writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Tera 1 Het eerste contact - hoofdstuk 3/13

door Jelsi

Het vreemde schip

Voor de eerste maal in de geschiedenis van de aardse mensheid aanschouwen mensen, de oppervlakte van een aardachtige planeet buiten het zonnestelsel. De lucht heeft een lichtgroene kleur, terwijl om het aards ruimteschip de roze kleur overheerst.
"Omgevingscontrole"; vraagt Jim.
"Heb ik al gedaan, Jim, ik heb al een controle uitgevoerd, maar tot nu toe heb in nog geen enkel waarneembaar levensteken kunnen ontdekken."; zegt Jan Dropveen.
Op dat moment komen Umu en Sheila de centrale binnen, even later door Tjina en Paul gevolgd.
"Wat doen we nu?"; vraagt deze laatste, nadat de deur achter hem dichtgeschoven is.
"Wij zullen een eerste verkenningstocht te voet ondernemen. Dan kunnen wij onze benen eens strekken. Umu, Nita, Sheila en ik gaan het eerst."; zegt Jim.
"Vergeet jullie wapens niet."; raadt Syla aan.
"Dat is waar ook, Syla. Wie weet wat ons daarbuiten wacht."; lacht Jim.
"Laten we ons klaarmaken, Jim."; dringt Sheila aan.
"Zeg, meid. Heb je zo'n haast om afschuwelijke wezens te ontmoeten."; grijnst Jan.
"Geloof jij in die onzin, mijnheer Dropveen. We kunnen beter afwachten tot we hen ontmoeten en dan zien we wel."
"Kom, laten we voortmaken, misschien zijn die wezens wel kwaad als we hen laten wachten."; zegt Jim lachend en verlaat de centrale.
Nita, Sheila en Umu volgen hem.
Enkele minuten later verlaten zij de USA 10. Een rooskleurig vegetatie die lijkt op de begroeiing, die met de gemeenschappelijke term, gras, wordt aangeduid, bedekt de oppervlakte van de planeet, waarop onze vier vrienden hun eerste stappen zetten. Achter hen en de USA 10 zijn er rotsen, die het begin zijn van een bergketen. Voor hen zien zij in de verte een bos.
"We kunnen het beste in de richting van dat bos eens gaan kijken."; zegt Nita.
"In orde. Maar wees op jullie hoede, wie weet wat ons daar wacht."
"Goed, Jim. Laat mij wat passen vooruit gaan, als ik een teken geef, hou jullie dan klaar."
"Doe maar, Umu. Wij volgen je wel."
Dichterbij gekomen zien zij de bomen duidelijker. Ze hebben roze lange, smalle bladeren en een lichtblauwe stam, met een ruwe schors.
"Laat ons eerst naar in noordelijke richting gaan en dan een boog van 90° maken, zodat wij terugkeren vanuit het westen."; zegt Jim Marak.
"In orde, Jim."; stemmen de anderen in.
Steeds verder laten zij het ruimteschip achter zich. Hun omgeving blijft even vreemd, maar nergens vinden zij ook maar een teken van leven. Zo bereiken zij een dicht begroeid woud, dat aan het bos grenst. Hier buigen zij af naar het westen, maar plots zakt Nita door de grond.
"Help.. Ik val.."; roept zij.
De drie anderen draaien zich verrast om.
"Nita, wat gebeurt er?"; roept Sheila verschrikt uit, terwijl zij in een flits haar vriendin in de grond ziet verdwijnen.
Gelukkig kon Nita zich nog juist aan enige takken vastgrijpen. Voorzichtig kijkt zij naar beneden en ziet, vlijmscherpe houten pinnen naar boven gericht staan wachten tot er een prooi opvalt.
`Als ik mij niet had kunnen vastgrijpen, dan had ik er mooi uit gezien.'; denkt zij.
Onze vrienden lopen snel naar de put toe, terwijl de Duitse voelt dat de takken beginnen te lossen. Met een ruk blijft zij, na een vijftigtal centimeters naar beneden geschoven te zijn, hangen. Het koude zweet breekt haar uit van schrik.
Op dat ogenblik bemerken de anderen haar benarde situatie.
"Hou nog even vol, Nita."; roept Jim naar beneden.
"Hier een touw, Jim."; zegt Sheila.
Snel neemt hij het vast en geeft een uiteinde aan Umu. Nadat deze het touw om een boomstam gedraaid heeft, klimt Jim naar beneden. Langzaam nadert hij Nita, die steeds verder wegglijdt.
"Ik ben er. Span het touw goed aan."; roept Jim naar boven.
Terwijl Umu en Sheila het touw aan het uiteinde zo goed mogelijk vasthouden, slaat Jim het andere uiteinde om Nita's heupen.
"Rustig blijven, Nita. Nog een paar knopen leggen."; fluistert hij tegen haar.
Iets Later.
"Zo, dat is in orde. Neem het touw nu maar vast, meid."
Trillend laat Nita een hand los en grijpt het touw stevig vast. Dan klimt Jim vlug terug naar boven en trekt dan, geholpen door Umu en Sheila, Nita naar boven. Even later kan deze de bovenrand van de put vastgrijpen en staat even later veilig en wel naast de rand van de put.
"Oef, dat was op het nippertje."; zegt Sheila, terwijl Nita huiverend op de grond gaat zitten.
"Toch moeten hier ergens intelligente wezens zijn, iemand moet deze dodelijke val gebouwd hebben."; merkt Umu op.
Plots komen tussen de bomen een honderdtal inboorlingen te voorschijn. Verrast blijven deze staan.
"Schakel de vertaler in, Sheila. Dan kan de hoofdcomputer starten met de taalreconstructie-procedure en deze opslaan voor later gebruik."; zegt Jim.
De vertalers, die onze vrienden gebruiken, hebben de vorm van een koptelefoon. Maar de kleine luidsprekertjes bevinden zich vlak achter het oor. In deze twee kleine blokjes, uit kunststof, is ook een minicomputertje verwerkt, die constant in verbinding staat met de hoofdcomputer van de USA 10.
Aan het linker oorblokje is een staafje bevestigd met een kleine micro, die geluiden kan op vangen tot op een afstand van honderd meter. Deze geluiden worden automatisch aangepast, zodat er weinig geluidsvervorming optreed. In de hoofdcomputer worden deze geluiden gesplitst in drie categorieën:

1> bekende taal.
2> vreemde taal.
3> andere geluiden.

Als de computer een vreemde taal opvangt, dan worden waarschijnlijkheidsberekeningen gemaakt waardoor een heel primitieve vorm van de oorspronkelijke taal ontstaat. Later wordt deze taal steeds verder aangepast met nieuwe woorden.
Terwijl de krijgers hen steeds meer naderen, bekijken onze vrienden de inboorlingen even aandachtiger.
Ze hebben het uiterlijk van humanoïden, maar hun huid is echter violetkleurig. Hun kledij bestaat uit een eenvoudige lendendoek. Primitieve bijlen en speren worden als wapens gebruikt. sommigen hebben ronde schilden bij zich.
"Kom, wij verdwijnen hier, voor die ons aanvallen."; zegt Jim.
"Te laat, Jim. Daar komen ze."; roept Umu verschrikt.
"Schiet voor hun voeten. Maar gebruik alleen onze verdovers."; beveelt Jim.
Volledig verrast door de bovennatuurlijke stralen wijken de inboorlingen angstig terug. Maar de moedigsten onder hen grijpen hun wapens stevig beet en rennen met hun schilden voor zich op de indringers van hun gebied toe. Onze vrienden knielen neer in het gras en richten hun wapens opnieuw. Op hetzelfde moment werpen de dichtstbijzijnde inboorlingen hun speren. Geen van hen bereikt echter hun doel. Maar de krijgers naderen steeds meer, terwijl ze luidde kreten slaken en dreigend met hun wapens zwaaien. Ook de achtergebleven inboorlingen naderen nu heel snel de plaats waar onze vrienden dekking gezocht hebben.
Als ze dicht genoeg genaderd zijn, roept Jim:
"Vuur !"
Uit vier verdovingswapens schieten verschillende energiestralen op de aanvallende inboorlingen toe. Enkelen storten bewusteloos neer, maar de anderen werpen hun speren. Gelukkig wordt niemand van de mensen geraakt. Umu richt zich als eerste weer op en vuurt opnieuw. Ook Jim en de twee anderen richten hun wapens en openen het vuur. Een drietal inboorlingen valt neer, maar dan zijn de anderen te dichtbij.
De Aardmensen zijn echter getrainde vechters, wat de inboorlingen al snel ondervinden. Ondanks hun overmacht, die steeds kleiner wordt, houden onze vrienden stand. Plots beseffen de aanvallers dat zij hier tegen een te sterke vijand vechten en kiezen het hazenpad. Enkelen van de vluchtenden zijn echter gedeeltelijk verlamd.
"Oef, we hebben geluk gehad."; zucht Jim.
Toch zijn ze er niet volledig zonder kleerscheuren afgekomen. Umu heeft een lichte hoofdwonde, Sheila heeft een messteek in haar been, Jim heeft een lichte wonde aan zijn rechterzij. Alleen Nita heeft niets, buiten enkele blauwe plekken.
"Kom, we moeten hier weg. Als ze versterkingen krijgen ziet het er niet zo best voor ons uit."; zegt Jim
"Jim, kijk !!!!!"; schreeuwt Sheila, als twee grote monsters opmerkt die de inboorlingen naderen.
Ook de inboorlingen hebben deze opgemerkt en weten niet welke kant zij op moeten. Dan rennen zij plots allen naar het oosten, maar de monsters zijn sneller en halen hen in. Met de moed der wanhoop proberen de inboorlingen zich met hun wapens te verdedigen.
De monsters zijn echter te sterk. Een houw van hun poot dood verschillende inboorlingen. Dan hapt een monster toe en een man wordt tussen de grote tanden doodgebeten.
"Aoi, aold....."; roept de man uit.
"Snel neem de destingators we moeten die mensen helpen."; beveelt Jim.
"Waarom, Kapitein? Zij hebben ons toch aangevallen. Zij zouden ons ook niet helpen."; merkt Umu op.
"Wij zijn indringers in hun gebied. In het verleden van de Aarde werd dit ook niet geduld."; zegt Nita verontwaardigd.
"Kom, vrienden. We moeten ons haasten of het is te laat."; zegt Sheila en rent als eerste vooruit.
Ook de anderen komen nu in actie en volgen haar snel. De monsters hebben hun nieuwe vijand opgemerkt en komen luid grommend met logge stappen dichterbij. Sheila houdt halt en richt haar wapen op het doel. Ook Jim en de twee anderen hebben halt gehouden en uit hun vier handwapens schiet een geelkleurige energiestraal op de monsters toe.
Maar de schoten lijken de twee monsters niet te kunnen tegenhouden.
"Schiet op hun kop, vrienden."; roept Umu plots.
Door verschillende schoten in het hoofd getroffen stort een van beide dieren, hevig bloedend neer, om dan na een laatste stuiptrekking doodstil te blijven liggen. Het tweede monster heeft onze vrienden bijna bereikt als zijn laatste krachten het begeven en met een luidde klap stort het neer op enkele meters van de Aardmensen. Even trilt de grond nog na, terwijl de inboorlingen, die nog kunnen lopen op de vlucht slaan.
"Oef, dat was op het nippertje."; merkt Nita zuchtend op.
Na hun wapens opgeborgen te hebben, verzorgt Sheila snel hun wonden en kijkt dan om zich heen.
"Jim, ik ga eens kijken naar de gewonde inboorlingen."; zegt Sheila, terwijl zij haar wapen weer wegbergt.
"In orde, maar haast je. Verzorg hen alleen als het echt nodig is."; stemt Jim toe.
Als Sheila nadert, proberen de inboorlingen angstig weg te kruipen. Maar het meisje buigt zich lachend over hen en legt bij sommigen een verband aan. Intussen zijn ook de eerder verdoofde inboorlingen langzaam aan het bijkomen en kijken verwonderd toe. Jim heeft het gemerkt en zegt:
"Kom, we kunnen het beste terugkeren naar het ruimteschip."
"Okee, Jim. De rest zal zich zelf nu wel kunnen behelpen."; knikt Sheila en dan begeven onze vrienden zich op de terugweg naar het aardse ruimteschip.
Een paar uren gaan voorbij. Dan bereiken zij, ongeveer een aardse dag na hun vertrek, weer de USA 10. Het begint juist donker te worden.
"Oef, daar zijn ze alle vier."; zegt Tjina opgelucht, als zij onze vrienden de USA 10 ziet naderen op de monitors.
"Wat hebben zij meegemaakt. Hun uniformen zijn gesleurd en zo te zien zijn ze gewond geraakt."; merkt Paul op.
Als Jim en de anderen het ruimteschip tot op enkele meters genaderd zijn, beveelt Syla:
"Open de sluis, Jan."
"In orde, sluizen geopend."; antwoordt deze, na een toets ingedrukt te hebben.
Langzaam schuift de sluisdeur open, waarop Jim en de drie anderen de sluis binnenstappen. Uitgeput leggen zij hun uitrusting neer op de vloer.
"Oef, we zijn terug."; zegt Sheila.
Achter hen schuift de sluis terug dicht, terwijl langs de andere zijde van het vertrek een andere deur openschuift. Op dat moment zien zij Tjina en Jan. Tjina haast zich naar Jim toe en deze neemt haar in zijn armen.
"Jim, wat is er gebeurd?"; vraagt ze bezorgd, nadat hij haar kuste.
"Het is niet zo erg, lieveling. We hebben alleen maar lichte wondjes."; lacht Jim.
Dan laat Tjina de Kapitein los en zegt dan bevelend:
"In orde. Erg of niet maar jullie komen mee naar de ziekenboeg."
"Ook goed, meisje. Sheila heeft onze wonden al voorlopig behandeld. Het lijkt mij het beste dat we in de centrale de toestand eerst bespreken."; legt Jim uit.
Onze vrienden verlaten dan de sluis en lopen naar de lift toe. Met deze lift bereiken ze de centrale van hun ruimteschip.
Even later in de centrale.
"Daar zijn jullie eindelijk."; merkt Syla op.
"Ja, maar onze verkenning heeft niet zoveel opgeleverd. Wij hebben alleen tamelijk primitieve inboorlingen en enkele monsters ontmoet."; zegt Jim.
"Aan jullie belabberde toestand te zien, waren deze inboorlingen niet opgetogen toen zij jullie opmerkten."
"Nee, zoals ik al zei. De volgende keer moeten we voorzichtiger zijn."; antwoordt Jim met een mislukte grijns.
"Voortgaand op het beschavingspeil van deze inboorlingen denkt ik niet dat het ruimteschip dat wij eerder opmerkten van deze planeet afkomstig is."; zegt Nita.
"Misschien moeten wij met de zwevers nog iets verderop gaan zoeken. In het verleden van de aarde waren er ook streken waar primitieve stammen leefden, terwijl al overal vliegtuigen door de lucht vlogen."; merkt Syla op.
"Dat zullen we ook doen, Syla. Maar het kan lang duren voor wij het vinden...... als zij ons niet eerst vinden."; zegt Jim.
"Zeg Jim. Het is mogelijk dat, dat ruimteschip hier is met dezelfde opdracht zijn als wij."
"Die kans bestaat, Tjina, maar het kan ook nog een andere bedoeling hebben."; merkt Nita op.
"Laat ons gaan rusten. Syla, Tjina en Paul, jullie vertrekken alle drie over zestien uur (de volgende dag op deze planeet) met een verkenner. Paul, wil jij de wacht houden in de centrale."; zegt Jim.
"Okee, Jim.
Als onze vrienden de slaapplaatsen bereiken, houdt Tjina hen tegen.
"Nee, zo niet, Jim. Je hebt beloofd om je te laten verzorgen. Dus kom maar braaf mee."; beveelt Tjina grijnzend.
Even kijkt Jim het meisje lachend aan.
"Okee, Luitenant Kirito. Kom, jongens. We kunnen de bevelen van de dokter beter opvolgen."; knikt Jim.
"Gaan jullie maar. Ik ga intussen eens een lekker bad nemen."; merkt Nita op.
"Wacht even, Nita... Jim, jullie kunnen beter meegaan. Maar vergeet niet om alle vier achteraf naar de ziekenboeg te komen."; zegt Tjina.
"Tot uw orders, dokter."; grijnst Sheila en volgt Nita naar de gescheiden badruimte.
Umu gaat snel naar het gedeelte voor de mannen, terwijl Jim Tjina naar de ziekenboeg volgt.

 

feedback van andere lezers

  • drebddronefish
    Het is niet echt mijn genre, maar het wordt steeds beter, groetjes
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .