writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

het sekslabyrint 4: De ene zijn brood...

door hannelore

DE ENE ZIJN BROOD …

De zomervakantie liep op zijn einde. Alle kinderen keerden terug naar de schoolbanken en iedereen herviel weer in de alledaagse, vertrouwde routine. Iedereen behalve ik! Mijn wereld zou nooit nog als tevoren worden. Alles was anders geworden sinds dat ene moment, ik was anders. Het horen van mijn naam, Hanneke bezorgde me kippenvel, de uitspraak ervan een weerzinwekkende smaak in de mond. 'Hanneke' was niet meer! Ik had haar achtergelaten op een klein en verlaten bospaadje tezamen met die vreselijke herinneringen, verbannen naar een klein godvergeten hoekje diep vanbinnen, vervangen door een stoerdere uitvoering van mezelf. Op mijn wekelijkse toetsenblad prijkte vanaf nu mijn doopnaam; Hannelore. Iets wat absoluut niet naar de zin van mijn schooljuffrouw. Zonder enige vorm van verweer floot ze me onverbiddelijk terug tot de orde. Dit gedrag, dat door haar waarschijnlijk afgedaan werd als aanstellerij of prepuberaal gedrag, veegde ze aldus radicaal van de kaart. Tegen mijn wil werd ik terug Hanneke genoemd maar diep vanbinnen ontpopte Hanne zich langzaam maar zeker. Tijd heelt alle wonden. In de meeste gevallen wel, in mijn geval echter werden ze niet geheeld maar vakkundig gecamoufleerd. Ik maskeerde mijn herinneringen en de diepe wonden die ze geslagen hadden zo goed dat ik na verloop van tijd ook werkelijk niet meer besefte dat het me ooit geraakt had.
Deze strategie ging me wonderwel af totdat Ralph enkele jaren later door mijn ouders gevraagd werd om te helpen met schilderwerken aan het huis. Het beloofde een karweitje van lange adem te worden en dus werd hem een slaapplaatsje in de kelder aangeboden. De gedachte hem in mijn buurt te weten, deed me huiveren van gruwel. En die eerste nacht werd me al snel duidelijk waarom. Ik lag in mijn bed en slaagde er maar niet in de slaap te vatten. Een onbehaaglijk, moeilijk te definiëren gevoel, dat ik met de beste wil van de wereld niet van me af kon zetten, overviel me. Er hing onheil in de lucht, dat voelde ik tot in de toppen van mijn tenen. Ik vertrouwde hem voor geen haar en was er rotsvast van overtuigd dat hij me die nacht zou komen opzoeken. "Stil nu maar", trachtte ik mezelf gerust te stellen, "Hij ligt in de kelder en om bij jou te komen moet hij eerst langs de kamer van onze ouders." Ter bevordering van mijn gemoedsrust schoof ik toch maar mijn bed voor de deur. De geruststelling van deze geïmproviseerde barricade zorgde ervoor dat ik er toch in slaagde rustig in te slapen. Maar in de loop van de nacht werd ik plots en nogal bruusk uit mijn slaap gerukt door een licht gemorrel boven mijn hoofd. Geschrokken veerde ik recht in mijn bed. Mijn hart racete tegen honderd per uur. Ik zag hoe de deurklink zachtjes maar vastberaden naar beneden werd gedrukt. "Hij probeert in mijn kamer te komen! Oh neen, hij is daar weer!" Gedachten en beelden van de bospassage enkele jaren eerder flitsten neurotisch door mijn hoofd. Hoewel hij langs de slaapkamer van mijn ouders moest om tot bij mijn kamer te komen, had dit hem er niet van kunnen weerhouden. De rest van zijn verblijf bij ons waakte ik er nauwlettend over nooit alleen in zijn gezelschap te vertoeven. Geen overdreven draconische maatregel zo is achteraf gebleken. Ook mijn jongste zus heeft hij die zomer lastig gevallen. Toen ze zich even met hem alleen in zijn geïmproviseerde slaapkamer in de kelder bevond, poogde hij haar op zijn schoot te trekken. Blijkbaar was mijn voorgevoel dan toch niet zo misplaatst.
De daaropvolgende kerst werd dit voorgevoel alleen maar sterker aangewakkerd toen we met de hele familie, nonkels, tantes, neven en nichten de feestdagen in Zwitserland doorbrachten. Alle families verbleven samen onder één dak, in een groot huis dat normaal gesproken een onderkomen bood aan de seizoensarbeiders, die nu voor de feestdagen naar huis terug gekeerd waren. Het beloofde een uiterst gezellig boel te worden. Lange langlauftochten in de witte ongerepte vlakten maken, van de steile hellingen sleeën, gezelschapsspelletjes spelen, cadeautjes uitdelen… Allemaal superleuk op één ding na. De pijnlijke herinneringen, die ik slechts met veel moeite naar de achtergrond had weten te verdringen, kondigden zich dankzij de aanwezigheid van Ralph opnieuw in vol ornaat aan. Uit goede gewoonte trachtte ik zijn gezelschap zoveel als mogelijk te mijden tot op een dag toch het onvermijdelijke gebeurde. Ik was als laatste achtergebleven in de schuur waar onze skilatten opgeborgen stonden toen ik plots overmand werd door een sterk gevoel van onrust. Ik zat op de houten bank, het hoofd naar beneden de veters van mijn schoenen te strikken toen ik plots vlakbij het ritmische getik van voetstappen hoorde. Voorzichtig spiekte ik vanonder mijn wimpers en hoewel ik de schoenen niet dadelijk kon thuiswijzen, wist ik toch met een ontstellende zekerheid wie er voor me stond. Zijn zware, lichtjes gejaagde ademhaling had hem verraden. Dit geluid zou ik uit duizenden kunnen herkennen. "Ah, hier ben je!" Schichtig keek ik op bij het horen van deze vertrouwde, maar o zo gevreesde stem. Zijn ogen vertonen diezelfde vreemde, koude gloed als enkele jaren voorheen. De paniek sloeg toe. Als aan de grond genageld bleef ik roerloos staan totdat… "Hanne? Kom je?" Thomas, een andere neef van dezelfde leeftijd als ik was het wachten beu geworden en informeerde ongeduldig waar ik bleef. Ogenblikkelijk werd de ban verbroken. Als een wervelwind spurtte ik langs Ralph heen naar buiten. Mijn wantrouwen jegens hem was voorgoed ontwaakt. Nooit zou ik er nog in slagen mezelf tot kalmte te dwingen wanneer ik hem in mijn buurt wist. Intuïtief voelde ik immers aan dat hij indien de omstandigheden het enigszins toelieten zijn kans opnieuw zou wagen. Maakt de gelegenheid immers niet de dief?!
Het feit dat ik mijn angsten met niemand kon delen, maakte me zo radeloos dat ik met het idee een verkrachting uit te lokken begon te flirten. Vastberaden zocht ik het gevaar op, sloop 's nachts mijn raam uit om een wandeling in het gemeentelijk park te maken of ging 's morgens vroeg joggen in het bosje in de buurt. Als ik de overduidelijke fysieke bewijzen droeg van een gewelddadige verkrachting zouden ze me wel moeten geloven en kon ik de pijn en schaamte in me eindelijk de vrije loop laten. Maar er gebeurde niets en dus bleef mijn pijn opgeborgen diep vanbinnen.
Het volgende schooljaar leek deze wens dan uiteindelijk toch compleet onverwacht en eigenlijk ook totaal ongewild vorm te krijgen. Maar ook deze keer kon ik er met geen woord over reppen uit angst voor de straf die zeer zeker zou volgen. We werden immers verondersteld om na schooltijd dadelijk naar huis te gaan. Rondhangen in het gemeentelijk park was volgens het schoolreglement ten strengste verboden. Een viertal stoere jongens uit onze school waren me na school gevolgd en sleurden me de bosjes in om op me te 'sexperimenteren'. Eén van hen hield mijn armen krachtig tegen de grond gedrukt, een andere spreidde ruw mijn benen, een derde draaide als bezeten met zijn tong in mijn mond terwijl stevig mijn borsten knedend en de laatste boorde zo diep en hard zijn vingers in me dat ik er een bloeding aan overhield. "Vooruit, geef het haar! Ze wil niet liever, ze vraagt erom!" Onder luide, vulgaire uitlatingen hitsten ze mekaar meer en meer op. Uit alle macht trachtte ik me los te rukken, groef en klauwde met mijn handen en voeten in de kleverige bosgrond. Alles tevergeefs, de overmacht was te groot. Er zat dus maar weer eens niets anders op dan te hopen dat alles snel voorbij zou zijn en het gebeurde weer snel te vergeten. Door mijn stilzwijgen aangaande deze vernederende ervaring werd de oorspronkelijke wonde alleen maar dieper, het wantrouwen en de minachting ten aanzien van het mannelijk geslacht groter en intenser. Maar pijn voelde ik niet meer. Ik verschool me in de veilige wereld die ik voor mezelf gebouwd had. Een grootmeester was ik geworden in het verdringen van herinneringen en gevoelens. Ter compensatie van deze innerlijke onzekerheid en intense zielenpijn die ik zo wanhopig trachtte af te vlakken, mat ik mezelf een stoer en ongenaakbaar uiterlijk aan. Een bikkelharde metalfan werd ik, voor niets of niemand nog bevreesd. Nooit zou iemand me nog kunnen raken, laat staan kwetsen. Mijn agressieve uiterlijk zou hen wel op een veilige afstand houden, het fungeerde als het ware als een gewapend pantser. Hanne was nu helemaal op het voorplan gekomen, Hanneke voorgoed verbannen naar een klein, duister achterkamertje.

 

feedback van andere lezers

  • Dora
    Blijf je volgen. Laag over laag dieper worden weggeborgen
    (Enkele Een? viertal stoere jongens ... gebeurde weeR snel )
  • arwenn
    Dora heeft de kleine spelfoutjes al aangegeve .
    Verder gaat dit me erg aan het hart.
    Weet dat je niet alleen bent.

    (metal? Nog steeds of was dat een fase? Metal is de mhziek die ik graag hoor)

    X
    hannelore: zal altijd wel een zwak blijven houden voor metal, maar verkies nu vooral rust
    thx om te blijven volgen
  • Wee
    Telkens wil ik reageren op je verhaal maar vind de juiste woorden niet.
    Al is mijn verhaal heel anders, ik herken: het verdringen, de gevolgen, de angsten.
    Het doet pijn dat zo zwart op wit te lezen.
    Knap dat jij zo open kunt schrijven.
    x
    hannelore: het heeft me enorm veel moeite en pijn gekost (ben er al 7 jaar mee bezig), maar à la fin loont het toch wel
  • koyaanisqatsi
    Herkenbaar. Al te herkenbaar. (helaas, alweer)
    hannelore: ja, helaas!
  • Hoeselaar
    Moet schrijven wat anderen al voor me hebben vermeld prima!

    willy
    hannelore: dankje, willy
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .