writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

'TEGEN WIL EN DANK' (deel 5) door Marcel Elisen

door Elisen

Nooit eerder hadden de Tilburgers een normaal gesprek gevoerd met een Duitse militair en het werd alsnog een interessante namiddag.
Gesjouwd werd er weinig. Tijdens een pauze, vanwege een regenbui, stonden ze allemaal onder een stuk plafond dat nog gestut werd door drie muren.
Onder het genot van een rokertje vertelden de twee Duitsers hun dat smeerlapperij en haast sadistisch machtsvertoon hen niet vreemd waren; daar hadden ze al meerdere staaltjes vangezien. Zelf waren ze ook niet vóór 'Heil Hitler' en de 'Übermensch', ze bekenden zelfs dat ze de toekomst van Duitsland niet erg rooskleurig inzagen.
Toen beide Duitsers het werk voor gezien hielden was het al over zessen.

De keukenploeg liep terug in de richting van het 'Lager'. Juist toen ze het terrein opliepen barstte er een hevig onweer los, haastig maakten ze dat ze binnenkwamen.
Binnen was het benauwd en Jos was blij dat hij, na het verstrekken van soep en brood, buiten een sigaretje kon gaan roken. Genietend stond hij onder de luifel, de rook diep inhalerend.
"Ze zijn beslist niet slecht, die moffensigaretten," zei hij tegen een Tilburger die ook onder de luifel stond.
"Jammer dat we er maar drie per dag krijgen."
De man knikte en Jos keek hem even oplettend aan.
"Jij slaapt toch ook bij mij in de 'Turnhalle'," vroeg hij.
"Dat klopt. Ik heet Jan de Kort," zei de man, hij stak zijn hand uit.
"Ik ben Adriaan van Loon, roepnaam Jos."
"Jij zit toch in de keukenploeg? Dat lijkt me zo slecht nog niet."
"Ik had het inderdaad slechter kunnen treffen," gaf Jos toe.
"Ik werk voor die spoorwegbeulen," zei Jan, " ík ben gelukkig sterk genoeg maar ik zie elke dag een hoop ellende."
"Zeker geen tijd om de stad eens in te gaan," zei Jos, " ik heb je daar tenminste nog niet gezien."
"Nee, we moeten vroeg beginnen en komen laat en veel te moe terug," zei Jan triest. Hij haalde even zijn schouders op en zei berustend: "Ik ben te snel geweest met inschrijven. Als ik had gewacht, net zoals veel anderen, dan had ik de stad ook eens kunnen zien en proeven."
"Als ik etenswaar of rookwerk voor je mee kan nemen, moet je het zeggen," zei Jos.
Jan keek hem blij aan en gaf hem geld voor twee pakjes shag en vloei.
"Morgen, zelfde tijd, zelfde luifel," glimlachte Jos.
"Fideel van je, Jos van Loon," zei Jan glimlachend. Hij stak zijn hand op en liep, zonder nog éénmaal om te kijken, naar de ingang van de 'Turnhalle'. Jos volgde hem langzaam en zocht even later zijn slaapplaats op.
Het werd weer tijd voor een briefje aan het thuisfront, bedacht hij. Liggend in het stro zette hij de eerste zinnen op papier, intussen denkend aan Trees en hun ongeboren kind. Vlak voordat hij in slaap viel nam hij zich voor om gauw weer eens met Klaas naar die vriendelijke boerin te gaan. Misschien had ze nog een karweitje voor hen, in ruil voor brood en beleg. Misschien kon hij daar wat extra verdienen, zodat hij niet met lege handen naar huis zou moeten.

Die ochtend in de keuken van het 'Lager' was de sfeer haast gezellig te noemen. De piepers werden semi-automatisch gejast en er werd gesproken over thuis. Ook werden er plannen gemaakt voor die middag.
Tijdens een korte pauze gingen Jos en Klaas buiten op het opstapje een sigaret roken en keken daarbij uit over de binnenplaats. Een vrachtwagen kwam het terrein oprijden met twee SS-ers in de cabine. Toen er ook nog een stuk of twaalf onder de huif vandaan kwamen vonden de heren het tijd om de sigaret uit te maken en naar binnen te gaan.
"Die gasten zijn erger dan erg," zei Klaas.
"Moet je nagaan dat je in een concentratiekamp zit. Daar wordt de bewaking en dergelijke alleen door die lui gedaan," antwoordde Jos en schudde zijn hoofd.
De keukenarbeid was na de pauze relatief snel gedaan en rond half een was de keukenploeg vrij om te gaan. Jos en Klaas besloten om, alvorens naar de stad te gaan, eerst langs de boerin van vorige week te kuieren. Ze zou vast wel een klusje voor hen weten. Dan zouden ze vragen of ze hun beloning net voor de thuisreis mochten ophalen. Op die manier hadden ze zeker wat voor hun vrouwen bij aankomst.
De zon deed haar uiterste best er een redelijk warme nazomermiddag van te maken en ze genoten van het Duitse landschap.
De bewuste boerderij doemde in de verte op en ze besloten een rookpauze in hun wandeling in te lassen.
"Het klinkt misschien vreemd maar ik wil dit land na de oorlog best nog eens bezoeken, ik vind het prachtig hier," zei Jos na het aansteken van een shagje.
"Het is zeker een prachtige omgeving, maar ik heb de eerste vijftig jaar genoeg van Duitsland," antwoordde Klaas lachend terwijl ook hij een peuk opstak.
"Laten we de boerin vragen of we de komende twee weken twee middagen mogen helpen. Dan hebben we beiden een hele zak brood en beleg voor thuis," stelde Klaas voor.
"Goed idee, want thuis kunnen ze deze dingen al lang niet meer regulier krijgen," antwoordde zijn metgezel.
De boerin vond hun voorstel een geweldig idee en ze plande twee namiddagen voor deze en twee voor de komende week. Ze kregen koffie met verse room en namen de werkzaamheden met haar door. Het ging om onderhoudswerkzaamheden en het kappen van wat houtblokken.
Toen ze hun koffie hadden uitgedronken vertrok het tweetal weer. Maar niet zonder een met ham belegde snee witbrood van de boerin te hebben meegekregen voor onderweg.
"Tof wel hoor, nu hebben we zeker cadeau's voor thuis en vier middagen minder in de kroeg," zei Jos na het nuttigen van de heerlijke boterham.
"Ach ja, dat van die cadeaus klopt, maar vier middagen niet naar de stad is minder," zei Klaas.
"Denk eens aan die middagen dat we nog wel kunnen, dan hebben we meer te verteren dan de rest," hield Jos hem voor.
"Laten we er dan alvast maar eens een paar gaan drinken op de verloren middagen," zei Klaas.
De heren kuierden op hun gemak in de richting van de stad. In de Konditorei troffen ze het grootste gedeelte van de keukenploeg aan die al gemoedelijk aan het Duitse bier zaten.
"Ha, daar zijn ze dan eindelijk hoor," riepen er een paar in koor, er werden twee stoelen bijgeschoven.
"De toerist uitgehangen heren?" vroeg iemand van hun clubje.
"We hebben alleen even de nodige welkomstcadeaus voor moeder de vrouw geregeld," antwoordde Jos.
Daar wilde de rest natuurlijk meer van weten maar de heren lieten het achterste van hun tong niet zien.
"Weet je zeker dat jullie hier geen scharrel hebben waarvan de man aan het front is en waar jullie de huwelijkse plichten van over nemen?" vroeg Alfred die ook deel uitmaakte van de keukenploeg.
Hij was een verwaande kwast die niet zo lekker lag bij de rest van het ploegje.
"Als je me dat nog eens vraagt dan sla ik die stomme grijns van je smoelwerk," reageerde Jos beledigd, "Ik heb een schat van een zwangere echtgenote thuis vriend, dus houdt die opmerkingen maar voor je," voegde hij eraan toe.
"Stomme lul," zei Klaas, terwijl hij Alfred strak aankeek.
De verwaande kwast bood zijn verontschuldigingen aan en regelde voor beiden een pul bier. Alles was na een paar pullen weer koek en ei; wat konden eten en drinken toch verbroederend werken. Terwijl Jos zijn zojuist gedraaide rokertje opstak ging het gesprek over het feit dat het een ieder had verbaasd dat er ook aardige Duitsers waren.
Alfred was bij Jos gaan zitten terwijl het gesprek voortkabbelde. Hij knipoogde, stak een sigaret aan en boog zich voorover naar Jos.
"Ik bedoelde dat daarstraks niet zo vervelend hoor, maar zoals je weet ben ik vrijgezel en mijn opmerking ging achteraf gezien meer over mezelf," vertrouwde hij Jos toe.
"Dus jij rotzooit hier een beetje met een eenzame Duitse voor je extra etenswaar?"
"Zo zou je het kunnen zeggen ja," antwoordde Alfred schamper, en keek het groepje rond om te zien of er iemand meeluisterde, "Ik was vergeten dat je getrouwd bent en hoe het kon overkomen, nogmaals sorry," voegde de vrijgezel toe.
"Het is al goed, wat jij doet moet je zelf weten," antwoordde Jos, die aanstalten maakte om nog een biertje te bestellen.
Klaas, die het gesprek had opgevangen, tikte Alfred aan en wilde nog wel het een en ander weten over het 'handeltje' van de verwaande kwast.
"Wat moet je er allemaal voor doen en levert het je goed op?" vroeg hij met een brede grijns op zijn gezicht.
"Ik mag niet klagen vind ik. Voor een nummertje krijg ik een heel brood en voor beleg dien ik haar vooraf met mijn tong te bespelen," antwoordde Alfred met licht schaamrood op de kaken, "Maar genieten is anders, want het is een forse, uit de kluiten gewassen vrouw van tegen de vijftig," voegde hij er schaapachtig aan toe.
"In mijn ogen ben je een hoer," zei Klaas lachend en nam een slok van zijn bier.
Jos en Klaas lieten het onderwerp tot blijdschap van Alfred rusten en kwamen er ook niet meer op terug. In elk geval niet waar de verwaande kwast bij was.

De wandeling terug naar het 'Lager' hadden de heren wel nodig om hun ingenomen bier te laten zakken. Ze waren keurig op tijd voor de 'Suppe' en verstrekkingen.
Klaas en Jos praatten buiten, onder het genot van een zojuist verkregen sigaret, na over de praktijken van Alfred.
"Dat is toch niet normaal man," zei Jos licht geïrriteerd toen Klaas hem had ingelicht over zijn gesprek met Alfred die namiddag.
Bij Klaas rolden de tranen over zijn wangen van plezier over de felle reactie van zijn keukencollega.
"Dan heb je verdomme toch weinig principes hoor," zei Jos nijdig, Klaas proestte zijn sigarettenrook uit.
Na het genieten van hun rokertje besloten beide heren dat het niet onverstandig was om lekker te gaan slapen. Ze hadden net een biertje of twee teveel op, liggen in het stro onder de deken leek beslist geen verkeerd plan.
Voor hij in slaap viel dacht hij even aan Trees die nu waarschijnlijk bij zijn ouders was. Samen met zijn vader en moeder aan het tafeltje in de keuken. Ze zou net als vorige keer wel regelmatig de nacht doorbrengen op de Broekhovenseweg, dat gaf hem een goed gevoel. Hij vond het maar wat fijn dat Trees het zo goed met hen kon vinden.
Ook had ze een goede band met zijn zus Mientje, die twee konden prima door één deur. Met het beeld van de hoogzwangere Trees op zijn netvlies, viel hij in een heerlijk diepe slaap. Die nacht stormde en onweerde het, de regen viel met bakken uit de lucht maar dit ontging de snurkende Jos geheel.

Die vrijdagochtend van de voorlaatste week werden ze om kwart over vijf gewekt. Wanneer ze het aan de arbeiders hadden overgelaten waren deze heus op tijd wakker geweest, maar nee, het moest en zou op hún manier. De Duitse methode van schreeuwen, schelden en slaan.
De Lagerkommandant nam hier zelf nooit aan deel maar hij behoorde het te weten, beter nog, te verhinderen. Van laatstgenoemde, Herr Böselager, hadden ze eigenlijk geen last; hij scheen af en toe nog wel eens te helpen.
Als Böselager wist dat er razzia's kwamen in de stad, gehouden door de SS of de 'Grüne Polizei', dan zorgde hij voor een verbod om het 'Lager' te verlaten. Diegene die zich drukten, zich niet aan het verbod hielden en dus toch de stad ingingen, moesten de gevolgen zelf dragen.
De keukenploeg had dit te laat doorgehad en dat had een tijdje terug geresulteerd in het puinruimen in de buitenwijk onder toezicht van de twee oudere Duitse militairen.
Een Tilburger die te traag opstond door kramp in zijn rechtervoet kreeg een paar fikse slagen met de knuppel van een verbeten O.T.-man die belast was met de wekdienst.
"Aufstehen, aufstehen, dreckige Schweinhunden, schneller!" brulde de kort aangebonden Duitser, terwijl hier en daar een onderdrukte vloek klonk.
Jos keek eens naar zijn schoenen, die hij deze laatste weken flink had stukgelopen en maakte zich klaar voor het appèl .
Hij besloot om, hoe dan ook, nieuwe schoenen te regelen want deze hielden het geen anderhalve week meer vol. Ook een paar andere sokken zou geen overbodige luxe zijn.
Na het appèl wachtte zijn werk in de keuken, met frisse moed begon hij aan de berg aardappelen, gesteund door de rest van de keukenploeg. Voor deze ochtend stonden ook een fiks aantal kilo's uien op het programma en het hele clubje deed huilend het gehate werk.
"Heb je vanmiddag ook dienst, nu je handen zo indringend naar uien stinken?" vroeg Klaas plagend aan Alfred.
Jos proestte het uit van het lachen.
"Ik vertel jullie nooit meer iets," antwoordde Alfred, hij keek Klaas en Jos vernietigend aan.
"Dat hoeft ook niet want we kunnen het ons wel voorstellen hoor, die vrije middagen van jou," lachte Jos vrolijk.
Het stelde Alfred enigszins gerust dat de rest van de keukenploeg niet mee had gelachen. Hij concludeerde daaruit dat rest niet wist waar het over ging!
Tijdens een korte rookpauze stond de gehele keukenploeg buiten. De geur van vers schoongemaakte uien zweemde over de binnenplaats van de Volksschule. Aan de overkant van de binnenplaats was Herr Böselager in gesprek met twee onderofficieren van de in de school gelegerde SS-ers.
"Toch is die Böselager de slechtste niet," zei Klaas, "Voor een mof behandelt hij je niet verkeerd, eerlijk is eerlijk."
Jos haalde zijn schouders op en stak een stukje lucifer in zijn mond. "Ik weet het niet Klaas, hij draagt zijn partijspeld met de borst trots vooruit," mompelde hij.
De berg aardappelen was weggewerkt en na het schoonmaken van het keukenhok hadden ze de rest van de middag vrijaf.
Toen Alfred belangstellend vroeg wat ze in hun vrije tijd gingen doen, zei Klaas: "We gaan wat karweien bij onze boerin, waarschijnlijk wacht ons daar een mok echte koffie met verse room."
Jos keek naar de inmiddels bewolkte lucht en zijn handen draaiden een rokertje voor onderweg.
"We gaan Klaas," zei hij, "dan zijn we voor de bui binnen."
Klaas knikte instemmend en Jos zei pestend: "Daarbij heeft vriend Alfred het ook nog druk vanmiddag, toch?"
"Ik hoop maar dat we onderweg geen regenbui op onze donder krijgen. Dan zit je weer bijna een hele namiddag met natte kleren," zei Jos terwijl hij zijn jasje tot boven toe afsloot.
"Ach ja, ik vind die muffe slaapvertrekken en de lucht van oud, te lang beslapen stro een grotere ramp," zei Klaas berustend.
Met wat praten en een rokertje bereikte het tweetal snel de landerijen. Ze genoten van de rust en het landschap en vergaten onbewust even een stukje van hun persoonlijke ellende.
De boerin had hen aan zien komen over het smalle pad dat naar het erf leidde en stak groetend haar hand op.
"Het is in zo'n hartelijke vrouw. Eigenlijk is het jammer dat ze een Duitse is," brabbelde Jos.
Het gezicht van Klaas toonde een brede glimlach en Jos vulde aan: "Nee, zonder gekheid, volgens mij is het oprecht een goed wijf."

Alvorens aan het werk te beginnen kregen ze in de keuken een kop hete koffie met verse room. Dat ging er in ieder geval wel in, zeker na de lange wandeling door de buitenwijk van Trier en de omliggende landerijen.
De boerin vertelde hen dat ze voor de terugreis nog wel een paar fatsoenlijke kledingstukken had liggen. Ook had voor beide mannen een soort tas gemaakt om wat levensmiddelen in te vervoeren. Het waren net grote knikkerzakken, gemaakt van jute. Later, op de thuisreis, zou blijken dat ze prima voldeden.
De werkzaamheden van die namiddag bestonden uit het splijten van houtblokken en het aanvegen van erf, stal en loods. Na werktijd kregen ze van de vrouw des huizes ieder een half brood en een flink stuk zout spek. Ze maakte de heren duidelijk dat ze zou zorgen voor volle 'knikkerzakken' daags voor ze weer naar Tilburg terug mochten.
Onderweg naar het Lager lieten de twee hun stukken spek smaken. Ze hadden alleen nog maar een half brood elk toen ze het inmiddels vertrouwde terrein opliepen.
"Morgen voor de verandering weer eens naar de Konditorei voor een potje bier, dat lijkt me geen verkeerde afwisseling op het werk van vanmiddag," zei Klaas.
"Prima plan. En misschien ook een biljartje leggen als het biljart vrij is. We zullen morgen de namiddag heus wel doorkomen," zei Jos opgewekt.

Ze hadden nog een half uurtje voor de voedselverstrekking begon, dus ging elk naar zijn slaapzaal. Niet dat ze die korte tijd niet buiten konden doden maar uit het zicht van een SS-er zijn was in vele gevallen het beste.
Op de binnenplaats was het drukker dan anders en er was meer dan een handje vol SS-ers aanwezig. Wat hebben die lui toch harde tronie's, dacht Jos voor hij de Turnhalle in liep.
Op zijn slaapplaats van stro at hij alvast een stuk van het halve brood in afwachting van de soep van de voedselverstrekking. Het buikje vol met spek en brood, de soep mag best weer tegenvallen, dacht hij.
Hij gaf een overgebleven kwart brood aan een man die schuin tegenover hem op zijn strobrits had. Ook een stadsgenoot, maar een die de pech had zwaarder werk te moeten verrichten dan hij.
Ook moest deze man langer werken dan Jos en zijn collegae van de keukenploeg.
De man bedankte hem.
"Graag gedaan. We moeten elkaar zo af en toe eens helpen in barre tijden toch?" vroeg Jos retorisch.
"Toch bedankt! Ik ben gewoon in de verkeerde ploeg terechtgekomen. Ik werk normaal op kantoor, maar ik loop nu de hele dag bielzen en rails te sjouwen. Ik ben er niet op gebouwd en heb vaak de kracht niet. Ik loop daardoor steeds achter de feiten aan en zie telkens als een berg op tegen de volgende dag," zei de man.
"Ja, wat dat betreft heb ik echt geluk gehad deze ronde," antwoordde Jos. De man at zijn brood op en keek Jos weemoedig aan.
"Ik weet dat ik geen greintje ruggengraat heb, ik had al slapeloze nachten tijdens mijn dienstplicht. Daar was ik tenminste nog een nummer maar hier een slaaf. Die Duitsers zijn hard getaald en zeker niet zachtzinnig tijdens ons werk. Er zijn maar twee bewakers die niet direct dreigen met een pak rammel als je er even doorheen zit."
Jos hielp de man omhoog uit het stro want het was tijd voor de verstrekking van de te dunne soep. "Nog even over die twee goede Duitse bewakers van je..,"zei Jos.
"Ja, wat is daarmee?"
"Die hangen we na de oorlog apart!"

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    sterk en zeer mooi geschreven
    Elisen: Bedankt voor je positieve reactie ivo...
  • RolandBergeys
    Yep, ik volg Ivo helemaal. Je zal die reeks in voorraad hebben, neem ik aan, je bent ze nu niet aan het schrijven.
    Elisen: Het is een boek van me dat eind vorig jaar is uitgegeven.
  • Mistaker
    Ik blijf volgen!

    Groet,
    Greta
    Elisen: Dank je wel lieve Greta, vanacht na twaalven komt deel 6 op de site, xx.
  • erinneke
    ik volg op de voet
    Elisen: Dank je wel erinneke xx.
  • Ghislaine
    Uitstekend + 9
    Elisen: Hartelijk bedankt Ghislaine, toppie...
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .