writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Zeemeerminnen - 5 - Ontmoeting in Knokke

door Jan__Willems

Wat voorafging:
1: De vlucht naar Knokke
2 - 3 Flashback: eerste bezoek bij Psychiater Deroover
4: Eerste brief
__________________________________________________

Het maakte oorspronkelijk niet echt deel uit van mijn plan, maar ik begon meer en meer te overwegen om brieven te schrijven. Het grote nadeel van dit soort brieven was dat de mensen vaak denken dat ze een doel hebben, hetwelk vaak duidelijk in de aanspreking vermeld staat, maar ze zijn er in mijn geval echt alleen maar voor de schrijver. Kan ik dan niet gewoon de brief even schrijven en dan verbranden of van mijn harde schijf wissen? Wou ik ze bewaren om ze nog éénmaal na te lezen om te zien hoe ik me echt voelde of verwachtte ik stiekem dat iemand ze zou vinden en me zou begrijpen? Ik hoefde mijn eigen brieven niet te lezen om te weten hoe ik me voel. Het zou eerder een verheerlijking van mezelf zijn, en hoewel de meeste schrijvers erg ijdel zijn, ben ik me daar op zijn minst niet van bewust. Ik ben er ook van overtuigd dat niemand een brief van mij ooit zou begrijpen en dat sterkt me dan ook in mijn beslissing om ze te schrijven en op een USB stick in mijn broekzak met me mee te dragen. Op die manier behoud ik de macht over mijn intieme laatste uitwisselingen met mensen die me dierbaar zijn.

Ik nam een extra kussen om mijn hoofd te ondersteunen. Ik had geen enkel idee van de tijd, maar het was donker, en als ik door het raam naar de zee keek, leek het meer op een hemel met hier en daar een sterrenbeeld dat zich verplaatst. Een andere reden om de brieven geheim te houden is omdat mensen ze vaak als belerend zien. Hij laat een brief achter, dus hij spreekt de waarheid, of 'wat een sukkel!'. Alsof het afscheid je plots het voordeel van de twijfel geeft dat je nooit eerder in je leven kreeg. Dat mag het vooral niet zijn. Ik wil mijn dierbaren proberen iets mee te geven dat ik zelf geleerd heb en waarvan ik acht dat het voor hen nuttig kan zijn zonder dat ze het als 'de waarheid' zien. Het is niet meer dan mijn waarheid, mijn versie van de waarheid die elke mens onder zijn of haar huid meedraagt als een lot.

Als kind al vroeg ik me ook af waarom er alleen maar goede mensen sterven, aan de teksten, gebeden en woorden van de priester te horen. Voor de kerk telde alleen het feit dat je naar het Rijk Gods zou gaan, of je nu je eigen kinderen had verkracht of tot moes had geslagen of je een bandiet en of een bedrieger was, het maakte niet uit. Waarom zeiden ze in de kerk nooit: 'Hij was een wreed man?' De dood en vooral de katholieke dood verheerlijkt elke mens teveel. Dat wou ik ook absoluut vermijden. Ik stelde het gewoon nog even uit, zonder verwachtingen te koesteren. Die fout mocht ik absoluut niet maken.

Het gesnerp van een slecht geöliede vrachtwagenrem haalde me uit mijn slaap. Een voorwerp klikte met een snerpende metaalklank, gevolgd door een pompend luchtdrukgeluid. De vuilniswagen. Ik had in maanden niet meer zo goed geslapen. Ik liep naar het raam aan de voorkant van het appartement en toen ik het opende, werd ik overmeesterd door het geluid van de ronkende zee en hongerige meeuwen, schreeuwend om onvindbaar voedsel. Ik haalde diep adem. Wat een mooie plek om je leven af te ronden. Wat een schitterende locatie om dit feest, waar ik de enige genodigde was, te vieren. Ik zag mezelf glimlachen in de weerspiegeling van het glas, en het maakte me blij.

Twee jaar geleden was ik zes maanden afwezig geweest op het werk wegens een depressie. En ik had mijn lesje niet geleerd? Voelde ik me als een leeggedrukte waterfles omdat ik twee maanden lang mijn pilletjes niet meer nam? Er was toch veel meer. Wat brachten de tientallen vorige sessies met Derover me op? Derover gaf aan dat ik veel trekjes heb die naar ADHD kunnen wijzen: het snel afgeleid zijn, dingen niet kunnen afwerken, gebrek aan structuur, het nemen van impulsieve beslissingen zonder aan gevolgen te denken. De aandachtsstoornis kan dus kloppen. En de reactie van mijn partner ook, dus dat zou een groot deel van de relatieproblemen kunnen verklaren. Maar die waren nu van de baan. De moeilijkste beslissing in mijn leven is genomen. Hoe zit het dan met mijn hyperactiviteit? Ik kan niet stilzitten. Ik doe twintig dingen tegelijkertijd, ik heb een verschrikkelijke prikkelhonger, ik check elke dag verschillende keren de inbox van meer dan twintig e-mail adressen, ik volg honderden veilingen op het internet, koop dingen om ze daarna weer te verkopen, desnoods met verlies, maar ik blijf bezig. Dus stel dat ADHD een optie is , daarvoor heb ik mijn Rilatine voorgeschreven gekregen, maar ik mag ze enkel innemen als ik saaie dingen moet doen. Wat is het nut dan? Ik vermoed dat Derover wil vermijden dat ik verslaafd word aan Rilatine omdat het tenslotte een amfetamine is.

En dan de hoogbegaafdheid. Derover haalde het tijdens de eerste sessie al aan. Waarom? Ik ben nooit hoogbegaafd geweest tot de dag dat hij het zei. Toen ik, om zijn theorie te ontkrachten, mijn verschillende diploma's erop nakeek, bleek er wel altijd grote onderscheiding vermeld te staan. Ik heb dit echter altijd beschouwd als geluk, of als een 'nice!' De drie kinderen die mijn huwelijk gebaard heeft, zijn wel allen meer dan gemiddeld begaafd. Misschien zei hij het daarom. Mijn ongebreidelde honger naar kennis bracht hem allicht tot die conclusie. Misschien maakt het nu helemaal niets meer uit en wil ik het alleen maar zijn. Hoogbegaafd. Het is wel hip, denk ik. Ik schrap die piste. Laten we ervan uitgaan dat ik minstens intelligent genoeg ben om niet te fout te maken om intelligentie te begrijpen. Om het triumviraat met ADHD en hoogbegaafdheid te vervolledigen, gooide hij tijdens één van de vorige sessies het syndroom van Asperger op te tafel. Ik staarde naar de lege tafel met de blik van een president die te horen krijgt dat er vliegtuigen in de Twin Towers zijn gevlogen. 'Het is een vorm van autisme' had hij eraan toegevoegd. 'Ik zal een link opschrijven om het te testen. Je hebt hulp nodig en ik ben blij dat ik daar deel mag van uitmaken.'

Toen ik die avond op internet mezelf verdiepte in het brede spectrum van autisme begreep ik waarom hij me daar zag. Op de online test, scoorde ik 42 op 50 terwijl de bovengrens voor zeer kenmerkend 32 was. Misschien was de score hoog omdat ik teveel gelezen had over het syndroom en perfect wist wat ik moest antwoorden. Ik voelde me als een soldaat die op de weegschaal platvoeten trachtte na te bootsen om afgekeurd te worden, als een nepzieke die blijft naar spoed terugkeren met ingebeelde hoofdpijn tot ze hem opnemen. Toch raakte ik in de ban van het syndroom van de heer Asperger omdat ik op sociaal vlak echt een nul ben. Als kind ging ik me in de bossen verstoppen terwijl ik op verjaardagsfeestjes verwacht werd en altijd vond ik de meest vindingrijke excuses om ergens niet naartoe hoeven te gaan. Een tijdje geleden annuleerde ik een zakenreis naar Japan omdat ik geen zin had om die vreemde omgeving te gaan verkennen. Ik kan nog altijd niet alleen een gelegenheid binnenstappen waar mensen zijn zonder krampen in mijn buik te krijgen. Wat is het precies en wat kan ik eraan doen? Ik hoorde mezelf zuchten. De vraag is misschien: waarom wil ik er nog iets aan doen?

Op het moment dat ik me was beginnen afvragen wat de minst pijnlijke dood was, had de vraag zich gesteld of ik wel een pijnloze dood wilde of verdiende? En wat is pijnloos? Geen enkele dode had hier al over kunnen getuigen. Ik liep naar mijn tas en haalde het breekmes eruit. Daarmee sneed ik het cellofaant open dat de fiches bevatte. Ik nam er één uit en schreef er een 1 op. Ik legde het breekmes erop en stalde het uit op de tafel. Gezien de grote rol die het toeval in mijn leven gespeeld had, zou ik ook het toeval laten beslissen hoe het einde bereikt zou worden. De één van de dobbelsteen stond nu voor breekmes, dat stond vast. Een warm bad, mijn breekmes en dan. Ja, dan wat? Moest ik eerst mijn rechterpols oversnijden omdat ik rechtshandig ben, en dan met die sterke rechterhand nog mijn linkerpols doorsnijden? Ik had ergens op internet gelezen dat je schuin moest snijden om zeker alle aders te raken. Ik nam het breekmes, liet het dicht en maakte een oefenbeweging op de huid van mijn rechterpols. Ik fronste de wenkbrauwen. Hoe diep moest ik snijden? Net diep genoeg om aders door te snijden maar niet te diep, want als ik pezen raakte, zou ik met die hand niet meer kunnen snijden. Ergens hoopte ik al dat het lot me niet de één van de dobbelsteen zou toewijzen. Ik zou dan in een warm bad moeten gaan zitten. Als ik naakt was, zouden ze me naakt vinden, en dat wou ik niet, maar wat deed ik dan aan? Een zwembroek? Een onderbroek alleen was misschien ook geen zicht, maar als ik met kleren aan in bad zou gaan, zouden ze me misschien uitkleden en me dan toch in mijn flikker begraven? Ik zou best voor de zekerheid de kleren klaarleggen waarin ik wil begraven worden. Ik nam de fiche en schreef mijn plan op: schuin, eerst rechter, dan linker, onderbroek, handdoek, kleren. Dat moest genoeg zijn.

Er was een nieuwe bakker op de hoek, en ik besloot er een stokbrood te gaan kopen. De man had een Frans accent en zijn stem danste op het enthousiasme van een nieuwe startende zelfstandige. Ik vroeg hem of het normaal was dat er al een boete onder de ruitenwisser van mijn auto op de zeedijk stak en hij legde me uit waar de 'parkeershop' was. Toen ik hem een stuk van twee euro overhandigde, ging de winkelbel en kwam er een kind binnengewandeld. Ze had een fris gezicht. Uit haar houding en kleding voelde ik een vreemde, verlaten uitstraling, alsof ik ze herkende. Ze knikte naar mij en bleef me aanstaren. Ik staarde terug en weg.
'Hallo.'
'Hallo.' Ze haalde haar schouders. Haar ogen waren grijsblauw en drongen door mijn blik heen tot in mijn ziel. Ik werd stil en verliet de winkel. In plaats van meteen terug naar mijn appartement te gaan, installeerde ik me op de bank voor de bakker, met uitzicht op de zee.
De dijk was verlaten en herademde van de voorbije vakantie. Aan zee zonder toeristen, dit was wat ik had gewild, en voor het eerst stonden er geen schoolvakanties op de agenda. Ik zag een hond achter een tak aanrennen, hem oppikken en er opzwepend mee schudden. Hij draaide zich om en liep met kwispelende staart naar zijn baasje, een man, in het zwart gekleed met een hoed en een wandelstok, of was het een sikkel?
Ze kwam naast me zitten, zoals ik gehoopt had. Ben ik een perverse ziel? Hoe oud is ze?
'Hallo'
'Hallo'
'Ik hou van de zee'
'Ik ook'
Ik wist niet wat ik moest zeggen, maar het beste wat ik boven haalde was:
'Woon je hier?'
'Een beetje.'
'Hoe bedoel je?'
'Ik woon in mijn oma's appartement.'
'Ah',zei ik onbegrijpend.
'Ze weet wel niet dat ik hier ben.' Ik keek haar aan. Haar blauwgrijze ogen smeekten om iets dat ik niet kon vatten.
'Ik ben Werner.'
'Ik ben Ellen.' Ze stak haar hand uit. Ik schudde ze. Dat volstond. Ik richtte me op en groette haar met een saluerende hand langs mijn denkbeeldige pet. Ik voelde me kompleet belachelijk.
'Ik moet naar huis.'
'Ik ook.'

 

feedback van andere lezers

  • Koyaanisqatsi
    doorgaan aub
  • doolhoofd
    Hoop dat het fictie is.
  • Greta
    Wel echt een heel mooi verhaal. Je schrijfstijl zorgt voor aangenaam lezen.
  • GoNo2
    Iets korter had ook gemogen hé?
Enkel ingeschreven gebruikers kunnen stemmen.

Totale score: 7

Uitstekend: 3 stem(men), 75%
Goed: 1 stem(men), 25%
Niet goed: 0 stem(men), 0%

totaal 4 stem(men)
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .