writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

het sekslabyrint 21: Vesuvius

door hannelore

VESUVIUS

De dag des oordeels naderde met rasse schreden. Ik verwachtte tegen dan één grote brok zenuwen te zijn maar niets leek minder waar. Ik voelde me uitermate kalm. Was dit de spreekwoordelijke stilte voor de storm? In tegenstelling tot de allerlaatste momenten voor het gesprek met mijn nonkel was er deze keer geen wolkje aan mijn hemel te bespeuren. Deze keer lagen de kaarten helemaal anders. Enkele jaren voorheen was ik nog als de dood geweest voor deze confrontatie. Naarmate de tijd echter verstreek en mijn therapie vorderde, begon ik er hoe langer hoe meer naar te verlangen. En toen hij me aan de telefoon verkondigde dat hij gemakkelijkheidhalve aan een wel zeer selectieve vorm van geheugenverlies leed, was mijn doodsangst in één enkele oogwenk omgeslagen in een alles verterende woede. Net deze woede zorgde ervoor dat ik mezelf zo goed onder controle kon houden. Geen nachtmerries, hartkloppingen, onverwachte huilbuien, onverklaarbare tussentijdse bloedingen of hyperventilatieaanvallen meer enkel een gefocuste voorbereiding op wat komen zou. Die dag zou ik de kans krijgen om schoon schip te maken met de kwellingen waarmee ik de afgelopen jaren geleefd had. Dan zou hij eindelijk krijgen wat hem toekwam en zou ik mijn lichaam en geest voorgoed zuiveren van deze kwelgeest. Ik zal verlost zijn van mijn beperkingen en zal de kracht hebben neen te zeggen wanneer mij dat best lijkt. De natuurlijk aangeboren kracht die al geruime tijd in ballingschap vertoefde, zal terug in me opborrelen en ik zal me weerom sterk voelen. De volgende dag zou ik mijn angsten kunnen ombuigen tot mijn grootste drijfkracht.
De ochtend van 1 april ontwaakte ik nog steeds vermoeid uit een niet zo schitterende nachtrust. Wat had ik dan ook verwacht met deze grootse dag in het vooruitzicht? Met een diepe zucht stapte ik uit het bed waarin ik nog maar eens de nacht alleen had doorgebracht. Twijfelend stond ik voor de kleerkast. Wat zou ik aandoen? Ik wou er verzorgd uitzien, niet afgeleefd maar bovenal niet uitdagend. Geen korte rokjes en diep uitgesneden decolletés! Ik wou hem klaar en duidelijk meegeven dat hij me er niet onderdoor had gekregen, maar dat ik er wel integendeel alleen maar sterker door geworden was. In de badkamer bekeek ik mezelf in de spiegel en zag een vermoeide, afgetobde vrouw met donkere kringen onder de ogen. Oei, dit was niet het beeld dat ik wou overbrengen! Voor het eerst sinds lange tijd greep ik terug naar mijn maquillagedoos. De afgelopen maanden had ik mijn voorkomen schandelijk verwaarloosd. Mens sana in corpore sano, een gezonde geest in een gezond lichaam. Geen van beiden bleek op mij van toepassing. Zorgvuldig bedekte ik de sporen van rusteloze, eenzame nachten. Tevreden met het resultaat wierp ik nog een laatste blik in de spiegel. Perfect! Niet overdreven opgetut maar ook niet slonzig.
Alvorens te vertrekken mocht ik nog even binnenspringen bij mijn therapeut om het beloofde medisch hulpmiddeltje, dat ervoor moest zorgen dat ik mijn zenuwen voldoende onder controle kon houden als 'le moment suprême' aangebroken was, op te halen. Op het allerlaatste ogenblik beslisten ik echter, in gezamenlijk overleg het toch niet te gebruiken. Dit wou ik helemaal alleen klaren, zonder hulp, ook niet van chemische aard. Ik wou mezelf het bewijs leveren dat ik deze uitdaging perfect alleen het hoofd kon bieden. Als ik dit tot een goed einde kon brengen zou ik eender welke andere netelige situatie in de toekomst ook aankunnen. Het hoorde mijn moment te zijn, mijn overwinning zonder hulp van buitenaf. Op het einde van ons gesprek gaf mijn therapeut me echter nog wel zijn eigen talisman mee. Het Griekse Boze Oog zou me beschermen tegen al het kwade vertrouwde hij me toe.
Thuis aten mijn man en ik nog een kleinigheidje alvorens we net achter de middag vertrokken. Mits een kleine marge voor eventuele files hadden we een rit van een uur of twee voor de boeg. Als alles goed ging zouden we iets voor het afgesproken tijdstip bij Ralph thuis aankomen. Onderweg voelde ik me, gezien de zware taak die me te wachten stond, vrij rustig. Zachtjes zong ik mee met de liedjes op de radio. In mijn hoofd herhaalde ik nog even de verschillende hoofdpunten van het nakende gesprek en overliep ik mogelijke scenario's, opdat ik straks goed voorbereid voor hem zou staan. Naar dit moment had ik de laatste twee jaar toegeleefd. Tevreden met mijn heersende gemoedstoestand wierp ik nonchalant een blik naar buiten. Dit waren dé ideale weersomstandigheden voor een dag als deze, aangepast aan de gelegenheid als waren ze ervoor uitgekozen. Het was een zwaarbewolkte dag met af en toe een priemend straaltje zon, dat er dankzij de volharding die het aan de dag legde toch in slaagde de grijze lucht te doorbreken. De perfecte weergave van mijn gemoedsgesteldheid! Hing mijn verleden immers ook niet als een zwarte dreigende wolk boven me en trachtte mijn wilskracht ook niet net als dat zonnestraaltje er doorheen te breken? Op enkele kilometers van onze bestemming begon die donkere, zwaarbewolkte hemel stilaan te veranderen naar een stralend blauwe, gemarmerd met enkele witte sluierwolken. Was dit een positief voorteken? Het weer vertelde zijn verhaal speciaal voor mij, een moedig verhaal over het goede dat uiteindelijk toch zegevierde over het kwade. Dit kon niet meer stuk! Vol vertrouwen in de goede afloop keek ik op de GPS. We waren nog slechts enkele minuten van onze bestemming verwijderd. Aangekomen in de opgegeven straat parkeerden we de auto net om de hoek, een ietsje uit het zicht. De zenuwen begonnen nu stilaan aan me te knagen. Ik voelde een lichte zweem van angst over me neerdalen. "Nu niet in paniek slaan! Je kan het best!" Doodnerveus trachtte ik mezelf aan te moedigen. Nog even voelde ik aan mijn geluksbrenger en aan die van mijn therapeut, die veilig opgeborgen zaten in mijn broekzak. Ze gaven me een ongekende mentale boost. De woorden van mijn therapeut weerklonken me opnieuw in de oren. "Je kan dit hoofdstuk pas afsluiten wanneer je de confrontatie met hem bent aangegaan en je jezelf sterker getoond hebt dan hem." Ik had deze wijze woorden ter harte genomen en was vastbesloten ze nu in praktijk om te zetten. Dit keer zouden de rollen omgekeerd zijn. Ik zou nu het leidende voorwerp zijn, hij het lijdende!
Nog een kwartiertje te gaan voor het afgesproken tijdstip toen er plots een bekende gedaante onze auto op enkele meters naderde en het huis van mijn neef binnenging. Hoewel ik hem de laatste acht jaar geen enkele keer meer gezien had, herkende ik hem toch onmiddellijk. Paniek gierde als een wervelwind door mijn lichaam en liet het cortisolgehalte in mijn lichaam naar ongehoorde toppen stijgen. "Niet toelaten! Je bent sterk, vandaag haal je de eindstreep!" Haastig taste ik naar de geluksbrengers in mijn broekzak en voelde me opnieuw rustig worden. "Oké, 't is de moment", zei ik trillend van opwinding tegen mijn man. Ik had de klink van de deur al in de hand toen hij me tegenhield. "Laat hem nog maar eventjes sudderen in zijn eigen sop", maande hij me aan. "Allemaal goed en wel, maar ik sudder wel mee met hem in datzelfde sop!" Na een vijftal minuten werd het me echt te machtig. Resoluut trok ik de deur open. "Nu is het genoeg geweest. Ik ga naar binnen", zei ik met vastberaden stem. Samen stapten we naar de voordeur van Ralphs huis. Mijn man had erop gestaan mee tot aan de voordeur te gaan. "Zodat hij het duidelijke signaal krijgt dat je niet alleen gekomen bent en zich dus vooral geen dommigheden in het hoofd hoeft te halen", verduidelijkte hij me met lichtjes bezorgd. Nadat we enkele keren vergeefs op de deurbel hadden gedrukt, bonsde hij tenslotte eens hard op het venster. Terstond, alsof mijn neef erachter had staan wachten, werd de deur opengemaakt. Ik hield mijn notitiemapje stevig tegen me aangeklemd en ontnam hem op deze manier de gelegenheid me de hand te kunnen drukken. Uitnodigend bood hij dan maar mijn man zijn hand aan, dewelke door hem kordaat afgewezen werd. Geheel volgens de afspraak stapte alleen ik naar binnen. Ik moest hem alleen onder ogen komen en confronteren met het kwaad dat hij aangericht had. Zo niet zou hij me nog immer kunnen domineren en terroriseren.
Zwijgend nam ik plaats aan zijn eettafel. Hij bleef rechtstaan. "Wil je jouw jas niet uitdoen", informeerde hij op mierzoete toon. "Neen, dat zal niet nodig zijn", antwoordde ik kort. Dit was immers geen gezellig theekransje. Geen haar op mijn hoofd dacht eraan hier langer dan strikt noodzakelijk te blijven. Opnieuw overviel de intussen zo vertrouwde, koude luchtstroom me. Haastig voelde ik naar de amuletten in mijn broekzak. De koude golf leek geleidelijk aan weg te ebben. Ik bleef hem strak aankijken, op geen enkel moment wendde ik de blik af. "Slechts twee vragen wil ik je stellen, twee cruciale vragen die me nu al een tijdje op de lippen branden", deelde ik hem droogjes mee. "Besef je wel goed wat jij me toen hebt aangedaan?" Neen, hij herinnert zich met de beste wil van de wereld niets meer van wat er gebeurd was. "Wel, laat me dan even je geheugen terug opfrissen!" Ik las hem het verhaal van het negenjarig meisje voor zonder hem ook maar één enkel detail, hoe pijnlijk ook te besparen. Dit heeft hij enkel en alleen aan zichzelf te wijten! Mijn tweede vraag lag verwerkt in de enkele bladzijden die ik hem voorlas. "Weet jij welke gevolgen dit op me heeft gehad en nu nog steeds heeft?" De angst dat de woorden in mijn keel zouden blijven steken of dat mijn stem door opwellende tranen gesmoord zou worden, bleek totaal ongegrond te zijn. Beheerst en gecontroleerd las ik hem dit alles met klare stem voor terwijl ik hem ondertussen nauwlettend in het oog hield in de hoop enige verandering in zijn emoties of gevoelens te bespeuren, hetgeen uiteindelijk niet het geval was. Zijn gelaatsuitdrukking noch zijn stem vertoonden enige emoties. "Het spijt me, ik kan me niets meer voor de geest halen. Alleen het voorval met je nicht kan ik me nog vaag herinneren", reageerde hij gelaten, de blik nog steeds naar beneden gericht. Dit had hoe langer hoe meer weg van een horrorfilm! Hij kon zich een vaag beeld vormen van die andere keer, toen hij tijdig gestopt werd, maar het voorval met mij kon hij zich met de beste wil van de wereld niet meer voor de geest halen. Leed hij dan misschien aan een gespleten persoonlijkheid? Was hij een verre afstammeling van Doctor Jekyll and Mister Hyde? Veranderde hij ook zomaar van het ene moment op het andere in een soort maniak, die kleine meisjes aanrandt om na afloop zijn leven als vanouds te hervatten, zonder zich er ook maar één enkel detail van te herinneren. Hij wist anders nog maar al te goed dat ik die zomer bij hen op vakantie was geweest. Ik geloofde geen sikkepit van wat hij me vertelde. Ik voelde mijn ganse lichaam trillen van ingehouden woede. Maar ondanks zijn kille, onverschillige houding slaagde ik er toch in mijn kalmte te bewaren. "Dit was geen fait divers, geen alledaagse gebeurtenis die je net als ongewenste reclame zomaar zonder boe of bah verticaal kan klasseren", beet ik hem woedend toe. "Ik was geen schoolvriendinnetje waarmee je achter de hoek stiekem kusjes uitwisselde. Ik was nog maar een kind! Ik kon er gewoonweg niet bij hoe een zestien à zeventienjarige zich zelfs maar een beetje seksueel aangetrokken kan voelen tot een kind van negen. Dat was geen experimenteel gedrag meer maar wel ziekelijk gedrag. "Wat zou je er dan van vinden moest iets gelijkaardigs met één van jouw dochters gebeuren?" "Tja, dat zou ik heel erg vinden", gaf hij me op diezelfde emotieloze toon te kennen. Opnieuw vroeg ik hem hoe het mogelijk was dat hij die hele gebeurtenis uit zijn geheugen gewist had. "Ik kan het me niet meer voor de geest halen", herhaalde hij me opnieuw als een versleten elpee die bleef haperen. Ik keek hem strak in de ogen, vastbesloten niet te wijken deze keer, de ogen niet als eerste neer te slaan. Eindelijk had ik de kracht in mezelf ontdekt en had ik het schaamte- en schuldgevoel overwonnen. Ik was vastbesloten me niet langer te verstoppen.

In de totale bereidheid je te laten raken,
je hart te laten breken,
kan ontdekt worden dat de pijn die je zo vreesde niet je vijand is,
maar het voertuig terug naar huis

© 2008 Yoga, magazine gezondheid, spiritualiteit en lifestyle, nummer 3, p. 7

 

feedback van andere lezers

  • Wee
    Ik geloof er niets van, hij verschuilt zich vast achter onwetendheid, de lafaard. (Sorry, laat mij even gaan.)
    x
    hannelore: je bezorgt me tranen in de ogen en een krop in de keel, wee. zoveel medeleven! dankje, wee
  • Dora
    Ik ken ze ook en geloof ze voor geen meter. Zij die bij hoog en bij laag beweren van niets te weten. Haha. Wat een zielige vertoning... Het gebeurt echter overal en doorheen alle lagen van de bevolking.
    hannelore: fijn te horen dat er nog mensen zijn who give a shit; dankje voor je positieve reacties
  • arwenn
    Ik kan alleen maar beamen wat Dora en Wee hierboven hebben aangekaart.
    Helaas bestaan zulke mensen ook /:

    x
    hannelore: ja, helaas. gelukkig is hij voltooid verleden tijd nu. jullie positieve reacties sterken me in mijn droom te trachten dit ooit te publiceren. dankje.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .