writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Buikpijn (2/2)

door remy

We gingen naar Den Haag met de auto van een oom, want thuis beschikten we nog niet over een dergelijk vervoermiddel. De zwarte DKW met wit dak was een droomauto en de rit een ontdekkingsreis. Mijn broer mocht ook mee maar kampte met wagenziekte en kotste de achterbank onder. Voor het eerst reden we door de maastunnel en ik was verrukt door de oranje lichten en de auto van mijn oom. Ik was jaloers op wat hij wel en mijn vader niet bezat, stratenkennis en een auto.

Twee jaar later viel ons een Opel- record ten deel die zevenhonderd gulden kostte, niet echt een sublieme auto, want na de eerste grote rit naar de Efteling, brak hij in tweeën.

Aangekomen in het ziekenhuis in Den Haag werd al snel duidelijk dat opnieuw onderzoeken zouden worden gedaan wat me helemaal niet beviel. Waarschijnlijk zullen mijn ogen vol angst hebben gestaan want mijn moeder moest huilen. De eigenlijke reden was waarschijnlijk dat ze mij moest achterlaten om mij pas het volgende weekend weer te kunnen bezoeken.
Op het moment dat mijn huilende moeder afscheid van mij nam, zag ik de ernst er niet zo van in. Ik lag met jongens en meisjes op de zaal die zich heel anders gedroegen dan ik was gewend en dat maakte me behoorlijk nieuwsgierig.
Mijn zaalgenootjes spraken een taal die ik aan een kant interessant vond en me aan de andere kant een beetje vreemd overkwam. Het was een verstaanbaar dialect maar het had iets eigenaardigs, een beetje stoer en brutaal, maar ook vol twijfel en onzekerheid. Allen hadden een grote mond tegen het verplegende personeel, maar ook tegen de artsen, die ons 's ochtends kwamen visiteren.
Dit was nieuw voor mij, ik was geleerd veel respect te tonen voor ouderen in het algemeen en artsen in het bijzonder, dat deden mijn ouders tenslotte ook, artsen hadden altijd gelijk en verpleegsters waren daar een verlengstuk van.
Een jongen die naast me lag en niet veel ouder was dan ik, moest een spuitje in zijn billen, maar hij was er niet mee eens. Hij zei dat wanneer hij een spuit zou krijgen, hij dat tegen zijn vader zou zeggen en dat ze dan pas echt de poppen aan het dansen hadden. Twee verpleegsters moesten de jongen in bedwang houden en een derde prikte hem de spuit als een speerwerpster in zijn achterwerk. Hij huilde tranen met tuiten en tussen het snikken door verzekerde hij de verpleegsters dat zijn vader het hele ziekenhuis zou verbouwen, de zusters verlieten giechelend de zaal, de jongen vloekend en huilend achterlatend. Gebiologeerd keek ik de jongen aan, waarschijnlijk met open mond, als zijnde een naïeve provinciaal.
De volgende ochtend was ik aan de beurt om wederom een vreselijk pijnlijk nieronderzoek te ondergaan. Ik was me het niet bewust totdat ik de behandelkamer binnenkwam en hetzelfde instrument zag opdoemen als in Goes. Ik zette het bij voorbaat al op een huilen die overging in gillen zodra het instrument mijn onderlichaam naderde. De dienstdoende verpleegster probeerde me op sussende toon te kalmeren maar dat had weinig invloed op mijn angstig kronkelende lijf. Ik schopte zelfs met mijn magere benen naar de strenge arts met het marteltuig. Ik had op de zaal gezien dat enig geweld hier werd toegelaten, dus liet ik mijn paniek niet onderdrukken door de mij streng toesprekende arts en de overbezorgde verpleegster. De arts gaf me een draai om de oren wat het nodige effect sorteerde, een klap van zo'n belangrijk man is waarschijnlijk wel terecht, ik bond in, wat moest ik anders. Herhaaldelijk prikte de arts in de wand van mijn piesbuisje wat een ongelooflijke pijn veroorzaakte, na een halfuurtje, wat veel langer duurde voor mijn gevoel, was het onderzoek afgelopen en werd ik naar de zaal teruggebracht. Nu was ik ook kwaad op de artsen en verpleegkundigen en vroeg mijn buurjongen wanneer zijn vader langs zou komen om korte metten te maken met het medisch personeel.

's Avonds kwam de Haagse dame op bezoek, zo bleek, want er kwam een vrouw op leeftijd aan mijn bed zitten die geen woord zei maar zeer geconcentreerd een damesblad zat te lezen. Waarschijnlijk was de dame op de hoogte gebracht omtrent het onderzoek wat ik had ondergaan. Het magazine legde ze op het bed en met haar rimpelige hand vol bruine vlekjes, speelde ze een uur met mijn piemeltje, wellicht om mij te troosten. Ook toen ze vertrok had ze niets gezegd.
Met mijn buurjongen kon ik het steeds beter vinden, hij had een brutaliteit waar ik jaloers op was, ik was tenslotte tot gisteren het 'boertje' uit Zeeland geweest, maar door mijn optreden tegen het verplegend personeel kreeg ik een soort van respect toebedeeld wat me wel beviel.
Een meisje van twaalf die op dezelfde zaal lag, had een nieroperatie ondergaan en ik zag in mijn verbeelding mijn lot liggen aan de andere kant van de ramen in witte kozijnen die de jongens van de meisjes scheidde. Het meisje met een lichtdonkere huid en blauwzwart haar was de held van de afdeling omdat zij de zwaarste behandelingen en operatie had ondergaan die voor ons jongens denkbaar was. Ik was acht en was niet helemaal op de hoogte in de diversiteit tussen de seksen. Wel was ik overtuigd van de pijn die het meisje waarschijnlijk had moeten ondergaan. Wanneer een onderzoek al zo'n pijn deed, hoe moest dat dan wel niet zijn wanneer men een complete operatie moest ondergaan.

In de loop van de volgende avond kwam een oudere verpleegster me vertellen dat er een operatie in het verschiet lag. Ik moest huilen want alleen het onderzoek had al zo'n pijn gedaan. Toen ze zei dat ik van de operatie niets zou voelen omdat het tijdens mijn slaap zou gebeuren, geloofde ik haar niet.
'Waarom had men dan het donkere meisje als heldin van de afdeling uitgeroepen,' was mijn verweer. Ik scheen het niet helemaal te begrijpen want niet een operatie aan mijn nieren zou worden uitgevoerd, maar mijn blindedarm moest worden verwijderd. Ik vroeg de grijze verpleegkundige met gesteven linnen kap, of ik dan nog wel goed kon poepen, wat haar in een lachbui deed belanden die ze nauwelijks de baas kon. Door de ontkenning en de lachbui was ik snel overtuigd dat het allemaal wel een peulenschilletje zou moeten zijn.
De volgende ochtend deden de verpleegkundigen hun routineuze handelingen om mij klaar te maken voor de operatie. Mijn buurjongen was jaloers en ik voelde me boven mezelf uit stijgen door de heldenrol die ik ging vervullen.
Ik werd wakker door gerumoer op de zaal en een ongelooflijke dorst. Mijn buurjongen die mij al tot ridder had geslagen, riep een zuster die me appelsap - de enige drank die ik pertinent niet lust - aanbood en me geruststellende woorden toesprak. De zuster had woord gehouden, ik had geen pijn als gevolg van de operatie en voor het eerst in maanden was mijn buikpijn ook verdwenen.

 

feedback van andere lezers

  • ivo
    een apendencit - wat dodelijk kan zijn - mooi verhaal ... helemaal meegenomen door de situatie, best leuk om lezen
    remy: Veel dank voor het lezen ivo!
  • Henny
    Gelukkig goed afgelopen. Ik vind het wel vreemd dat die wildvreemde dame met je plassertje ging spelen. Het kan zijn dat ze masseerde maar dat had ze wel uit mogen leggen.
    remy: Tja, ik heb die dame ook nooit begrepen, misschien had zij andere ide?n. Dank voor het lezen!
  • muis
    Toch nog een goed einde Remy. Het is boeiend geschreven:)
    Die dame begrijp ik ook niiet goed hoor, misschien toch maar aanleiding tot het onderzoek nemen?
    groetjes
    remy: Ja, het was een vreemde dame,Thx
  • Gaya
    X
    gr. Gaya
    remy: Veel dank Karin
  • thijl
    Een mooi ego-document. Graag gelezen en op kwaliteit gewaardeerd. Inderdaad vreemd, die dame.

    Vrijblijvend tipje:

    -werd ik naar de zaal teruggebracht. (+ik en geen spatie in het woord teruggebracht.)
    remy: Wederom dank voor je fb.
    groet.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .