writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

het sekslabyrint 9: Stalker

door hannelore

STALKER

Kort na onze breuk ontmoette ik een andere jongen. Lang alleen blijven was niet echt aan mij besteed. Steeds was ik op zoek naar 'Mister Right', de man die de leegte in me zou kunnen opvullen en me zekerheid en geborgenheid zou verschaffen. Een opdracht die mijn volgende vriend flagrant naliet te vervullen. Zijn interesses lagen voornamelijk op het seksuele aspect van een relatie. Hij was geobsedeerd door seks en pornografie hetgeen zich duidelijk liet voelen in onze relatie. In het prille begin van onze relatie nam dit nog vrij onschuldige vormen aan. Zo experimenteerden we met erotisch getinte foto's van onszelf. Hoewel ik me bij deze vorm van fotografie toch een tikkeltje ongemakkelijk voelde, stemde ik er niettemin toch mee in. Ik hoopte mijn lichaam, dat ik nog steeds haatte en beschouwde als losstaande van mezelf, op deze manier te leren aanvaarden en wie weet, te leren er van te houden. Gaandeweg nam deze experimentele fase echter almaar excentriekere vormen aan en groeide de erotische aard ervan stilaan in een semipornografische.
Onder zijn invloed verlegde ik haast onopgemerkt mijn grenzen steeds verder en verder. Op een dag nam hij me op sleeptouw naar allerlei louche striptenten op Place Pigale in Parijs. Eén van deze etablissementen bezochten we frequenter dan de andere omdat we van de uitbater geen entreegeld hoefden te betalen. Nadat we de derde keer terugkeerden, werd de eigenlijke motivatie achter deze vrijstelling me al vrij snel duidelijk gemaakt. De uitbater verzocht me vriendelijk doch dwingend om nu maar eens uit mijn pijp te komen. "Je bent zoveel knapper dan mijn mooiste danseres", teemde hij zalvend in mijn oor. "Sorry, ik kan niet vandaag. Het is de tijd van de maand", repliceerde ik gevat, mijn geschoktheid krampachtig verbergend achter een muur van onverschilligheid. "Dat hoeft toch helemaal geen obstakel te vormen." De pornobaas was duidelijk niet van plan om zich zo makkelijk te laten afschepen door mij. "Nee, dat misschien niet. Maar ik ben ook niet gecoiffeerd daar vanonder en dat vind ik wel belangrijk". "Okay", bromde hij binnensmonds, duidelijk niet opgetogen met mijn tegenzet. "Deze keer kom je er misschien onderuit, maar een volgende keer klim je zonder pardon op dat podium en geef je een stripact ten beste. Dat is wel het minste dat je kan terugdoen. Per slot van rekening zijn we geen pro bono instelling", sprak hij op me dreigend toon. Als om zijn woorden kracht bij te zetten, kneep hij bij het uitspreken ervan zijn ogen toe tot er nog slechts twee kleine spleetjes zichtbaar van waren. Het leek wel alsof ik me plots op de set van een gangsterfilm bevond. Danig geschrokken van zijn dreigementen slaagde ik er na veel gezeur uiteindelijk toch in mijn vriend te overhalen om weg te gaan. Bij het buitenkomen hield één van zijn danseressen me staande. "Het zou beter voor je zijn als je jezelf hier in de toekomst niet meer vertoont", drukte ze me met gedempte stem op het hart. Haar ogen flitsten schichtig heen en weer alsof ze ergens doodsbang van was. "De volgende keer zal hij je er niet meer zo makkelijk onderuit laten komen. Eens hij je in zijn klauwen heeft, is er helaas geen weg terug. Het zal het enkel van kwaad naar erger gaan." Een goed verstaander als ik heeft maar een half woord nodig. Zeer tegen de zin van mijn vriend nam ik haar goedbedoelde raad ter harte. Zijn misnoegde reactie op mijn beslissing opende eindelijk mijn ogen voor hoe hij werkelijk was. Korte tijd nadien beëindigde ik eenzijdig onze relatie. Voor mij was dit een afgesloten hoofdstuk, voor hem was het echter verre van afgesloten.
Amper enkele dagen na het verbreken van onze relatie begon hij me te stalken. Na het werk stond hij me ergens verdoken op de parking op te wachten om me daarna te achtervolgen tot aan mijn huis. Wekenlang hield hij dit scenario vol tot op een avond de maat voor mij vol was. We waren nog maar net vertrokken van de parking of ik sneed hem de pas af door mijn auto dwars voor de zijne te zetten. Buiten mezelf stapte ik uit en als een razende vloog ik op hem af. "Ik kan dit niet langer aan! Je moet ermee stoppen! Nu!" Helemaal door het dolle heen schreeuwde ik hem toe; "Laat me gerust! Als je er niet mee stopt, zweer ik je dat ik naar Monsieur Leblanc zal gaan!" Monsieur Leblanc was de persoon die zich bezig hield met de opvolging van de cursisten in het bedrijf. Blijkbaar had dit dreigement zijn effect niet gemist. De volgende dag stond hij me in ieder geval niet meer op te wachten en de dag daarop ook niet. Opgelucht haalde ik opnieuw adem.
Maar dit rustige intermezzo was jammer genoeg slechts van korte duur. Al snel vond hij nieuwe, efficiëntere manieren om me te pesten. In het holst van de nacht belde hij me op. Wanneer ik opnam, zei hij niets enkel zijn zware, hijgende ademhaling was te horen. Andere keren was hij toch een ietsje communicatiever, dan braakte hij de meest vulgaire praat uit. Enkele weken later sloop hij met een medebewoner mee het appartementsgebouw binnen. Boven gekomen belde hij bij me aan. Toen ik de deur opende, kon ik nog net zien hoe de deuren van de lift zich opnieuw sloten. Voor me op de grond lag een enorme bos bloemen. Geen boodschap, geen kaartje… niets. Eens te meer had hij mijn zenuwen op de proef gesteld!
Dag na dag bouwde hij zo de spanning op. Enkele dagen na zijn bloemenbezorging begaf ik me naar de ondergrondse parking waar mijn auto gestald stond. Toen ik mijn sleutel in het slot stak bleek de deur tot mijn grote verbazing niet gesloten. Vreemd, ik was er nochtans vrijwel zeker van dat ik hem afgesloten had de avond voordien. Ik wierp een vluchtige blik in de auto en merkte dat zowel de autoradio als mijn zonnebril verdwenen waren. Lang hoefde ik niet na te denken over wie dit op zijn kerfstok zou kunnen hebben. Onmiddellijk schoot me opnieuw in mijn gedachten dat mijn ex-vriend me ooit had verteld over een kennis van hem die sleutelmaker was. Het leed geen enkele twijfel dat hij zich met behulp van diens loper, zonder één enkel spoor van inbraak, de toegang tot mijn auto had verschaft. Het leek wel alsof hij me zo wou meedelen; "Waar, wanneer en hoe ik maar wil, ik kan je altijd raken. Nergens zal je veilig zijn voor me." Zonder duidelijk bewijs van inbraak stond ik compleet machteloos en had ik geen enkel verhaal bij de politie. Hij was geslepen genoeg om me tot het uiterste te kunnen drijven zonder daarbij in zijn web verstrikt te raken.
Het volgende plot dat hij voor me uitgedokterd had, liet me haast compleet door het lint gaan. Hij dreigde ermee enkele pikante foto's die hij van mij gemaakt had publiekelijk te maken. Als ik tegen het einde van de week niet beslist had om terug bij hem te komen, zou hij ze op het nieuwsbord van het bedrijf, waarvoor we beiden werkten, afficheren. Hoe onmenselijk kan iemand zijn?! Wat had me in vredesnaam toch bezield om in te stemmen met het maken van deze foto's? Hoe had ik ooit kunnen geloven dat dit dé manier was om me van mijn trauma's te verlossen? De prijs die ik er nu voor dreigde te moeten betalen, was wel schrikbarend hoog. Ten einde raad, het schaamrood op de wangen bracht ik enkele vrienden op de hoogte. "Wij lossen dat stinkende zaakje wel voor je op. Maak je geen zorgen. Het komt wel allemaal weer in orde", kalmeerden ze me. Mijn belager was niet bepaald geliefd in het bedrijf en deze geniepige zet van hem versterkte dit gevoel enkel maar meer. Ondanks hun geruststelling vertrok ik toch iedere dag weer met uiterst gespannen zenuwen naar het bedrijf. Had hij zijn dreigement uitgevoerd of hadden mijn vrienden hem kunnen onderscheppen? Enkele weken later durfde ik het hele voorval dan toch voorzichtig op de achtergrond te schuiven. Maar als ik dacht aan het einde van zijn pesterijen gekomen te zijn, sloeg ik de bal toch wel goed mis. Het ergste stond me nog te wachten. Dit was slechts de stilte voor de storm.
In tussentijd broedde hij al op een nieuw plan om me het leven zuur te maken. De impact van de pesterijen die hij nog voor me in petto hield, had ik nooit ofte nimmer ten volle kunnen inschatten. In een brief aan me verklaarde hij dat zijn leven niets meer waard was zonder mij. Als je me vanmiddag niet komt zoeken in het bos van Saint-Cyr-l'Ecole beneem ik mezelf van het leven en zal jij mijn dood op je geweten hebben, liet hij me weten. Het bewuste bos lag op een vijftiental kilometer van mijn woonplaats verwijderd en was vrij uitgestrekt. Ik had geen flauw idee hoe aan deze zoekactie te beginnen. Als om zijn woorden extra kracht bij te zetten, bezorgde hij me samen met zijn brief de autoband terug, die had hij net voor het einde van onze relatie ter herstelling had meegenomen. Alsof hij me zo de volgende boodschap wou meegeven; "Nu heb je geen enkel valabel excuus meer om me niet te komen zoeken. Je kan weer veilig met de auto rijden." Naarmate de klok verder tikte, werd ik almaar nerveuzer. Ten einde raad -ik wou immers zijn dood niet op mijn geweten hebben- nam ik met bevende handen één van de kalmeringspilletjes, die mijn huisarts me enkele dagen voorheen voorgeschreven had en trachtte ik mijn gedachten in goede banen te leiden. Het was dweilen met de kraan open! Ik slaagde er absoluut niet in om rationeel te denken en geen schuldgevoelens te koesteren. Ik voelde me als een gekooid dier. De aanhoudende knagende pijn en loodzware schuldgevoelens… Ik kon er niet langer mee leven! Ik wou de pijn niet langer voelen. Een intens verlangen naar rust, sereniteit en duisternis nam bezit van me. Ik besloot nog een pilletje te nemen en nog één en nog één. Hoe meer pilletjes ik slikte, hoe vastberadener ik werd. Ik nestelde me behaaglijk op het bed en genoot van het rustige gevoel dat stilaan over me heen kwam. Zwevend tussen zijn en niet zijn kon niets me nog raken kon. Naar dit gevoel had ik al zo lang verlangd. Nog één laatste ding moest ik nog doen alvorens ik uit deze boze wereld weg kon glippen. Ik wou nog afscheid nemen van Philippe, mijn voormalige ex-vriend met wie ik nog een hechte vriendschap onderhield en die op dat ogenblik in België woonde. Ik belde hem in de geruststellende wetenschap dat hij te ver af was om het onvermijdelijke ongedaan te kunnen maken. Dat was duidelijk buiten zijn overredingskracht gerekend. Uiteindelijk slaagde hij er toch in me de zinloosheid van mijn daad te laten inzien. " Ik verwittig onmiddellijk de rest van je vrienden. Hou alsjeblieft vol tot ze er zijn", klonk het smekend aan de andere kant van de lijn. Ik probeerde zo goed en zo kwaad mogelijk om bij bewustzijn te blijven. Een taak die niet zo vanzelfsprekend was als ze aanvankelijk leek aangezien ik zo goed als de helft van het doosje medicijnen leeggeroofd had. Enige tijd later - ik was stilaan weggezakt in een steeds dieper wordende leegte - werd ik ergens vaag op de achtergrond het aanhoudende, schrille gerinkel van de deurbel gewaar. Ik bundelde mijn allerlaatste krachten en hees me overeind. Strompelend bereikte ik de voordeur. Het was me nog net gelukt ze open te maken alvorens het bewustzijn volledig te verliezen. De wil te overleven had uiteindelijk toch de bovenhand genomen op het verlangen naar eeuwige rust.
Ze waren net op tijd gekomen. Ik voelde me nu in sneltempo wegglijden in een zalige, betekenisloze leegte. Mijn eerstvolgende herinnering eraan is mijn ontwaken in een steriele, witte ziekenhuiskamer met een bakster in de arm en een psychiater langs me. "Wat doe ik hier? Wat is er met me gebeurd", mompelde ik verdwaasd. Beetje bij beetje begon alles terug te komen. De brief, de in scène gezette zelfmoord van mijn ex-vriend, de onmacht op de voet gevolgd door mijn rusteloosheid… Ik voelde me ellendig en wou zo snel mogelijk terug naar terug huis. Na lang aandringen, werd ik enkele dagen later dan toch uit het ziekenhuis ontslaan echter niet zonder de expliciete belofte professionele hulp te zoeken. "Per slot van rekening geprobeerd heeft u getracht uzelf van het leven te beroven." Had ik dat werkelijk? Nee! Of toch?! Ik had enkel een intens verlangen naar rust gekoesterd. Ik had mezelf willen bevrijden van die allesoverheersende, emotionele pijn maar mezelf te doden was helemaal niet mijn intentie geweest. Ook nu ontkende ik, zoals reeds zo vele keren voordien, alles en negeerde ik mijn wanhoopsdaad. Ik was opnieuw achter mijn muur gekropen, de muur waarachter niets of niemand me kon raken, waarachter ik de sterkste was. "Ja, dat zal ik zeker en vast doen", haastte ik me hen te beloven zonder evenwel ook maar één woord ervan te menen. Na mijn laatste ervaring met een zielenknijper en het daaruit voortgevloeide gesprek met mijn vader had ik er immers meer dan mijn buik van vol. Het vergt ontzettend veel moed en kracht om de waarheid onder ogen te zien. Daar was ik nog bijlange niet aan toe. Ontkennen is zoveel makkelijker.
Eén van de weinige mensen die me in het ziekenhuis waren komen opzoeken, was Philippe. Hij had me toen voorgesteld om na mijn ontslag door de artsen bij hem terug op krachten te komen. Zoals afgesproken reisde ik na mijn gedwongen ziekenhuisverblijf af naar België. Het deed me ongelooflijk veel deugd om terug op eigen bodem te vertoeven. Voor het eerst sinds lange tijd voelde ik me geborgen en veilig. Geen voet zette ik buitenshuis. Ik bleef knus in mijn veilige cocon, ver weg van de boze wereld zoals hij werkelijk was en trachtte fysiek en mentaal terug op krachten te komen.

 

feedback van andere lezers

  • arwenn
    pijnlijk goed...

    x
    hannelore: pijnlijk? ja, maar nodig om me verder te laten groeien
  • Dora
    Oef. Ook hier een Le Blanc. Het is erg genoeg helaas autobio,
    In mijn verhaal (fictie) speelt ene mijnheer le Blanc, daar is het een onschuldige tuinman ... Ik blijf je zeker volgen, . want deze wereld is me enkel bekend van media en films. Leerzaam hoor. Wat een kracht
    Dank je wel
    hannelore: Fijn dat je me blijft volgen. Ik hecht veel belang aan je oordeel.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .