writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

De fles douchegel

door Talia

Er is nooit iemand geweest vertellen ze mij.
Ik weet dat me iets proberen aan te smeren. Ze kunnen me iets wijsmaken maar daarvoor moeten ze toch mijn herinneringen wissen? Ik denk dat ik hier wel de enige ben die helder denkt. Ik kan toch wel nuchter vertellen dat ik me nog goed herinner hoe we samen in het donker op een matras lagen. Ik gooide het deken van me af omdat ik het veel te warm had. Ik voelde je lichaam, warmte-afgevend. Maar ik trok het deken weer rond me omdat ik het plots weer koud had, je aanraking bezorgde me kippenvel.
Seksmuziek.
Ik kon me moeilijk concentreren . Dat weet ik nog. Ik schaamde me over mijn lichaam, ik dacht constant, zal hij de haartjes op mijn benen voelen? Steken ze in z'n huid? Wat denkt hij van mijn buik? Mijn borsten zijn te klein, knapt hij er niet op af? Wat vindt hij van mijn tenen? Vindt hij ze ook niet krom en afstotelijk. En hij kwam en ik dacht enkel. Ik had die muziek nodig om mezelf op te zwepen.
En nu luister ik naar die muziek, maar ik kan mezelf niet meer opzwepen. Wat de matras is er niet meer, alsook het deken, alsook hij.
Er gebeurt zoveel wanneer iets wegvalt. Zoveel waarmee je plots geconfronteerd wordt. Ik heb geen tweepersoonsbed meer nodig. Het is zo groot voor mij alleen. Ik moet niet meer koken voor twee. Ik moet mijn pil niet meer nemen. Ik moet niet meer online komen. Ik moet niet meer denken aan geschenkjes, verjaardagen, zoveel maanden, jaren samen. Ik hoef de seksmuziek niet meer op te zetten. Geen sms'jes meer. Geen telefoontjes.
En soms kan het huilen me zo overvallen, al was het een plotse regenbui. Opkomend en even snel verdwenen. Onze foto is iets uit het verleden. Ik denk aan waar ik het kadertje gekocht heb, waar de foto genomen is. Afgedrukt op fotopapier, beste kwaliteit, veel inkt verbruiken. Netjes uitknippen en doen passen. En staat daar nu nutteloos te wezen op tafel. Het is een gat naar het verleden. Een zwart gat, ik kan er in verdwijnen. Daarom heb ik de foto omgedraaid.
Wat moet ik doen met die foto's?
Kan ik nog tekenen met jouw houtskool?
Kan ik nog kleuren met jouw pastelkrijten?
Wat moet ik doen met jouw nummer?
Wat moet ik doen met je brieven?
Kan ik de koekjes nog eten die je me gaf, ooit, bedorven, iets levend van jou?
Moet ik die beer knuffelen?
Ik heb je lief, had je blijkbaar geschreven op een papier op mijn bureau. Ik vond het gisteren.
Er is teveel. Wat mij doet denken. Aan jou.
En ik denk dat ik weet hoe het ongeveer gebeurd moet zijn. Jij op je fiets, afwezig, denkend en volgens mij viel je op je linkerzij. Ik hoop dat je toen niet mijn sms aan het lezen was. Ik rookte een sigaret en volgde afwezig het gesprek mee met hen, je weet wel wie. En dan mijn gsm. Ik was geërgerd omdat ze me altijd opbellen als ik eindelijk eens rustig op mijn kot zit. Je moeder. Iemand heeft mijn gsm gerepareerd. Iemand is met me meegegaan naar huis. Je handen voelden toen al koud aan. Ik denk dat je op je linkerzij gevallen bent. In mijn beeld van jou zie ik geen bloed. Ik zie alleen een doffe slag, de linkerzij en een diepe slaap.
Zo moet het gegaan zijn.
Als ik een kussensloop strijk dan duw ik nog harder dan anders. Ik duw de kreuken weg. Weg uit mijn leven. Ik betrap mezelf erop dat ik naar mijn gsm kijk, af en toe. Ik moet mezelf vertellen dat je nummer niet meer zal komen. En het doet me geen pijn, dan. Alleen als ik jouw nummer bel, dat niet meer in gebruik is. Op een dag zal iemand jouw nummer hebben en dan zal er iemand opnemen.
Ik voel me niet de huilende clown in het circus. Ik ben de koorddanseres die probeert staande te blijven. Maar ik weet dat als ik val, er een net is. Of misschien hoop ik dat enkel, want ik zie het net niet.
Wat kan ik zeggen. Ik voel me nu alleen een beetje nutteloos. Nee, ieder deel van mij is nutteloos. Want dat zijn ze nu, onderdelen. Toen was hun nut gestreeld worden, je warmte geven, kussen ontvangen, jou strelen, jou kussen, tegen je roepen, boos kijken, het goedmaken.
Wat ik me herinner. Dat herinner ik me. Het ruzie maken. 's Morgens tijdens het aankleden hoop ik soms dat als ik opkijk jij nog in bed ligt, zodat ik een ruzie kan starten, je kan verwijten dat je lui bent. Dat je mijn luiaard bent.
Ik had je lang geleden een kaart gestuurd. Deze kaart moest aankomen de 14e februari, Valentijn. Ik weet hoe je die dag haat, en ik ook. Ik wilde je plagen. Maar nu zie ik die dag naderen als een doemdag.
Wat gebeurt er nu met je mailbox? Verdwijnt die? Wat met je muziek? Wie krijgt je computer, het scherm. Wie zorgt voor je verzameling dvd's? Wat zal er van je kamer worden? Zal je moeder er ooit haar eigen schilderkamer van maken? Een tijd geleden ben ik er gaan slapen. In je bed. Je kleine bed. Ik wachtte op je. Ik heb drie dagen daar op je gewacht.
Alles van jou is als een schok. Maar toch huil ik niet want ik wacht op je.
Dus nu zeggen ze dat je er nooit bent geweest. Maar wat met de seksmuziek?
Je pushte me altijd om mee te doen aan poëziewedstrijden. Moet ik dat nu ook nog doen? Wat is poëzie zonder jou?
Wat is een stad zonder jou?
Wat is mijn bed zonder jou?
Wat is mijn huis zonder jou?
Wat is onze foto zonder jou?
Als ik afwas dan is het met de snelheid waarmee ik lastige dingen afhandel. Ben jij zoiets? Ik kán niet bij je stilstaan. Wat zou je nu van mij denken? Dat ik een trut ben?
Dat ik een flauwerd ben? Dat ik zielig ben? Dat ik sterk ben?
Ik probeer m'n bed zonder jou niet leeg te vinden, onze foto zonder jou niet onvolledig te vinden, een stad zonder jou boeiend te vinden. Enkel de poëzie, enkel mijn schilderijen zijn karakterloos zonder jou.
Het is moeilijk om, terwijl ik het ganse huis weer eens poets, 's avonds wanneer ik niet wil neerzitten en mezelf moe wil maken zodat ik goed kan slapen, dán is het bedreigend voor mijn geest om een fles douchegel te vinden in een zak onder de kast. Een fles die jij me nog gegeven hebt. Hoe je er iedere keer aan rook als je in mijn huis was, je hield van die geur. Ik zie je dan staan in de douche. Je inwrijvend, genietend.
Het is niet de foto en niet de doodsbrief. Het is die fles douchegel.
Het is die fles.

 

feedback van andere lezers

  • muis
    Er is nooit iemand geweest vertellen ze mij.=< komma tussen twee vervoegde werkwoorden geweest, vertellen
    Ik weet dat me iets proberen aan te smeren.=< weet dat ze
    En het doet me geen pijn, dan.=> komma mag weg
    Alleen als ik jouw nummer bel, dat niet meer in gebruik is.=
    Talia: dank je! het is in een opwelling geschreven, vandaar...
  • cehadebe
    Ik ben hier helemaal wég van. :)
    Talia: dank je *bloos*
  • Draakje
    Als jij ooit iemand verloren hebt, dan heb je mijn diepste medeleven. Dit is een prachtig, diep rakend stukje "afscheid".

    Hoedje af.
    Talia: dank je!
  • Gaya
    Wat een ontzettend mooi verhaal. Wat een verdriet zet je hier neer, snif... dit moet op waarheid berusten. Zo ja... dan xxx

    H.gr. K@rin
    Talia: dank je wel! het doet me veel, maar het berust enkel op een zwaar gemis en de gedachte dat het gemis verder zou gaan over die grens...
  • lin
    Zeer gevoelig geschreven. Wel enkele storende kleine foutjes, die je vanzelf vindt bij nog eens rustig hardop voorlezen.
    Talia: dank je! ik heb het geschreven in een opwelling, vandaar de foutjes
  • dichtduvel
    Prachtig neergezet. De pijn is volbaar en ik hoop dat het rouwproces voorspoedig moge verlopen. Grtz, Jef
    Talia: dank je! maar het verhaal is enkel berust op een zwaar gemis en de gedachte dat het zo ver zou kunnen komen ooit...
  • erinneke
    Waw, zeer knap
    Talia: heel erg bedankt!
  • yrsa
    Knap verwoord!
    groetjes
    Talia: dank je wel!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .