writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Galtur de Grote (59)

door diomedes

"Dat kan Lou nog niet zijn, ze heeft nog gene Blauwe, hoe noem je dat ook alweer ?"
"Albatros," Galtur negeerde de ironie van zijn vriend.
Mon opende de voordeur en zag vier mannen voor zich.
"Meneer Lucius, mogen we binnenkomen ?"
Hoofdinspecteur Basso, geëscorteerd door zijn collega's Ignolin, Chagrin en Pieters. Deze laatste met zijn linkerarm in een mitella.
"Dat is supersnel en dat op een zondag."
"Puur toeval," zei Basso, "we hebben Henri bezocht in 't ziekenhuis maar die ijzervreter wou daar persé weg en we zijn daarna een stukje gaan eten in de Thien Geboden op de Wollemarkt en daar werden we verwittigd."
"Gebroken ?" vroeg Mon met een blik op Pieters.
"Een vleeswond, ik heb al erger meegemaakt."
"Hebben jullie al nieuws van Nita ?"
"Mogen we binnenkomen meneer Lucius ?" Basso nam opnieuw het woord.
"Natuurlijk."
Mon ging hen voor naar de woonkamer waar ze werden opgewacht door Galtur.
"Dag meneer Legrand, wij zijn onmiddellijk naar het Vrijbroek gereden en hebben met de getuigen gepraat."
"Nog geen nieuws dus," sprak Galtur ontgoocheld.
"Neen, alle snelwegen rond Mechelen worden bewaakt maar de daders hadden een valse nummerplaat aangebracht."
"De Rus, de Rus zit daar achter."
"We vrezen ervoor ja," knikte Basso, "maar hij kan zich nergens vertonen, heel het land zoekt hem."
"Tot dusver met weinig succes," sneerde Mon.
"Ze zullen wel van wagen veranderd zijn," opperde Galtur.
"Vroeg of laat zal hij wel een fout maken," zei Chagrin.
"Daar kunnen we niet op wachten, meneer Basso kan ik u alleen spreken ?"
Galtur wendde zich tot de hoofdinspecteur en wierp een veelzeggende blik op Mon. Deze laatste knikte goedkeurend.
"Waar is dat voor nodig meneer Galtur, ik heb geen geheimen voor mijn collega's."
"Het is nogal delicaat." Galtur stond op en nodigde de andere naar de keuken.
Basso aarzelde.
"Die jongens zijn in gevaar en ik heb een vermoeden waar ze kunnen zijn."
"Heb je weer een visioen gehad ?"
"Komt u ?"
Basso haalde zijn schouders op en volgde de kleine man naar de keuken terwijl Mon de anderen van een glas voorzag.
"Ik weet niet of jullie al aan de pousse-café toe waren."
Galtur sloot de tussendeur zorgvuldig en noodde de rechercheur aan de keukentafel. Bedachtzaam nam hij zijn hoed van een stoel, plaatste die op zijn hoofd en nam plaats tegenover de hoofdinspecteur.
Het leven van Roland Basso was niet over rozen gegaan. De eerste tragedie die hem getroffen had was de pijnlijke dood van zijn grootvader, een Italiaanse migrant die als mijnwerker silicose opgelopen had. Op zijn zestiende kwam zijn vader, een zwaantje bij de Rijkswacht, om in een verkeersongeval en als oudste van drie moest hij noodgedwongen zijn studies opgeven om bij te dragen tot het gezinsbudget. Het weduwenpensioen van zijn moeder was nauwelijks voldoende om te overleven. Hij werd telegrambesteller bij de nationale telefoonmaatschappij en in de weekends kluste hij bij als ober in een taverne. Op zijn 21-ste trad hij, in het kielzog van zijn vader, toe tot de politie. Dankzij zijn financiële inbreng konden zijn broers studeren en kwam zijn moeder niets te kort. Hij was ambitieus en bezat een goed verstand en de ene promotie volgde op de andere. Zijn enige vorm van escapisme was zijn fascinatie voor Science Fiction en Fantasy. Sinds zijn prille jeugd was hij een vurige fan van John Wyndham en hij bezat alle boeken van Bear, Tolkien, Gibson, King en vele andere SF-auteurs. Niet evident voor een man die zich beroepshalve had toegespitst op de harde realiteit van het leven, in een niche waar enkel concrete feiten van belang waren. Hij was al dertig toen hij huwde, niet toevallig nadat zijn broers afgestudeerd waren. Zijn vrouw had hem twee kinderen geschonken waar hij zielsveel van hield.
Gerustgesteld nam Galtur zijn hoed af. Dat was buiten verwachting. Zijn ogen verzachtten toen hij de andere opnam.
"Mag ik ?" Voorzichtig plaatste hij de Braincatcher op het hoofd van de politieman.
"Hé, wat is de bedoeling ?"
"Dat zal je direct merken, zeg me na, Kobelates."
"Wat zeg je ? Meneer Legrand, ik heb geen tijd voor spelletjes."
"Dit is geen spelletje hoofdinspecteur, herhaal na mij, Kobelates en kijk in mijn ogen."
"Gaat u me hypnotiseren of zo ?"
"Neen, ik tracht het leven van twee jongens te redden."
Basso zag dat Galtur het meende.
"Wat moet ik zeggen ?"
"Kobelates."
"Kobelates."

 

feedback van andere lezers

  • joplin
    Die hoed wil de politie ook wel.
    nieuwsgierig!
    xx
    diomedes: danku
  • Wee
    Zucht ... wat een geweldig stukje, Marcel.
    x
    diomedes: Bedankt Wee
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .