writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De ongecensureerde Marcus Antonius (7)

door Mephistopheles

Hoewel hij nog jong en jeugdig was, had Octavianus zich voorlopig als een waardig tegenspeler weten te ontpoppen in de opvolgingstrijd die na de dood van Caesar aangebroken was. De naïviteit die men hem toegedicht had, alsook de daaruit volgende politieke onhandigheid die men bij hem verwacht had aan te treffen, was tot grote spijt van zijn tegenstanders uitgebleven.

'Die jongen is gewiekster dan ik dacht,' zei Marcus Antonius op een dag tegen zijn broer Lucius, 'hij heeft zevenhonderd miljoen sestertiën tot zijn beschikking weten te krijgen en het komt allemaal uit de fondsen die Caesar verzameld had voor de oorlog tegen Parthië. Het lag opgeslagen in Brundisium en hij heeft er zijn kleine, geniepige kinderhandjes mee weten te vullen.'
'Het komt door die verdomde erfenis,' antwoordde Lucius, net als zijn broer Marcus niet vies van een bokaal wijn, 'Caesar heeft ons allemaal goed liggen gehad door het aan die snotaap na te laten. Zevenhonderd miljoen sestertiën! Dat zijn bijna drieduizend talenten goud. Daar koop je elke hoer in Rome van. En met wat geluk hou je er nog wat te zuipen aan over ook. Weet je wat ik denk? Dat die knaap ons nu allemaal vierkantig achter onze rug aan het uitlachen is omdat hij ondanks jouw tegenstand toch een aanzienlijke hoeveelheid van zijn pappies bezittingen weten te bemachtigen heeft.'
'Zijn adoptievader!' snauwde Antonius, 'niet zijn echte! En die hele rotbedoening zal verdomme niet lang duren. Ik zal al de stront in het Cloaca Maxima opvreten vooraleer dat joch de plaats van Caesar inneemt!'
'Wees niet te driest in de uitspraken die je doet, broer,' reageerde Lucius, 'want de kans bestaat dat ze bewaarheid worden. Octavianus houdt voet bij stuk betreffende zijn verzekeringen dat hij de samenzweerders zal laten straffen voor wat ze gedaan hebben. Mij persoonlijk maakt het niet uit wat er met hen gebeurt, maar het liedje dat onze jeugdige vogel momenteel aan het bekken is slaat heel goed aan bij het volk, die zoals je weet, nog steeds hoog oplopen met de naam van Caesar.'
'Dat weet ik ja,' antwoordde Antonius met een grijns, 'maar de geschiedenis heeft menig maal aangetoond dat de macht niet in handen ligt van hij die de steun heeft van het volk, maar die van het leger. Je weet wat Sulla en Marius in het verleden aangericht hebben, om van Caesar zelf te zwijgen.'
'Hij weet zich anders prima te handhaven in het ronselen van soldaten,' weerlegde Lucius, 'de fondsen die hij uit Caesars kas voor de oorlog tegen Parthië bemachtigd heeft hebben veel soldaten in zijn richting gelokt aangezien ze weten dat hij een goede betaler is. Veronderstel je dat hij een leger vergaart om de strijd met de samenzweerders aan te gaan?'
'Wat hij met Brutus, Cassius en al die andere mestkevers van plan is laat me volstrekt koud,' zei Antonius hierop, 'die hele amnestieverlening die Cicero tot stand gebracht heeft zint me toch niet. Als dat joch hen voor het gerecht wil brengen, laat hem dan begaan. Van mij zal hij niets te duchten hebben. Ik heb noch Brutus, noch Cassius, ooit hoger geacht dan het achterste van een muilezel, al moet ik toegeven dat Cassius in het verleden een bekwaam militair gebleken is. Hoe dan ook, hun lot zal ik me niet beklagen wanneer ze hun verdiende loon krijgen. En wat jou betreft, Lucius, morgen in de senaat weet je wat je te doen staat. Ik zal mijn voorstel om onder de soldaten in de verschillende regio's een groot aantal stukken land te verdelen aankaarten en jij als volkstribuun zult het steunen en ervoor zorgen dat het ten uitvoer gebracht wordt. Zoals je weet is er veel moerasgebied drooggelegd en kunnen we in deze streek kostbaar land wegschenken. De soldaten zullen er erg mee gediend zijn deze vergoeding te ontvangen in ruil voor hun diensttijd want het is ideale grond om akkerbouw op te bedrijven. Op die manier zal ik me van hun trouw verzekeren. In tegenstelling tot wat onvoorzichtige geesten misschien denken zouden, wakkert de naam van Marcus Antonius nog steeds volgzaamheid aan in de manschappen!'

Een aantal dagen later ging hij naar Brundisium om daar arriverende manschappen te ronselen. Hij werd vergezeld door Fulvia, zijn echtgenote, die de zaak van haar man zeer toegedaan was en bijgevolg als een wandelende, uit vlees en bloed bestaande taboebreker fungeerde daar het de gewoonte niet was van Romeinse vrouwen zich met militaire aangelegenheden te bemoeien. Fulvia zelf was dan ook niet de eerste de beste. Ze was een dame die uit stevig hout gesneden was en hoewel vrouwelijk in haar ethos, beschikte ze over een masculiene en soldateske natuur die zelden een misplaatste indruk naliet. Via de takken van haar moeder was ze een verre achterkleindochter van Publius Cornelius Scipio, een groot militair die tijdens de oorlog tegen Carthago Rome's meest gevreesde vijand Hannibal Barca in Zama definitief verslagen had en zo een klinkende overwinning in de wacht sleepte voor het vaderland. Afstamming van een man met dergelijke naam en faam betekende veel in de Romeinse wereld waar chauvinisme even hoog in het vaandel gehouden werd als een goed gevulde bokaal wijn bij de maaltijd.

'Vrouw, wanneer de soldaten zich achter mij scharen zal ik naar Gallia Cisalpina gaan,' zei Antonius tegen Fulvia toen ze op weg waren naar de havenstad Brundisium, 'mijn consulaat zal weldra aflopen en ik heb een provincie nodig. Het gouverneurschap van Gallia Cisalpina zal me het commando over een aanzienlijke som manschappen opleveren. Daarom dat het belangrijk is dat ik de legionairs die in de haven gearriveerd zijn achter mij krijg. Ze zullen moeten helpen mijn wens af te dwingen want ik heb het gevoel dat noch de senatoren, noch de huidige gouverneur van Gallia Cisalpina zelf, Decimus Brutus, voorstander zullen zijn van dit voornemen.'
'Je zult er een burgeroorlog mee ontketenen,' reageerde Fulvia, 'de senaat zal je tot staatsvijand verklaren en je zult met hun troepen te maken krijgen.'
'Die troepen zullen we verpletteren indien dat nodig is,' antwoordde Antonius, 'je vergeet, Fulvia, dat Decimus betrokken was bij de moord op Caesar en dat het tevens tijd wordt dat hij een gepaste straf krijgt.'
'Je had er nochtans geen probleem mee Cicero bij te staan in de amnestieverlening,' weersprak Fulvia met klem, 'toen liet je geen enkele drang tot wraakzucht zien. Waarom nu ineens wel? Denk je dat ik niet weet dat je dat excuus alleen maar gebruikt omdat je zonodig die provincie wil innemen? Ik zeg het u, echtgenoot, als u met uw soldaten naar Gallia Cisalpina optrekt, zal u onverbiddelijk een burgeroorlog uitlokken!'
'Wat weet jij daar nu van?' snauwde Antonius, 'en moet je me verdomme altijd kunnen tegenspreken?'

De stad Brundisium bevond zich aan een natuurlijke haven, die tot diep in de Adriatische kust van Puglia penetreerde. Er waaide een heerlijke wind die vanuit het verre oosten kwam en het lag vlakbij de Ionische zee, die kronkelde tussen het Italische schiereiland en wat er over gebleven was van de Griekse wereld. Vol goede moede zette Antonius voet in deze omgeving, overtuigd dat de soldaten die hij achter zijn zaak wenste te scharen met plezier hun dienstbaarheid aan hem zouden schenken in ruil voor de vierhonderd sestertiën de man die hij bereid was hen daarvoor uit te betalen. Het klonk goed en redelijk in zijn hoofd, een joviaal aanbod zo dacht hij. Groot was dan ook zijn verbazing toen hij na het kenbaar maken van het voorziene soldij uitgefloten werd door de soldaten, die naar het bleek een veel beter aanbod gekregen hadden van iemand anders.

 

feedback van andere lezers

  • Mistaker
    Heel fijn om te lezen. dat de meeste mannen tegenwoordig watjes zijn ben ik met je eens.

    Groet,
    Greta
    Mephistopheles: Ja het zijn watjes, en ze verdienen geen medelijden want ze hebben de vrijheid van kunnen om het niet te zijn
  • MarieChristine
    Fulvia staat mij wel aan.
    'Helmboswuivend' uit een vorige reactie is een epitheton ornans , veel gebruikt in dergelijke teksten.
    Mephistopheles: Fulvia was geen katje om zonder handschoenen aan te pakken als ik Plutarchus, Cassius Dio en de andere geschiedenisschrijvers uit die tijd mag geloven, maar tegenwoordig is dat geen uitzondering meer denk ik. De meeste mannen kunnen de dag van vandaag hun vrouwen niet meer aan, de sukkels. Mij zal het nog zo rap niet overkomen want ik ben ook gene simpele!!
  • koyaanisqatsi
    Die snotaap gaat onze Marcus A. nog zuur opbreken. Jaja, de Romeinen. Hun elite kan je nog het beste vergelijken met de hoogste kringen in de VS. Alle middelen zijn goed om poen te pakken en nog meer macht te vergaren. Desnoods "democratiseren" ze al platbombarderend een land... Salve!
    Mephistopheles: inderdaad, de USA is een hedendaags Romeins rijk, even belust op winstbejag,rijkdom en evenveel neigingen om zich met de politieke beslommeringen van andere naties te gaan bemoeien, al zal Obama nog veel moeten bewijzen als hij het kaliber van een Caesar of Antonius wil evenaren
  • Dora
    Zevenhonderd miljoen sestertiën! Dat zijn bijna drieduizend talenten goud? Lekker, leerzaam. ik doe er veel kennis aan op en de ouwe vastgeroeste lullen rekenen te veel op hun 'ervaring'. niet op de jonge hond die zijn kracht gebruikt zonder al te veel berekening.
    Mephistopheles: Het woord ‘talent’ komt van het Griekse ‘talentum’, wat zoiets betekent als balans. Het was een eenheid van massa die in de oudheid gebruikt werd en equivalent was aan de massa van een bepaald kostbaar metaal (bijvoorbeeld zilver of goud).Bij de Romeinen woog één talent 32.3 kilo. Een talent zilver stond gelijk aan het bedrag dat een arbeider in die tijd over een periode van vijftien jaar verdiende. Drieduizend talenten is dus muchos bling bling
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .