writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

het sekslabyrint 3: Vlucht naar de 'Panic Room'

door hannelore

VLUCHT NAAR DE 'PANIC ROOM'

Dit toevluchtsoord, mijn 'panic room' heeft vijfendertig jaar stand gehouden en werd gedurende die tijd op geregelde tijdstippen door me bezocht. Telkenmaal bepaalde aanrakingen of geluiden tijdens het vrijen herinneringen naar boven brachten, haastte ik me naar mijn kleine kamertje diep vanbinnen om er luidkeels mijn pijn uit te schreeuwen. Slechts nadat ik eindelijk de moed had kunnen opbrengen om mijn man deelgenoot te maken van mijn pijnlijke verleden kon ik geleidelijk aan de behoefte om naar mijn 'geheime plekje' te vluchten afbouwen. Ik hoefde me niet langer te verstoppen, moest mijn pijn niet meer verbijten maar kon eindelijk mijn gevoelens de vrije loop laten gaan omdat ik me veilig en getroost wist in zijn armen. Na zo'n turbulente afloop duurde het meestal wel enkele weken, soms zelfs enkele maanden eer ik de moed kon opbrengen om me weer open te stellen voor mijn man. Dit heeft hem waarschijnlijk onnoemelijk diep gekwetst, dat besefte ik maar al te goed, maar de angst opnieuw overmeesterd te worden door die alles omvattende pijn was veel te groot. Het kind in mij was nog niet sterk genoeg!
Soms vertelde mijn man me anekdotes over onze vrijpartijen waarvan ik me met de beste wil ter wereld niets meer kon herinneren. "We hebben het toch fijn gehad gisterenavond, nietwaar?" Koortsachtig speurde ik dan met een mijn geheugen af om tot slot met een flauw glimlachje te knikken. Uit angst hem nog meer te kwetsen, durfde ik hem niet eerlijk te zeggen dat ik me daarbij werkelijk niets meer voor de geest kon halen. 'Dissociatie' noemde mijn therapeut het. Met andere woorden; ik vluchtte weg naar mijn veilige kamertje, mijn 'panic room'. Fysiek was ik aanwezig, maar de echte 'ik' was ver weg, in mijn veilige huisje binnen in mezelf.

Aarzelende toenaderingen
Voorzichtige, zorgvuldig afgemeten liefkozingen
De fragiele liefde ontloken uit een hechte vriendschap
Tederheid zo oneindig kwetsbaar, omzichtig gewikt en gewogen
Alles in het werk stellend opdat niets dit frêle liefdesspel verstoort

Mijn neef leek helemaal niets te merken van de innerlijke strijd die diep binnen in mij lelijk huis hield of liet het in ieder geval niet aan zijn hart komen. Gespannen, de blik volledig naar binnen gekeerd, ontblootte hij haastig zijn gezwollen geslachtsdeel om het vervolgens apetrots en vervuld van zichzelf aan me te tonen. De adertjes rond de slapen van zijn ogen lagen duidelijk zichtbaar als vezelige koorden net onder zijn huidoppervlak, lichtjes kloppend als konden ze ieder ogenblik openspatten. Er hing een vreemde gloed in zijn kille, starende grijsblauwe ogen. Koud en strak leek het alsof ze recht door me heen keken, mijn diepste gedachten en gevoelens doorgronden en ze vervolgens spottend en minachtend van de kaart te veegden. Deze beeltenis van het mannelijke geslacht was me totaal vreemd. Het overtrof mijn ergste nachtmerrie. Lange tijd heeft het me gekost om dit te kunnen plaatsen en in te kunnen zien dat een dergelijke blik in de ogen van een man niet noodzakelijkerwijs de voorbode hoeft te zijn van iets afgrijselijks en onafwendbaars. Zijn stijve lid zag ik als bedreigend en monsterlijk lelijk. Het leek me als een gezwollen, blauwpaarse met dikke, uitstulpende aders doorspekte slang toe te sissen; "Gevaar, gevaar!" Tot overmaat van ramp gulpte er een vochtdruppeltje uit het topje van dat afschrikwekkende onding. Bah, wat had dat allemaal te betekenen?! "Geef er eens een kusje aan", beval hij me met schorre, overslaande stem.
Besefte hij eigenlijk wel goed wat hij me toen ontnam? Hij stal mijn vrouwelijkheid terwijl ik nog niet eens een vrouw in wording was. Hij beroofde me van mijn seksualiteit zonder dat ik ooit de ware betekenis ervan had mogen ervaren. Nooit heb ik de gelegenheid gekregen om mijn eerste lichamelijke ervaringen onbevangen te kunnen delen met de persoon waarvan ik zielsveel hield. Steeds heb ik met afgrijzen en een zekere achterdocht tegenover lichamelijk contact gestaan, beschouwde het immer als een noodzakelijk kwaad, als iets dat er nu eenmaal bij hoort. Zelden was ik in staat plezier te beleven aan een vrijpartij zonder er een wrange nasmaak aan over te houden. Het heeft lang geduurd en immens veel bloed, zweet en tranen gekost vooraleer ik me ertoe kon brengen naar het opgewonden geslachtsdeel van mijn man te kijken. Om dan nog niet te spreken over het taboe dat ikzelf gelegd heb op manuele of orale bevrediging.
Een ander trauma opgelopen in de loop van mijn prille puberteitsjaren draagt hier weliswaar ook een groot deel van de schuld in. Op weg van school naar huis werd ik door een vriend in de struiken gelokt. Voor ik goed en wel besefte wat er gebeurde, had zijn broek al tot op zijn knieën afgestroopt en duwde hij mijn hoofd hardhandig naar beneden. "Zuigen", beval hij me ruw mijn hoofd almaar dichter tegen zich aandrukkend. Ik kreeg geen adem meer, voelde me verstikken met dat vieze, stinkende ding in mijn mond. Pas toen hij zijn witte, stroperige smurrie in mijn mond had geloosd, loste hij me uit zijn greep. Ik voelde me vies, vuil en smerig. Met als finaal eindresultaat; elk lichaamsvreemd voorwerp in mijn mond staat voor de volle honderd procent gelijk aan braakneigingen.
Die nacht maakte mijn neef me wakker om me te bezweren vooral nooit iets te zeggen, aan niemand. "Niemand zal je geloven. Iedereen zal denken dat het je eigen schuld is, dat jij me verleid hebt", fluisterde hij me toe op dreigende toon. Een dergelijk voorval had zich al eens eerder voorgedaan met een andere nicht van hem, wist hij me nog te vertellen. "Logisch dus dat iedereen zal denken dat dit ook nu het geval was", concludeerde hij geslepen. Met andere woorden; het was allemaal mijn eigen schuld.
Was dit de nicht waarvan ik later te weten ben gekomen dat hij ook in haar zijn klauwen had willen zetten? Gelukkig werd hij toen tijdig door de huishoudster onderschept. Zijn ziekelijke gedrag was dus overduidelijk niet beperkt gebleven tot deze ene keer.
Dit nachtelijke bezoekje zorgde ervoor dat ik steeds verder en verder wegvluchtte in de veilige wereld die ik voor mezelf gecreëerd had. In blijde verwachting van het einde van ons verblijf in de Kempen trachtte ik mijn neef zo goed en zo kwaad mogelijk uit de weg te gaan. Daarin slaagde ik wonderwel door beste maatjes te worden met de witte keeshond die een honderdtal meter verderop logeerde. Met hem maakte ik lange wandelingen waarbij ik er zorgvuldig over waakte vooral niet af te wijken van de brede lanen, die zich door het uitgestrekte natuurgebied slingerden. De herinnering aan wat eerder die week langs de kleinere bospaadjes gebeurd was, stond me nog pijnlijk helder in het geheugen gegrift. Die hond was mijn toevluchtsoord, mijn escapetoets totdat…
Toen ik hem een die dag ging ophalen voor één van onze lange wandelingen kreeg ik hem echter slechts na lang zeuren mee. Mijn redder in nood had net zijn broodnodige bad gekregen en stond daar netjes gepoetst en geblonken voor me te schitteren. Met de plechtige belofte hem in dezelfde staat weer thuis te brengen, lieten ze ons uiteindelijk toch vertrekken. Dolblij begaven we ons, hij kwispelend en vrolijk blaffend ik lichtjes neuriënd, op pad. Het zonnetje verwarmde onze ruggetjes, er stond een fris briesje dat de bladeren van de bomen lichtjes liet ritselen en we hadden er allebei enorm veel zin in. De keeshond blijkbaar toch net dat ietsje meer dan ik. Plots begon hij, zonder enige waarschuwing vooraf harder te rennen. Uit alle macht trok ik aan zijn leiband, maar zijn geestdrift was te sterk voor mijn jong meisjeslijfje. In een fractie van een seconde keerde hij de rollen om en was ik niet langer op stap met de hond maar de hond met mij. "Fritz, stop alsjeblieft", smeekte ik hem buiten adem. Hij leek er zich niets van aan te trekken, negeerde mijn snikkende smeekbede en sleurde me overal dwars doorheen. Kreupelhout, bemoste hellingen, dicht struikgewas,… niets kon hem stoppen, op geen enkel moment minderde hij zijn vaart. Na een kwartiertje hondenhordeloop begon hij er dan uiteindelijk toch stilaan genoeg van te krijgen en liep hij zichtbaar uitgeput, braafjes langs me aan de leiband alsof hij de gehoorzaamste hond ter wereld was. Het uiteindelijke resultaat van zijn capriolen; een hond zijn naam niet meer waardig. De spierwitte, keurig gekapte hond die ik slechts na aanhoudend gezeur had meegekregen, was in de verste verten niet meer terug te vinden. Met bonzend hart en de moed in de schoenen begaf ik me op weg naar zijn baasjes. Er stond me ongetwijfeld een fikse uitbrander te wachten. Een volgende wandeling konden we beiden voortaan wel op onze buik schrijven. Mijn bezoekjes waren vanaf dat ogenblik non grata geworden. Ik was gedoemd de resterende tijd van onze vakantie verder op het buitenverblijf van mijn nonkel uit te zitten, zorgvuldig erover wakend alle contact met mijn neef te mijden.
Terug thuis kon ik de herinnering aan het gebeurde maar moeilijk plaatsen. Het besef mijn vreselijke geheim nooit met iemand te mogen delen uit angst voor hun woede en ongeloof was ondraaglijk. Heel even flirtte ik zelfs met het idee zelfmoord te plegen. Ik kon misschien een touw binden aan de notenboom in onze achtertuin? Daar zou ik niet zo snel gevonden worden aangezien de slaapkamer van onze ouders erop uitkeek en niemand daarin hoorde te komen. Bij gebrek aan geschikte middelen en kennis moest ik dit plan echter al snel afblazen. Ik verwenste mijn zwakke zelf en mijn verraderlijke lichaam uit de grond van mijn hart. Geen enkele gelegenheid liet ik onbenut om het ultieme symbool van vrouwelijkheid dat me zoveel pijn en verdriet had bezorgd, te bestraffen. Met behulp van allerlei voorwerpen -een fijn wollen draadje of een dikke doorntak, je kon het niet gek genoeg bedenken- pijnigde ik mijn vagina, soms tot bloedens toe. Samen met een vriendin voerde ik een bizar toneelstukje op. Gekleed in een luier en met een fopspeen in de mond speelden we dat ik een ongehoorzaam meisje was dat gestraft werd door haar moeder. De moeder was een weinig begripvolle vrouw die ervan genoot haar dochter te vernederen en te kleineren. Wat bezielde me in vredesnaam om in zulke lugubere spelletjes plezier te vinden? Hoe moest het nu verder met me?
Ik besloot de hele anekdote vertikaal te klasseren. Vergeten, verdringen, negeren en minimaliseren. Het werden de stelregels waarnaar ik trachtte te leven. Een strategie die, overdag althans, vruchten afwierp.'s Nachts echter werd deze quasi normale wereld omgevormd tot een gruwelijke fantasiewereld van monsters en booswichten. Wanneer ik in het midden van de nacht wakker werd om te plassen, was ik als de dood om uit bed te komen, heilig overtuigd van het feit dat iemand zich onder bed of in de kast verschool. Dan stelde ik mijn wc-bezoek zolang mogelijk uit tot ik het werkelijk niet langer meer kon ophouden, spurtte dan naar de badkamer om bij mijn terugkeer van aan de deurpost rechtstreeks mijn bed in te duiken. Deze nachtelijke angsten hebben mij tot ver in mijn volwassen leven gedomineerd, met dit verschil dat de booswicht uiteindelijk stilaan een duidelijk gezicht begon mee te krijgen; mijn neef. Aan deze nachtelijke fobie kwam slechts een einde nadat ik een aantal sessies regressietherapie achter de rug had.

 

feedback van andere lezers

  • arwenn
    Feedback bij deel twee

    Prachtig

    X
    hannelore: dank je arwenn
  • koyaanisqatsi
    Kort en bondig: de moed om dit gedetailleerd neer te schrijven staat in schril contrast tot de lafheid van de helden die zich aan hun slachtoffers vergrijpen.
    hannelore: bedankt voor je mooie woorden
  • Dora
    Ik vind dat je het allemaal subliem verwoord. Zoveel mensen zullen dit herkennen, want ook bij mindere vergrijpen kunnen kinderen dit vermogen aanwenden

    Ik besloot de hele anekdote vertikaal te klasseren.
    Vergeten, verdringen, negeren en minimaliseren.
    Het werden de stelregels waarnaar ik trachtte te leven.
  • Hoeselaar
    Zeer goed verwoord, proficiat!

    Willy
    hannelore: dankje, willy. je warme woorden doen me deugd.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .