writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Kappen met kappen

door puk

Onderstaand eis een artikel dat ik schreef voor de krant en als inleiding voor een bzwaarschrift.

Kappen dat kappen
De Slag om Grol

Kanongebulder bereikt mijn huis, het is een vreselijk geluid. Mijn dieren worden onrustig, de tuinvogels duiken in dekking, ik krijg kippenvel. Op t.v. worden de slachtoffers van een aanslag elders op de wereld weggedragen of bij elkaar gezocht. Kinderen met grote, lege ogen en hongerbuikjes kijken naar de resten van hun stad, van hun huis, van hun ouders. Een stem vraagt: "Hoe haal je de oorlog uit een kind?"
Mijn buurkinderen fietsen langs: "Ze zijn al begonnen. We missen de hele oorlog."
Met mijn gasten ga ik ook op weg. We zouden langs de gracht wandelen, kijken naar de ijsvogel, boomklevers en de verschillende vogels van de rode lijst, die hier nog voorkomen, al wordt het aantal ieder jaar minder. Maar de Slag om Grol wordt nagespeeld, dus geen rondje gracht voor ons, geen dierenparkbezoek voor onze kleinste gast. We gaan maar even bij de Slag kijken, er zou ook een markt zijn met allerlei ambachten en edelsmeden in actie.
Het kanongebulder duurt voort, er klinkt gejuich en applaus. Ik zie de lege kinderogen van de t.v. voor me. Bij de triplex stadspoort staan soldaten van hetzelfde materiaal, meer van dat spul staat in de verlaten winkelstraat, geen vogel te zien hier. Met de auto kun je de stad vandaag niet in, maar we moeten toch opzij voor een suv met aanhanger. Iemand in een roodblauw soldatenpakje zit achter het stuur. We gaan op het kanongebulder af. Op de wal tegenover het slagveld staat een tribune met toeschouwers. Aan de overkant van de gracht hangt een vieze mist. De dieren in het dierenpark zitten verstopt. Weer een schot, het publiek juicht en applaudisseert, een rookwolk voegt zich in de mist, er is niets van het slagveld te zien. Gelukkig is er een luidspreker met een verslaggevende stem. Het publiek juicht weer en klapt. Een handjevol verklede Grollenaren loopt over een tijdelijke brug over de gracht de mist in. Handig die doorsteek, hadden ze dat toen maar gehad.
De suv staat naast het grasveld, uit de aanhanger komt geen paard zoals we verwachtten, maar dozen met belegde broodjes en koffiekannen. De luidspreker zegt: "Wilt u geen musketten en hellebaarden op de geparkeerde auto's leggen? De lijken kunnen zich naar De Markt begeven voor de koffiepauze."
Wij gaan op zoek naar de marktkraampjes, we zien alleen een paar stalletjes met benodigdheden voor de slag en een kraam met herinneringsbekers. De rest zal wel aan de pest zijn gestorven. Nergens kunnen we koffie drinken, alles is dicht. Op onze terugtocht is de stad leeg op een of twee verklede mensen en een horde houten klazen na. Wij gaan naar Winterswijk!
Onze gasten besluiten om niet meer hier naartoe te komen: "Let op. De volgende stap is dat ze al die bomen en alle groen weghalen, omdat ze geen onbelemmerd schootsveld hebben. Kom maar naar Amsterdam volgend jaar, de bomen langs de grachten zijn zo mooi om deze tijd en er is allerlei leven te zien."

Het werd ons laatste rondje Groenlo met gasten. Toen we hier kwamen in 1973 werden we aangetrokken door het groen. Elke straat had zijn eigen boomsoort. Ons werd verzocht heggen aan te planten, geen schuttingen te plaatsen en in onze tuin konden wel wat bomen staan. Voorjaar en herfst waren prachtig. Onze vrienden kwamen kersenbloesem kijken en met onze jeugdnatuurgroepen konden we op veel plekken terecht om vogels te leren herkennen. Elke flinke vorstperiode werden de bomen in de straat bevolkt door koperwieken en kramsvogels, boomklevers zaten met tientallen in de groepjes bomen, brandnetelveldjes met nachtegalen in overvloed, jarenlang zat in de boom bij het kanon een spechtennest, eekhoorns en vleermuizen lieten zich vaak zien op de wallen. En achter het dierenpark vonden we altijd de wielewaal.
Maar veel bomen zijn in de laatste tien jaar verdwenen, de vogels gingen mee, onze grachtentochten ook.
'Dat is niet meer van deze tijd', hoor ik nogal eens als er weer iets moet verdwijnen. Tuinen van deze tijd zijn grindwoestijnen of geharkte dodenakkertjes. Als de buurtuin of het gemeentegroen je niet bevalt, vergiftig je de boel. Doodskistbanken op de Markt, stenen waarop je uitglijdt en om helemaal bij de tijd te zijn gaan we ons stadje aanpassen aan een slag in de zeventiende eeuw. Wel worden de laatste oude huizen en gevels verwijderd, want die zijn niet meer van deze tijd, we zijn immers modern. Echte steden als Amsterdam, Parijs en Londen sparen geld noch moeite om hun bomen te beschermen en de wortelstelsels in kaart te brengen, zodat grondwerkers kunnen zorgen dat de bomen en hun wortels niet beschadigd worden. Maar hier in Groenlo worden de reuzen gekapt en hoopt men dat bij de grondwerkzaamheden de rest vanzelf doodgaat.
Van mij mag iedereen oorlogje spelen, maar van het leven moeten ze afblijven. In deze tijd heeft de stad gezonde lucht nodig, zuurstof en habitats voor dieren. Alle vogels en hun habitat zijn beschermd, dat is niet voor niets. Er is al zoveel weg, hoe moeten we ooit het CO2 compenseren van al die steeds groter wordende auto's of doen we allemaal de auto weg? Welk groen zuivert de walmen van al de barbecues? Waar moeten al die kauwtjes en spreeuwen heen die nu hoog in boomgroepen slapen, het liefst buiten de menselijke bebouwing? Bij elke wijk die gebouwd wordt verdwijnt een slaapplek, de overgebleven plekken zijn overvol en er wordt al gevochten om een plaatsje. Zij kunnen straks alleen nog terecht in de tuinen, enig idee wat dat aan overlast geeft? En dan? Doodschieten of vergiftigen? Dat is modern, volgens mijn buren werkt het goed.
We kunnen de bomen vervangen, herplanten op een andere plek, maar het duurt wel honderd jaar voor we weer echte bomen hebben. En waar herplanten we? Volgens de berekening van de bomenstichting zijn er 1800 jonge bomen nodig om dezelfde hoeveelheid zuurstof te leveren als een honderdjarige boom afgeeft. Zetten we die aantallen in de particuliere tuinen? En wat doen we als er een groep komt die graag terug wil naar de tijd voor het christendom? Alle kerken slopen? Misschien moeten we wel terug naar de oertijd, zonder mensen.
Bij de Slag heeft men gevochten om de leefgemeenschap te behouden, dat moeten we in 2007 weer doen. Voor het behoud van onze stadstoekomst, niet om een museumstuk te worden.

M. Hoffmann- van Vonno

 

feedback van andere lezers

  • SabineLuypaert
    hoe haal je de oorlog uit ene kind-> wat een beklijvende zin zeg brrrr, maar elke straat zijn eigen boomsoort( smile) dat lijkt me leuk zeg (staat een 'e' te kort in je bezwaarschrift), vind het een rakend stukn vooral je wendign op het einde naar de kerken slopen en zo, die knalt wakker als conrtast, heel graag gelezen (en nu hiopen dat het echt ht verschil maakt he)
    puk: Dank je. helaas zijn ze al begonnen met kappen. maar ja, niets doen helpt zeker niet. Die van de oorlog uit een kind is niet van mij, maar komt uit de spotjes van Warchild.
  • jbrouns
    Groot gelijk heb je met je aanklacht! Het is een schande. Trouwens duidelijk en met de nodige ironie geschreven. Graag gelezen. Gr.
    puk: dank je
  • cehadebe
    Bijzonder verhaal, proficiat
    puk: Dank je.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .