writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het gevecht met mezelf

door eric

Ik probeer me uit alle macht te verzetten - beseffend dat het verkeerd is op die manier de harde realiteit van de wereld te willen ontvluchten - maar het lukt me niet. Telkens opnieuw moet ik vaststellen hoe zwak mijn wil is, hoe hulpeloos mijn botten.

Verman je, zegt een stem in mij. Wees een man.

Ik kan het niet. Iets in mij is sterker dan al het andere. Een ongekende kracht, die al het overige verdringt en de stoere bink, die ik probeer te zijn, tot een plumpuddingachtige brei metamorfoseert.
Ik blijf staan. Kijk schichtig om me heen. Zie geen bekenden en/of buren in de onmiddellijke omgeving en haal opgelucht adem.

Niet doen... Deze keer fluistert de stem. Je weet dat het verkeerd is... Verman je!

Opnieuw aarzel ik. Het is alsof, ergens diep in mij, één kleine spier besloten heeft zich te verzetten. Alsof het langzaam tot me doordringt dat er uiteindelijk slechts één oplossing mogelijk is. Zonder opties of alternatieven.
Ophouden.
Niet doen.
Niet toegeven aan dat deliriumgevoel dat elke keer opnieuw probeert het duel te winnen en daarin totnogtoe steeds geslaagd is. Ik moet de kracht vinden om "neen" te zeggen. De wereld tonen dat ik karakter heb en dat ik geleerd heb. Geleerd uit fouten, die ik vroeger beging. Maar al te graag beging.

Vroeger...

Toen leek het allemaal nog zo onschuldig. Het was ook onschuldig. Niemand die er aanstoot aan nam - integendeel, het werd oogluikend getolereerd. De glimlach, die zich dan na afloop steeds weer op mijn gelaat vertoonde, was als een stilzwijgende bevestiging dat het mocht. Het was goed en het werd aanvaard.
Dan ontsproot het kwaad. Het sloop binnen in de bescherming van de nacht, op dat sublieme moment waarop de geest kwetsbaar is. Van kwaad naar erger. Steeds verder. Wat aanvankelijk als een sporadische opflakkering leek, nam in omvang toe en groeide uit tot een obsessie. Hoe ik ook probeerde me er tegen te verzetten, niets kon baten en het gevoel van schuld, na afloop, was zo mogelijk nog meer vernederend dan de vernedering zelf...

Opnieuw die haast onbedwingbare drang. Ik beef. Het zweet parelt op mijn voorhoofd. Mijn keel voelt aan als een opgedroogde spons. Nog even en dan...
In een laatste krachtinspanning stap ik verder. Er voorbij. Voorbij! Het is me gelukt! Ik kan wel jubelen. Het gevoel dat zich van me meester maakt, is nauwelijks ter beschrijven. Het is alsof de jubelkanonnen van 1812 in mijn vreugde willen delen. Een brede glimlach nestelt zich op m'n gelaat. Het is me gelukt!

Doch wanneer alle geluiden gedempt zijn en de nacht haar intrede doet, keert de nachtmerrie terug. Opnieuw lig ik te zweten onder de lakens en staar als gehypnotiseerd voor me uit - naar een zwart gat dat alsmaar groter wordt.
Wanneer de ochtend zijn intrede doet, besef ik de waarheid: ik ben er aan verslaafd. Het zal nooit wijken, wat ik ook probeer en hoe vaak ik het ook probeer, het zal voortaan mijn bestaan domineren.

Ik ben op kantoor geweest, zoals steeds, tot vijf uur. Dan, zoals elke keer, heb ik iedereen gegroet en ben weggegaan. Langs diezelfde weg die ik al zo dikwijls ben gegaan. Alleen - dit keer heb ik niet kunnen weerstaan.

Een blonde paardenstaart kijkt me glimlachend aan.
-Kan ik u helpen, m'neer?
Ik glimlach terug en schud mijn hoofd.
-Niet echt. Ik ken de weg.
Ongetwijfeld kijkt ze me na, wanneer ik de roltrap neem. Vierde verdieping...

Achterin, net voor ik linksaf sla, ben ik er. Ik kijk glimlachend neer op de immense tafels, volgestouwd met tunnels, bomen en kleine spoorstaven, waarover her en der de treinen denderen. Naast mij staat een jongetje dat me met verbazing in z'n kleine oogjes aankijkt. Ik kijk glimlachend terug - schaapachtig haast. In zijn hoofdje moet het nu wel gonzen van de vele vragen.
Ik ontwijk zijn blik en staar naar de treintjes. Mijn hart bonst van vreugde en ik zou het willen uitzingen van geluk.

Wat mij betreft, bestaat hij echt. Elk jaar opnieuw. Niet voor eeuwig maar voor even - wanneer de warenhuizen hun speelgoed uitstallen en kinderharten sneller slaan..


© Eric



 

feedback van andere lezers

  • Victoria
    Amai Eric! adembenemend meeslepend, echt!
    poehoe.... ben er jaloers op!

    eric: Jaloers? Kan ik best begrijpen, het zijn ook schattige treintjes...
    Dank voor het komen lezen, Victoria!
  • cehadebe
    Prachtig die spanning opgebouwd, en dan :)
    eric: Hihi, dank je (smile)
  • togu_hang
    je hebt me geboeid eric ... tot op het moment suprème ...subliem. Ik treed ERWEE bij , gewoon doen !!!
    eric: Geduld, Ronald, geduld... eens... eens...
  • ERWEE
    Zeer graag gelezen. Als ik aan een eric-stuk begin weet ik na een alinea reeds dat het geheel AF is. (Zoals het hoort.)
    Ge moet met al dat materiaal toch eens verdere stappen zetten in de wereld.
    eric: Tja, wijze raad, Erwee... ik probeer... ik probeer...
  • henny
    Ook van deze heb ik weer genoten en met een brede glimlach gelezen. :-d
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .