writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

*www.rdx.be* - 013. Cériel voor dag en dauw

door Vansion

Ik slik. Ik grinnik. De spiegel wordt terug papier met lettertjes. Ik word terug een ordinair vrouwmens. Over liefdesrelaties kan ik adembenemende volzinnen schrijven. Voor elke door Amor gekwetste ziel tover ik een woordje van troost. Tientallen stationsromannetjes kietelen tussen mijn oren. Maar mijn eigen ervaring terzake is schamel. Van liefde heb ik geen weet. De jongeling die uren per dag met zijn vingers de pianotoetsen beroert, tot hij dat ene stuk perfect, elke noot met de juiste aanslag, spelen kan. Marcel die duizenden keren de lijnen van een jongenslijfje tekent. Niet stopt tot hij de schoonheid ervan uit handen kan geven. Dat heeft met liefde te maken, vermoed ik. Maar liefde onder mensen? Dat zogenaamde mysterie tussen twee geliefden? De historiek van mijn seksleven zou met moeite één paragraafje beslaan. In een lesje seksuele voorlichting van nonkel Fons in Zonnestraal.

Vreemde combinatie in mijn rugzakje: mijn trouw laptopje, een dodenprent, een krantenartikel dat mijn fantasie op hol doet slaan, een paar velletjes papier die aan mijn binnenkant zitten te knagen. Een snapshot van wat mij bezighoudt. Ingepakt om op mijn rug te bengelen, als ik strakjes lustig fiets tussen hier en ginder.
Nog voor zeven uur heb ik stevig ontbeten en huppel ik de trap af. Buiten is het ijskoud en een beetje glad. Wat gek van mij om uitgerekend vandaag geen pantalon aan te trekken. Mijn knietjes zullen het geweten hebben.
Ik maak geen licht in de fietsenstalling… Als een kat vind ik mijn weg in het donker. Mijn ogen zijn niet voor niets groen. Wat verderop bemerk ik een figuur die met een zaklamp in het rond schijnt. "Morgen Cériel!" roep ik vrolijk. Cériel komt hoofdschuddend naar me toe. "Het klimaat is helemaal om zeep," fluistert hij, "helemaal om zeep!" In het donker kan ik de uitdrukking op zijn gezicht niet zien. Maar in zijn stem hoor ik droefheid. Cériel, de geschifte nar van het appartementsblok, de compleet doordraaiende sukkel die je op alle mogelijke en onmogelijke momenten in en rond deze muren tegen het lijf loopt - niemand weet hoe hij in zijn onderhoud voorziet - nooit of nooit krijgt hij bezoek- maakt zich zorgen over de wereld. Altijd. Overal. Het gaat niet goed met de wereld en dat doet Cériel pijn. Vandaag ligt het aan het klimaat, morgen aan aardstralen, overmorgen aan rondwarende geesten. Cériel voelt dat de wereld bedreigd wordt. En daar lijdt hij onder. "Ach, Cériel", zucht ik mee en ik raak even zijn schouder aan. Hij laat zijn zaklamp tussen ons beiden in schijnen, zodat we elkaar kunnen aankijken. De groeven op zijn gezicht zijn grillig. Achter zijn wazige oogbollen gloeit waanzin. Schaars gekleed weert hij zich niet. Als hij een mantel heeft, is het de mantel der liefde. Waarmee hij al wat leeft zou toedekken als hij het kon. Beschermen. Van kop tot teen ingeduffeld voel ik me bijna beschaamd. Deze man naar wie niemand luistert, trekt zich het lot van alle anderen aan. Hij doolt rond onder de mensen, terwijl ik vanachter mijn schermpje illusie van contact schep. Even waanzinnig. Even eenzaam. "Ach kindje," zegt hij, "jij kunt het ook niet helpen. Het is niet jouw schuld." Plots keert hij zich met een ruk om en vangt hem een fractie van een seconde in een scherpe lichtstraal: de rosse kater, een eindje verderop tussen wat kratten en blikjes. De kat schiet de nacht in. IJlings, pijlsnel, betrapt. Cériel lost een duivelse lach die beantwoord wordt door een verre echo. Ik ril. Dan probeer ik mijn fietsslot open te prutsen. Cériel licht wat bij. "Dank je", zeg ik stilletjes. Maar hij is al weg. Op zoek naar wat hij nooit vinden zal.
Op de fiets duurt het een poos voor ik een fijne cadans vind. Ik concentreer me op mijn ademhaling en tracht alle spieren die ik niet gebruik te ontspannen. Ik probeer de kou toe te laten doorheen mijn warme jas. De ritmische, draaiende beenbewegingen voeden me met kalmte die ik opsla als reserve voor weer een drukke dag. De prachtige glans van rijp duurt nog maar even. De stilte wordt straks weer vermoord. In de velden loeren ratten op hun eerste prooi van de dag... Wakker zijn vooraleer het dag wordt, geeft me een gevoel van voorsprong.
De kerkklok slaat zeven keer. Ik bedenk dat ik vergeten ben mijn wekker uit te schakelen. Net goed. Dat ding zal nu een uur aan één stuk door "teut…teut" doen. Mijn bovenbuurvrouw zal het er flink van op haar heupen krijgen. Laat dat dan mijn wraak zijn voor dat akelige bezoekje van dat beest van haar.



 

feedback van andere lezers

  • commissarisV
    De meer nuchtere observaties uit de voorgaande teksten van het verhaal worden hier aangevuld met zware emotionele uitlaten; misschien is de overgang wat abrupt. vb.de mantel der liefde waarmee hij al wat leeft zou toedekken...
    alhoewel, over smaken valt niet te redetwisten...
    Vansion: wees gerust. is maar een kort stopteken. het vervolg gaat weer tempo nemen ....
  • Jean_Loeckx
    Knap, intens, geregeld met spirit, "Vansioniaans" waarschijnlijk.

    Dit stuk heet Cériel.

    Maar het is geen afgerond geheel, een stuk van je roman in wording ?

    Vansion: Juist ja. De stukken zijn genummerd.
  • geertje
    uitstekend !
    ik vind er verder geen woorden voor ...
    ciao
    geertje
  • maridava
    Heb een tijdje niet meer gelezen en neem nu de draad weer op. Prachtig, ik zie alles zo voor mijn ogen gebeuren.

    Vansion: Hey. Blij terug van je te horen. Mijn spontaanste lezeres.
  • feniks
    Eerste paragraaf lijkt me, afgaand op het voorgaande, eerder onwaarschijnlijk. Maar als jij het zo schrijft, zal het wel zo zijn.
    Het hoofdfiguur lijkt me eerder nogal een zinnelijk type.
    x
    Als Cériel later nog een rol speelt, past hij hier wel. Anders lijkt me deze passage overbodig.
    Vansion: De echte werkelijkheid is vaak nog veel ongeloofwaardiger ...Meer en meer vind ik dat je, als je verhalen schrijft, de geloofwaardigheid mag opgeven voor authenticiteit. Wat dat laatste precies betekent, weet ik zelf ook niet. In feite is dit verhaal een soort residu van die zoektocht. Maar dat moeten mijn lezers allemaal niet weten...;)

    Cériel is de waanzinnige, de nar ... Zoals je vaak ziet bij Racine, Corneille etc... is zo'n personage uiterst geschikt om dankzij 'een ander oog' te zien wat de anderen (nog) niet zien. Op een soms burleske vaak inverse manier, want niemand neemt hem au sérieux ... al is iedereen selectief blind ... Dat heeft o.a. Foucault ook opgemerkt. (zie: "l'Histoire de la folie".) Sorry. Misschien verveelt die uitleg je maar. Voor mij is dit geëxperimenteer pure pret...
  • kronos
    de kat schiet de nacht in....is het niet al ochtend alhoewel nog vroeg?
    ratten loeren op hun prooi...zal wel figuurlijk bedoeld zijn anders een beetje ongelukkig

    herhalen wat in die rugzak zit, zeer goed, de lezer heeft daar nood aan
    het nieuwe personage Cériel komt naadloos in het verhaal!
    Vansion: ja 'het donker' zou beter zijn!!
    ja figuurlijk, maar ik zal beter iets zoeken dat letterlijk beter klopt hé
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .