writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Reisverhaal Thailand (deel 1)

door roggemanj

En terwijl ik hier buiten zit in mijn oase van rust en naar het ruisen van het zomerloof van de canadapopulieren luister, schrijf ik mijn ding, ik zit temidden het drukke Bangkok waar alles en iedereen druk is, er een wervelwind van allerlei kleuren waar te nemen is, waar ik me nietig voelde als een kleine werkmier.

Het veelkleurige verkeer drumt zich stapvoets een weg door de stad en hoewel alles gewoon muurvast zit schijnen de bestuurders er zich niet druk om te maken, hier is het wel een ietsje anders allemaal.

De zon schijnt loodrecht op mijn korte bros en de klampe lucht maakt dat alles tropisch aanvoelt, mijn hemd kleeft me aan het lijf en ik snak naar zuurstof. En toch heeft deze metropool een hele grote aantrekkingskracht op mij, de mensen lachen bij wijze van begroeting en dat doet vreemd aan voor een westerling die dit niet gewend is. De kanalen doorkruisen de stad en het grasgroene water herbergt een wirwar van kleine en supersnelle bootjes die alles aan de man brengen op zoals ze die noemen een watermarkt, er is gewoon van alles teveel en in alle bonte kleuren die men zich maar kan inbeelden.

In de zijstraten, ik ben geen kuddedier zoals jullie wel weten en zoek daarom altijd bewust de achterbuurten op, zie je de meest waanzinnige dingen, gewoon alles wat beweegt wordt er te koop aangeboden, van grote kikkers tot gebakken en gefrituurde sprinkhanen, dit is wat ik wil, opgenomen worden en me verliezen in deze plaatselijke kraampjes, deze indrukken zal ik niet snel vergeten.

We houden halt aan een heldere fontein midden de stad, de verzengende hitte is enorm en hier is het zalig vertoeven aan de waterkant, mensen van allerlei pluimage tuffen voorbij, ik neem dit alles in me op en snuif de typische geuren op.

Het Boeddha beeld is belegd met bladgoud en wordt aanbeden zoals je nog nooit gezien hebt, sommige van de bedevaarders barsten in tranen uit en verkeren blijkbaar in een soort van trance wanneer ze de wierookstokjes aan de voet van het beeld neerplanten, we hebben waarschijnlijk een vol uur zitten kijken naar deze vertoning. De gezichten van de Thaise danseresjes zijn net getekend met een fijn penseel, hun gelaat is werkelijk perfect te noemen, dit zijn waarschijnlijk de mooiste mensen welke ik ooit al gezien heb.

Halt gehouden aan sommige kraampjes en geprobeerd met handen en voeten uit te leggen wat ik wou moet ik soms afdruipen wegens geen communicatie, de meisjes lachen verlegen en giechelen dat het een lieve lust is, ik stel me tevreden met dit tafereel en glimlach eens terug wegens niet weten wat anders gedaan.

Op een drukke hoek van een straat worden we overhaalt een rit te maken met de lokale tuktuk, een soort driewieler aangedreven door een oorverdovend kleine tweetaktmotor, we zoeven door het drukke verkeer als een kleine mug tussen de razendsnelle verkeerstroom, de bestuurder lacht zijn bruine tanden bloot als hij opmerkt dat we ons angstvallig vastklampen in elke bocht, dit kleine karretje is als een sardienenblik zo klein, met onze veel te lange benen voor dit soort transport komen we bijna gebroken uit onze mobiele mug. We staan aan de andere kant van de stad zonder dat we er erg in hebben. We stellen onze kompas in en beginnen aan onze verkenning van deze buurt. Het verkeer wordt er geregeld door slanke agenten met een stofmasker op het gelaat, ik voel dat de luchtvervuiling zijn werk doet en mijn ademhalingstelsel voelt aan als schuurpapier door de constante smog welke in de stad hangt.

Eens de miljoenenstad Bangkok achter ons gelaten trekken we naar het noorden, richting gebergte waar het weelderige groen van de jungle ons opwacht. Het binnenland lijkt op centraal Afrika, ik waan me in Kongo en zie in gedachten de zilverrug gorilla's tussen het struikgewas, de locale gids is behendig als een jonge ree en halverwege vraag ik hem beleefd even halt te houden, ik voel mijn pols en meet 140 hartslagen per minuut, deze trekking is zwaarder dan verwacht. Spinnen en allerlei ander gedierte kruisen ons pad, ik verlies veel tijd met het allemaal te willen zien, onze gids maakt me diets dat we voort moeten maken willen we tegen de avond in het naburige bergdorp aankomen waar we zullen overnachten. Zijn dunne beentjes dragen hem probleemloos door het dichte loof, er komt zoveel en aan een zo hoog tempo aan ons voorbij dat ik soms moeite heb om het allemaal te vatten.

Op de bergflank zien we zijn dorp tussen het bladerendak, fier houdt hij halt en vertelt ons even over zijn geboortedorp waar het Mon volk leeft, een afgezonderde bergstam die leven volgens traditionele waarden en gewoonten. Als eerste spring ik onder de geïmproviseerde douche en laat het stof van me aflopen, mijn hoofd achterover en diep ademend kom ik tot rust, dit was een wel erg zware dagtocht.

Als de duisternis valt in dit gebergte komen de locale bewoners een kijkje nemen in onze hut, ze kwetteren dat het een lieve lust is en werkelijk niets snap ik van hun gesprekken, ze lachen en gniffelen met onze grote gestalte waar we danig mee opgezet zijn. Er wordt een feestje op touw gezet en bewoners in de meest bonte kleuren voeren hun dansen op, tot slot komen de kleinste meisjes van het dorp in traditionele klederdracht ook nog een dansje opvoeren, op het einde van het spektakel maakt onze gids ons duidelijk dat de inwoners ons ook eens graag aan het werk zouden zien. We zoeken ons suf wat we gaan doen en ten slotte wordt er beslist van een nummer van John Denver op te voeren al of niet in de juiste toonmaat. We brullen ons de longen uit het lijf en verwachten na afloop een daverend applaus, en alsof er een teken gegeven werd druipen ze in groep af zonder ook maar een teken van appreciatie te geven, we lachen ons in een duik om wat er gebeurd en keren voldaan terug naar onze hut gemaakt uit bamboe waar we als een blok in slaap vallen.

Tegen vijf uur in de morgen zorgen de plaatselijke hanen ervoor dat er van slapen niks meer in huis komt, Lee onze gids heeft voor een simpel maar smakelijk ontbijt gezorgd, we zitten met versufte kopjes buiten te eten en werken alles naar binnen zonder veel te zeggen, de omschakeling is te groot om erover te praten eigenlijk. Het vergezicht dat we hebben van hier is werkelijk onbeschrijflijk en ik heb de neiging om van alles een foto te nemen en deze indrukken vast te leggen.

Tsjaloen, de zoon van onze gids zit ons met verwonderde blik gade te slaan, hij vraagt zich wellicht af van welke planeet wij komen met onze bleke haren en lange benen, hij lacht verlegen wanneer we hem aanspreken, er is die kwajongensblik in zijn zwarte ogen. Ik vraag me hier ter plaatse af hoe en in welke mate het mogelijk zal zijn deze indrukken thuis over te brengen, hetzij in een verhaal of op papier.

We worden opgepikt door een kudde olifanten die ons over het gebergte zullen dragen met hun kolossale lijven, het pad lijkt ogenschijnlijk te smal voor deze gedrochten en toch slagen zij erin ons over dit gebergte te brengen, zij het met het nodige heen en weer slingeren in onze primitieve kooi op de rug van de dieren, de mahoud dirigeert het dier handig door middel van een soort ijzeren staaf waarmee hij de richting aangeeft, regelmatig wordt er halt gehouden om het jonge kalf te laten zogen bij zijn moeder, we wanen ons maharadja's op pad om Alexander De Grote te verslaan in deze omstandigheden en in onze fantasie zien wij het gepeupel vertrappeld worden onder de voeten van de olifanten.

De bananen plantages liggen overal als een lappendeken verspreid over het landschap, hier heeft het woud plaats moeten ruimen voor de oprukkende bewerking van het vruchtbare land, de grond is roodgekleurd wegens één of ander mineraal in de bodem. We waggelen verder op de rug van onze woudreuzen en zitten zwijgzaam te genieten van dit alles

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    zeer mooi geschreven
    nooit in Bankok geweest, maar je weet de sfeer wel over te brengen ...
    roggemanj: Bedankt voor je leuke reactie
  • Vansion
    écht zonde ... dat dit niet gelezen wordt...
    alvast een pluim van mij (vandaag eens zonder opmerkingen)
    roggemanj: Wat bedoel je met dat dit niet gelezen wordt?...En bedankt voor je reactie Vansion
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .