writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Kringloop

door puk

Deze maand staat dit verhaal bij de gastschrijvers van Woordenstroom. Het is al een ouder werk van me. Ik stuur het nu omdat ik niet weet wanneer en of ik weer ga schrijven. Ik ben vorige week volledig ingestort en ben nu pas in staat om iets te tikken. De medicijnen hebben tijd nodig om te gaan werken en ik weet niet wat het effect er verder van is. Marja

Bah, nu lag er al weer blad en daar lag zelfs een tak op de pas aangeharkte aarde. En hij had net alle rommel over de schutting gewerkt. Hij ging toch niet weer naar de achterkant. Wacht, met de tak kon hij net bij die steen in de tuin van de buren, misschien kon hij ook die plant er uittrekken. Hij had een hekel aan planten die de grond bedekten.
Deze buren wisten niets van militaire ordelijkheid. Overal was daar de aarde bedekt, bomen en struiken lieten hun blad en bessen overal vallen, klimop groeide de bomen in. Als de buren niet thuis waren trok hij dan ook alle planten uit die hij bereiken kon. Er waren net nieuwe geplant, de vrouw had gaas over de planten gelegd, zeker bang dat ze weg waaiden. Elke dag had hij een paar stenen van het gaas gehaald en nu had hij de laatste steen te pakken, tak en steen gooide hij op straat, de plant zou hij wel met het veegsel weggooien.
Hij was er trots op dat hij zo goed kon vegen. Ja, dat had hij toch maar goed geleerd. Als tiener op het internaat had hij als "wanhoopsgeval" dagelijks het plein moeten vegen. Het was als straf bedoeld, maar hij had het een eer gevonden het grijs van de tegels tevoorschijn te halen. En als terreinknecht op een legerbasis had hij de keurige rijen stenen smetteloos gehouden. Bomen haalde hij om als ze blad op zijn stenen lieten vallen, struiken snoeide hij tot vlak boven de grond. Nu hij met groot verlof was mocht zijn zuster bij haar jaarlijkse bezoek best wat bloemen in zijn tuin zetten. Maar wel op strakke rechte rijen, zodat hij de aarde er om heen kon vegen en aanharken.
Zijn zuster was gisteren geweest en tot zijn ergernis had ze zijn plumeau gebruikt in het hele huis. Waar zat het verstand van dat mens? Je ging toch niet binnen afstoffen? Die plumeau was om spinrag van zijn heg te halen, dat deed hij iedere morgen het eerste. Maar nee, zij deed er het huis mee; daarna had ze de stofzuiger gebruikt en de w.c. gepoetst. Dat was toch niet te geloven! Waar was dat goed voor? Hij liet immers nooit iemand in zijn huis. En dan dat kopjes wassen voor ze er koffie inschonk. Maar hij had toch echt geweigerd zijn uniform uit te doen om het haar te laten wassen en toen was ze kwaad met haar schoonmaakspullen in die rare auto weggereden. Die bleef wel een paar jaar weg. Waar bemoeide ze zich mee?
Hij zorgde goed voor zijn uniform: zijn jasje hing altijd netjes op de hanger, de knopen met zijn zakdoek opgepoetst en zijn naamkaart in een plastic hoesje goed zichtbaar op zijn borstzak gespeld. Hij had zelfs het 'gevonden' lintje van zijn oude kolonel in het hoesje gedaan. Zijn broek ging elke avond onder zijn matras, zodat de vouwen scherp bleven. Die vouwen ging je toch niet verpesten met wassen, met Kerst bracht hij de broek wel weer naar de stomerij. Nog even met stoffer en blik de bovenkant en voorkant van het heggetje vegen, zo dat spinnenweb was hij ook weer kwijt.
Toen hij hier kwam wonen zaten er wormen in de grond en vogels in de struiken. Hij had zelfs een paar keer vogelpoep van de aarde moeten vegen. Maar nu zag zijn voortuin eruit als zijn geliefde militaire basis en hij dacht dat alle leven er eindelijk uit verdwenen was. Hij was toch maar een voorbeeld voor de hele buurt, zelfs tussen de stenen was geen korreltje zand meer te vinden. Alleen jammer dat sommige stenen zo wiebelden, ze leken wel los te liggen. Die werden natuurlijk door een boomwortel omhoog geduwd. Vast van die bomen van die gekken verderop. Die lieten echt van alles groeien, overal zaten vogels en kruipend gedierte, ze schenen daar zelfs speciale planten neer te zetten om vlinders te lokken. Er zouden wandelpaden zijn waar naambordjes stonden bij planten. Niet te geloven! Maar het kon wel waar zijn, hij had immers zelf een bordje met van die lettertekens zien staan bij een oude holle boom daarachter in het bos. Hij had net zijn kerstboom tussen de struiken willen gooien toen er mensen aankwamen. Vanachter een grote struik had hij gehoord hoe een kind de tekst las.
"Vleermuisboom. Wat is dat opa?"
Tot zijn afschuw had de opa uitgebreid over vleermuizen verteld. Hij rilde als hij eraan terug dacht. Gelukkig maar dat hij altijd lucifers bij zich had.
De deur in het andere buurhuis ging open en gauw ging hij achter het muurtje staan. Deze buren waren een gruwel voor ordelijke militairen. Ze hadden kinderen, hielden van beelden in de tuin en lieten elke dag de wasmachine draaien. Zelfs op zondag! Alsof je zoveel was kon hebben, hij wist heus wel dat ze dat deden om hem te pesten. Die schreeuwers waren een ramp met hun gekakel, ballen die deuken in zijn geharkte aarde maakten en krijttekeningen op de stoep. Schandalig. En die beelden waren niet om aan te zien. Als hij op een stoel voor zijn slaapkamerraam klom kon hij de beelden net zien staan, op sommige groeide mos. Dat de gemeente dat goed vond, het was toch geen gezicht. Nee, ook met deze figuren vermeed hij elk contact.
Kijk nou, ze zetten een kapot beeld en andere troep bij de stoeprand. Misschien kwam die blauwe vrachtwagen vandaag wel. Kon hij mooi dat vogelhuisje bij de weg zetten. Zijn zuster had hem dat voor zijn verjaardag gegeven, het stond niet onaardig in zijn achtertuin, maar er kwamen steeds vogels op zitten. Soms zat er vogelpoep op en een keer had er een blauwwit veertje aangekleefd.
Hij had het al eens eerder bij de weg gezet. Toen had er verderop in de straat van alles buiten gestaan. Maar de mannen in de blauwe auto hadden het niet willen mee nemen.
"U moet een afspraak maken met De Kringloop." hadden ze gezegd. "Kijk maar op de inzamelkalender."
Ezels, lezen deed zijn zus voor hem en die kwam voorlopig niet meer. Dit keer zou hij dat stomme ding gewoon bij de troep van de buren zetten. Hij wachtte tot hij hun auto hoorde wegrijden, gooide gauw het veegsel met de uitgetrokken plant in de groene container en ging op een drafje het vogelhuisje halen.
Het was zwaarder dan hij dacht, hij kon met het ding in zijn armen maar een paar passen lopen. Hij schopte steeds tegen de onderkant, waardoor hij elke twee passen dreigde te struikelen. Zweet liep in straaltjes over zijn voorhoofd, maar hij was er nu bijna. Een zweetdruppel bereikte zijn oog, even zag hij niks meer, hij schopte weer tegen zijn vrachtje, verzette gauw zijn voet om zijn evenwicht te bewaren. Net op de tegel die door zijn nijvere veegkunst los was komen te liggen, de tegel bewoog, zijn voet zwikte, hij liet zijn vrachtje los en viel. De voedertafel wiebelde, even dacht hij dat het ding boven op hem zou vallen, maar gelukkig schoof dat onding nog iets verder en kwam bij de stoeprand tot stilstand. Poeh, daar had hij geluk mee, hij was op een knie gevallen en zonder steun zou hij nooit overeind kunnen komen, maar nu kon hij mooi op dat stomme huisje leunen. Hij wilde zich net optrekken toen de auto van de metselaar langs reed.

De metselaar was laat. Het was zo'n dag waarop alles tegen zat. Hij had de wekker niet gehoord, de koffiezetter was overgelopen, het broodrooster verbrandde zijn brood en de boter liet zich niet smeren. Hij was als laatste op het bedrijf aangekomen en zat nu opgescheept met deze gammele aanhanger. Het ding zag eruit of het elk moment kon bezwijken onder het gewicht van de betonmolen. Kwaad had hij het materiaal voor het Centrum voor Natuur- en Milieu Educatie verzameld en opgeladen. Hij had voor hij naar de klant ging langs de betongieter willen gaan voor een beeld op het pleintje van het Centrum. Nu moest hij dat later doen, anders was zijn betonvloertje niet droog als 's middags die schoolkinderen voor de opening kwamen. Kwaad en gehaast had hij de betonmolen iets te vol gedaan, waardoor hij in de eerste bocht en bij de verkeersdrempel al wat klodders had verloren. Nou ja, het mengsel was snelhardend, dus er zou wel niemand over uitglijden. Hij hoopte maar dat er verder niet veel bochten en kuilen in de weg zouden zitten. Voor iedere bocht moest hij vaart minderen, maar door direct na de bocht gas te geven hoopte hij nog wat tijd in te halen. Nog een paar straten, hij kon nog op de afgesproken tijd bij de klant zijn, dit was de laatste bocht.
Daar stond spul voor de Kringloop bij de stoeprand, dat leek wel een tuinbeeld. Misschien kon hij straks beter eerst bij de Kringloop gaan kijken voor hij helemaal naar de betongieter reed. Hij gaf net weer gas toen hij een steen op de weg zag liggen. Zonder nadenken gaf hij een draai aan het stuur om de steen te ontwijken, de aanhanger slingerde en reed daardoor juist met het linkerwiel over de steen. Een meter verder hobbelde het andere wiel over een tak, de betonmolen sprong op en braakte een grote golf van zijn inhoud uit. In de spiegel zag hij een enorme klodder terecht komen op een vogelvoedertafel. Nou ja, die rommel was toch al afgedankt. Gelukkig was er niemand te zien en kon hij doorrijden naar zijn klus.

De beheerder van het CNME was tevreden, de metselaar had goed werk geleverd. Er was nu ruimte voor de fietsen van de bezoekers, stenen muurtjes waar kinderen op konden zitten of spelen en er liep een kronkelig rolstoelpad langs het vogelbosje en de al eerder voltooide vleermuiskelder. Nu bij de grote vijver nog een paar tafels voor de gasten om vondsten te onderzoeken of wezentjes van dichtbij te bekijken. Terwijl de metselaar een beeld ging uitzoeken haalde de beheerder met een paar vrijwilligers de oude vleermuisboom uit het bos. Die boom was laatst door een of andere idioot in brand gestoken en dreigde om te vallen. Dus was er besloten hem weg te halen en de stam met een stuk van het wortelgestel te gebruiken op het voorplein.
Gelukkig was de brand ontdekt voor de rest van het bos vlam vatte, maar helaas hadden er niet veel vleermuizen gered kunnen worden. Om de vleermuispopulatie een kans op herstel te geven was er een vleermuiskelder gebouwd. Daar konden ze ook voorlichting geven over deze diertjes. Het was toch te gek dat er nog steeds kinderen bang waren voor vleermuizen.
Voor de kelder was een bad- en drinkplaats en met de wortels omhoog vormde de stam van de vleermuisboom een schuilplek voor natte vogels en voor kleine diertjes. Met wat tuinafval en blad eronder konden er padden of egels overwinteren. Nu nog een aardig beeld erbij en het geheel werd een soort monument voor de omgekomen vleermuizen. Hij hoopte maar dat er vanmiddag bij de opening veel kinderen zouden zijn. De grijze stenen van het pleintje konden wel wat kleurige kindertekeningen gebruiken. Nu deed het hem nog denken aan een leeg kazerneplein. Hij moest niet vergeten een extra doos met stoepkrijt klaar te zetten, maar nu eerst mos en plantjes bij elkaar zoeken voor het beeld. Dat moest er natuurlijk niet al te nieuw uitzien. Daar was de auto van de metselaar, zo te zien met een levensgroot beeld in de aanhanger.

"Kijk opa, mijn tekening van het feest staat er nog. Ik hoor de koekoek, gaan we zo nog bij de vleermuiskelder kijken? Ik vind het zo leuk, dat de ingang net achter het hoofd van het beeld zit. Het lijkt net of de vleermuizen uit die meneer zijn hoofd komen. Die boom staat op zijn kop, mag ik op de wortels klimmen? Is dit de boom die ik toen in het bos zag, met dat bordje erbij? Ik kon dat toen al goed lezen, hè opa?
Kom eens dichtbij kijken. Het beeld heeft een naamkaartje op, had jij dat vroeger ook in het leger? Het is een grappig beeld, een soldaat die knielt om de voedertafel rechtop te houden, het is net of zijn ogen bewegen. Ik hang een vetbol aan zijn hand voor de koolmezen, die kunnen zo knap op hun kop hangen. Oeps, die merel laat poep op het beeld vallen, net of er een puist op zijn neus zit.
Er groeit mos op zijn hoofd, met heel kleine rode bekertjes. Die klimop achter op zijn hoofd lijkt wel groen haar. Kijk, een slak in zijn oor en wat een mooi spinnenweb zit er tussen zijn arm en zijn oor. Zie je die rupsen op de brandnetels bij de bips?
Mag ik voor we weggaan een nieuwe tekening op de stoep voor het beeld maken? Dan hoeft die meneer niet naar die saaie grijze stenen te kijken."

 

feedback van andere lezers

  • harmandi
    Wat een fantastisch verhaal, Marja! Je hebt een prachtige stijl, bouwt heel secuur en uitgebreid een verhaal op, zonder dat het een moment verveelt. Het zorgt er juist voor dat ik steeds benieuwder wordt naar wat gaat komen. De climax is verrassend en zeer inventief.
    Ik wens je heel veel sterkte toe de komende tijd en durf zelfs te zeggen dat je natuurlijk weer gaat schrijven. Het zit in je vingers, in je bloed, let maar op...!
    puk: Dank je.
  • sinneskyn
    Prachtig verhaal puk, je houdt de lezer nieuwsgierig....Ik wens je alle goeds toe de komende tijd....en zie je verhalen graag weer tegemoet....sinneskyngroetjes
    puk: Dank je
  • Vansion
    Hoop dat je nog schrijft. Is een verademing. Zie dat hieraan gewerkt is.
    puk: Het was een diep gat, een zware depressie, maar vadaag heb ik mijn eerste haiku wer geschreven, we klimmen weer. Bedankt voor je reacgtei.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .