writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De ongecensureerde Marcus Antonius (16)

door mephistopheles

Hoewel Antonius zich verbolgen voordeed over het idee van de proscripties was zijn uiting meer een goede acteerprestatie geweest daar hij wist dat het uitschakelen van zijn vijanden hem grote voordelen zou opleveren. Het triumviraat was een voor hem gunstige overeenkomst, daar zijn krachten gebundeld met die van Lepidus en Octavianus een stevig tegenwicht konden bieden tegen Brutus en Cassius. Antonius werd dan ook al gauw een fervent opdrachtgever tot het uitvoeren van executies in het kader van de opgestelde proscriptielijsten. Als een grootse, ravage aanrichtende storm voltrokken deze gebeurtenissen zich. Niet sinds Lucius Cornelius Sulla tientallen jaren eerder grote opkuis gehouden had in Rome waren haar straten met zo veel bloed doordrenkt geweest. Senatoren die de fout gemaakt hadden één van de drie leden van het triumviraat onheus te bejegenen of tekenen toonden dat zij dit in de toekomst mogelijk zouden doen, werden zonder schroom een kopje kleiner gemaakt, waarbij hun bezittingen geconfisqueerd werden en hun hoofden van hun karkassen gescheiden werden om op een presenteerblaadje aan een zich volkomen verkneukeldende Antonius voorgeschoteld te worden. Het meest van al voelde Antonius zich vergenoegd toen ook zijn verstokte vijand in de senaat, Marcus Tullius Cicero, wiens naam eveneens door het driemanschap aan de lijsten toegevoegd was, ook slachtoffer van de proscripties werd. Het was ene Popillis Laenas geweest aan wie Antonius opdracht gegeven had om hem het hoofd van Cicero te brengen. Laenas was in het verleden een cliënt geweest van Cicero die hem in betere tijden in een rechtszaak verdedigd had maar het verhinderde de man niet de ruime beloning die Antonius hem beloofd had te aanvaarden en met moordlustige intenties naar de woonst van Rome's grote orator te gaan. Daar aangekomen trof hij Cicero, comfortabel in het peristilium gezeteld waar hij verdiept was in een boek. Pas toen Laenas op enkele meters van Cicero genaderd was, richtte deze zich tot hem, in rustige, onbezorgde tonen sprekend.

'Ik zie dat je jezelf binnengelaten hebt, Laenas,' zei Cicero, 'mooi zo. Wie heeft je gestuurd? Antonius of Octavianus?'
'Antonius,' antwoordde Laenas kortaf.
'Hij betaalt je vast wat hij denkt dat je waard bent,' reageerde Cicero geamuseerd. 'Goed dan. Ik weet waarom je naar hier gestuurd bent. De proscripties hebben hun effect niet gemist. Wederom hebben Romeinen bloed verspild in hun eigen straten en wederom worden ze niet gedreven door de belangen van de staat maar door hun persoonlijke ambities. Dezelfde stommiteiten blijven zich herhalen en ik ben het uitermate zat. Doe dus wat Antonius van je gevraagd heeft en keer dan terug naar zijn meute wolven en jakhalzen, Laenas. Mij maakt het niet meer uit. Trek er jullie plan mee!'
Cicero legde zijn boek neer, ging in positie staan en stak zijn nek uit. Vervolgens gaf hij Laenas bevel zijn zwaard te nemen. Getroffen door de dapperheid van zijn slachtoffer aarzelde deze enigszins vooraleer hij het moordwapen uit de schede haalde.
'Marcus Tullius Cicero, u bent door het triumviraat tot staatsvijand verklaard en al uw bezittingen worden hierbij geconfisqueerd. Tevens heeft mijn opdrachtgever uw doodsvonnis getekend en ben ik naar hier gekomen om dit te voltrekken. Hebt u nog iets te zeggen vooraleer ik u onthoofd?'
'Stop met lanterfanten, wees een man en doe wat je moet doen, Laenas.'

Laenas gehoorzaamde en liet zijn zwaard neerkomen op de nek van de oude Cicero. Bloed gutste onmiddellijk uit zijn lichaam dat ter plekke ter aarde viel en nog enkele stuiptrekkingen maakte vooraleer het tot stilstand kwam en de ziel van de oude man verdwenen was. Laenas had bijzonder hard met zijn zwaard gezwaaid, waardoor hij in één krachtige beweging het hoofd van de romp gescheiden had. Het was enkele passen van hem weggerold en na zijn respect betuigd te hebben aan de waardige manier waarop Cicero zijn dood tegemoet getreden was, nam hij het met zich mee, rechtstreeks naar zijn opdrachtgever Antonius, die hem zijn duur verdiende centen uitbetaalde.

'Je hebt prima werk geleverd, Laenas,' zei Antonius tot zijn moordenaar. 'Nu Cicero eindelijk uit de weg geruimd is zullen we veel meer bewegingsmogelijkheden hebben in de senaat. Me dunkt dat de proscripties nu wel kunnen ophouden. We hebben onze financiële posities een stevige basis gegeven. Laten we nu maar eens beginnen uitwerken hoe we Brutus en Cassius zullen aanvallen.'
'Je moet hen tegemoet gaan,' reageerde zijn echtgenote Fulvia hierop. 'Je moet zelf het initiatief nemen. Wacht niet af tot zij naar jou toe komen. Ga er zelf heen.'
Fulvia zat vlakbij een trui te breien maar had nog niets van haar strijdvaardigheid verloren. Nog steeds stond ze paal en perk achter de belangen van haar man en nog steeds sprak ze haar mening uit wanneer ze deze had. Antonius bewonderde haar er om, maar het irriteerde hem daarom niet minder.
'Wat we zullen doen zal ik wel bepalen,' antwoordde Antonius krachtig. 'Brei jij maar verder aan die trui waar je mee bezig bent.'
'Laat mij eerst dat hoofd eens zien,' zei Fulvia, haar hand uitreikend naar wat er overgebleven was van Cicero. 'Geef het eens aan mij.'

Laenas gehoorzaamde en gaf Cicero's hoofd aan Fulvia die het in haar handen nam. Er verscheen een glimlach op haar gelaat en zonder dat haar blik er een seconde van afweek, begon ze het hoofd op allerlei manieren te betasten. Soms ingetogen en onderzoekend, als probeerde ze een dieper inzicht te krijgen in de gelaatstrekken waaruit het vervaardigd was, andere keren gretig en ongecontroleerd, als kon ze elk ogenblik haar nagels in de huid drijven om het vlees van de oude man te verscheuren. Vervolgens begon ze er tegen te brullen. Luider dan ze ooit gebruld had. Het waren woorden die door de lucht donderden. Zowel Antonius als Laenas kregen er kippenvel van. En alsof dat nog niet genoeg was, trok ze als climax van haar plotse opwelling van woede met haar ene hand Cicero's tong uit diens mond terwijl ze met de andere hand één van haar breinaalden erdoorheen joeg.

'Dat krijg je met al dat gepraat van je!' snauwde ze. 'Moge je lasterlijke tong tot in de eeuwigheid wegkwijnen op de bodem van de Styx, Marcus Tullius Cicero! Nooit meer hoeven we je raddraaierijen en belasteringen te aanhoren.'
'Laat haar even doen,' zei Antonius tot een verbouwereerde Laenas. 'Het is een goed kind, ze is alleen een beetje over haar toeren omdat die oude Cicero in het verleden haar naam besmeurd heeft. En je weet wat ze zeggen over een vrouw die vindt dat iemand haar persoon geschonden heeft.'
Laenas knikte. Hij begreep het niet volledig maar hij knikte. Hij had zijn taak volbracht en zijn beloning kunnen incasseren. Wat hem betrof mochten ze het hoofd van Cicero opvreten als ze daar zin in hadden. Hem maakte het niets uit. Antonius had echter nog een laatste wens vooraleer hij zijn huurmoordenaar liet beschikken.
'Wat heb je met het lijk gedaan?'
'Ik heb het daar ter plekke in zijn villa achtergelaten,' verklaarde Laenas. 'Je had me geen instructies gegeven betreffende het lijk.'
'Dan geef ik je ze nu. Ik wil dat je teruggaat naar de villa en het lijk ophaalt. Ik wil dat de handen van de armen verwijdert worden en ik wil dat ze aan de rostra gespijkerd worden waar iedereen ze kan zien. Maak ik mezelf duidelijk?'

De symboliek van een dergelijke daad ontging Laenas niet. Cicero had in het verleden spottende polemieken geschreven over Antonius die hem de haren overeind hadden doen staat en nu eindelijk, na al die jaren kon hij wraak nemen door de handen die hem zo beledigd hadden met hun geschreven woorden openlijk aan de rostra te laten spijkeren. Zo kon iedereen zien wat er gebeurd was met de man die het gewaagd had hem al die jaren te tarten en tegenwerken. Voor de ene was het een macabere blijk van wraakzucht, voor de andere poëtische rechtvaardigheid.

 

feedback van andere lezers

  • Dora
    Zo doe je dat dus.
    Geen zachtzinnigheden, eruit die tong, doorheen die naald.
    Jaja,
    mephistopheles: zou het niet graag meemaken
  • koyaanisqatsi
    Het blijven smakelijke jongens, toch, die Romeinen..;
    mephistopheles: ja ze hebben hun charme
  • Mistaker
    Andere tijden, hoewel...

    Groet,
    Greta
    mephistopheles: andere tijden, zelfde shit
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .