writehi(s)story Passie voor schrijven
home   wat is writehi(s)story?   bladeren   uitgeven   gezamenlijke publicaties   boekenwinkel   manuscriptanalyse   inschrijven   contact   
top 10   wedstrijden   forum   hulp   
 
naam:  
pass:  


wachtwoord vergeten?
 
 

Volg ons op facebook

Ga naar chat

< terug

Betere leesbaarheid

Het Zaadje dat wilde sterven

door Peerke

Het was een warme zomerdag, en Vera was met haar vader aan het wandelen in het bos. Gelukkig waren daar veel bomen. Bomen geven schaduw, en dat zorgt voor verkoeling.
Twee dagen geleden was oma dood gegaan.
Vera was daar nog wel verdrietig om, en papa ook een beetje.
Oma was de moeder van papa, en Vera vond het knap van papa dat hij zich groot hield.
Ze moest er niet aan denken dat haar moeder dood zou gaan.
Oma was al erg, maar die was wel oud.
Vera en haar vader gingen tegen een mooie grote boom zitten. Lekker was dat.
Die gaf veel steun. Ze konden echt alle twee tegelijk naar achteren leunen.
'Weet je dat doodgaan ook heel mooi kan zijn,' zei vader.
Vera keek omhoog, en zag door de stralende zon de groene bladeren aan de boom.
'Neen, dat wist ze niet', terwijl vogels op verschillende takken elkaar vrolijk toezongen.
Vader vertelde haar dat hij eerder op deze plek was geweest.
Met oma, toen hij nog een kleine jongen was.
Ook toen hadden ze tegen de boom gezeten, die jonger en slanker was dan nu.
Oma had hem toen het volgende verhaal verteld:


Er was eens een zaadje.
Het zaadje lag op de stoep van een straat in de stad.
Niemand zag het liggen, want de mensen hadden het te druk.
Als ze het wel hadden zien liggen hadden ze er waarschijnlijk ook geen aandacht aan besteed, want het was maar een zaadje, en zeker niet groot.
Een meisje was de eerste die het zaadje zag. 'Wat lig jij hier alleen?', vroeg het meisje aan het zaadje. Het zaadje keek treurig terug en zei alleen: 'Ik wil graag sterven'.
Nu, daar schrok het meisje toch van. Ze nam het zaadje mee naar het park en vertelde dat ze hulp zou halen.
De enige dokter die het meisje kende was een vogel, de spreeuw, en daar bracht het meisje het zaadje heen.
'Hier gaan ze je vast goed helpen hoor zaadje!' riep het meisje opgewekt, en ze huppelde verder.
'Wat is er met je aan de hand, zaadje', vroeg spreeuw professioneel.
'Ik wil graag sterven, dokter', antwoordde het zaadje zo eerlijk mogelijk.
Tja, schudde de spreeuw wijs haar veren, 'dan zal ik je toch doorverwijzen, want ik heb wel verstand van vissen die uit de kom geschoten zijn, of kaaimannen met krokodillentranen, maar dit is van een andere aard.'
'Ik zal je wat voorschrijven, dan kan de kraai, die psychiater is je wel verder helpen.'
'Dag zaadje', besloot de spreeuw, en vloog weg om ergens anders te helpen, levens te redden, of door te verwijzen. Zo kwam de kraai eraan gevlogen.
'Dag zaadje', zei de kraai onderzoekend. 'Dag meneer de psychiaterkraai, antwoordde het zaadje beleefd.
'Wat is er aan de hand?', ging de kraai verder. 'Eigenlijk helemaal niets hoor', probeerde het zaadje de kraai gerust te stellen. 'Ik wil alleen erg graag sterven'.
'Sterven?', 'Weet je dat heel zeker zaadje', vroeg de kraai.
'Jawel edelachtbare', probeerde het zaadje vol respect. De kraai had heel lang gestudeerd, die zou hem vast goed kunnen helpen met sterven.
'Tja', zei de kraai beslist, 'dan moet ik je hier vasthouden, want dan ben je een gevaar'.
Dat had het zaadje niet verwacht. Het had immers nooit iemand kwaad willen doen.
Het wilde alleen maar sterven, maar dat mocht niet van deze geleerde vogel.
'Bovendien', ging de kraai onverstoorbaar verder, 'moet ik je maar snel wat middelen voorschrijven die je anders laten denken.'
'Je bent een depressief zaadje, en danig in de war.'
'We gaan je opknappen. Zoals je nu denkt, met die waandenkbeelden, dat kan echt niet.'
De kraai begon met het opstellen van een brief, waarin stond dat het zaadje een gevaar was.
'Had ik maar nooit iets verteld tegen iemand', dacht het zaadje. 'Eerst was ik ongelukkig, omdat ik niet een zaadje wil blijven. Nu mag ik niet sterven, en ben ik ook nog mijn vrijheid kwijt.'
Het zaadje wachtte op de brief en was bedroeft dat ze haar vrijheid kwijt zou raken.
Daar kwam het meisje weer aangelopen. Ze was op weg naar haar vriendinnetje, maar ze stopte bij het zaadje.
'Dag zaadje', zei het meisje opgewekt. 'Hoe is het gegaan?'
'Dag meisje', zei het zaadje. 'Je kan maar beter niet meer met me praten, want ik ben nu gevaarlijk'.
'Hoe kom je daarbij?' zei het meisje. 'Ik vind jou niet gevaarlijk hoor, waarom zeg je dat je gevaarlijk bent?' vroeg het meisje verder.
'Dat zegt de kraai, en die is psychiater, want die heeft veel gestudeerd', zei het zaadje.
'Waarom vind de kraai jou dan gevaarlijk?' vroeg het meisje verder.
'Omdat ik graag wil sterven', antwoordde het zaadje.
'Waarom wil je graag sterven, zaadje?' vroeg het meisje weer.
Zaadje werd even stil.
Ze moest nadenken over die vraag. Gek eigenlijk.
'Ik voel dat ik er goed aan doe te sterven', sprak het zaadje toen vastberaden.
'Als ik sterf, dan zie ik het licht.'
'De kraai is nu een brief aan het maken dat ik gevaarlijk ben, en mijn vrijheid kwijtraak.'
Het meisje was niet erg onder de indruk van de kraai en de brief die eraan zat te komen.
'Als je wilt sterven dan vind ik dat jammer, want ik vind het leuk om met je te praten.'
'Maar als je voelt dat je graag sterven wil, dan wil ik je helpen.'
'Je moet je gevoel volgen, niet wat er allemaal verteld wordt', besloot het meisje.
Ze wachtte de brief van de kraai niet af, maar stak het zaadje in haar jaszak en liep het park uit.
Het zaadje vertelde dat ze graag zou willen sterven in het bos.
Dat was nog een hele wandeling, maar het was de wens van het zaadje dat wilde sterven.
Ze liep de straten door, tot ze in het bos kwam.
Het zaadje was heel blij dat het meisje haar had meegenomen.
Het hoefde nu niet iets te slikken dat haar op andere gedachten moest brengen.
In het bos liep het meisje door tot een mooie plek, tussen de bomen.
'Hier wil ik graag sterven', zei het zaadje.
Het meisje moest een beetje huilen.
Ze wilde niet dat het zaadje dat zag, maar ze was toch een beetje verdrietig dat het zaadje sterven zou.
'Hoe wil je sterven?' vroeg het meisje tenslotte.
'Ik wil graag dat je me begraaft', zei het zaadje. 'Meer niet'.
Het meisje deed wat er gevraagd werd.
Ze boorde een gaatje in de grond met haar duim en begroef het zaadje.
Toen ze het zaadje weer bedekte met een beetje aarde liet ze een paar tranen op die plek vallen.
Ze was blij dat ze het zaadje had kunnen helpen.
Toch was ze ook een beetje verdrietig dat het zaadje dood zou gaan.
Het zaadje was dankbaar dat het meisje haar begraven had. Eindelijk kon ze sterven.
Er vielen druppels op de aarde, en het zaadje zoog zich vol.
Ze barstte uit haar voegen, en stierf.

Vera vond het een mooi verhaal, maar had nog niet helemaal begrepen waarom sterven mooi kon zijn.
Haar vader vertelde verder:

Het meisje had een beetje gehuild om het zaadje dat wilde sterven.
Hoe zou het zaadje nou het licht kunnen zien, begraven in die donkere aarde? Dom zaadje.
Toch had het meisje gedaan wat het zaadje haar vroeg.
Een week later was het meisje weer langs gekomen, en had ze weer met het zaadje gepraat.
Dat kon helemaal niet, want het zaadje was geen zaadje meer, maar ze deed het toch.
Weer een week later was ze er weer.
Zo ging het door, tot er een plantje uit de grond kwam.
Precies waar ze het zaadje begraven had.
'en oma was het meisje', vertelde vader verder, 'en de boom, waar we nu tegenaan zitten was het zaadje'.

Vera keek omhoog. De grote boom spreidde wijds haar takken in het licht.
Op een van de takken leek een zwaluw druk in overleg met een kraai.
Vera sloot haar ogen.
Ze stelde zich voor dat haar oma ook een zaadje was.
Een mensenzaadje, dat twee dagen geleden had mogen sterven.
Nu zou oma vast ook snel het licht zien, dacht ze.
Enkele tranen vielen zacht in de aarde.

















 

feedback van andere lezers

  • aquaangel
    graag gelezen je eerste post...

    x
    Peerke: Fijn zo Aqua!
  • mistral
    mooi verhaal

    ze nam het zaadje mee naar het park (in = teveel)

    groetjes
    Peerke: Attent en veranderd! Dank.
Er zijn bezoekers online, waarvan leden: .