writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Aankomst (2)

door Dora

"Sowwie Missss, car no koet, "
Zie je? Dat ding doet het helemaal niet. Mijn bagage ligt er in. Ik hang, weg, alles voor niets.
Na heen en weer geglimlach en handgebaren begrijp ik dat de auto het toch wel doet. Onmiddellijk schaam ik me hoogrode wangen als hij beleefd, bijna nederig, de rechtse portier voor me opent. Ik val veel dieper dan ik had verwacht en voel de veren van de hobbelige slappe zitting door de bilnaad kieren. Of zal hij zo meteen, binnen met mij alleen, zonder getuigen, mijn geld afpakken?
"Sowwie Missss, car no koet, " herhaalt hij voordat hij de deur sluit en zich om de auto heen haast. Zodra hij naast me achter het stuur ploft en meteen de sleutel omdraait wordt ook die angst weggevaagd. Prrt, vroemvroem, zonder mankeren. De autolampen werken, maar het dashbord blijft donker.
"Sowwie Missss, car koet, but not bioetiefoelie." Ik moet erg wennen aan zijn Engels.
OH, hij vindt hem zelf óók niet mooi… Stop zenuwachtige aanstellerij! Doramora, houdt op met doemdenken, roep géén negatieve dingen op. Kijk uit en houd je hoofd erbij!
"Sowwy Misss, kar, he ko, me ko and joe ko." Hij lacht ontwapend open waarbij zijn gebit geel glimt in het oranje schijnsel van verderop. Ik knik, glimlach ook.
"Haha Miss, No woorrie, Miss. Joe pee mie, so kom okee. Sowwy, no SIE koet kar, but kar KO koet. Me bwing you toe Hotel, jess? What hotel Misss".
Ik zucht voorzichtig, schuif onopvallend over de uitgewoonde veren en zoek het beste plekje.
We rijden door de uitgang en nemen in het donker wat bochten over een slecht verlichte hobbelweg terwijl ik probeer me zo goed mogelijk in balans te houden op de slappe stoel.
Heer in de hemel, mijn hernia. Rot op met hernia, straks lig ik hier ergens met een paar messteken achter de struiken. Dora, stop!
Aan veiligheidsriemen doen ze hier kennelijk niet en het blijft onheilspellend donker, hier en daar doemt om een hoek een verdwaalde straatlantaarn op. Voor de rest is Addis hoofdzakenlijk pikzwart.
In Nederland zal niemand mij de eerste weken missen. Waar ben ik in Godsnaam aan begonnen? Wat een domme actie is dit eigenlijk. Ik ook altijd met mijn wilde plannen.
De oude afgetrapte taxi overwint kermend diverse diepe opengeslagen gaten in de weg, zwalkt zonder moeite door haakse bochten en we rijden hard. Het is een mirakel dat de boel het niet begeeft. De jongeman knikt af en toe geruststellend naar mij, weet kennelijk wat hij doet en ik probeer te verbergen dat mijn hart nog wat op hol is.Ik lijk wel een bang kind van tien die nog nooit een sneltrein heeft gezien, verdorie.

Pfff, geloof in het goede, zie dat het meevalt, angsthaas eerste klas. Je stelt je aan alsof je nog nooit buiten Nederland was en je gaat pas dood als het je tijd is, ongelovige Thomas.
Na veel draaien, remmen en optrekken en een noodstop voor een hond belanden schieten we gierend een brede laan op, met twee rijbanen. Dit lijkt een betere wijk. Ik zie zelfs hier en daar een zebrapad. Verkeersborden. De schaars verlichte winkels aan weerszijden lijken redelijk modern. In de flats erboven brandt nergens een lamp en geen enkele kruising wordt door stoplichten beveiligd. Daarna komen we, zomaar zonder ongelukken, in beter verlicht gebied. Inmiddels ben ik wat gewend aan de stotende taxi, die als een dweil tussen de doodvermoeide veren hangt. De jongeman, ik schat hem niet ouder dan 25, wijst naar links.
"Joe sie, Miss, zer is GebrHaaile Selassie Stadion." Een glimp van brede trappen in de duistere verte, wapperende vlaggen, maar al gauw daarna steken we een ongehoord groot plein over waar zowaar stoplichten werken. Vijf banen dik verkeer kan er, van zes kanten komend oversteken. Ik zie geen vluchtstrook of andere plek waar voetgangers kunnen komen.
Er zijn nog maar enkele wagens op de weg. Geblutste oldtimers plus een verdwaalde iets minder bejaarde Toyota Jeep. De chauffeur wijst naar een torenflat met Gebre Haile Selassie in sportbroek en flodderhemd. Veertig meter hoog, vijftien meter breed rent hij geschilderd naar een nieuw wereldrecord en vijf minuten staan we voor het Ras Hotel.

Het is zalmrose. Ook op dit late tijdstip overal schitterschel verlicht. De draaideur bovenaan imposante de halfronde brede trap maakt het hooggeplaatst, lux. Veel te duur voor mij.
Daar gaat mijn uitgekiende budget, denk ik gealarmeerd maar weiger me nog meer op te fokken en betaal de uiteindelijk aardige taxichauffeur. Hij drukt me schichtig een kaartje in de hand waarvan ik de Armhaarse letters uiteraard niet kan ontcijferen. Met balpen is zijn mobiele nummer op de achterkant geschreven.
"If joe want, toemorrow, aai kom, joe mobaaile mie, aai kom." fluistert hij gehaast en kijkt bang naar de ingang waar een portier in livrei staat. Ik knik, hij laadt snel de bagage uit want de uitsmijter in beige jas met koperen knopen, springt al de halfronde treden af.
Zoef, tuut tuut en weg raast mijn betrouwbaar aardige chauffeur.
De portier in vol ornaat is minstens 70 jaar en salueert. De gouden kwasten op de schouder dansen vrolijk mee. Zijn gehandschoende rechterhand blijft lang aan de glimmende klep van zijn rode pet plakken. Ziet hij me per abuis aan voor de delegatie van een of andere regering, vraag ik me verbaasd af en knik. Uiteraard grijp ik naar mijn rolkoffer, maar nee, die mag ik zelf niet trekken, is hij bazig. Buigend ontfermt hij zich over de vier koffers op het trottoir. Inwendig krijg ik de kriebellach, weet dat twee ervan zijn volgestouwd met de meest absurde verzameling piepend en knorrend knuffelspeelgoed voor een weeshuis, zonder dat ik nog weet welk. Gelukkig hangt mijn rugzak met laptop al aan de schouders. Natuurlijk wil hij hem van mijn rug rukken, maar dat wijs ik gedecideerd af en loop zonder verder overleg de zeven treden op, ga door de draaideur om bij de balie een zucht van verlichting te slaken. Binnen ben ik, alles is voorlopig goed.
Ik word verwacht, beaamt de keurige receptioniste. Ze spreekt prima Engels en herinnert me eraan dat ik morgen om elf uur een afspraak heb met General Manager Atu Alemu samen met de directeur van Chad-et, Mister Annania. Ze kijkt er bewonderend bij.
Onderwijl loopt de oude man glimlachend drie keer op en neer te puffen om mijn bagage in de receptie neer te zetten en hij gaat daarna buiten in de houding staan.
Moe en afgedraaid vraag ik of ik word geacht hem een fooi te geven? Geschrokken schudt de receptioniste nee, geeft me sleutel 32 en roept de arme man binnen die nu ook nog mijn bagage achter me aan moet dragen. Naïeve goedbedoelende Dora uit Holland, die gewend is alles zelf te doen, daalt neer en protesteert niet meer.

 

feedback van andere lezers

  • joplin
    heerlijk lezen
    xxx
    Dora: Mooi compliment... dank je wel.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .