writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Tera 1 Het eerste contact - Hoofdstuk 12/13

door Jelsi

De overval
"Mis, Tjina. Als ik jullie uitlever dan..."; lacht Toini, terwijl ze haar wapen op de mensen gericht houdt.
Erondo, die links naast de kordiaanse stond, grijpt de arm van zijn zus en doet een paar stappen achteruit.
"Als goden vechten, Itelia. Dan kan je maar beter maken dat je wegkomt."; fluistert hij.
'Jij bent geen moordenares, Toini. Of zou ik mij vergist hebben. Laat je wapen zakken. Het zou mij spijten om je te moeten doden.'; hoort de kordiaanse plots een stem in haar hoofd.
Verbaasd kijkt ze om zich heen, maar weet niet van wie die stem in haar hoofd is. Tot haar blik op het kleine diertje valt, dat soms in Tjina's nabijheid is.
'Zou dat.. Nee, dat kan niet.'; denkt ze verbaasd en trekt haar schouders op.
"Nu heb ik het helemaal verkeken. Dit was mijn laatste kans om nog ooit naar mijn volk terug te kunnen keren."; fluistert ze, terwijl ze haar wapen laat zakken.
'Dat heb je mis voor, Toini. De Kondo aan boord van die kruisers wil je levend, om op Korda terecht te staan wegens verraad. Uit zijn gedachten kon ik opmaken, dat hij je hele familie zal laten arresteren zodra hij op Korda aankomt.'
"Wie.. hoe weet. Mijn hele familie. Nee, dat kan toch niet."; stamelt Toini.
Maar dan schrikt ze. Achter de aardmensen duikt de kordiaanse soldaat op. Dadelijk merkt ze dat deze een Ser (Snelvuurwapen) vastheeft. Zonder na te denken, richt ze haar wapen op de man en vuurt. De straal gaat schampt de arm van Syla even en raakt de soldaat in de schouder.
De aardmensen springen opzij, allen Tjina blijft staan en richt kwaad haar wapen op de kordiaanse. Maar voor ze kan afdrukken, hoort ze de stem van Neko in haar hoofd.
"Toini heeft jullie het leven gered."
Tjina verstart dadelijk. Bijna had ze afgedrukt en dat terwijl haar wapen niet op verdoving stond. Trillend laat ze haar wapen zakken en kijkt de kordiaanse aan. Toini werpt haar wapen in het gras en staart naar Syla, die haar wapen op haar gericht houdt. Syla staart de blauwhuidige woedend aan. Wat moet ze doen. Ze schoot op haar en nu werpt ze haar wapen weg.
"Het spijt me, Syla. Maar ik moest schieten, anders…"; fluistert Toini.
Jim kijkt plots naar Tjina en merkt dadelijk dat ze over heel haar lichaam trilt.
"Tjina, wat scheelt er?"; stamelt hij, vreemd dat ze geraakt werd.
De Indonesische rilt even en kijkt Jim dan aan.
"Bijna had ik haar gedood, terwijl ze ons leven redde."; fluistert ze met trillende stem.
"Syla, laat je wapen zakken."; zegt Umu op dat moment.
Ook de anderen zien de gewonde soldaat in het gras liggen. Paul knielt naast hem neer en onderzoek hem. Syla staat nog steeds naar Toini, die niet durft te bewegen, te staren. De woorden van haar vrienden dringen maar langzaam tot haar door.
De kordiaanse zucht opgelucht als de aardse vrouw plots haar wapen in haar holster steekt, alsof het gloeiend heet is. Dan valt haar blik op de soldaat die ze neerschoot.
"Nu ben ik een verstotelinge, maar ik kon toch niet op…. Nooit zal ik mijn familie en Ru-don nog terug zien"; fluistert ze, terwijl ze de gevolgen van haar daad begint te beseffen..
'Ik denk dat je heb mis heb, Toini. Als je slaagt, zul je terugkeren en je man terugzien.'; hoort ze de stem van Neko weer.
'Slagen... In wat.'; denkt ze, maar ze krijgt geen antwoordt meer.
Even kijkt ze naar Neko, maar dan trekt ze haar schouders op.
'Ik droom, hoe kan dat diertje. Nee, dat kan niet.'; denkt ze en even lijkt alsof ze het diertje ziet grijnzen
"Wat doe je, Toini. Ga je mee, of blijf je hier."; vraagt Tjina, terwijl haar stem nog steeds trilt.
"Ik kan niet anders meer, ik moet met jullie mee. Als we de bergen bereiken, dan zal ik mij daar wel ergens verbergen. Dank zij mijn harde gevechtstraining is dat geen probleem."
"In orde, Toini. We zien wel, maar dan geen enkele verrassing meer. Je hoort bij ons of niet."; zegt Jim kwaad.
"Ik heb geen keuze, kapitein Marek. Tot aan de bergen kan ik het veiligst met jullie meegaan."; antwoordt Toini.
Jim kijkt haar even aan.
"In orde, kordiaanse. Tot aan de bergen. Hou je wapen maar."; zegt hij en richt zich dan tot Umu.
"Hoe is het met hem."; vraagt Jim.
"Niet goed, Jim. Ze heeft hem heel hoog in de rechterlong geraakt, als zijn longen daar tenminste zitten."
"Kunnen we iets voor hem doen."; vraagt Tjina.
"Ik denk het niet. We kennen zijn lichaamsbouw onvoldoende."; antwoordt Paul.
Toini staat naar hen te kijken. Haar verbazing wordt steeds groter.
'Hebben ze ons iets wijsgemaakt. Het lijken me geen moordenaars te zijn. Ze willen zelfs hun vijand helpen.'; denkt ze.
"Toini, kan jij hem niet helpen."; hoort ze Syla plots vragen.
De kordiaanse kijkt de japanse verrast aan, daar had ze nog niet aan gedacht. Ze knikt.
"Ik zal eens kijken."
Toini loopt op tussen de aardlingen door en knielt naast de soldaat. Paul doet een stap voor haar opzij.
Even kijkt ze naar de wonde en neemt dan een smal flesje uit haar riem tas. Een beetje van de inhoud giet ze op de wonde.
"Wat is daar in.?", vraagt Umu.
"Dit is een zeer krachtige genezende stof, aardling."; antwoordt ze.
Al na een paar seconden opent de man zijn ogen en kijkt haar vijandig aan.
"Wat doe je, verraadster."; sist hij.
"Het spijt me, Dov-so. Je wilde hen neerschieten en dat kon ik niet toelaten."; fluistert Toini.
"Ik hoop dat ze je grijpen, Toini. Als ze jou en je familie terechtstellen zal ik met plezier toekijken."; sist de kordiaan, terwijl zijn ogen glinsteren van de woede.
Tjina merkt dat door het lichaam van Toini een schok gaat voor ze met een ruk rechtstaat. Ze merkt dat de jonge vrouw haar handen tot vuisten balt De kordiaanse beseft dat ze niets kan doen. Plots voelt ze de arm van de Indonesische op haar arm. Maar ze draait zich met een ruk om en loopt van de groep weg. De aardmensen kijken stilzwijgend haar na. Ze beseffen allen haar hulpeloosheid. Maar ze kunnen haar niet helpen.
"Hoe is het met hem."; vraagt Jim nogmaals.
"Ik maak het veel beter, moordenaars. Maar die verraadster en jullie kunnen je straf toch niet ontlopen. De Kondo krijgt jullie wel."
Jim en zijn vrienden kijken de man verbaasd aan, maar dan haalt Jim zijn schouders op en zegt:
"Laat ons dan maar gaan."
Zonder nog een blik op de soldaat te werpen, nemen ze hun bezittingen en de wapens van de kordiaan op. Dan beginnen ze aan hun lange voettocht naar de USA 10. Erondo gaat als gids voorop. Zijn zus loopt tussen haar nieuwe vrienden, met haar speer stevig in de hand. Ze weet hoeveel gevaar er overal kan loeren. Na enkele uren stappen zegt Sheila plots:
"Kijk, ginder inboorlingen."
De anderen kijken dadelijk in de aangewezen richting.
"Opgepast, zij zien er niet al te vriendelijk uit."; merkt Umu op.
"Dat zijn er van de stam van Erondo en Itelia, waarbij Syla, Paul en ik gevangen zaten."; voegt Tjina er aan toe, terwijl Neko van haar schouder springt.
"Met hen is niet te praten, heer. Zij willen mijn dood en die van mijn zuster. Laat ons gaan, dan zullen zij u in vrede laten gaan."; merkt Erondo op, die zich bij de groep voegt.
"Nee, Erondo. Uw mensen kunnen tegen onze wapens niets uitrichten. Omdat het mensen van uw volk zijn zullen wij hen alleen maar verdoven."; zegt Jim.
Op dat moment vallen deze inboorlingen aan.
"Hoeeiioaaa."; roepen de aanvallers, terwijl ze, met bijlen en speren zwaaiend, snel naderbij komen.
"Snel, op de grond en verdoof er zo veel mogelijk."; beveelt Jim.
Vele inboorlingen storten neer, maar de anderen blijven dichterbij komen en storten zich op onze vrienden. Een man tegen man/vrouw gevecht begint.
Dankzij hun goede gevechtstraining bijten vele inboorlingen in het stof.
Plots:
"Sedr iopt dedgro."; roept een inboorling uit.
`Dat moet de hoofdman zijn'; denkt Jim, maar schrikt plots als hij een monster op de inboorlingen ziet afstormen.
De aanvallers wijken verschrikt achteruit en maken dat zij weg komen. Voor de verbaasde ogen van onze vrienden, begint het monster plots van vorm te veranderen en wordt steeds kleiner, tot Neko's gedaante verschijnt. Blij huppelt hij op zijn vrienden toe.
`Hi, heb je die dappere idioten voor mij zien lopen.'; hoort Tjina zijn stem in haar gedachten.
"Wat is dat voor een diertje."; vraagt Nita glimlachend.
"Dat weet ik ook niet. Ik heb tot nu nog maar een van deze soort opgemerkt. Hij heeft me al verschillende malen geholpen."; antwoordt de Indonesische, terwijl ze merkt dat bijna al de aanwezigen naar Neko staren.
Terwijl het 'diertje' zich bij Tjina voegt, proberen onze vrienden hun gescheurde kleding een beetje in orde te brengen.
"Erondo !?"; roept Itelia plots uit, als zij haar broer bloedend op de grond ziet liggen.
Wenend laat zij zich naast hem vallen. Paul en Umu knielen naast haar, maar schudden even later hun hoofd.
"Hij is dood, Jim."; zegt Jan.
Op dat moment vallen de inboorlingen opnieuw aan.
Omdat onze vrienden afgeleid waren door de dood van hun vriend zijn de aanvallers erin geslaagd onopgemerkt dichterbij te komen. Maar nog voor zij hun slachtoffers bereiken steekt Itelia het gras rond het lijk van haar broer in brand.
"Snel weg hier."; roept zij.
Verbaasd kijken de aardmensen om en rennen naar Itelia toe. Terwijl de wind het vuur op wakkert.
Onze vrienden schieten nog enkele struiken in brand. Al snel wakkert de wind het vuur hoog op.
"We zijn veilig, heer."; zegt de zus van Erondo, terwijl ze naar het flakkerende vlammen kijkt.
Angstig wijken de inboorlingen achteruit. Dan maken zij snel dat ze wegkomen.
Opgelucht vervolgen onze vrienden hun weg.
"Itelia, het spijt me van uw broer."; zegt Jim.
"Erondo, is niet dood. Hij bevindt zich bij de goden en de andere grote krijgers. Door zijn lichaam in brand te steken, werd zijn geest bevrijd van zijn omhulsel."
"Maar waarom?! Dat heeft toch geen enkel nut meer voor de dode."; merkt Umu op.
"Voor mijn volk wel. Een dierbare dode verbranden is in mijn dorp gebruikelijk."
"Dat kenden sommige volkeren op Aarde ook, Itelia. Maar waarom op dat moment?"; vraagt Tjina.
"O, toen ik vaststelde dat de wind recht naar de krijgers van mijn vroegere stam toewaaide, stond mijn besluit vast. Gelukkig vatte het gras al snel vuur en ik bevrijdde mijn broers geest en terzelfder tijd had ik het middel om mijn vroegere stamleden te verdrijven."
"Hebben zij dan zo'n angst van een vuurtje."
"Dat niet Umu, maar zij vreesden de geest van mijn broer, daarom namen zij de vlucht."
Intussen aan boord van de reeds gelande Kordiaanse kruiser.
`Er klopt iets niet, dat kleine toestel kan nooit genoeg energie opgebracht hebben om de afstand van de planeet Aarde tot hier afgelegd te hebben.'; denkt de Kondo.
Op dat moment.
"Kondo, er is iets gaande in sector B4f. De peiler neemt energiepieken waar."; zegt een officier.
"Mijn twijfels zijn zo te zien terecht. Ze hebben ons bedrogen...... Snel, start het ruimteschip en zet koers naar die sector."; beveelt hij.
Dan spuwen de motoren van de kruiser vuur en langzaam verheft het toestel zich van de grond.
Enkele kilometers daar vandaan lopen de aardmensen, geleid door Itelia, verder naar hun doel, de USA 10.
De vijandelijke inboorlingen zijn intussen aan de vuurzee ontkomen en zetten de achtervolging in. Maar omdat zij het gebied hier kennen en zich in een sneller tempo verplaatsen, bereiken zij als eersten de bossen. Op één van de boswegen leggen zij zich in hinderlaag.
Enige tijd later naderen onze vrienden met hun wapens klaar om te schieten. De voorste inboorlingen laten onze vrienden voorbij gaan en sluiten achter hen de kring.
"Stop, heer. Er is..."; zegt Itelia, maar het is al te laat.
Weer klinkt de strijdkreet van de stam en de aanvallers storten zich op onze vrienden. Voor Syla kan reageren, krijgt zij een bijlslag rechtsachter in de nek. Met haar linkerarm weert zij tijdig een tweede slag af, maar een andere man slaat met zijn bijl tegen haar hoofd. Syla valt, bloedend uit een hoofdwonde, op de grond. Toini trekt haar wapen en vuurt op de aanvallers. Verschillenden worden door haar schoten gedood. Achter haar valt Umu, nadat hij door een bijlslag aan de schouder en het hoofd geraakt werd. Sheila krijgt twee inboorlingen tegenover zich. Een schiet ze neer, maar de tweede werpt zich op haar. Beiden rollen al vechtend over de grond. Tjina schiet de inboorling, die op haar toespringt neer. Maar daar dagen al twee anderen op. Met een kreet springt ze vooruit, waardoor de krijgers verrast worden. De rechtse wordt vol geraakt door een schot uit haar pistool. De tweede reageert te traag. Hij krijgt een harde klap van Tjina's linkerhand in zijn nek. Dan schrikt Tjina. Sheila ligt in het gras, terwijl haar aanvaller haar in het gras duwt. Hij heft zijn rechterhand, met een mes, omhoog en wil toesteken. Tjina schiet echter juist op tijd.
Sheila merkt haar aanvaller plots verstijfd dan van haar afvalt. Dan ziet ze haar vriendin naast haar neerknielen. Op hetzelfde moment merkt ze de krijger op, die de Indonesische langs achter nadert.
"Pas op."; roept ze.
Tjina laat zich dadelijk opzij vallen en rolt zich dadelijk om. Juist op tijd. Ze ziet de verraste krijger staan en vuurt dadelijk. Het schot uit haar wapen raakt hem in de borst en hij stort wankelend neer. Maar zijn plaats wordt dadelijk door een paar anderen in genomen.
Ook Paul vecht verbeten van zich af en verschillende inboorlingen storten getroffen neer. Tot hij plots door een mes in de borst getroffen wordt en langzaam door de benen zakt. Nita slaakt een kreet en verliest haar omgeving uit het oog. De drang om haar levensgezel te helpen is te groot. Ze rent tussen de vechtenden door, maar plots ziet ze zich omringt door drie aanvallers. Dadelijk beseft ze haar fout en komt in actie. Maar ze reageert echter niet snel genoeg. Met haar wapen vuurt ze een dodelijk schot af op een inboorling, maar drie anderen naderen haar langs verschillende zijden. Als ze haar wapen wil richten, wordt dit uit haar hand geslagen. Toch geeft ze het niet op. Met haar linkerarm weet ze een dodelijke slag af, en treft de krijger keihard in de nek. De man snakt naar adem en kijkt haar met grote ogen aan. Terwijl hij langzaam in elkaar zakt, wordt Nita door de twee andere krijgers aangevallen. Een van de twee verstart plots als hij een mes in zijn borst voelt dringen. Ook Nita heeft het gemerkt en kijkt om en ziet Syla naar haar knikken. Voor Nita kan terug knikken, wordt Syla in de rug geraakt. Met grote ogen kijkt ze de duitse aan. Nita kan de pijlpunt uit het lichaam van de japanse zien steken. Syla zakt langzaam voor de ogen van Nita in elkaar.
De duitse hoort een gerucht achter zich en draait zich dadelijk om. Maat het is te laat. Als ze de krijger voor haar opmerkt, voelt ze een hevige pijn in haar zijde, die tot in haar borst doorschiet. Dan wordt alles zwart om haar heen, terwijl zij door haar benen zakt.
Plots klinkt een nieuwe strijdkreet door het bos. De inboorlingen van Itelia's stam deinzen verschrikt achteruit. Het is de strijdkreet van de Osrils, een vijandelijke stam. Na een kort maar hevig gevecht, nemen de aanvallers van onze vrienden de vlucht.
De inboorlingen verdwijnen terug in de bossen, alleen enkele, in een groene kledij geklede mannen komen naar de aardmensen toe.
"Wodt Hoiu tiof noaka hkoi, liop."; zegt een hen.
De computer van de USA 10, waarmee onze vrienden rechtstreeks in verbinding staan, vertaalt het bericht als volgt:
"Wa golukkig nok tijdfg huer, Heew."
"Amaai, hij maakt er nogal wat van."; zegt Tjina, die het verband om haar zijde losgemaakt heeft.
Haar wonde is tijdens het gevecht weer gaan bloeden. Na enige minuten gebrekkig heen en weer gepraat te hebben gaat het al veel beter. Het vertaalapparaat vergroot heel snel zijn database en als snel klinkt de vertaling zo goed als verstaanbaar.
"Wij hebben eindelojk inze schuld terug betaald, heer."
"Schuld terugbetaalt."; vraagt Jim.
"U rodde ons van de munsters anige zonnedagen geleden. "
"Dank u, hoofdman. Wat kunnen wij u als dank aanbieden?"; zegt Jim vragend.
"Niets, heer. Wij deden wat wij moesten doen volgens onze wetten. Vaarwel...."; zegt de hoofdman.
Dan verdwijnen ook de laatsten van hun redders tussen de bomen. Verbaasd over hun gedrag blijven onze vrienden hen even nastaren.
"Jim, kom snel. Nita is zwaargewond en Itelia is nergens te zien."; zegt Sheila, die alleen maar een lichte hoofdwond overhoudt van de slag op haar hoofd.
Terwijl ook Umu uit zijn bewusteloosheid ontwaakt, lopen Jim en Tjina snel naar Nita toe en onderzoeken haar.
Tjina ziet plots Syla liggen en haast zich naar haar toe. Ze merkt dadelijk ze nog ademt, al is het maar zwak.
"Syla is er erg aan toe."; fluistert ze.
Jim kijkt even op en zegt:
"Nita leeft ook nog, maar ze is zwaargewond. Het mes heeft zich diep in haar lichaam geboord. Maar de hoofdwonde ziet er minder erg uit."
Tjina merkt plots dat Neko op haar schouder kruipt, verbaasd kijkt het diertje naar de handelingen van onze vrienden.
"Sheila, verbind jij haar hoofdwonde, Die bloed nogal hevig. Ik zal proberen om het mes te verwijderen. "; zegt Jim en geeft een pakje verband aan Sheila, die dadelijk aan het werk gaat.
"Wacht even. Laat mij haar verzorgen."; zegt Toini op dat moment.
"Wat, je bent toch geen dokter."; fluistert Tjina.
"Nee, maar ik heb al wel gemerkt dat onze geneeskunde verder gevorderd is dan die van jullie."; glimlacht de kordiaanse, terwijl ze een klein apparaatje uit haar riem neemt.
De kordiaanse houdt het even boven het lichaam van Nita en leest de gegevens af.
"Jullie vriendin heeft geluk gehad, aardmensen. Een beetje verder en het mes had haar hart geraakt."; merkt ze op.
Intussen heeft Umu zijn wonde, die niet zo ernstig, verbonden. Dan kijkt hij om zich heen en ziet Paul liggen, wankelend haast hij zich naar zijn vriend toe en buigt zich over hem. Aan zijn polsslag voelt hij dadelijk dat Paul dood is.
"Jim, voor Paul kan geen hulp meer baten."; fluistert hij met een droevige blik in zijn ogen.
Verbaasd kijken Jim en Tjina op.
"Ze kunnen het bijna niet geloven. Maar als ze de starre ogen van hun lotgenoot opmerken, beseffen ze dat Umu gelijk heeft.
Toini legt het lange mes naast het lichaam van Nita neer en neemt een flesje uit haar riemtas. Een heel klein beetje giet ze op de wonde.
"Neem dit en verbind haar wonde, dan kunnen we haar voorzichtig vervoeren."; zegt Toini, terwijl ze een pakje verband aan Jim geeft.
Terwijl ze geholpen door Sheila de bewusteloze Nita verbindt, giet de kordiaanse een beetje uit het flesje op een doekje. Ze geeft het aan Tjina, die er verbaast naar kijkt.
"Leg dat even op je wonde."; zegt Toini, terwijl ze een nieuw stukje uit haar tas neemt.
Eén voor één drukken ze een beetje van dat vreemde goedje tegen hun wonden en voelen dadelijk de geneeskrachtige werking. Al na een paar minuten voelen ze zich beter.
Umu en Jim rollen Paul, hun dode kameraad op zijn rug, met tranen in hun ogen.
"Heer, we kunnen het beste een draagberrie maken voor uw beide vriendinnen."; zegt Itelia, die intussen tot bij Nita en Syla gekomen is.
"Waar kom jij plots vandaan?"; vraagt Tjina.
"De Osrils zijn doodsvijanden van mijn stam, als zij mij bij u opgemerkt zouden hebben, dan leefde ik nu niet meer. Daarom heb ik mij maar verstopt."; antwoordt Itelia, terwijl ze haar linkerhand tegen haar schouder drukt.
"Je bent gewond."; zegt Tjina, terwijl ze een blik werpt op de schouder van de inboorlinge.
"Het is niets, Tjina. Ik ben wel meer gewoon."
"Laat mij eens kijken, Itelia."; zegt Umu op dat moment.
De jonge vrouw kijkt naar de afrikaan, die een klein verband om zijn hoofd heeft.
Even glimlacht ze, maar staat dan toe dat hij naar haar schouder kijkt. Toini legt de laatste hand aan Syla's verband en staat recht.
"Dank je, Toini."; zegt Jim, "Wil jij Sheila helpen om een draagberrie voor Syla en Nita te maken."; zegt Jim vragend.
De kordiaanse kijkt de aardling even aan en knikt:
"In orde, kapitein."
Sheila glimlacht even, terwijl de blauwhuidige vrouw haar niet begrijpend aankijkt. De blonde aardse geeft haar een teken en ze volgt haar dan om een paar stevige takken te zoeken.
"Toini, waarom keer je niet terug naar je volk."
De kordiaanse kijkt Sheila even aan en antwoordt dan:
"Dat is onmogelijk, aardse. Ik heb jullie geholpen en daarbij nog een soldaat verwond. Alleen al voor de hulp, krijg ik de doodstraf. Maar voor mijn verraad, wordt mijn hele familie voor mijn ogen gedood. Daarna wordt ik levenslang in de mijnen opgesloten."
"Je verraad. Maar je bent toch geen verrader."; schrikt Sheila.
"In de ogen van mijn volk wel. De haat tegenover de aardmensen wordt al van jongs af aangeleerd. Toen ik jou vrienden voor het eerst als gevangen zag, moest ik mij dwingen om jullie niet te plaatse neer te schieten."
"Wat? Dat snap ik niet? Waarom?"
"Het waarom wordt ons tijdens de opleiding aangeleerd. Ik had mij de aardbewoners als genadeloze killers voorgesteld, maar toen Tjina mij niet wilde doden, snapte ik er niets meer van. Ik besloot om af te wachten. Later werd het nog erger. Geen van jullie allen waren moordenaars, zelfs toen jullie door onze soldaten beschoten werden, beantwoorden jullie het vuur met verdovende stralen."
"Het was voldoende om hen uit te schakelen, Toini. Waarom zouden we hen dan doden?"
"Dat is nu juist het vreemde. Volgens onze opvoeders zouden jullie ze genadeloos neergeschoten hebben."; zegt de kordiaanse, terwijl ze een derde lange tak opraapt.
Ze merkt dat de blondine haar aanstaart en glimlacht even:
"Ik heb er drie en jij heb er twee, dus ik denk wel dat we er genoeg hebben."
"Ja, je hebt gelijk. Kom, we gaan terug. We praten later wel verder."; zegt Sheila.
Enkele minuten later zijn de twee primitieve draagberries klaar.
"Nu nog even een laatste knoop vastleggen en dan is het in orde."; zegt Tjina, die hevig zweet.
"Tjina, wat heb je toch... Je wonde is toch niet ontstoken."; vraagt Jim bezorgd.
"Nee, Jim. Ik denk aan onze vriend, Paul. Waarom moest hij sterven?"
Even is het stil, niemand zegt een woord. Tot...
"Vrienden, we moeten verder. misschien komen die wilden terug.."
"Je hebt gelijk, Toini. Het leven gaat verder."; zegt Jim ernstig...
Op aanraden van Itelia, besluiten zij het lichaam van Paul te verbranden. Toini merkt plots enkele 'dode' inboorlingen op, die terug recht kruipen en richt haar wapen op hen.
"Laat dat, Toini. Wij doden geen weerloze mensen, als het kan."
De kordiaanse kijkt Tjina verbaasd aan, terwijl ze haar wapen laat zakken.
"Ze hebben je vrienden gedood en jij laat hen leven. Dat snap ik niet. Ik zou geen enkele van hen laten ontkomen."
"Het is niet nodig om hen te doden, ze vormen geen gevaar meer. Kom, we moeten verder"; zegt Jim.
Even kijken ze naar de brandende lijken van Paul en Syla, maar dan keren ze zich om en zetten hun weg verder. Jim en Umu dragen de bewusteloze Syla op de draagberrie, terwijl vlammen achter hen hoog oplaaien. Zes dagen gaan voorbij zonder ze nog een levende ziel opmerken. Soms moeten ze zich verbergen voor een kordiaanse kruiser, die naar hen opzoek is. Maar ze worden niet opgemerkt Langzaam komen zij steeds dichterbij de USA 10, tot plots :
"We zijn er. Ginds staat ons ruimteschip."; roept Umu uit.
Moe maar opgelucht bereiken onze vrienden even later hun toestel. In de lift wacht Jan hun op.
"Wat is er gebeurd ? Waar is Paul ?"; vraagt hij, terwijl hij even verbaast naar Itelia en Toini staart.
"Wie z…"; wil hij vragen.
"Later."; onderbreekt Umu zijn vriend en wijst naar Nita en Syla.
Snel laat Jan de anderen door en even later staan ze alle zeven in een hangar. Toini blijft buiten staan en kijkt naar haar nieuwe vrienden, die heel haar leven op haar kop gezet hebben.
'Wat moet ik doen? Mij alleen in de bergen verschuilen, of…"
Jim merkt haar op en zegt :
"Kom aan boord, Toini. Je hoort nu bij ons."
"Jim heeft gelijk. Wil je heel je leven weggedoken op deze planeet doorbrengen. En je familie dan. Wil je hen niet meer terugzien."
"Dat wel, Tjina. Maar dat kan niet meer. Ik zal hen nooit meer levend terugzien."
"Als je hier blijft, heb je misschien gelijk, Toini. Maar als je met ons meekomt, dat bestaat er toch een grotere kans. Misschien kunnen we je op een bewoonde planeet afzetten. En met een beetje geluk kan je vandaar naar je volk terugkeren."
De kordiaanse kijkt Jim en Tjina even nadenkend aan.
'Tja, ze hebben gelijk. Mijn toestand kan niet veel erger worden zoals het nu is.'; denkt ze en stapt naar binnen.
"Jim, pas op. Er nadert en heel klein voorwerp."; klinkt de stem van Jan uit de luidsprekers.
Jim, Toini en Tjina kijken snel naar buiten, maar zien niets.
'Vrees niets, vrienden. Het is mijn cert maar.'; horen ze plots een stem.
"He, kijk daar. Wat een klein toestel."; glimlacht Jim, terwijl hij naar een vliegend cirkelvormig object wijst, dat langzaam op de hangar toevliegt.
"Je cert."; vraagt Tjina, die omkijkt naar Neko.
"Ja, Tjina. Je dacht toch niet dat ik hier alleen op deze planeet woonde."
"Wat? Dat diertje kan…"
"Ik ben geen diertje, Toini. Ik ben een zoeker en verkenner."; zegt Neko, terwijl de drie hem verbaasd aanstaren.
"Een zoeker."
"Ik maak deel uit van een groepje, dat speciale talenten opspoort."
"Waarom? Welke talenten?"; stamelt Tjina nog steeds verbaasd.
"Dat is iets voor later. Nu is de tijd er nog niet rijp voor, zoals jullie zeggen."; legt Neko uit en stapt op zijn cert toe.
Het kleine toestel is op de vloer van de hangar geland en Neko stapt erin. Dadelijk zweeft het weer omhoog en blijft op ooghoogte hangen.
"Het wordt tijd dat we het schip klaarmaken, kapitein. De kordiaanse schepen bevinden zich op dit moment in het zuiden en in het oosten."
"Wat, hoe weet jij dat?"; schrikt Toini.
"Mijn cert is beter uitgerust dan jullie schepen, Van de techniek aan boord van dit aardse schip spreek ik zelfs niet."; glimlacht Neko en een 3D beeld van de omgeving tot een afstand van duizend kilometer van de USA 10, verschijnt links van de cert.
Bijna aan de rand zien ze twee stippen. Een ervan is soms niet zichtbaar, omdat deze zich vlakbij het maximale bereik bevindt.
"Wauw."; zegt Tjina.
"Kom, laat ons gaan. Jan wacht misschien al op ons in de centrale. Toini volgt haar nieuwe vrienden, terwijl Neko's cert naast haar meevliegt.
Umu, Sheila, Itelia en Jan hebben Nita intussen snel naar de ziekenboeg gebracht. Waar zij, na het verwijderen van het verband en haar kleren, dadelijk in een speciale cilinder gelegd wordt. Deze cilinder dient om het lichaam te regeneren, zodat kleine tot middengrote wonden sneller genezen.
"Jim, kom snel naar de centrale een onbekend ruimteschip nadert ons."; roept Jan, die intussen naar de centrale teruggekeerd is, plots in de intercom.
"Maak alles klaar om op te stijgen, Jan. Wij komen eraan."; zegt Jim en richt zich tot beide vrouwen:
"Kom, Tjina en jij ook Toini.";
Toini volgt Jim en Tjina, die zich naar de centrale haasten. In één van gangen botsen ze bijna op Umu, die ook op weg is naar de centrale.

 

feedback van andere lezers

  • Vansion
    interessant thema hier vind ik : wat is wel en geen 'verraad'
    het verhaal is moeilijk te volgen, Jelsi
    zoveel actie kan ik niet in mijn koppie plaatsen zonder visuele steun
    groet

    Jelsi: Tja, misschien wordt er ooit eens een strip van gemaakt, want het blijft een senario.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .