voldoende materiaal en dieren aanwezig om later de aarde weer bewoonbaar te maken.
Binnen 24 uur vernietigden de vier, met uiterste precisie gerichte meteoren, negenennegentig procent van de mutanten en ander leven op de aarde. De rest van de mutanten werd zo snel mogelijk opgespoord met gedachtelezers en vernietigd door de gehoorzame troepen. De vrijwilligers voegden zich met de meegebrachte hulpgoederen bij hun soortgenoten om gezamenlijk de aarde weer bewoonbaar te maken

Tweehonderd jaar later graasden er weer enorme kuddes bizons op de grasvlakten. De zeeën puilden uit van de vis en de oerwouden gaven hun zuurstof en medicijnen aan de oorspronkelijk bewoners, zij die het gecreëerd hadden en er zuinig op waren.

Om het jaar was het traditie om naar de ruines van New York te gaan. Daar herdachten ze hun voorouders, waaronder Sifare, die hier geboren waren. Op haar tocht naar de geboorteplaats van haar voorouders, werd Kiona vergezeld door haar kinderen en een aantal andere stamleden die ook voorouders hadden uit die plek.

Klauterend over de, door de natuur bijna helemaal overwoekerde, hopen puin bereikten ze het plekje waar Sifare haar boodschap: "Ga naar de bruine bergen," had gekregen.

"Mam waarom heeft opa een hekel aan de mutanten?"
"Vraag het hem zelf maar."
"Opa! Opa!"
"Zeg het eens, kleine druktemaker."
"Waarom heb jij een hekel aan de mutanten?"
"Dat is een lang verhaal. Deze winter zal ik je alles vertellen en je de plek laten zien waar ik dingen van de mutanten bewaar. Een paar eigenschappen zal ik je vertellen dan kan je daar alvast over nadenken."
Ze begonnen hand in hand naar de zee te lopen, daar eindigden ze altijd hun tocht naar de geboorteplaats.
"Hebzucht is er een van."
"Wat is dat opa?"
"Méér willen hebben dan een ander."
"Hoe kan je nou méér willen hebben, alles wat we hebben is toch voor iedereen."
"Bij ons wel, maar bij de mutanten niet, zij namen spullen van andere mutanten. Zo waren er mutanten die héél veel meer, meestal volkomen nutteloze dingen, hadden dan anderen en zij speelden de baas over de andere mutanten. Er waren mutanten die honger leden en geen huis hadden terwijl anderen alles hadden en een heleboel grote huizen."
Yusta begon te huilen.
"Waarom huil je?"
"Ik vind het zielig voor de mutanten die niks hadden," snotterde ze.
Teder veegde hij met zijn duimen de tranen weg.
"Huil maar niet, ze zijn er nu niet meer. Ze konden ook leuke dingen, ik zal je er een vertellen."
Weg was het verdriet, maar niet helemaal.
"Liegen."
"Wat is dat?"
"Ehhh! Ze deden iets en zeiden dan dat ze het niet gedaan hadden."
"Dat bestaat niet," klonk het gedecideerd.
"Onze voorouders noemden het, met gespleten tong praten."
Haar lach schalde door de vrieskou.
"Dat moet ik tegen mijn moeder zeggen."
"Mam! Opa zegt dat de mutanten met een gespleten tong praten, dat kan toch niet?"
"Jawel hoor, ze beloofden onze voorouders, ons eigen land, eerlijk te verdelen tussen de mutanten en ons. Telkens braken ze hun beloften en stalen ons land."
"Wat ben ik blij dat ze weg zijn," zei de kleine Yusta en huppelde blij naar haar vader om haar nieuw verworven kennis met hem te delen.
Haar vader tilde haar op en zei:"Wat heeft opa je allemaal verteld?"
De oude man zag de liefde en het respect van de vader voor zijn dochter. Op dat moment besloot hij om de ontdekking die hij gedaan had, in een goed bewaard gebleven gebouw van de mutanten, niet door te vertellen en alle afbeeldingen en geschriften te vernietigen.

Elke stam had een kennisdrager in zijn midden. Als enige in de stam konden zij het schrift van de mutanten lezen, dit werd van vader op zoon, of een door hem gekozen opvolger doorgegeven. Op een dag was hij afbeeldingen uit het gebouw aan het halen om aan de kinderen te laten zien. Hij pakte een stapel bijna vergane boeken om te kijken wat er in stond. Achter de boeken zag hij een klein kistje staan. Hij opende het kistje en er lag een sleutel in en hij dacht: misschien past hij op de gesloten deur. Deze deur was van een oude kluis die ze ondanks al hun pogingen niet open kregen. Inderdaad paste hij. Met zijn, met bizonvet gevulde lamp, scheen hij in de ruimte. Het enige wat er stond was: een tafel, een stoel en een plank vol met boeken en mappen. Voorzichtig pakte hij een boek van de plank en sloeg het open. Met een gil van walging liet hij het vallen. Er stond een foto in waarop een volwassen mutant een angstig kijkend kind seksueel betaste. Hij strompelde naar buiten en ging in het gras zitten. Zijn hersens bonkten in zijn hoofd.
Dit kan niet waar zijn, dacht hij, ik droom, kinderen zijn het heiligste wat er bestaat op aarde.
Na een half uur was hij weer in staat om de kamer in te gaan, hij moest weten waar de mutanten toe is staat waren geweest. Hij las verhalen over mutanten die kinderen misbruikten en rijke mannen die over de wereld reisden om ook in andere landen hun ziekelijke lusten bot te vieren. Uit de overleveringen wist hij dat dit soort papieren door iedereen gelezen konden worden. En toch had niemand ingegrepen om de kinderen te beschermen. Zijn afschuw over de mutanten was vanaf dat moment zo groot dat hij een tijd niet over ze kon praten. Hij ontweek de vragen van de kinderen. Zijn dochter voelde dat er wat aan de hand was en vroeg:
"Pap wat is er met je?"
"Ik heb een afwijking ontdekt van de mutanten die zo vreselijk is dat ik er met niemand over kan praten."
Bezorgd keek zijn dochter hem aan en hij vervolgde:
"Maak je geen zorgen, ik heb even tijd nodig om er aan te wennen," stelde hij haar gerust.
Lang had hij getwijfeld om het zijn opvolger, die hij de kunst van het lezen aan het bijbrengen was, te vertellen.
Op die mooie winterdag in, wat ooit New York was, besloot hij het niet te doen.

Drie dagen later was hij alleen naar het gebouw gegaan en had alles uit de kamer zorgvuldig verbrand.
Hij dacht, zo blijft er nog een héél klein beetje respect voor de mutanten bestaan.

 

feedback van andere lezers

  • warket
    Je hebt wel fantasie.
    badstop: Fantasie, laatst hoorde ik en stem in de nacht die zei....
  • Wee
    De ark van Badstop ...
    Met zo'n verhaal doe je je naam eer aan :)
    Graag gelezen.
    x
    badstop: Jij mag ook mee.
  • hettie35
    Mooi en vol enthousiasme geschreven lijkt mij.
    Groetjes Hettie
    badstop: Dat klopt. Dank je wel.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .