writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Alles is relatief

door lin

== Eindelijk kunnen ze weer naar buiten. Ze zijn het binnen zitten spuugzat.
"Kom op Mai," roept Huan. "Laten we kijken hoe het in de duinen is."
Daar heeft Mai wel oren naar. Ze pakt haar regenjack en loopt Huan achterna naar buiten. Stralend schijnt de zon hen tegemoet, alsof het nooit anders is geweest. Meeuwen doen hun best elkaar te overschreeuwen. De wind in hun haren is een verademing na zo lange tijd binnen te hebben moeten blijven. ==

Hoe waren ze hier verzeild geraakt? Het was pikdonker, niets te onderscheiden. Al dagenlang gingen ze tastend langs de wand. Ze hielden elkaar vast, zo bang waren ze om te verdwalen. Jasmijn snikte een beetje. Wat hoorden ze daar? Geluiden! Daar was in elk geval iemand. Zachtjes lieten ze elkaar weten dat ze op het geluid af zouden gaan. Het geluid klonk duidelijker en duidelijker. Langzaam schoven ze dichterbij. Nog duidelijker werden de geluiden. Ze hadden zo'n moeite met ademhalen. Overal hing stof. Ze gingen een bocht om en hoorden toen het geluid direct onder zich.
"Het is vader" zei Amber.
"Dat is het geluid dat hij vaak met mama maakt. Maar ook met tante Viola en tante Berbera".
"Nee, hè, toch niet nu?" antwoordde Jasmijn nog steeds nasnikkend. "Kan hij nergens anders aan denken?"
Hoe dichter ze de plek naderden, waar de geluiden vandaan kwamen, des te voorzichtiger ze bewogen, want ze wisten dat vader er niet van hield gestoord te worden als hij zo bezig was.
Spottend zei Klaver, die de rij sloot: "hij houdt het deze keer lang vol."
Ze kwamen weer een bocht uit. Tot haar schrik voelde Amber de grond onder zich wegzakken. Ze kon niet meer terug en doordat ze elkaar vasthielden stortten ze met een oorverdovend lawaai samen een lager gelegen ruimte in.
Amber viel ergens op.
"Au, mijn neus" jammerde ze.
"Amber, ben jij dat?" hoorden ze de stem van moeder.
De drie binnenkomers krabbelden vlug op.
Amber wreef over haar neus en antwoordde: "ja, samen met Jasmijn en Klaver."
"Oh, goddank dat jullie er zijn. We waren bang dat jullie het water niet hadden overleefd."
"Wie zijn we?"
"Je bent hier bij papa, mama, tante Viola, tante Madelief, tante Heide, tante Forsytsia, tante Cynthia, tante Berbera en nog een paar kleintjes."
Inmiddels waren de geluiden van vader verstomd. Gelukkig maar. Ze hielden er niet van als ze erbij waren als vader met een van de tantes bezig was. Het gebeurde regelmatig, daar niet van, maar hij maakte dan van die grommende geluiden en het ging ook zo vreemd ruiken.

Op de tast was moeder naar hen toegekomen en ze zei zachtjes:
"Het is werkelijk verschrikkelijk wat er gebeurd is. Jullie vader en ik waren net de voorraadkamer aan het schoonmaken samen met de tantes, toen het overal om ons heen begon te bewegen. Voordat we er goed en wel erg in hadden, liep de voorraadkamer vol water. En toen...."
Moeder wil er niet meer aan denken.
"Waar waren jullie?"
"Aan het spelen in de achterste gang, maar door al het water dat binnenkwam, begon het in te storten. Gelukkig hield dat het overige water tegen en zijn we in het pikdonker hierheen gekomen" antwoordde Klaver.
"We waren wel bang" vervolgde Amber.
"Ik heb honger" voegde Jasmijn daaraan toe.
Ze hoorden gestommel en luid gesnuif en vader kwam hun richting uit.
"Nog iets gezien onderweg?" vroeg hij.
"Nee, overal pikdonker, pap" antwoordde Klaver.
"Dan wordt het hoog tijd dat we eens iets gaan doen. Klaver, jij komt mij helpen. Amber en Jasmijn, blijf bij jullie moeder, want die zal het nog heel zwaar krijgen als het licht wordt.
Blijf dicht achter me, zoon. We proberen via het gat waar jullie doorheen kwamen een weg te zoeken. De eerdere gangen die ik groef, kwamen op niets uit."

Ze hoorden vader en Klaver wegschuifelen. Er werd gekrabt, gegraven, geklommen, en daarna werd het weer stil. Het leek uren te duren. De achtergebleven vrouwen praatten met elkaar en moesten van tijd tot tijd de kleintjes geruststellen en troosten. Het bleef pikdonker. Opeens hoorden ze een hels kabaal. De hele ruimte leek te bewegen en het werd heel licht. Ze zagen niets meer, zoveel zon kwam er binnen. Na een tijdje, toen hun ogen aan het licht gewend waren, begon moeder te jammeren. Ook de tantes lieten zich horen. Zes dagen hadden ze hier in angst gezeten over de rest van de familie, maar ze waren steeds blijven hopen op een goede afloop, zeker toen Jasmijn, Amber en Klaver terugkwamen. Nu zagen ze wat er gebeurd was.
Moeder ging op de berg zand staan, die vader had opgeworpen om uit de voorraadkamer te klimmen en haalde de lijkjes van drie van haar kinderen uit de bovenliggende gang. Een van de tantes sprong de gang vervolgens in, gevolgd door de anderen. Er volgde een gejammer dat door merg en been ging. Waar ze ook heen liepen, door de inmiddels opgedroogde gangen, overal lagen dode familieleden. Opa en oma, nichtjes, neefjes, broertjes, zusjes, allemaal verrast door het geweld waarmee het water in één keer binnen was komen stromen. Niemand had op tijd de ingangen kunnen afsluiten. De ramp was verschrikkelijk. Alle gevonden familieleden werden naar de voorraadkamer gesleept. De babies waren nog geen twee weken oud...

Amber zag in de verte vader en Klaver zitten, die aan het graven waren. Ze hadden al gezorgd dat er aan één kant lucht en licht naar binnen kwam, maar nu waren ze aan de andere kant een uitgang naar buiten aan het graven.

== Mai en Huan stappen van hun fiets en lopen het duinpad op.
"Tsjonge, hier is ook echt alles weggespoeld zeg! Wat een noodweer is het geweest de afgelopen zes dagen."
Opeens horen ze een geluid naast het pad. Ze kijken en zien twee konijnenneusjes boven de aarde uitkomen.
"Zie je dat" zegt Huan."Voor hen moet het afschuwelijk zijn geweest. Die gangen zijn vast helemaal vol water gelopen en wie weet zijn er wel een aantal van hen verdronken".
"Ach, welnee, joh" antwoordt Mai. "Die beesten kunnen razendsnel gangen afsluiten bij gevaar. Ik denk dat dat allemaal wel meevalt."
"Daar kun je je wel eens in vergissen. Wat voor ons een vervelende tijd binnen is geweest, kan voor zo'n konijnenfamilie wel eens op een regelrechte ramp zijn uitgedraaid!" ==



 

feedback van andere lezers

  • RolandBergeys
    -tikfoutje in die de rij sloot;
    -nog bleken te leven klinkt nogal passief en onnatuurlijk: toen
    het bleek dat, lijkt me natuurlijker;
    -het water naar binnen was komen stromen (als je kwam stromen
    schrijft, stroomt het op dat moment nog steeds).

    Leuk stukje
    lin: Fijn dat je er zo in detail naar keek Roland. Ik verander de foutjes.
  • Ghislaine
    Mooi.
    lin: dank je Ghislaine :)
  • ivo
    de hardheid van het bestaat, wat de mens niet weet, wat de mens niet deert. En het leed van deze wereld kan je niet vatten in woorden.
    De vraag is natuurlijk of dieren met dezelfde realiteitszin naar wat op hen afkomt kijken en ervaren. Een dier heeft gevoelens, maar het grootste gevaar is dat wij als mens onze gevoelens projecteren op de dieren. De reaiiteit eist dat we dit perfect weten te scheiden en vooral dat we de dieren in hun waarde laten. Een dier andere waarden aanmeten dan dat het heeft is dier 'onwaardig'.


    lin: Daarom is dit ook een verhaal Ivo, dat rechtstreeks uit mijn duim komt. In een verhaal kan alles. Poppen kunnen spreken (mijn vorige verhaal), dieren kunnen voelen, bomen kunnen lopen. Allemaal pure fantasie. Heerlijk om dat in een verhaal te verwerken. Daarin ben je grenzenloos.
    Geen reportages dus, maar echte verhalen kun je van mij verwachten! Dank voor je fb.
  • dulcera
    Brrrrr .. akelig dit ... levendig ingeleefd, die arme kernijntjes zeg ...
    (kippevelmoment)
    lin: Fijn dat je dit verhaal las en je zo goed kon inleven Tina!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .