writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het leven zoals het niet had mogen zijn

door Talia

Verwilderde ogen staren me aan achter het raam van een auto. Een persoon met hevig teken gevende armen beweegt zijn mond met snelle frequenties. Ik steek over. Ik wil me omdraaien en zwaaien om hem te bedanken maar hij schuurt reeds weg zonder om te kijken. Hij ziet me niet, denk ik. Ik wandel verder. Ik moet uitkijken de volgende keer want een fiets schiet rakelings voor me. Een klein meisje roept iets maar ik hoor haar niet. Ik probeer tussen de geparkeerde auto's door te komen om de stoep te bereiken.
Het is maandagavond, half negen. Ik denk wat ik met mijn leven aanmoet. Misschien kan ik nu naar het frituur gaan, dan hoef ik geen eten meer te maken, dan heb ik nog meer tijd om thuis te denken wat ik met mijn leven aan moet.
Een frietgeur komt me tegemoet als ik de deur opendoe. Ik kijk vluchtig rond. Helemaal leeg. Enkel een oude man zit alleen aan een tafeltje. Hij drinkt bier uit een plastic bekertje. Misschien is zijn vrouw gestorven. Ik voel iets dat me doet denken aan het oude medelijden. Misschien kan ik hem vragen wat hij van zijn leven gemaakt heeft. Maar dat zou te grof zijn.
De vrouw kijkt me aan alsof staren strafbaar is en de warmte in haar frituur te betalen is. Ik bestel. Altijd hetzelfde eet ik. Ik probeer niets nieuws uit. Ik ben bang van stappen in het donker. De man nipt van zijn bier. Hij wil het vertrek zolang mogelijk uitstellen. Ik zit aan de andere kant. Alleen. Ik staar hem aan onder mijn wimpers. Hij eet zijn frieten met een vork, niet met zijn handen. Waarschijnlijk wil hij toch nog enige beschaafdheid bewaren in zijn leven. Is dit een spiegel? Is dit een illusie?
De vrouw plaatst het dienblad met mijn bestelling twee meter van mij vandaan. Ik sta op. Ik heb niet voor bediening betaald. Misschien kon ik glimlachen naar haar. Zij heeft een eigen zaak, zij weet wat ze met haar leven moet doen, ik kan nog iets van haar leren.
Ik eet, heel traag, om het vertrek zo lang mogelijk uit te stellen. Want eens in de kou is het wachten op een bus. Kijken naar mensen die voorbijkomen. Mensen met een doel. Mensen met kinderen. Met of zonder een gezin. Mensen met een droom. Mensen met een simpele kijk op het leven. Mensen die gelukkig zijn.
De oude man ruimt af. In het naar buiten gaan glimlacht hij. Zijn witte stok stuit tegen de deur. Hij ziet me niet. Ik zucht. Zijn doel is duidelijk. Hij hecht zich vast aan wat hij ooit zag. Ik denk aan alles wat ik bezit. Ieder zintuig, iedere beweging. Ieder deeltje kennis dat ik bezit. Hoe meer mijn eigendom is, hoe minder ik alles bezit. Mijn simpele wereld werd zo ingewikkeld.
Ik stap de koude in. Ik wandel met mijn gezicht gericht naar de grond. Diep mijn gsm op uit mijn tasje. Geen oproepen gemist. Geen nieuwe berichten. Ik denk aan hem. Zou hij het niet gedaan hebben als hij geweten zou hebben dat al die mensen die toen, toen hij in de koude liep, geen berichtjes zonden of telefoneerden, dat net zij, toen hij eeuwig in de koude lag aan hem dachten. Om hem gehuild hadden.
Ik denk aan mezelf. Wie zou er voor mij komen. Het is helemaal geen zieligheid om alleen rond te dwalen en te denken aan mensen die er ooit voor je waren. Of misschien was ik er gewoon niet meer voor hen. Ik stop met denken. Ik word uit mijn gedachten getoeterd. Iemand die heel vlug thuis wil zijn rijdt in volle snelheid over het zebrapad. Ik vraag me af of die twee seconden tussen het stoppen en het wegrijden te vergelijken zijn met die drie uur die hij daarstraks in het café doorgebracht heeft. Ver van zijn gezin. Ik glimlach.
De kleine wereld maakt mij niet meer wakker. Het moet donderen, sneeuwen, bliksemen en hagelen opdat ik mijn gezicht naar de hemel wil richten en een sprankel onzekerheid voel over mijn bestaan. Daar mijn onbestaan op andere momenten zo zeker is. Ik stap op de bus. Twee medepassagiers. We komen voorbij huizen. Huizen vol mensen die staren naar de televisie. Mensen die ik ooit gekend heb, mensen die mij nu niet meer kennen. Ik zou hen kunnen bezoeken en mezelf voorstellen. Ik zou vrienden kunnen maken maar ik druk niet op de bel. Ik ben moe.
Ik stap uit en ben verlicht.
Sommige straatlichten zijn zo'n elektriciteitsverspilling. Ik denk aan hoeveel sommige mensen moeten werken om hun rekening te kunnen betalen. Misschien een geldprijs voor mijn kennis, dan kom ik de dagen door.
Ik ontsluit de deur. Ik doe mijn jas af en hang hem op. Ik open de kast en denk wat ik morgen moet aantrekken, want morgen is er weer een perfecte dag. En dag waarop ik moet tonen wat ik waard ben, waarop ik mijn doel moet aangeven. Een doel dat ik niet wens te volbrengen, maar dat me vooruit helpt, iedere dag weer. Ik hang vandaag op aan de kapstok en zie de miskoop van jaren geleden. Verdwenen in de kast om nooit meer het heldere daglicht te zien. Ik heb mezelf opgehangen in de kast, helemaal achterin.

 

feedback van andere lezers

  • Pake
    Ik laat het de beoordeling maar even op "goed"staan. In feite is het nog niet goed.
    Talia, je hebt een boeiend thema. Ik zie je verhaal nu als een eerste opzet. Er mankeert namelijk nog heel wat aan. Ik heb een flink deel inmiddels voor je van commentaar voorzien, zeg maar nogal uitvoerig gecorrigeerd. Ik wil daarmee wel doorgaan, maar dan stuur ik het je liefst toe via e-mail als WORD-bijlage. Zeg het maar. Zo ja, dan moet je me je e-mail adres even doorsturen: naar "kavede1943@hotmail.com"
    Talia: Ik stuur het je door!
  • aquaangel
    Niet te lang in de kast blijven hoor....

    graag gelezen
    groetjes


    -En dag waarop ik moet tonen wat ik waard ben,
    *EEn dag waarop ik moet tonen wat ik waard ben,


    Talia: :-D. Ik zal de typfout aanpassen. Bedankt!
  • SabineLuypaert
    jee dit einde had ik niet zien aankomen (maar in het laatste deel verval je iets in te verhalned, het spanningsveld wordt beetje afgebroken terwijl het desolate gevoel er wel nog steeds is), ben denkende hoe dat er toch in te bregen, maar in elk geval heel graag gelezen
    Talia: dank je wel!
  • muis
    Het einde mag iets korter, krachtiger. Mensen observeren is een goed ding. En de belangrijkste dingen van die observaties opschrijven. Dan heb je na een tijdje typetjes die je in deze verhalen kan gebruiken
    graag gelezen
    groetjes
    Talia: dank je wel voor je reactie! Ik zal het nog eens nalezen.
  • Neeltje
    Ik heb het met aandacht gelezen, er zou een wending in het verhaal moeten om uit de sleur te raken en het spannend te laten worden. Je kunt er meer uit halen; zie ook muis' reactie.

    Groetjes Neeltje
    Talia: dank je voor je reactie! Het is idd nog een ruwe steen en ik zal mijn best doen die te doen blinken!
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .